woensdag 29 december 2010

Na enkele sombere kerstdagen, die ik opgesloten in mijn kamer heb doorgebracht, al mijmerend over die vervlogen dagen die ik destijds steevast in de warme familiekring doorbracht want kestdag was tevens de verjaardag van mijn moeder, heb ik een stevige knoop moeten doorhakken.
Ik voelde mij de laatste weken, in deze uithoek van Thailand, lang niet zo goed meer, niet mentaal noch fysiek. De stress werd veroorzaakt door een samenloop van mindere omstandigheden. Ik kan mij slecht aanpassen aan de levenswijze hier, het voedsel, de luidruchtige jeugd die me 's nachts het slapen belet maar ook aan de inhoud van de lessen en de wijze van lesgeven. Bovendien krijg ik mijn administratie in Belgie, nodig voor het behoud van mijn bescheiden pensioentje, niet in orde. Alles tesamen voldoende om weer stevig last te krijgen van enkele oude kwaaltjes en te overwegen of dit de zware inschrijvingskosten en een tweejarig engagement verantwoordt.
Na enkele intensieve gesprekken en mails met de studentenrector Ven Zhen Chan, oprichter en bezieler Ven Wei Wu en een Chinese non die Engels geeft, heb ik besloten om mijn kamer op te geven, de reeds gedane kosten als leergeld te beschouwen en mijn koelkast en ander gerief als donatie aan het college te schenken. Zij kennen behoeftige mensen uit de buurt die daar blij mee zullen zijn.
Ven Wei Wu vraagt me wel om contact te houden, ook eenmaal terug in Belgie, want hij gelooft in de reden waarom mijn pad mij naar zijn Than Hsiang Tempel leidde. Dit zie ik zelf ook absoluut zitten want ik blijf enthousiast en begeesterd door de innemendheid van hem en zijn Chinese monniken. Van deze mensen kan ik veel meer leren dan van professors die ondermaats les geven omdat ze niet weten hoe ze een inhoud duidelijk en schematisch moeten overbrengen.
Maar beweren dat ik hier helemaal niets geleerd heb, zou niet met de waarheid stroken. Al was het maar om mezelf eens serieus tegen te komen en te beseffen dat je bindingen en tekortkomingen je overal achtervolgen.

Ik heb besloten om morgen naar Bangkok te vertrekken. Ik zal daar Ward ontmoeten en we gaan daar, in afspraak met Melina en mijn andere familieleden, tijdens de overgang van oud naar nieuw samen op skype, met beeld. Iets om werkelijk naar uit te kijken.
Wat er daarna dient te gebeuren weet ik nog niet maar het blijkt onvermijdelijk om ergens in de maand februari even terug naar Belgie te keren en de administratieve problemen uit te klaren. Mijn 'missie' in Azie beschouw ik echter nog niet als beeindigd en de kans dat ik daarna terugkeer is bestaande. Maar het behoort ook tot de mogelijkheden dat ik verder wijs raak op de ambassade in Bangkok. De toekomst is onbepaald, ik ga proberen me daar dan ook geen zorgen meer over te maken.

Bij het leegmaken en opkuisen van mijn kamer kwam mijn buur, de Vietnamese monnik Than Huong mij helpen. Tijdens ons gesprek bleek wat eerder ook aangehaald werd door de studentenrector, namelijk dat op een enkele uitzondering na, in de 7 jaren dat het college bestaat, geen enkele westerling het er lang kon volhouden. De uitzondering was een jonge Zwitser die absoluut zijn mastergraad moest behalen maar de anderen hadden dezelfde opmerkingen als ik. De Oosterse wijze van denken is oeverloos analytisch en gebruikt een overvloed aan woorden zonder enige heldere synthese. Bij het lezen en verbeteren van de Engelse taalfouten in de scriptuur van Than Huong viel dit ook op. Maar hij beseft zelf dat zijn 30 blz. best op 5blz. hadden gekund. Ik voelde mij hierdoor enigszins lichter. Maar studeren kan ook individueel, wat ik trouwens dagelijks blijf doen. Momenteel worstel ik me door de sutra van 'Bodhisattva Ksitigarbha's fundamental vows'. Veel woorden, herhalingen en overdrijvingen...

Tot slot wil ik een boeddhistisch gedichtje aanhalen bij wijze van nieuwjaarswens:

LET US NOT PRAY TO BE SHELTERED FROM DANGERS,
BUT TO BE FEARLESS IN FACING THEM.
LET US NOT BEG FOR THE STILLING OF OUR PAIN,
BUT FOR THE HEART TO CONQUER IT.
LET US NOT CRAVE IN ANXIOUS FEAR TO BE SAVED,
BUT FOR THE PATIENCE TO WIN OUR FREEDOM.

woensdag 22 december 2010

Woensdag 22/12 en dus dicht tegen de kerst aan. Hier zouden enkele mooie kerstwensen niet misstaan maar die ga ik moeten voorbehouden voor op het eind van dit artikel. Het dagelijkse leven in het samsara staat nooit stil en fluctueert voortdurend tussen intens mooie tot normale maar helaas ook pijnlijker momenten. Het is zo en zal nooit anders zijn. Zo ervaar ik momenteel een ietwat meer neerwaardse beweging. En zoals dat vaak gaat, komen meerdere onheilzame dingen meestal tesamen.
Vanuit mijn thuisland komen er administratieve problemen op mij af. Mijn Belgische identiteitskaart vervalt binnenkort en als dit niet (via ambassadebezoek en dergelijke) proper geregeld raakt verlies ik mijn pensioenrecht. Mijn buitenlandverblijf betekent blijkbaar dat ik niet ter beschikking ben en daardoor zou deze periode ook niet meetellen voor mijn definitief pensioen. Ja, dergelijke zaken vertelt men je niet op voorhand want men heeft weinig ervaring met mensen in mijn geval. Op het afschrift van mijn diploma als leraar staat nergens vermeld dat dit een bachelorgraad is omdat men deze terminologie nog niet hanteerde destijds. Dit schept dan weer problemen voor de Thaise overheid die mij zo niet wil inschrijven als erkend student aan de universiteit. Voor vele van deze problemen heb ik nood aan een makkelijke internettoegang en dat schept hier weer nieuwe problemen, waarover verder meer. De hele papierwinkel van onze moderne tijd bezorgt mensen vaak kopzorgen en dan is mijn problematiek nog 'peanuts' in vergelijking met wat anderen soms voorgeschoteld krijgen. We spreken dan nog niet over mensen zonder papieren...

Ook op het persoonlijk vlak ga ik de laatste dagen door een wat moeilijke periode waarvan ik mij afvraag of ik ze moet doorbijten of eerder moet aanpakken en dus veranderen of omkeren. Ik durf nog altijd wel eens te snelle beslissingen te nemen en mogelijk was deze van mijn huidige studie er zo een.
Na een drietal weken op het IBC heb ik niet het gevoel dat dit me verder brengt op mijn spiritueel pad, eerder dat er een stevige deuk komt in mijn zelfverzekerdheid. Dat kan natuurlijk ook positief zijn.
Voor het eerst, sinds ik tien maanden geleden de Belgische deur dichttrok, ervaar ik behoorlijk veel stress. Dit heeft uiteraard te maken met mijn aanpassing aan de nieuwe omgeving waar ik mij vooralsnog niet meer dan een 'falang', een vreemdeling, voel. De plaatselijke bevolking spreekt geen woord Engels en de communicatie verloopt bijzonder stroef. Om dezelfde reden ook met mijn medestudenten, die als monniken tevens een geslotener bestaan lijden. Ik heb nog geen hechte vriendschappen kunnen sluiten en voel mij deze eerste kerst zonder mijn familie behoorlijk eenzaam. Kan natuurlijk ook een positieve ervaring zijn.
Mijn eigen potje koken is om diverse redenen ook niet makkelijk. Ik ben daarvoor niet bijzonder praktisch behuisd en het verkrijgbare voedselassortiment is (als vegetarier) uiterst gelimiteerd. Ik dien voortdurend vitaminenpreparaten bij te nemen.

De aangeboden leerstof op het college beperkt zich hoofdzakelijk tot de geschiedkundige aspecten van het boeddhisme; vaak niet meer dan een ellenlange opsomming van personen en feiten welke mijn tanend vermogen tot memoriseren pijnlijk duidelijk maakt. Bovendien mis ik als westerling natuurlijk de hele achtergrond van de Oosterse geschiedenis. Over de meeste zaken heb ik al wel eens gelezen maar dat is niet opgeslagen in mijn geheugen als parate kennis. Ik heb reeds een bijkomende proef moeten doen en dat maakte mij zenuwachtig omdat ik de antwoorden niet meer helder voor de geest kon halen. Heeft mijn verleden als behoorlijk stevig drinker mijn vermogen tot onthouden aangetast? Een interessante vraag naar karmische verantwoordelijkheid.

De professors, waar ik met alle respect enkele bedenkingen bij heb, geven vrij verwarrend en in lamentabel Engels les. Vooral beide bejaarde Sri Lankanen spreken -omwille van hun Sinhalese mondstand?- alsof ze een spraakgebrek hebben en etaleren voortdurend hun kennis van het Pali. Er worden geen nota's uitgedeeld, de projecties waar een van hen zich van bedient staan vol fouten, onduidelijke zinsconstructies en onlogische indelingen. Ik noteer zoveel als mogelijk maar dien ook te blijven luisteren met volle aandacht. Heel vermoeiend allemaal als je 6 uren les krijgt met een pauze van een half uurtje. Ik denk niet dat men dit niveau zou aanvaarden aan een Belgische universiteit maar niettemin hebben beiden hun twijfels over de waarde van mijn diploma en mijn kennis van de boeddhistische basisleer.
De Russische prof articuleert al niet veel beter en gaat , mompelend en  met een rotvaart doorheen de immense Tibetaanse boeddhistische geschiedenis met zijn vele scholen. Hij hamert herhaaldelijk op het belang van de examens en dus op het belang van alles wat hij, ook terloops of zijdelings, vermeldde. Hij wil dat we nu reeds een uitgebreid en gedocumenteerd essay schrijven maar ik heb nog geen, zoals reeds vermeld, vlotte toegang tot het internet. Op de unif kan er uitgerekend op 1 (bijzonder aftandse) computer gewerkt worden, alle monniken beschikken daarom over een eigen laptop, en de internetcafe's zitten de godganse dag vol met luidruchtig 'gamende' kinderen. Ik heb met Ward afgesproken om tijdens de eindejaarsperiode een laptop te gaan kopen in Bangkok. Probleem is echter dat ik zo goed als geen vrije dagen heb rond deze periode. Kerstmis is, ondanks wat uiterlijk vertoon, geen traditie in een boeddhistisch land.

Alles bij mekaar maakt dat ik mij afvraag of dit wel de juiste stap was. Is dit inderdaad niet te hoog gegrepen voor mij? Kan ik dit een tweetal jaren aan en waar brengt mij dat dan? Intellectuele bagage is niet onwaardevol maar ondergeschikt aan de innerlijke spirituele vooruitgang. Maar wat met volharding? Het vermogen om met geduld om te gaan met moeilijke omstandigheden (kshanti)? Het tegenkomen van mezelf in mijn eenzaamheid en het vermogen om los te komen van al mijn bindingen?
Ik heb deze studie niet aangevat met de hoofdbedoeling een diploma of graad te behalen, dat zou slechts een egostreling betekenen en dus inderdaad een slechte stap richting spirituele vooruitgang. Maar ik ga nu ook niet meteen de beslissing nemen om te stoppen. Tijd nemen om te overwegen en te relativeren. Voila, daar is Kerstmis weer....

Mogelijk leest dit relaas niet helemaal als een waar kerstverhaal. Maar in se is het er wel eentje: het leven is een avontuur met vallen en opstaan en we zouden er ons best van bewust worden dat wij alleen verantwoordelijk zijn voor onze keuzes, daden, falingen... We zouden moeten leren de consequenties te dragen van onze beslissingen en overwegen in welke mate ze bijdragen tot ons welzijn en dat van anderen. We dienen onze moeilijkheden niet altijd aan de buitenwereld of de anderen te wijten.

Tot slot: Than jong ben phu me kwam sook mee ayu yune.
             SUKHI DIGHA-YUKO BHAVA
             May you be happy and live long.

zondag 12 december 2010

Zondagochtend. Het is 7.30u en ik word wakker met het zachtgevooisde stemmetje van een Thais zangeresje. Tienerjongens lopen de straat op en neer met een draagbaar radiootje, de volumeknop op maximum.
Henk slaapt nog maar dat zal niet lang meer duren, het brommertjesverkeer trekt zich op gang en vormt een nimmer ophoudende stroom tot laat in de avond. Geen erg, we zijn gisterenavond niet te laat teruggekomen van de gigantische kerstmarkt op Pak Tong Chai. Zelden een zo indrukwekkende en mooie gezien: niet enkel duurt ze verscheidene dagen, ze beslaat verschillende straten en een plein omheen de brede hoofdbaan die tevens gedeeltelijk wordt omgeleid vanwege een 500m lang tentencomplex. Hierin is de organiserende zijdeindustrie ondergebracht. Mooie presentatie met levende zijderupsen en ambachtelijke en historische uitbeeldingen uit de rijke Thaise geschiedenis. Op een enkele plaats heeft men zelfs een heus rijstveldje aangemaakt en een olifantje tikt je aan met zijn slurfje om een snoepje. Er is ook een soort kermis waar je op een onmogelijke wijze ballen in een opvangbak moet mikken. De voedingsstalletjes, inclusief alle soorten geroosterde of gebakken insekten, zijn niet te tellen. Ik hou mijn neusgaten dicht want de geur is niet altijd te pruimen. Wel heel kleurrijk allemaal.
Op het centrale podium met Werchterallures worden er modeshows, cabaretstukjes en muziekoptredens georganiseerd. Vrij erotisch getinte dansacts worden geprojecteerd op een megatelevisiescherm. Dit is Thailand, niet Maleisie. Zoveel is duidelijk.
Verbazingwekkend dat dit afgelegen district, toch zo'n 20 km van het centrum van Nakhon Ratchasima verwijderd, een dergelijk evenement met bijhorende volkstoeloop naar zich toe kan trekken. Hollander Henk weet dit te pruimen en heeft omwille van een wat speciale bestelling op de markt zijn verblijf bij mij met enkele dagen verlengd.

Ondertussen is mijn academisch semester volop van start gegaan. Morgen heb ik weer een lange lesdag met lezingen van 1.30pm tot 20pm. Boeiend, dat wel, maar met een veelvuldig gebruik van Pali- en Sanskriettermen. Blijkt dat een degelijke studie van het boeddhisme zonder enige kennis van beide oude talen quasie onmogelijk is.
Ik stel me vragen bij mijn invulling van de avonden als Henk vertrokken is en de kerstmarkt voorbij. Paktongchai heeft anders weinig te bieden. De aanschaf van een laptop voor studie, mailing en ontspanning lijkt me verantwoord maar het is de afspraak met Ward om daar pas rond de jaarwisseling samen in Bangkok naar op zoek te gaan. Ondertussen heb ik wel een degelijke winkel met teken-en schildergerief gevonden. Al enkele bladeren Steinbachpapier en stevige kartons -waar ik vandaag een kaft mee gemaakt heb- aangeschaft.
Mijn vast verblijf in Thailand is net iets anders dan het rondtrekken van de voorbije maanden en dat vraagt enige aanpassing.
Tijdens mijn zondags kuierwandelingetje heb ik prompt een koelkast aangeschaft.
Vanaf nu wordt er geen eten meer weggegooid en geen blikje meer gedronken. De wereld is geplaveid met goede voornemens.

donderdag 9 december 2010

Ik huur een kamer in Korat (Nakhon Ratchasima, 3u rijden van Bangkok) op geen 10 min. stappen van de campus. Mijn leef-en slaapruimte is 6x4m groot, de badkamer heeft een douche en wc en er hangt een lavabo buiten op het grote overdekte privebalkon. Dat maakt een hoek, die ik als keukentje ingericht heb en met een muskietennet afgesloten, want mijn kamer is de eerste op het eerste verdiep. De plaats is ruim, licht en proper maar was slechts primair bemeubeld. Daar de huurprijs naar Belgische norm bijzonder laag is, heb ik voor een 200 euro onkosten gemaakt om er een gezellige studio van te maken. Dat lijkt veel maar ik heb daar tafeltjes, stoelen, rieten matten, gordijnen, een kookstel, eetgerief, een wasrek, tafellampen en nog veel meer voor gekocht. Geen echte luxe maar ik wil zelf kunnen koken en rustig studeren en mijn verblijf zal hier lang genoeg duren om dit te verantwoorden. Momenteel heb ik al een bezoeker op logement (Henk Biesterbos) en mogelijk kan ik in de toekomst eens gastheer spelen voor Ward.
Ik mag gebruik maken van de gemeenschappelijke wasmachine maar moet nog een koelkastje aanschaffen. Alles op zijn tijd.

Nakhon Ratchasima is de tweede grootste stad van het land maar in het afgelegen Paktongchai District is het heel overzichtelijk en relatief rustig. De spelende kinderen onder mijn balkon neem ik er graag bij. De immer brommerende Aziatische tieners zijn een iets ander verhaal maar een goede training voor mijn verdraagzaamheid. Ik heb alle mogelijke winkels en suppermarkten binnen loopafstand, enkel communiceren met de locals is moeilijk want men verstaat hier geen woord Engels. Geen toeristenplek.

Ik had voor de goedkoopste en meest ecologische reisroute van Maleisie naar hier gekozen en heb daar dus twee vermoeiende dagen over gedaan. Het zwaarste werk, mijn toelatingsexamen voor de Master of Arts (Buddhist Studies), de richting waarvoor men mij eigenhandig ingeschreven had, was voor de volgende ochtend. Loodzware, drie uren durende proef met vele gespecialiseerde vragen over de uitgebreide boeddhistische geschiedenis en enkele essays, in het Engels te schrijven, over ingewikkelde filosofische standpunten. We zijn nu al bijna een week verder en ik weet het resultaat nog steeds niet maar ik denk het er niet al te slecht vanaf gebracht te hebben. Ik heb al een eerste lezing van enkele uren achter de rug en kon goed volgen. Mijn enige probleem was de erbarmelijk articulerende Sri Lankaanse prof maar dat was voor iedereen eender. Ik ben de enige leek en westerling aan de kleine universiteit, mijn collega studenten zijn allen Aziatische monniken uit verschillende landen en beheersen de Engelse taal slechter dan mij. Het kan asociaal klinken maar dit is mogelijk in mijn voordeel. De plaatselijke onderrector heeft mij gevraagd om op vrijwillige basis Engelse les te geven. Ik heb toegestemd om de Chinese non die deze taak officieel uitvoert te helpen bij de onderdelen conversatie en lezen. Voor de grammatica en de woordenschat vind ik mezelf te weinig onderlegd. Ik zie dit als dienstvaardigheid.

Iedereen is trouwens heel vriendelijk. Ik heb reeds een goede band met Ven Thanh Huong, een Vietnamees, die tevens mijn buur is. Hij wist mij vandaag te vertellen dat de masterstudie slechts twee jaar beslaat want eigenlijk een finaliteit is en dat na de tweede semester, die eindigt op 9/4/11, er een zomeronderbreking van drie maanden is (het wordt dan echt heet!). Hij trekt dan naar zijn familie en thuisklooster in Dan Nang (Vietnam) en heeft mij uitgenodigd om met hem mee te reizen. De afstand tussen beide steden zou betrekkelijk kort zijn. Ik ben met enthousiasme aan mijn studies begonnen maar het vooruitzicht een lange periode niet meer te kunnen rondreizen vond ik toch wat moeilijk. Dit ziet er nu wel goed uit want Thanh Huong is niet enkel een aimabel jonge man maar hij spreekt bij uitzondering goed verstaanbaar Engels en uiteraard Vietnamees. Bovendien is Dan Nang volgens hem een mooie en rustige stad vlak aan de kust.

Terwijl ik deze tekst voorbereidde aan mijn gezellige werktafeltje bedacht ik dat men in mijn koude thuisland  reeds Sinterklaas achter de rug heeft. Moest het niet zijn dat men ook hier in het straatbeeld knipperlichtende kerstbomen geplaatst heeft, ik zou niet beseffen dat we al in de decembermaand vertoeven. Het is in dit deel van Thailand weliswaar minder warm dan in Maleisie en ik durf tijdens de ochtenden en avonden al regelmatig mijn fleece bij aan te trekken, Henk vindt dit verbazend want zweet wat af.