dinsdag 29 juni 2010

Alhoewel ik enkele vrije dagen tussen twee cursussen in had heb ik toch bijzondere ervaringen achter de rug.
Dankzij Monserat, een Spaanse vrouw die hier net als ik vanaf de eerste dag verblijft, heb ik een nabijgelegen klooster leren kennen. Via een mooie wandeling over smalle bergwegeltjes langs stevige ravijnen bereikten wij de prachtige gebouwen en tuinen van 'Pullahary Monastery'. Dit klooster behoort tot een andere van de vier Tibetaanse scholen dan Kopan ( dat tot de Gelugpa, de geelhoeden, orde van de Dalai Lama behoort). Ik denk dat de monniken van Pullahary over meer fondsen kunnen beschikken want de gebouwen en het interieur met meubilair en decoratie waren van een superieure kwaliteit. Ik ben dit klooster nog een tweede maal gaan bezoeken, ditmaal in het gezelschap van twee jonge Chinese vrouwen uit Hong Kong die een opleiding Thangka-schilderen volgen en op aanraden van hun leraar naar de muurschilderingen wilden gaan kijken. Ik diende hun de weg te wijzen maar vond dit absoluut geen vervelende taak. Het klooster was een tweede bezoek absoluut waard, temeer omdat we ditmaal exclusief een 'Puja', een speciale bid- en zangstonde, mochten bijwonen. Daarbij viel mij de strakke discipline van deze monniken erg op, dit enigzins in tegenstelling tot het meer losse regime in Kopan. Niet enkel waren zij allen recent netjes kaalgeschoren en werd het habijt onberispelijk gedragen,ook de gompa was kraaknet en werd zelfs tijdens de dienst nat gedweild. Iedereen, ook de kindmonnikjes, zat stil, zong mee en hield de handen mooi thuis. Wat een tegenstelling met het meermaals 'geflikflooi' dat je in Kopan kan waarnemen. Haartooi en klederdracht worden daar nonchalant en hoogst persoonlijk behandeld. Ik vind dat beiden iets aantrekkelijks hebben en zou momenteel nog niet weten waar mijn voorkeur naar uitgaat.
Maar de muurschilderingen in Pullahary waren 'outstanding'. Weelderige maar evenwichtige schoonheid in zachte pasteltinten. Ronduit overweldigend. Mijn Chinees gezelschap keek zich de ogen uit het mooie hoofd en tetterden Cantonees met 'oh's' en 'ah's' dat het een lieve lust was. Waarschijnlijk staan ze daar vandaag nog dus ben ik maar alleen terug gewandeld. De loodzware warm-vochtige lucht deden mij de komst van het regenseizoen voorspellen, ik had dit fenomeen al twee maanden eerder in Sri Lanka meegemaakt, en mijn woorden waren nog niet koud of ik kreeg tijdens de terugweg een kleine zondvloed over mij heen. Nepalezen zeulen met paraplu's om zich te beschermen tegen de zon, niet tegen de regen. Ik weet nu waarom want toen ik terug in Kopan aankwam was ik niettemin doorweekt ( maar tevreden ).

Voorbije zaterdag was het volle maan, altijd al een bijzondere gebeurtenis binnen de boeddhistische traditie, maar ditmaal toch wel heel bijzonder want een bijlangrijke lama overleed in de namiddag. Weliswaar op hoge leeftijd ( 91 jaar oud heb ik ergens opgevangen ) maar helder van geest en blijkbaar zittend in meditatiehouding, wat ik kan bevestigen want ik mocht de overledene later gaan groeten. Toch verdenk ik oneerbiedig de Tibetanen, met hun voorkeur voor paranormale verhalen, ervan hem in deze houding te hebben opgebaard. Hoedanook, gisteren ( maandag 28/6 ) bleek zijn geest eindelijk het lichaam verlaten te hebben en volgens ingewikkelde astrologische berekeningen diende hij laat in de avond gecremeerd te worden. Wat gebeurde. Het is toch wel heel uitzonderlijk dat ik deze indrukwekkende rituele gebeurtenis mocht meemaken, al koste dit praktisch twee nachten mijn gehele nachtrust. De crematie vond uitgerekend plaats vlak naast het afgelegen gebouw waar mijn slaapkamer zich bevindt en heeft uiteindelijk, in aanwezigheid van ongeveer 600 biddende monniken en nonnen, tot ongeveer 4.30u in de ochtend geduurd. Wederom zeer indrukwekkend en overweldigend ( het lijkt erop dat dit mijn modewoorden worden ).

Zo is het gisteren een hele lange en vermoeiende dag geworden want gedurende de dag was ik het weeshuis van Dyane Lynch in Kathmandu gaan bezoeken en had ik ongeveer 100 kinderen ( tussen 4 en 16 jaar oud ) geholpen met het maken en/of kleuren van mandala's. Gelukkig had ik dit dagelang op voorhand goed voorbereid en had ik alle benodigde materiaal en gesneden brood meegebracht. Het resultaat was driedubbel x bingo. De schatten van kinderen ( je kan het je niet voorstellen hoe innemend en dankbaar deze kunnen zijn ) waren opgetogen met het bezoek en hun opdracht. Zoveel enthousiasme heb ik gedurende mijn loopbaan als leraar nooit tesamen gezien. Het weeshuis werkt niet direct volgens boeddhistische principes maar eerder naar het voorbeeld van verdraagzaamheid en vredelievendheid van Mahatma Ghandi. Het gesprek later met het vrijwilligerskorps en de directeur maakten mij duidelijk welke fijne mensen hier aan het werk zijn. De kinderen zouden geen menswaardig bestaan kennen zonder hun inzet. Men heeft mij gevraagd om nog eens terug te komen met een soortgelijk project. Indien ik de kans zie tussen mijn volgende cursussen in wil ik dat zeer graag doen. Dit lijkt me zeer zinvol en die lachende snoetjes blijven dagenlang op mijn netvlies aanwezig.

Morgen start mijn 'Peaceful living, peaceful dying'-cursus van 7 dagen. Dan heb ik 3 vrije dagen vooraleer het 'Medicine Buddharetrait' begint. Deze 15-daagse retraite zou wel eens een stevige uitdaging kunnen betekenen want het schijnt dat men je tot aan je grenzen tracht te brengen. Bovendien zijn de tien laatste dagen verplicht in absolute stilte door te brengen ( dus ook niet lezen, schrijven, op computer werken of oogcontact zoeken...). De minste afwijking betekent verwijdering uit de groep. Tenslotte kiezen we hier vrijwillig voor en zijn we op voorhand verwittigd.
Zeer indrukwekkend overweldigend!

maandag 21 juni 2010

Gisteren eindigde mijn tweede cursus in Kopan. De sfeer en het overkoepelende 'eindgevoel' was heel verschillend van de eerste, maar zeker niet minderwaardig. Ditmaal was het hoofdthema hoe wij op een positieve wijze kunnen leren omgaan met negatieve of verstorende gevoelens. Vele inzichten en meditatietechnieken, wel steeds vanuit de Tibetaans boeddhistische invalshoek, werden ons aangeboden en waren verijkend maar soms heel intens om mee te werken. Je kon aan sommige cursisten zichtbaar merken dat ze het hiermee niet altijd makkelijk hadden en er waren duidelijk mensen aanwezig met een welbepaalde reden. Af en toe moest iemand afhaken, sommigen tijdelijk andere definitief. Onze leraar, venereble Namgyel, was een heel duidelijke maar soms sterk confronterende figuur die gelukkig ook heel humoristisch en herkenbaar uit de hoek kon komen.
Ikzelf ben ook niet ontnapt aan een kleine inzinking, vooral omdat sommige cursisten zich heel vermoeiend begonnen te gedragen. Altijd maar praten, niet zelden in moeilijk te verstane bewoording, meestal over zichzelf en steeds op een diepzinnig niveau. Je hoofd wil wel eens van minder over lopen.

Ik kreeg het vooral moeilijk binnen mijn discussiegroep die dagelijks bijeenkwam na de lunch. Zulk een activiteit wordt gewoonlijk gebruikt om in kleine groepjes persoonlijke ervaringen te getuigen en te toetsen aan de gegeven ochtendlessen. Dit vraagt enige moed en openheid maar kan bijzonder heilzame effecten opleveren als elk deelnemend lid de kans hiertoe ervaart. Wat zo goed werkte tijdens de eerste cursus verliep tijdens de tweede heel stroef. Ksenya, een ex-diplomate van Russische origine met enige ervaring in het de boeddhistische leer, wierp zich onmiddellijk op betweterige leraar van ons groepje. Ondanks haar deskundigheid maakte ze toch regelmatig fouten en bracht ze onbewust het niveau terug tot een vraag-en-antwoordgebeuren dat nergens persoonlijk kon worden. Mijn pogingen gingen de mist in en het een en ander begon duidelijk op mijn tolerantievermogen te werken. Ik hoefde dit niet en het was waarschijnlijk de herkenning van hetzelfde gedrag in mezelf dat me zo stoorde. Dit blijkt dikwijls het geval, we ergeren ons aan ons eigen gedrag dat we tegenkomen bij anderen.
Ook mijn neiging naar perfectie en zuiverheid speelde mij parten. Het is mijn ervaring dat, hoe meer je jezelf verdiept in de dharma, hoe minder je het gevoel krijgt er iets vanaf te weten. Leken die 'claimen' het allemaal te kennen, wekken mijn argwaan. Tevens stoort het mij soms dat mensen dwepen met het ( zeer populaire ) Tibetaanse boeddhisme en dat als de enig zaligmakende vorm aanzien. Dit is in strijd met mijn idee van een overkoepelend wereldboeddhisme.

Maar mijn trots speelt ook steeds mee. Ik moet maar eens stoppen met mezelf op die eenzame top van de berg te zetten. Het is daar te koud.

Later had ik nog een kleine aanvaring met Devra, een jonge en rebelse Canadese die niet enkel heel snel en half-ingeslikt Engels praatte maar elke venster aan beide zijdes van de meditatieruimte opengooide omdat zij het warm had. Hierdoor kwamen enkele mensen met reeds een hardnekkige verkoudheid ( waaronder ikzelf ) in een stevige tochtwind te zitten.
Opvallend was het feit dat beide vrouwen, later in de cursus, meermaals mijn aandacht begonnen op te zoeken en steeds vriendelijker werden. Ksenya ging hierin het verst en begon mij steevast 'my friend' en zelfs 'darling' te noemen. Bij het afscheid gisteren kreeg ik o.a. van haar een uitgebreide knuffel. Heel fijn allemaal maar dat ik nog enkele jaren enkel Engels zal kunnen spreken en horen spreken, stemt me wat vermoeid. Zal ik vanaf nu de extra energie om zich verstaanbaar te maken aan de Engelstaligen overlaten? Ik zal maar mettagewijs mijn eigen steentjes blijven bijdragen.

Na een schriftelijke enquete van 2 blz ben ik aanvaard voor de 'Medicine Buddha Retrait' en heb me daar vandaag voor ingeschreven. Dit was noodzakelijk want deze cursus duurt 16 dagen en een zekere mentale stabiliteit is vereist.
Tijdens mijn veelvuldige contacten met westerse cursisten ontdek ik tot mijn verbazing dat vrijwel de meerderheid (nog) niet kan geloven in de boeddhistische basisprincipes van karma, zelfloosheid en wedergeboorte. Ik dacht nochthans dat de redenen voor hun aanwezigheid in het klooster dit impliceerden. Ik wil mezelf geen uitzondering noemen maar werk al enkele jaren met deze fundamenten en zou mezelf geen boeddhist willen noemen zonder een diepe overtuiging hiervan.

Eergisteren was het de verjaardag van mijn zoon Jerpe. Eens temeer, telkens wanneer er eentje van mijn gezin verjaart in mijn afwezigheid, kwam er een wat droevig gevoel bovendrijven. Het is geen echt verdriet, meer weemoed met een vleug spijt omwille van het feit ze destijds te weinig van mijn bedoelde liefde te hebben getoond. Altijd dat diepgewortelde egocentrisme. De wereld wordt echter zoveel zonniger wanneer je jezelf eerder als een ster gaat zien i.p.v. de zon waarrond alles en iedereen draait. Dan kan je wat van je schitterende licht laten schijnen op de anderen en ze zo verwarmen.
Het boeddhisme is gelukkig een positieve levensvisie. Je kan je verleden niet meer veranderen maar hebt wel volop de kans en de keuze jezelf te zuiveren , te transformeren en zo veel positief karma te genereren. Het is ook mogelijk positieve energie naar anderen te sturen. Maar voor ons, sceptische denkers, blijft het moeilijk dit te begrijpen, laat staan te aanvaarden.

Een belangrijke vergelijking die ik hier gehoord heb en niet licht zal vergeten: wanneer iemand je kwaad maakt omwille van hetgeen hij/zij tegen je zegt of doet dan kan je dat zien alsof die persoon een giftige pijl op je afvuurt die pal voor je voeten op de grond neervalt. Je kan vervolgens die pijl oprapen en jezelf daarmee beginnen te verwonden of je kan deze laten liggen en rustig en stabiel voor je uit blijven kijken. Telkens je in een dergelijke situatie komt, kan je hieraan denken en merken, net als ik, hoe heilzaam deze gedachte kan zijn.
Mijn opvolgende collega op school moet zich geen zorgen maken dat ik ga terugkomen en mijn job weer ga opeisen, ik heb deze periode definitief afgesloten, maar moest ik dit vroeger zo gezien hebben, het zou toch enig verschil gemaakt hebben.

Namaste beste vrienden.

zondag 13 juni 2010

Gisteren, 12 juni, eindigde mijn eerste 10-daagse cursus in Kopan Monastery. De deelnemers waren gaandeweg zo intens met mekaar verbonden geraakt dat er sprake was van hechte vriendschapsbanden die spontaan ontstonden.Dankzij deze samenhorigheidsenergie werd ik in staat gesteld de ganse groep ( ongeveer 50 mensen, bijna even veel verschillende nationaliteiten ) heel snel het liedje 'Dear friend'in canon aan te leren zodat we dat konden zingen bij wijze van dank aan onze hoofdleraar, de Tibetaans boeddhistische non van Zweedse afkomst, Ani Karen. Toegegeven, ik heb zelden een vrouwelijke leraar tegengekomen die in dergelijke mate over de gave van het lesgeven beschikte. Haar mooie stem wist ze, tesamen met een heldere en bevattelijke uiteenzetting, heel accuraat en met een warme intonatie zo aan te wenden dat ze onze aandacht meermaals enkele uren kon vasthouden. Zijzelf bleef ondertussen bijna onbeweeglijk in halve lotushouding op haar kussen zitten terwijl wij voortdurend onze pijnlijke knieen en gewrichten moesten tretchen. Onze zangprestatie was meer dan behoorlijk, er waren veel mensen die graag en goed konden zingen, en Ani was zichtbaar ontroerd. Dit had ze in haar lange loopbaan als 'teacher' nog nooit meegemaakt en ze beschouwde onze groep dan ook als een van haar beste. Dat ik hier 'toevallig' mocht deel van uitmaken...
De laatste drie dagen van de cursus waren retraitedagen met vele uren medetatie en absolute stilte, iets wat voor sommige groepen absoluut onmogelijk bleek.

Hoedanook, mijn verblijf in Kopan Monastery is tot hiertoe het beste wat mij op boeddhistisch gebied kon overkomen. Ik zoek nog een ruime tijd in het klooster door te brengen en heb mij al direct ingeschreven voor de twee volgende cursussen. Daarna ga ik er waarschijnlijk nog volgen. Ze behandelen allemaal andere aspecten van het rijke dharmagamma. De eerste zou de meest intense geweest zijn want we werden letterlijk ondergedompeld in de Thibetaanse interpretatie en alhoewel ik niets nieuws gehoord heb, heb ik veel geleerd en vooral ondervonden.

Het enige vermeldenswaardige probleem is dat ik stevig last ondervind van de luchtverontreiniging in Kathmandu.Verslijming van de luchtwegen, een constant droge en geprikkelde keel, een kurkdroge hoest en geirriteerde ogen. De polutie zou hier even erg zijn als in pakweg Mexico City. Al ligt het klooster ietwat buiten de stad en bovenop een berg met prachtige vergezichten, ik kan de verontreiniging meestal ruiken en er hangt dikwijls een dikke grijze smog. De luchthaven ligt aan de rand van de stad en vliegtuigen vliegen constant en zeer laag af en aan over klooster en stad. Over het lawaai gaan we het hier nu even niet hebben.
Mentaal voel ik mij dik in orde maar fysiek eerder mijn reeele leeftijd. Mijn linkerknie is er het ergst aan toe en de vele uren in meditatiehouding maken dit pijnlijk. De diarree is volledig overwonnen maar vanwege het veelvuldige gebruik van ajuin in de vegetarische voeding ondervinden we nogal wat winderige spanning in de buikstreek. Vervelend als het muistil is om je heen. Soms komt zo'n laag overvliegend vliegtuig dan toch wel eens van pas.
Het zwijgen blijf ik prima vinden en het tekenen gaat hier beter dan ooit en brengt mij ongewild enig succes.

Interessant om op te merken is dat er in dit klooster helemaal geen spanningsvelden tussen vrouwen en mannen vallen waar te nemen. Wat zo belangrijk en dominant bleek in Nilambe is hier,-nochthans leven beide sexen nog dichter naast en door elkaar-, zo goed als afwezig. We dienen ons wel te houden aan de vijfregelige shila en dat houdt ook onthouding van elke seksuele activiteit in. Begrijpelijk in een klooster maar niet zo eenvoudig vanwege de open houding dat dit klooster t.a.v. leken aanneemt.Zo zie je dat er duidelijk een soort groepsdynamiek bestaat en dat je als individu hier ongewild in meegaat. De seksuele energie wordt hier alleszins gesublimeerd en leidt dus ook niet af. Ik vind dit voor mijn persoonlijke ontwikkeling hoogst welkom.
Wel vreemd maar aangenaam: eergisteren kwam ik de cafetaria binnen en vloog Hazel mij rond de hals. Ik had deze Hong Kong Chinese leren kennen in Sri Lanka en we waren beiden zeer verbaasd mekaar hier weer terug te zien. Ik wilde echter mijn belofte tot zwijgen niet verbreken, iets wat zij maar al te goed verstond, en zo werd dit een rondje gebarentaal.

Binnen een uurtje start de nieuwe cursus. Vandaag ben ik volledig vrij maar even vroeg dan anders opgestaan. Ik werd toegelaten de ochtendchantings van de monniken in de hoofdgompa bij te wonen. Een uur en half zitten in opperste vervoering. Als enige westerling. En zelfs warme thee aangeboden gekregen... Ik hoop dat ik dit niet gedroomd heb. Bij het onbijt op het overdekte terras kan je de kindmonnikjes horen zingen. Deze laatsten huppelen, lopen en spelen overal op het relatief grote kloosterdomein met prachtige tuin ( compleet met Chenrezigfontein en weelderig versierde stoepa). Steeds hebben zij dat gelukzalig lachje rond de lippen en spleetoogjes. Kopan is een warme en vriendelijke plek om te vertoeven. Het dagelijkse leven kent een strikt regime maar mensen voelen zich hier heel gelukkig. Er wordt flink veel gelachen. Mogelijk dat mijn keel daardoor ook geirriteerd is want ik doe daar flink aan mee.
Tibetaanse monniken hebben veel gevoel voor humor en een typisch aanstekelijk lachje. Vooral de grote baas, de abt, verstaat de kunst hierdoor anderen aan te steken.

woensdag 2 juni 2010

Vandaag, woensdag 2 juni, ben ik hier precies 12 dagen en straks vertrek ik naar Kopan Gompa. Deze periode lijkt me voldoende om deze aparte wereld vanuit verschillende ooghoeken te bekijken, zelfs vanop het toilet van mijn guest-house.
Ik herinner mij dat volgens de overlevering de Boeddha gestorven is aan dysenterie nadat hij gecontamineerd voedsel had gegeten bij arme mensen waar hij was uitgenodigd. Je zou haast kunnen spreken van een gezegende ziekte.
Volgens de beschrijving in de LP zou ik amoebische dysenterie gehad hebben en is het geneesmiddel hiertegen metronidazole, exact wat ik voorgeschreven kreeg door dokter Tsering ( die naam...). Maar het zou ook mogelijk zijn dat deze aandoening later weer terug de kop opsteekt, telkens in een wat meer verzwakte vorm todat je gestel sterk genoeg is om er uit zichzelf aan te weerstaan. Ik kijk daar niet bepaald naar uit.

Maar hoedanook, verzwakt en waggelend op mijn benen, moest ik uiteindelijk iets in mijn maag krijgen, wat moeilijk is als je absoluut ( en nog altijd ) geen hongergevoel hebt. Of het een met het ander te maken heeft weet ik niet maar ik betrap er mezelf op dat ik hier wel last ondervind van mensen die in mijn omgeving roken, ook en vooral wanneer ik wil eten. Ben ik in het stadium beland dat ik roken een vieze en irritante gewoonte begin te vinden? Dat dit dan een stap mag zijn naar een levenslange ontnuchtering van het idee dat roken iets aangenaams is. En domweg uitgedrukt: een soort karmische 'vergelding' voor wat ik anderen zo lang heb aangedaan.

Ondertussen ben ik vooral aan stilte toe. Ik heb het wel gehad met die toeters en bellen van de Tibetaanse monniken. Het is dat ze dat zelf zo graag dag en nacht horen! Ik kan je verzekeren dat dit geenszins als muziek klinkt of bedoeld is.
Het valt mij op hoe tolerant de Nepalezen zijn tegenover alles en iedereen. Het land heeft al zoveel problemen uit zichzelf om mee af te rekenen en toch zet het de deuren wagewijd open voor Tibetaanse en Indische migranten. Bewonderenswaardig. Iets voor Vlaams Belangers om over na te denken.

Ter afronding van mijn verblijf in Boudhanath ( de schrijfwijze van dit woord verschilt regelmatig ) kreeg ik vandaag de mooiste namastegroet, vergezeld door een open glimlach van oor tot oor, van een stokoud Nepalees vrouwtje. Ik wandelde haar glimlachend voorbij, nog nagenietend van wat Dyane me iets daarvoor gezegd had, en ik denk dat ik hierdoor dit vrouwtje op haar golflengte aansprak. Zo een beeld wordt in je geheugen gefixeerd en kan je met de duurste spiegelreflex camera zelfs niet vastleggen.

dinsdag 1 juni 2010

Het is nu dinsdagvoormiddag, 1 juni, en weliswaar nog altijd verzwakt maar toch terug in menselijke staat om dit bericht te schrijven.

Maandagmorgend, omstreeks 1u in de nacht, werd ik ziek wakker en vanaf toen ben ik onophoudelijk op het toilet moeten gaan zitten of hangen, alnaargelang waar het water mijn lijf dringend wilde verlaten. Geen idee dat een mens zoveel vocht kan stockeren, ik ben ettelijke liters kwijtgeraakt. Rillen, koudzweten, met jezelf geen blijf weten, in sneltempo uitdrogen zodat je huid perkamentachtig begint aan te voelen...
Uiteindelijk ben ik bij een dokter beland, vraag mij niet hoe want dat weet ik nog amper, en heb ik medikamenten gekregen die ik aanvankelijk niet kon inhouden want mijn maag wrong zich voortdurend uit. Ik begon gelijkenissen te vertonen met een oude, verrimpelde Nepalees maar kon met de aanblik daarvan niet lachen. Vanuit mijn bed naar de wc en terug ben ik toch stilaan die medicijnen beginnen binnenhouden en is er een verbetering opgetreden. Zonder overdrijven kan ik stellen dat je hier het hoekje kan van omgaan maar volgens Russel, een Amerikaan, moet ik over een goede constitutie beschikken want ben ik daar relatief snel en zonder antibiotica vanaf geraakt. Als je jezelf zo ziek en ellendig voelt, ben je wel wat verloren zo ver van huis en alleen. Alleszins liters vocht.
Om het met de woorden van diezelfde Russel te zeggen: " It's your stomach that meets Kathmandu".
Momenteel ben ik herstellende maar voel ik me erg zwak. Ik heb mezelf gedwongen tot een licht ontbijt want sta niet stevig op beide voeten. Ben nochthans altijd heel voorzichtig geweest met wat ik at en dronk en daarom voel ik me op dit ogenblik niet zo zeker. Morgen vertrek ik voor 20 dagen naar Kopan Monastery om twee cursussen in boeddhistische fylosofie en psychologie te gaan volgen. Ik mag hopen dat ze daar koken volgens de regels van de hygiene.

Vanaf morgen kan het op deze blog dan ook weer even windstil worden.
Dit bericht is een vervolg van zondagavond. Diezelfe nacht ben ik ziek geworden en daardoor maandag bedlegerig geweest. Gezien de vreemde datering van deze computer kan dat verwarrend overkomen waarvoor mijn excuus.

Ik kom tot tweemaal toe per dag aan deze blog werken en vind dit schrijven heel aangenaam. Koren op de molen van diegenen die mij een veelprater vinden. Al vind ik schrijven en spreken toch wel iets anders, het is waar dat ik graag vertel omdat ik graag en veel observeer. Het leven in zijn duizelingwekkende veelheid, alles zo verschillend en toch allemaal bestaande uit of aangedreven door een ondeelbare energie. Die dwang tot scheppen ( in Nilambe was het tekenen omwille van de woordstilte ) is essentieel in mijn leven maar niet helemaal in overeenstemming met mijn boeddhistische idealen. Er moet volgens het zenboeddhisme helemaal niets meer gezegd, bewezen, verwoord of verwezenlijkt worden. Alles is al perfect zoals het is.
"We moeten alleen de ajuin afpellen totdat we aan de pure kern komen en alle poespas wegkieperen. Dit brengt je af en toe wel aan het wenen." Andrea, hier aan het woord, heeft het niet met westerlingen die met al hun boeddhistische parafernalia verdrinken in eigenwaan en zelfgenoegzaamheid. Gelukkig beschouwt ze mij niet als horende bij die categorie.

'Wei-wu-wei' zeggen de taoisten. Handelen door niet te handelen. Het boeddhisme kent hetzelfde gegeven en draait het westerse gezegde: 'Zit daar niet te zitten, doe iets' om in 'Stop met doen en ga zitten (mediteren)'. Met deze uitspraak kunnen mensen in het Westen het moeilijk hebben. Het behoort niet tot onze cultuur om zo te denken. Het duurde zijn tijd vooraleer ik de ware diepte hiervan kon ervaren. Maar iets beseffen is nog niet voldoende om een gewoonte om te keren. Ik zal mezelf maar aanvaarden zoals ik ben en dat ook met de anderen doen. Het boeddhisme geniet mijn interesse omwille van zijn menslievendheid, zijn middenweg en respect voor al wat is. Maar ik heb absoluut niet de ambitie om permanent 'verlicht' of een wereldvreemd soort heilige te worden.
Hoedanook zie ik mezelf liever zitten met mijn notaboekje i.p.v. met de gsm in het ene hand, het andere op de laptop, hoofdtelefoontje aan, het digitale fototoestel op de tafel. Het lijkt wel of westerlingen daar niet meer zonder kunnen. Pathetisch!

Toen ik vanavond op mijn terugweg naar het guest-house, omstreeks 19u want later loop ik niet meer graag op de straat, een bedelend en straatarm koppel vrouwen zag rondstrompelen, vroeg ik mij af met welk recht ik een absoluut propere hotelkamer durf op te eisen. In Nilambe was het echt het strikte minimum dat ik op dat gebied aankon maar zelfs dat was nog altijd veel meer dan met wat een deel van de bevolking hier 's nachts moet tevreden zijn. Er zijn veel hindu's in Nepal en die kennen dat afschuwelijke kastesysteem. In het licht hiervan versta ik al iets meer de beweegredenen van de Maoisten die hier, na een jarenlange burgeroorlog, nu de regerende dienst uitmaken. De geschiedenis heeft ons echter geleerd tot wat deze doctrine kan leiden. En met de introductie van de westerse technologie zullen de armsten ook niet gebaat zijn.
Ik ga stoppen mijn hoofd hierover te breken en gewoon trachten heel dankbaar te zijn voor het leven dat ik heb gekregen.