zaterdag 30 juli 2011

Sinds gisterenavond lijkt het lichtpunt aan het eind van de donkere tunnel groter te worden. Komt het door mijn persoonlijke, ietwat bijgestuurde inzichten of is het een resultaat van de geheel normaal fluctuerende bewegingen in het samsara die steeds van dukkha in sukha, en omgekeerd, overgaan? Het antwoord hierop is mogelijk minder belangrijk. Het feit is dat ik deze voormiddag reeds een fijn bezoek van Sen en haar vriendin mocht ontvangen, Luyen me kwam ophalen voor de lunch in de Dieu Thanh nunnery, Vinh me heeft gebeld om me het geld van enkele van mijn, door hem verkochte tekeningen vanavond te komen brengen, Tien, momenteel in Hue, me deze late namiddag komt opzoeken met nieuws over Chung en Thu, de dochter van de eigenaar van het guest house vanavond een gesprek wil over de mogelijkheden tot samenwerken met de locale overheid. Na dagen of zelfs weken niets meer van deze mensen gehoord of gezien te hebben, komt nu blijkbaar alles ineens tezamen.

De immer vriendelijke en goedlachse Sen zou wel eens, na Tan, de tweede Vietnamese persoon kunnen worden die ik kan opleiden tot boeddhistisch leraar. Tot hiertoe werd het maar al te duidelijk dat het 'geen zoden aan de dijk bracht' om mensen (zelfs monniken) die me niet wilde of konden verstaan en zich alles behalve luisterbereid toonden, iets zinnigs bij te brengen. Bij mijn recente en korte bezoekjes aan de Tu Hieu pagoda bemerkte ik geen veranderingen, integendeel, menige van mijn positieve sporen die ik er had achtergelaten waren verwijderd en enkele van mijn persoonlijke spullen (waaronder de voor mij bijzonder waardevolle mala, gemaakt met gedroogde zaden uit het Braziliaanse regenwoud en gekregen van een Braziliaans-Tibetaans monnik) bleken verdwenen.
Het wordt alleszins een betere tactiek om met enkele zeer fijnzinnige, jonge mensen aan de slag te gaan. Zowel Sen als Tan beschikken over de juiste ingesteldheid en talenten om te verstaan waar het echte boeddhisme over gaat. Zij kunnen later, op hun beurt, de inzichten en leringen verder uitdragen. In het Vietnamees en voor het welzijn van het eigen volk. Op deze wijze kan ik toch nog, mogelijk zelfs beter, voldoen aan de opdracht die Thay mij heeft gegeven. Dat het hier gaat over twee personen van verschillende sekse maakt het nog waardevoller. Zowel de Vietnamese mannen als vrouwen kunnen hier hun voordeel mee doen.

Maar de opleiding kan niet in een-twee-drie gebeuren. Een stevige connectie met de dharma betekent een inzicht hebben in letterlijk alles. Zo heb ik beiden al heel wat moeten uitleggen over gezonde voeding, een intensiever aanwenden van producten van eigen bodem, een verantwoorde opvoeding van baby's en kinderen, een inzicht hebben in de wetmatigheden van de natuur opdat ze zouden beseffen dat het tegengif immer te vinden is in de buurt van het gif... Teveel om op te noemen maar alles altijd ingebed in een boeddhistische levensvisie.Ze vinden deze informatie bijzonder nieuw en interessant, hangen bij wijze van spreken aan mijn lippen en ik hoor ze regelmatig mijn woorden vertalen voor hun vrienden.

Dat mijn analyse over de vele zaken die fout lopen in Vietnam alles behalve overdreven is, werd vandaag nogmaals duidelijk. Ik vertelde Sen, die zichzelf te dik vindt (wat ze niet is, hooguit ietwat struis gebouwd), dat de genetisch geevolueerde overlevingsdrang er voor gezorgd heeft dat vrouwen een vetreserve kunnen aanleggen in hun billen en armen. In tijden van voedselschaarste dienden ze immers verder hun baby's te kunnen voeden met moedermelk zonder daar zelf onmiddellijk door uitgeput te geraken. Het was me al langer opgevallen dat de overgrote meerderheid van de jonge Vietnamese meisjes en jonge vrouwen veel te mager is en geen ontwikkeld bekken heeft. Zuivelproducten of vervangende 'kalkaanmakers' zijn volledig afwezig in hun voeding. Af en toe wordt er eens een klein potje yogurt, gemaakt met geimporteerde melk, geconsumeerd maar daar blijft het bij. Ik vertelde Sen dat dit problemen bij de bevalling kan opleveren en noodgedwongen dikwijls zal moeten resulteren in een gevaarlijke keizersnede. Deze zware ingreep kent zeer veel nadelen, zowel voor moeder als kind. Zo krijgt de baby zijn aandeel van de verdoving, met mogelijk kwalijke gevolgen op termijn.
Sen antwoordde mij dat 70% van de Vietnamese vrouwen met een keizersnede dienen te bevallen!...
Nochtans zou buffelmelk van eigen bodem hier nuttige diensten kunnen bewijzen. De melk van deze sterke dieren (men gebruikt ze nog altijd om de rijstvelden te ploegen) is minder vet dan onze koemelk, bijzonder rijk aan vit. A en bevat een hoger calciumgehalte. In India, Sri Lanka en Nepal maakt men een bijzonder lekkere en voedzame melkzuurfermentatie met deze buffelmelk die men 'curd' noemt. Ook hier zouden de arme boeren hun voordeel mee doen.
Sen wist echter niet dat je de vrouwelijke buffel kan melken. Ook niet een geit (tevens voldoende aanwezig en bijzonder gezonde melk met veel anti-oxidanten).

Aan Tan legde ik o.a. het belang uit van de eerste drie levensmaanden, en bij uitbreiding drie levensjaren, van baby's en peuters. Later zijn de leeftijden 7,14, 21, 49... heel belangrijk.  Alle levensstromen in het gehele universum zijn niet enkel met mekaar verbonden maar vertonen ook cyclische bewegingen en ritmes die zowel in groot en klein, hoog en laag, jong en oud, dichtbij en veraf... werkzaam zijn. Uit het Tibetaanse Kalachakratantra ( verbonden met de geneeskunde en astrologie want onafscheidelijk en gebruikmakend van de oude Indische en Chinese berekeningen) kan je veel leren over de interne en externe tijdscycli en hun onderlinge verbondenheid. Ook in de Oud-Chinese termen 'feng shui' (de energetische schikking), 'sa-che (de geografische krachten) en 'khang-che (wetmatigheden voor gebouwen) kan je deze tijdstromen terugvinden.

Wanneer de vader zijn pasgeboren kind in de armen neemt en zachtjes begint te zingen (alle elektrisch aangedreven apparaten met de stekker uit het stopcontact!) zal de baby deze vibraties, meer voelend dan horend, erkennen ( vanuit zijn periode in de baarmoeder ) en zich daardoor veilig en geborgen weten. Het niet onbelangrijke neveneffect is dat zo ook zijn muzikaal aanvoelen gestimuleerd wordt (via stimulatie van het daarvoor verantwoordelijke deeltje van de zich in snel tempo ontwikkelende hersenen).  Min of meer geldt hetzelfde voor de ontwikkeling van kleurgevoeligheid. Pasgeboren baby's zien aanvankelijk alles zeer wazig en in grijswaarden, langzaamaan ontwikkeld zich het kleurzicht, beginnend bij rood (passie, levenskracht en gevaarsignaal=bloed), nadien met blauw (rust, spiritualiteit en fantasie) en vervolgens met geel (actie, stimulatie en ontdekking). Wanneer de omgeving hierop goed inspeelt, kan er zich een fijngevoelige, intelligente en artistieke natuur ontwikkelen.
Later in de ontwikkeling van het kind kan een ervaren moeder aan de wijze waarop haar peuter weent, horen wat er juist scheelt. Of hij honger heeft, het broekje te spannend zit, de luier ververst moet worden, of hij moe, bang of ziek is. Dit vraagt echter volledige aandacht (sati of smrti) en concentratie (samadhi). Beiden leiden uiteindelijk tot wijsheid (pranha of prajna), een basiseigenschap van de vrouwelijke energie in het universum (de mannelijke is mededogen of karuna). Ik zag onlangs nog een jonge moeder die blijkbaar niet inzag dat ze haar steeds heviger huilende kind beter zou neerleggen i.p.v. er mee te blijven rondwandelen. Het zou dan waarschijnlijk volstaan hebben even bij hem te blijven liggen om hem snel te laten indommelen. Daar is niet enkel het kind maar ook de moeder en de gehele omgeving mee geholpen.
Ook dit is dharma. Wanneer je bewust verbonden bent met de energetische stroom die alles doordringt en verbindt, gaat je geest open en 'zie' je alles klaar en duidelijk. Het is zeer de vraag hoe de huidige generatie moet overleven indien de aarde in de nabije toekomst besluit overal flink te gaan opspelen. De voortekenen hiervan zijn duidelijk merkbaar, zelfs voor iemand die weinig of niet over dharma-inzicht beschikt.
Volgens de oude boeddhistische dharma-leraren moeten de 5 elementen, aarde, water, vuur, lucht en ruimte, steeds in balans zijn. Een energetische wetmatigheid die voortdurend en voor alles naar evenwicht streeft. Wanneer een van deze elementen een groter krachtveld krijgt, en dat gebeurde sinds het ontstaan van de aarde regelmatig uit zichzelf (want behorende tot de dimensie van de materiele fenomenen en dus instabiel) resulteerde zulks volkomen normaal in een ellenlange ketting van aardbevingen, vulkaanuitbarstingen, onstaan van bergketens, opkomen en verdwijnen van ijstijden...enz. Maar sinds de mens, vanaf het begin van de industriele revolutie tot en met het technologisch tijdperk, het evenwicht tussen deze elementen zelf is beginnen verstoren, brengen wij dit hele, natuurlijke verloop op zichzelf nog eens extra uit balans en versnellen en verhevigen wij aldus de negatieve reacties. Vooral door de aantasting van de, tegen te hevige indringing van zonnewarmte beschermende, atmosfeer door een massale vervuiling met CO2, warmt de aarde versneld op en gaan de andere elementen opspringen.

Ik wees Tan erop hoezeer deze gevoeligheden afwezig blijken in de Vietnamese samenleving waar de kinderen veel te vaak en te lang voor tv worden gezet. Hebben de moeders het te druk, vraag het dan aan de luie vaders. Bovendien zie je baby's en peuters voortdurend bij op de motorfiets, de laatste vaak voor de bestuurder, aan het stuur.      
De overheid zou degelijk opgeleide mensen kunnen inschakelen om aan volksopvoeding te doen.
Uiteraard is deze problematiek geen louter Vietnamese aangelegenheid. Wij doen het in het Westen niet veel beter maar beschikken wel over een betere wetenschappelijke scholing die, gekoppeld aan een ontwikkelde spiritualiteit, het inzicht kan vergroten.
Er is bijzonder veel aan te leren en te onderwijzen in dit arme land. Momenteel is het louter de holle, materialistische, westerse importcultuur die die leegte invult.

Vietnam zou Vietnam niet zijn moest alles vandaag uitzonderlijk goed verlopen zijn.
Vinh heeft uiteindelijk zonder enige verwittiging zijn kat gestuurd. Thu heeft de afspraak afgezegd en Tien wist me weinig opbeurend nieuws over Chung te melden. Tja...we zullen maar blij zijn met wat wel goed verliep.

vrijdag 29 juli 2011

Ik heb vandaag aan Duc uitgelegd dat wanneer ik weerkeer naar Vietnam, mijn attitude grondig zal veranderen. Vanaf dan wil ik enkel nog de Vietnamese prijs betalen voor alles. Ook aan hem. Hij wilde mij naar het stadscentrum brengen omdat ik voedsel nodig heb maar ik verkies, gezien mijn huidige gezondheidstoestand, een taxi te nemen die me bovendien goedkoper uitvalt dan hetgeen ik hem betaal. Er lopen deze dagen genoeg toeristen rond in Hue waar Duc zijn boterham mee kan verdienen.

Ik heb 26 jaren hard moeten werken in vaak uiterst stressvolle omstandigheden om mijn gezin te kunnen onderhouden. Dagelijks kookte ik het eten, deed mee de boodschappen en verkocht af en toe eigen werk om het gezinsbudget wat aan te vullen.
Nadat mijn vrouw mij verlaten had, diende ik 6 jaren lang mijn huishouden daarbovenop te doen. Wat ik als salaris opstreek is uiteraard beduidend hoger dan wat men in Vietnam kan verdienen maar de onkosten en uitgaven zijn in Belgie in verhouding ook veel hoger.
Momenteel sta ik nog altijd een derde van mijn voorlopig pensioentje af voor de studiekosten van mijn twee jongste zonen.
Ik dien de volgende jaren, in afwachting van mijn volledig pensioen en het afstuderen van mijn kinderen, in Azie te overleven. Met wat overblijft van mijn huidig inkomen geraak ik in Belgie niet boven de kansarmoede uit. Mensen in mijn omgeving schijnen zich  niet volledig te realiseren dat dit een tweede hoofdreden van mijn Aziatisch verblijf is.

Zo'n 80% van de gezonde Vietnamese mannen in de steden zijn bijzonder lui of gemakzuchtig. Vergiftigd door wat ze op televisie zien of van de modale toeristen ondervinden, willen ze liever genieten dan werken. Ze vertonen daarbij een machogedrag dat gerust vrouwonvriendelijk mag genoemd worden. Terwijl ze wachten tot ze gemakkelijk toeristengeld kunnen scheppen, spelen ze de ganse dag met de kaarten of een variant van het dambord of ze liggen languit op hun motorfiets of in de riksha in te dommelen. Anderen verdienen naast portier van het hotel, lucratief commissiegeld als pooier van jonge meiden.  Hier en daar zie je wel mannen hard werken, in de bouwindustrie bv., maar die vormen een minderheid. Het warme klimaat is geen excuus. Het valt me reeds van bij het begin van mijn verblijf in Vietnam op hoe goed de bevolking daar genetisch aan aangepast is. Je ziet uiterst zelden een Vietnamees zweten en hoe de dames zich induffelen zou die van ons gegarandeerd ademnood bezorgen. Bovendien ligt alles plat tussen 11.30am en 2pm en dat vind ik niet meer dan normaal.

Ik vervolgde mijn uitleg aan Duc met hem duidelijk te maken dat ik in de toekomst nog enkel extra geld wil spenderen aan de echt hulpbehoevenden. Voor hen wil ik zelfs besparen op mijn eigen uitgaven. Niet meer aan de hebzuchtige hoteleigenaars of wie dan ook. Dat lijkt me niet onredelijk. Ik gruwel van de algemeen verspreide mentaliteit die de meest rijke mensen het gedacht verschaft dat ze omwille van hun bezit meer waard zijn dan anderen. De duurste auto's 'claxoneren' het hardst. Uit de weg voor mij want ik ben belangrijker dan jullie!

Enkel met een dergelijk veranderde houding kan ik zelf overleven en nuttig zijn voor de anderen. Als ik mee dreig te verzuipen, zoals dat momenteel flink op weg is, kan ik niemand van de verdrinkingsdood redden. Ik ging de voorbije maanden steeds flink boven mijn maandelijks budget, ben teveel vermagerd (heb totaal geen buikje meer, wel wat verrimpeld vel op die plek), heb bijzonder weinig eetlust en geraak maar moeizaam genezen. Misschien moet ik mij in Thailand toch maar eens in het hospitaal laten nakijken.
Of de Vietnamezen deze verandering in mijn gedrag zullen kunnen waarderen, valt af te wachten. Het feit dat ik elke dag probeer wat meer basistermen in het Vietnamees te spreken, levert vooralsnog weinig tot geen surplus aan respect op. Daar deze taal veel gebruik maakt van keelgeluiden, die wij niet vanuit onze kinderjaren hebben leren vormen, is ze bijzonder moeilijk uit te spreken. Ik doe mijn best maar wanneer men mij niet direct verstaat, draait men zich nog makkelijk onverschillig om. Mag ik hier spreken over een vorm van racisme?
Desalniettemin zullen de hebzuchtigen onder de Vietnamezen het gemakkelijke geld in het vervolg moeten gaan zoeken bij de echte toeristen. Bij hen die duizenden dollars over hebben voor het eigen amusement en geen weet hebben van of een onverschilligheid voor de echte noodlijdenden. Toeristen komen niet op die plaatsen want schrijnende armoede is geen bezienswaardigheid.

Spijtig genoeg zijn die toeristen er zich ook meestal niet van bewust dat elk vliegtuig, vooraleer het landen kan, zijn resterende kerosine moet lozen. Hiermee zijn ze, gezien het alsmaar mondiaal toenemend toeristisch luchtverkeer, mede verantwoordelijk voor een van de ernstigste vervuilingen van onze planeet. Who cares?
Ik hoor de kribbebijters al zeggen: "En jij dan, jij hebt toch ook vliegtuigen moeten nemen om te zijn waar je nu bent!" Ik heb echter geen zin meer om het verschil in motivatie nogmaals uit te leggen. Ik laat die terugspeelbal gewoon liggen want daar valt toch niets mee aan te vangen. Agressiviteit? Eerder realiteitszin zou ik denken.

Deze realiteitszin kwam ook deze nacht, tijdens een slappeloze periode, bovendrijven. Volgens het meest diepzinnige zenboeddhisme kunnen we maar best alles aanvaarden zoals het is (tzu-jen) want verlopen de fenomenen steevast volgens een 'vanzelf zo' proces. Mogelijk is de versnelde, geheel of gedeeltelijke zelfvernietiging van het menselijk ras een dergelijk, onvermijdelijk fenomeen en dus onomkeerbaar. Mogelijk zijn we collectief te inferieur om dit in te zien, laat staan te vermijden. Als blijkt dat de overgrote meerderheid van de mensheid gewoonweg niet in staat is om zelfs maar het kleinste gevoel van universele verantwoordelijkheid inzichtelijk (en dus niet louter verstandelijk) op te brengen, zal de kleine minderheid daar niet tegen opgewassen blijken. Het heeft geen enkele zin om een zogenaamde 'goed bedoelde' boodschap via een film als Avator de wereld rond te spreiden terwijl het maken, het hele productieproces, van die film juist meewerkt aan de vernietiging die men juist wilde aanklagen. De uiteindelijke bedoeling was een kaskraker te maken en dat is het enige dat deze prent reeel heeft opgeleverd.

De oude zen-filosofen bedoelden hun inzichten echter niet totaal fatalistisch. Volgens hun kan de voortdurende overgang van leegte (sunyatta) in vorm (rupa) en omgekeerd, het begin-en eindeloze proces van alle fenomena in de onbenoembare realiteit van het Tao (Dao, zen is afkomstig van het Chinese Chan, een samenvoeging van taoisme met boeddhisme), gepaard gaande met de natuurlijke wetmatigheden van het karma (oorzaak en gevolg), perfect resulteren in een zelfgecreeerde ondergang van de mensheid.
Maar het gehele, samengevoegde collectieve en individuele bewustzijn (de universele geest) van de mensheid kan dan overgaan in een andere bestaansvorm, eventueel in een andere dimensie (realm). De mensheid is, in zijn huidige verschijningsvorm, slechts een tijdelijk gegeven, ooit ontstaan om ooit weer te verdwijnen. De oude zenpatriarchen waren dus helemaal niet ongerust over welke ramp of onheil dan ook en bleven onbewogen en niet-handelend (wu-wei) rustig toekijken op alle dwaasheid en onrecht. Enkel wilden ze zelf niet deelnemen aan deze immorele activiteiten of gedachten. Want wie zijn geest kan zuiveren van alle vervuilingen (zintuiglijk verlangen, kwaadwilligheid, luiheid en traagheid, rusteloosheid en zorgelijkheid en sceptische twijfel) hoeft niets te vrezen en zal, indien nog niet aan het nirwana (het totale ophouden van bestaan en dus lijden) toe, zeer zeker in betere omstandigheden herboren worden, op deze aarde of in een andere realm.
Deze onbewogenheid werd al te vaak verward met onverschilligheid. Het voorbeeld van hun onberispelijk handelen betekende de ware scholing van de anderen en bovendien versterkte zij de gehele menselijke keten door hun eigen schakel daarin te versterken. Aan een sterke schakel kunnen langs beide horizontale zijden (voor de levenden) en langs beide verticale zijden ( onderaan voor de reeds overleden en bovenaan voor de nog ongeboren mensen) zich nieuwe sterke schakels vormen en hechten die op hun beurt dezelfde betekenis kunnen krijgen.

Mogelijk moet ik daar maar eens verder op doorgaan. Ik moet mijn dadendrang eens grondig onder het vergrootglas leggen zonder afstand te nemen van mijn bodhisathva idealen (een begrip uit het mahayana- boeddhisme). Het is een onmiskenbaar en wezenlijk onderdeel van mijn persoonlijkheid dat ik geen mensen kan zien lijden en tevens een sterke lerarenroeping ondervind. Beide moet ik niet onderdrukken, dat zou me toch niet lukken of eerder het averechtse effect opleveren. Maar mijn vaak te energieke temperament en dadendrang kunnen wel enige afkoeling gebruiken. Ik denk dat sommige mensen deze twee karaktertrekken vaak verwarren met agressiviteit. Ze horen samen tot de eigenschappen van het vuur, dat wel. In Vietnam ondervind ik fysiek bijzonder veel last van de tropische hitte. Ik ben er mij al langer terdege van bewust dat ik (geboren met astma) hierdoor soms ook wel geirriteerd of geprikkeld kan reageren in situaties die op zichzelf niet altijd kosjer of correct zijn. Water en lucht zijn de elementen die voor mijn nodige afkoeling kunnen zorgen. En stoppen met roken.

Zo, nu kan de lezer mijn vroegere bewering dat ik ook schrijf bij wijze van een zelfbewustwordingsproces, eens duidelijk waarnemen. Ik schuw daarbij niet enige openhartigheid. We zijn allen voortdurend in beweging, zeker niet enkel fysiek. Volgens het boeddhisme ben je vandaag niet meer dezelfde mens als gisteren. De hele cyclus van voortdurende hergeboorte is een gebeuren dat zich op verschillende niveaus of golflengtes afspeelt. Dit schrijven kan daarvan getuigen en zo een inzichtelijk voorbeeld vormen voor anderen. Het schrijven is echter maar een afspiegeling van wat er zich in de geest of het bewustzijn afspeelt maar het maakt de zaken wel meer tastbaar. We dienen aanhoudend onszelf, onze handelingen en gedachten, te bevragen, te overwegen en desnoods te corrigeren. Mindfulness heet dat.

Ik heb deze avond de gelegenheid gevonden om weerom een lang en zeer constructief gesprek te voeren met de dertigjarige Tan. Deze ingenieur van beroep is een intelligent en bovendien gevoelig persoon die goed kan luisteren. Hij is een zeldzaam echt boeddhist die flink op weg is om op zijn beurt een boeddhistisch leraar, vernieuwde eigentijdse stijl, te worden. Volgens hem ben ik ook de eerste persoon in zijn leven die hem werkelijk begrijpt, waarmee hij over dergelijke onderwerpen kan van gedachten wisselen en van wie hij nog veel kan leren. Al vind ik zijn kennis en belevenis van het boeddhisme reeds bijzonder matuur en verrassend veelzijdig voor een Vietnamees. Wordt hij de eerste sterke Vietnamese schakel aan de mijne? We hebben zelfs even samen gitaar kunnen spelen en zingen op het (gelukkig koele en dus draaglijke) avondterrasje van het cafe van zijn ouders. Zijn vader is zwaar alcoholiek maar een man met een goed hart, zijn moeder, een gewezen ingenieur, blijkt een rustige maar onzekere vrouw. Het was echter veelzeggend dat niemand van de omstaanders ook maar enige interesse betoonde voor onze muziek en geheel onverschillig verder luidruchtig bleef wezen. De tv bleef opstaan zonder dat iemand er naar keek en het hevig claxonerende verkeer raasde zijn normale gangetje. De gitaren waren nagenoeg onbespeelbaar maar dat kon ons weinig deren. Beiden zijn we al heel blij eindelijk een gelijkgestemde geest gevonden te hebben. Het hoeft niet allemaal negatief te klinken. Een eerste lichtpuntje aan het einde van een donkere tunnel?

donderdag 28 juli 2011

Nadat ik dagenlang geen toegang had tot deze blog lukt het nu blijkbaar weer wel. Ik heb mijn artikels van begin juni tot nu nog eens herlezen want werd er mij van bewust dat er zich, gedurende mijn verloop van tijd in Vietnam, een kentering in mijn emotionele beleving had voorgedaan.

Als rondreiziger krijg je slechts een oppervlakkig beeld van een land en zijn bevolking. Je blijft zelden langer dan enkele dagen op een en dezelfde plaats en stelt geen al te grote eisen. Mijn eerste weken in Vietnam verliepen aldus. Alles was weer zeer nieuw voor mij. Na ongeveer een jaar rondreizen in 6 verschillende Aziatische landen, waar ik voornamelijk in boeddhistische kloosters had verbleven of bij mijn zoon in Thailand, was ik voor een korte periode weergekeerd naar Belgie. Mijn terugkeer naar het Aziatisch continent, naar een voor mij nog onontdekt land als Vietnam, hield nieuwe verwachtingen in. De eerste dagen in Ho Chi Minh City betekenden een opwindende ervaring, er viel veel te exploreren, alles had weer zijn eigen, aparte klank en geur. In deze overdrukke grootstad liep ik echter na een relatief korte periode ietwat verloren en ik voelde dat mijn ware missie mij naar het midden van het land, naar Hue, trok.

Daar aangekomen werd het mij al snel duidelijk dat er in Vietnam grote verschillen  bestaan tussen het zuiden-midden-noorden. Niet alleen spreekt men er een ander dialect, de totale mentaliteit is anders. Nog altijd een gevolg van de historische opsplitsing tussen het 'kapitalistisch-kristelijke' Zuiden en het communistische Noorden. Dat Noord-Vietnam dit pleit gewonnen heeft, laat duidelijke sporen na en heeft het land allesbehalve onvoorwaardelijk herenigd.

Mijn eerste weken in Hue City verliepen nog redelijk soepel, want nog ontdekkingsgewijs, al begon een en ander reeds iets emotioneel zwaarder door te wegen. De plaatselijke bevolking bleek maar wat blij met mijn dollars en dong die over de toog dienden te rollen, putte zich uit in vriendelijkheid, liep de benen van onder het achterste, bracht mijn bagage waar ik ze hebben wilde en deed overal zijn best om de grootst mogelijke kennis van de Engelse taal boven te halen. Maar eenmaal de toerist terug vertrokken, veegt men snel even door de kamer en laat deze met wat goedkope zeepjes en  voorverpakte tandenborstels terug mooi ogen. Dat er heel wat zaken niet of slecht functioneren, -een hevig lekkende wastafel, geen warm water, een ventilator die niet draait of een afstandsbediening met lege batterijtjes, zijn maar een greep voorbeelden uit een heel scala-, vindt de modale toerist het klagen niet waard want morgen zijn we hier toch weg. Als die toerist 's avonds bovendien flink gaat doorzakken in de plaatselijke toeristenbars, ondervindt hij weinig last van deze kleinigheden want desnoods kapt hij zichzelf, met kleren en schoenen nog aan, languit op het bed. Die zoolafdrukken op de zogenaamd verse lakens heb ik mogen terugvinden bij het in gebruik nemen van een nieuwe kamer.

Maar vroeg of laat valt er eens zo'n ladderzatte pretzoeker met een brandende sigaret in slaap en gaan de poppen aan het dansen. Die steevast uiterst smalle hoteletjes hebben zero brandbeveiliging. Nergens brandblusapparaten te vinden, een hemeltergend ronddraaiend en benepen houten trappenhuis waar je onmogelijk met twee personen naast mekaar kan passeren. Dikwijls heeft men, en dat heb ik zelf mogen ondervinden, maar 1 sleutel van de kamer en die heb je dus zelf bij je. De nachtdienst van het hotel ligt te ronken. Stopcontacten flikkeren hevig wanneer je er een stekker in steekt. Af en toe valt de elektriciteit uit en probeer dan maar eens in het pikkedonker je weg te vinden...
Maar ja, in veiligheid moet je investeren en dat zijn geen hapklare dollars in het handje. Dus daar doen ze niet aan mee. Het is leuker verdiend met een dergelijke toerist het drankje, uit de minibar op zijn kamer, tweemaal te laten betalen want men had natuurlijk niet de tijd om dat koelkastje terug bij te vullen en dus rekent men dat afwezige drankje de volgende dag terug aan. Je wasgoed, waarvan gevraagd om het in de wasmachine te wassen en vervolgens te strijken, krijg je, vluchtig in de week gezet, amper gespoeld en ongestreken terug. Tegen de volle prijs uiteraard. Men laat je voor alles betalen, zet het puntje op elke i maar vindt het ridicuul om als wederdienst voor enige correcte service te zorgen. Het motto: 'Het mag enkel opbrengen, niets kosten' is alomtegenwoordig. In het begin vind je dit te banaal om over te zagen, maar dat blijft niet zo want deze opsomming is alles behalve compleet. Enkel stevig kwaad worden helpt om ze naar je te doen luisteren, want dat is iets wat ze hier in de eerste plaats niet kunnen. Men is voortdurend in de weer om nog meer nieuwe klanten te werven, de telefoon of gsm onophoudelijk in gebruik. Ik zag zelfs peuters met een geactiveerde gsm spelen.
Wie het zich kan permiteren gaat naar de duurdere hotels. Daar blinkt alles nog meer maar is het 'business as usual'. Ik schrijf dit alles uit eigen ervaring.


Je houding hiertegenover wordt echter grondig verschillend wanneer je langer op dezelfde plek wil blijven, je enigszins wat vaster wil vestigen of althans meer wil opgaan temidden de plaatselijke bevolking. Want indien je besluit een week of langer dezelfde kamer te huren, dwingt men je op voorhand te betalen, zonder enige reductie want alle prijzen zijn zogenaamd al bodemprijzen. Vanaf die betaling ben je volledig aan je lot overgelaten. Je kamer wordt nog amper onderhouden, op 5 minuten is die uitgekeerd en propere lakens kan je vergeten. Omdat men al zeker is van je geld kan je aan de receptie van je hotel of guest house wachten tot alle vluchtige toeristen eerst bediend zijn. Eenmaal aan jou, verstaat men geen Engels meer. Men begint je te negeren. Wanneer je op je kamer, -men stopt steevast een 'lang-blijver' op de hoogste, meest luidruchtigste en slechtst onderhouden kamer waar uiterst vaak de internetverbinding niet toereikend is, dan toch eens op het internet kan en een bijzonder droevige mail met het bericht over het overlijden van een collega ontvangt, komt het kamerpersoneel luidruchtig pratend en lachend je kamer binnen. Of ze zitten op je stoel, bovenop je kledingsstukken, zich te amuseren met de jonge kerel die ongevraagd je terras kwam schilderen tijdens je afwezigheid. De, op je adem pakkende want zich met de warm-vochtig tropische lucht vermengende, stank van verf en white spirit en de verfplekken op de vloer moet je er maar met de glimlach bijnemen.
Deze ervaringen zijn overal eender. Zelfs Le Tien, de Vietnamese Easy Rider waarmee ik een meerdaagse trip heb ondernomen, beklaagde zich over de gebrekkige, want enkel op geld innen gerichte, behandeling in hotels. Een dure want speciale bagagebinder was van zijn voertuig gestolen terwijl het bewakende personeel een middagdutje deed. Hij kende voldoende andere overnachtingsplaatsen om het zich te kunnen permiteren zonder betalen op te stappen.
Momenteel kruipen de kleine miertjes voortdurend in en uit mijn laptop die daardoor rare kuren begint te krijgen. Ik had gisteren gevraagd mijn kamer eens degelijk met water en zeep te kuisen (ngay mai, phong tot lau don voi nuoc va xa phong) maar dat bleef beperkt tot een vluchtig doorstrijkje met een vochtige vod. Mijn hevig knarsende deur heb ik zelf met wat keukenolie geluidsvrij gemaakt. De manager had enkele dagen daarvoor beloofd dit te zullen doen maar hij heeft het de godganse dagen zo druk met languit voor de televisie te liggen.

Op zoek naar een restaurant en jezelf dus bewegend door het onophoudelijk en bijzonder luid 'claxonerende' en drukke verkeer, worden de ervaringen er niet vrolijker op.
Je dient voortdurend naar de grond te kijken want de zogenaamde voetpaden in Hue, DaNang en omstreken zijn een zootje brokstukken waar je je enkels op dreigt te verstuiken. Vietnamezen wandelen niet. Iedereen, jong en oud, gebruikt de motorfiets of een zwaarder kaliber voor zelfs de kleinste verplaatsing. Deze voertuigen worden kriskras op het voetpad neergepoot en versperren de doorgang doorgaans totaal. In het verkeer bestaan er geen regels, iedereen dwingt zijn voorrang af. Aan de schaarse verkeerslichten vlammen jongeren (niet zelden dronken) los door het rood. Je riskeert je leven voortdurend. Ik ben dan ook meermaals getuige geweest van zware ongevallen, weliswaar telkens wanneer de slachtoffers reeds opgehaald waren. De overheid verplicht het gebruik van een helm maar de meeste zijn louter voor de show want passen langs geen kanten. Zero beveiliging, maar 'so what?'. Iedereen doet wat hem of haar het best uitkomt want er is geen enkele controle. Wanneer je al eens een enkele maal een politiecontrole ziet, kijken de agenten tegen betaling van smeergeld alles door de vingers. De meeste politieagenten zijn na enkele jaartjes 'binnen' en kunnen zich dan een mooi en groot huis aanschaffen.
Autobussen voor toeristenvervoer en vooral vrachtwagens zijn het gevaarlijkst. Zij rijden aan hoge snelheid en luid toeterend over de kruispunten zonder verkeerslichten. Ze braken daarbij inktzwarte walmen dieselroet in je gezicht. Het gebruik van gsm op de motorfiets of in auto is algemeen, en ze telefoneren wat af!
Het publieke transport, meestal via een langgerekte 'van' of camionette, is een ervaring apart. Men laadt die vehikels overvol met passagiers en goederen. Haringen in een ton beschikken mogelijk over meer eigen ruimte. De chauffeurs willen zoveel mogelijk geld scheppen met een enkele rit. Eenmaal in beweging merk je hoe slecht die voertuigen in balans zijn. Indien daar een ongeluk mee gebeurd, zijn de gevolgen niet te overzien. Op weg van Hue naar DaNang moeten die dingen over de slingerende 'Ho Chi Minh Trial', door het gebergte.
Enige vriendelijkheid of hoffelijkheid van de chauffeur of je medepassagiers hoef je niet te verwachten. Je buurman spreidt zijn benen tot die van jouw in een knoop liggen en/of schuift zijn bagage over je knieen. Ik heb soortgelijke verhalen meegemaakt in Sri Lanka maar daar kent men wel hoffelijkheid. Meestal kregen buitenlanders op het openbaar vervoer daar zelfs een voorkeursbehandeling maar dat hoeft voor mij nu ook weer niet. In Vietnam word je als buitenlander compleet genegeerd indien men aan jou geen extra geld kan verdienen. Bijna alles heeft twee prijzen, eentje voor de locale bevolking en een veelvoud voor de buitenlanders.

Het aangeboden voedsel in de restaurants in Hue en omstreken is al niet veel beter. Buiten het 'Waterland Resto' waar de bediening door de jonge staf vriendelijk en voorkomend is, word je bijna overal stug bediend met veelal ondermaats eten. Enige variatie is schaars, men gebruikt veel te weinig gezonde producten van eigen bodem, teveel nachtschades zoals aardappelen, tomaten, ajuin en look. Meer dan eens heeft men mij een regelrechte schande op een bord gepresenteerd.
In een cafe zat onlangs een ouder Vietnamees koppel luid mee te zingen met de muziek op hun eigen gsm, bovenop de muziek die men in de zaak draaide. Een koppeltje jonge meiden smeet de lege schelpjes van hun pistachenootjes gewoon op de grond. Toen ik een asbakje ( 'lam on, gat tan thuoc', want ik doe wel moeite om enigszins hun taal te spreken) ging vragen aan de toog en dat vervolgens stilzwijgend op hun tafeltje neerzette, bekeken ze me met een mengeling van verbazing en geirriteerdheid. Vietnamese mannen smijten hun lege bierflessen en sigarettenpeuken overal achteloos onder de tafel. Geen erg, de vrouwen kuisen dit achteraf wel op. Maar ook met de jongere vrouwen begint het serieus mis te lopen. Er zijn er heel wat die zich prostitueren om luxegoederen en modieuse kledij te kunnen aanschaffen. Sensueel dansende meidengroepen zie je zat op de plaatselijke zenders. Ze kopieren de westerse consumptiestijl vlotjes.

Maar wat ik nog pijnlijker heb ervaren, is de wijze waarop doorsnee Vietnamezen vriendschap beschouwen. Aangezien je voor elke verplaatsing van formaat motorfietsvervoer nodig hebt, zocht ik enkele vaste bestuurders die ik daarmee tevens financieel een dienst kon bewijzen. Steevast kwamen deze mannen, jong of oud, met dezelfde trieste verhalen hun diensten aanbieden. Later blijkt echter hoeveel daar van waarheid is. Nietemin heb ik mijn best gedaan hun aangeboden vriendschap te beantwoorden maar het blijft stuitend te beseffen dat, wanneer het hun beter uitkomt, je voor hen niet meer bestaat. Ik heb ze telkens veel meer betaald dan gebruikelijk maar betwijfel of zulks wel een goed idee was. Ik besef terdege hun moeilijkheden om aan een dagelijks inkomen te geraken maar begrijp niet dat ze het blijven nodig vinden om mij daarvoor, na al de vertrouwelijke gesprekken, te blijven beliegen en bedriegen. Vinh zie ik niet meer nadat hij mij, voor zijn verjaardag, een (tweedehands) gsm had gevraagd. Ik ben zo dom geweest om die voor hem te kopen. Ik had medelijden met de jongen omdat hij dit toestelletje, dat hij (zogezegd?) nog niet bezat, best kon gebruiken voor zijn job als motortaxi. Ik wilde hem echter een eenvoudig, want enkel met basisfuncties, nieuw apparaatje kopen maar hij wilde liever een tweedehands met alles- erop- en-eraan. Maar op zijn beurt heeft men ook Vinh 'afgezet' en het toestelletje werkt dus langs geen kanten. Het was al 'dad' langs hier en langs daar maar hij heeft me nog meer geld afgetroggeld en nu blijkt hij spoorloos. Uiteindelijk mijn eigen domme fout, als je vertrouwen hebben in een mens een fout kan noemen.

Vriendschap en liefde zijn in dit land van 'ieder voor zich' eerder loze begrippen. Zolang men iets van je kan krijgen, gelden ze en daarbij houdt het op. Mijn ervaringen met Chung, die ik intens graag zag, behoren tot de meest intrieste die ik met een vrouw ooit beleefd heb.
In Vietnam wordt het voor vrouwen, eenmaal achteraan in de twintig en nog single, bijna onmogelijk om nog aan een partner te geraken. Zij richten dan hun pijlen op de, in hun ogen rijke, westerse mannen in de hoop op een betere toekomst. Berekende liefde kan je dit noemen. Bij Chung lag dat echter enigszins anders. Het was mijn interesse in haar die mij het initiatief tot toenadering deed nemen. Maar ze bleek daar ook niet ongevoelig voor. Wanneer ik haar helemaal in het begin vroeg of ze mij, indien ik daar zou om vragen, zou volgen op mijn rondreizen door het land, was haar antwoord meteen 'ja'. De volgende ontmoetingen begonnen we mogelijke toekomstplannen te fantaseren. Op mijn vraag of ik haar een juweeltje mocht schenken antwoordde ze ook bevestigend. Ze kwam bij deze gelegenheden wel steeds realistisch, absoluut niet als een dwaze dromer over. De blikken die ze me gunde waren warm en getuigden van enige verliefdheid. Ze veranderde 'zienderogend' van een treurige, lethargische persoon in een prachtige, volwassen vrouw van dertig. Ze vroeg me echter wel geduld te oefenen want haar persoonlijke situatie, -haar familie leunde financieel sterk op haar-, was allesbehalve simpel en ze wilde geenszins financieel afhankelijk worden van mij. Allemaal positieve tekens die me optimistisch stemden. Maar de roddelmachine in haar omgeving trok zich stevig op gang. Steeds stond er iemand van het andere personeel of management bij ons zodat we niet meer de gelegenheid kregen om vrijuit over iets te spreken. Ze eisten voortdurend haar aandacht op of onderbraken ons uiterst opdringerig en onbeschoft. Toen ik een heel geslaagd portret van Chung getekend had (wat ik steevast aan de anderen weigerde) antwoordde de vrouwelijke manager van midden de veertig, op de vraag of het gelijkend was, dat de persoon op de tekening niet Chung maar zijzelf was. Wat ze werkelijk bedoelde was dat ze wilde dat ik haar, en niet Chung, getekend had. De jaloerse dame die op het eerste gezicht heel charmant en wijs overkomt en veel invloed heeft in haar omgeving, zou wel eens de grootste gifmengster kunnen zijn. Dat weet ik niet met zekerheid maar wat ik wel weet is dat Chung vanaf een bepaald moment (ruim later nadat ik kwaad was geworden in de Bamboe2-bar want dat had ze blijkbaar uiteindelijk goed begrepen) helemaal terug veranderde in de treurige dame van weleer en me vanaf dan enkele harde opmerkingen begon te maken of volkomen begon te negeren. Mogelijk speelden haar oudere, egoistische broers hierin ook een grote rol want bang dat de enige bron van financiele ondersteuning voor de ouders zou kunnen opdrogen als hun zus een relatie met een vreemdeling zou aangaan. Dan zouden zij, volgens de heersende tradities, uiteindelijk voor hun verantwoordelijkheid moeten opkomen en omdat ze dit waarschijnlijk helemaal niet zien zitten misgunnen ze hun zus haar persoonlijk geluk. Het feit blijft dat Chung, wegens op zijn zachts gezegd egocentrische redenen buiten zichzelf om, elk verdere contact heeft verbroken en daardoor hoogstwaarschijnlijk een weinig rooskleurige toekomst in het vooruitzicht heeft. Het stemt me intriest.    

Na mijn 7 lange jaren zonder vrouw, waarin ik behoorlijk alleen mijn plan kon trekken, begon dit om een of andere reden in dit land steeds moeilijker te worden. Waar ik me tot hiertoe ook bevond, in Belgie of daarbuiten, steeds heb ik voldoende warmte kunnen krijgen en geven om me altijd wel ergens te kunnen thuis voelen. Na 16 maanden rond reizen doorheen 7 verschillende Aziatische landen, ervaar ik in Vietnam voor het eerst een totaal gebrek aan een dergelijke warme stek. Toen ik indertijd in Nepal en later in Laos stevig te maken kreeg met een lichaamsvreemde darmbacterie en bijgevolg stevig ziek werd, was er altijd wel iemand die zich daarover oprecht bekommerde. In beide landen informeerde het hotelbestuur regelmatig of ik iets nodig had. In Nepal zowel als in Laos bood men mij respectievelijk boterthee en rijstsoep aan. Nu ik momenteel in Vietnam met een longontsteking, veroorzaakt door een te snelle en hevige afkoeling van mijn bezwete lichaam, aan kamer en bed gekluisterd ben, laat men mij volledig aan mijn lot over. Het kan niemand wat schelen. Aan de apotheek waar ik het breed-spectrum antibioticum Augmentin wilde kopen liet men mij een kwartier lang voor lucht staan, ondertussen alle Vietnamezen achter mij bedienend. Volgens Duc omdat ze geen Engels spreken of verstaan. Fout. Toen ik uiteindelijk luidkeels en in het Engels vroeg of men mij voor dood zou laten vallen omdat ik hun taal niet machtig ben, en daar aan toevoegde dat ik als buitenlander ook een menselijk wezen ben, stonden er opeens 3 van de 7 bedienende apothekeressen bij me. Ze hadden mij blijkbaar goed verstaan, eentje sprak zelfs vlot de wereldtaal. Ik weet maar al te goed dat, vooraleer ze aan de universiteit worden toegelaten, ze eerst een examen Engels moeten ondergaan en dat ze daarvoor allemaal deze taal geleerd hebben op het college. Maar medicijnen hebben een vaste prijs en daar kan je buitenlanders dus niet mee uitmelken.  
Omdat ik niet wil creperen van ondervoeding dien ik een van mijn 'motorfietsvrienden' op te bellen om tegen betaling voedsel te brengen. Gisteren ben ik met een taxi over en weer naar het centrum gereden om te gaan eten. Het guest house management weet maar al te goed wat er scheelt maar wil enkel mijn betaling voor de komende week.
Enkel Sen, een 26-jarige lieve dienster van het Waterland restaurant waar ik geregeld ga eten, stuurt me af en toe belangeloos een ondersteunend berichtje. Tot hiertoe behoort zij, tezamen met Tan, tot mijn enige echte vrienden in dit land. Zij hebben nog nooit geld aan mij gevraagd. En Duc, die mijn centen hard nodig heeft, doet ook wel enigszins zijn best. Daarbij houdt het op. Maar ik ben maar een simpel mens en alleen kan ik niets verwezenlijken. Op mijn vroegere school kon ik rekenen op de steun van meerdere collega's. Ik dien hier in Vietnam een netwerk van vrienden en vertrouwbare mensen uit te bouwen, al was het maar om eens een enkele keer mijn hart te kunnen luchten. Ik heb behoefte aan een sangha, de steun van gelijkgezinde of begripvolle mensen. Momenteel heb ik nog voornamelijk het gevoel mezelf te moeten verdedigen en daarbovenop de soms stevige kritiek vanuit mijn thuisbasis te moeten weerleggen. Toegegeven, ik schrijf soms recht voor de vuist en met een zo correct mogelijke interpretatie van de Boeddha's leringen. Maar het is juist de bedoeling om ons eigen bewustzijn aan te scherpen en wie zich daardoor aangevallen voelt, heeft reden tot nadenken. Ik wil ook helemaal niet beweren dat de situatie hier slechter is dan in het Westen. Alleen kent men hier wel een voorgeschiedenis van degelijk boeddhisme, evenwel niet meer in zuivere vorm. Bovendien is de armoede hier meer schrijnend dan in onze redelijk georganiseerde samenleving met een sociaal vangnet. De problemen van materialisme en egoisme zijn wereldwijd verspreid en een regelrechte bedreiging voor de hele planeet.

Ik vind mijn negatieve analyse van dit land en zijn bevolking des te pijnlijker omdat ik er ernstig over gedacht heb om hier mijn tweede thuis te zoeken. Er zijn onmiskenbare redenen die mij naar hier dreven en ik wilde graag iets terugbetalen van de historische, westerse schuld, veroorzaakt door grenzeloos imperialistisch eigenbelang. Ik blijf dit land en zijn bevolking een warm hart toedragen. Ik weet dat de oude boeddhistische cultuur een heel fijn verleden in zich draagt maar vind het des te spijtiger te zien hoe die, althans in Midden-Vietnam, danig verloedert en verwordt tot een oppervlakkige schertsvertoning. De vermenging met een niets ontziende westerse consumptiecultuur, via tv en massatoerisme, maakt alles er nog minder eenvoudig op. Televisie is het ware opium van en voor het volk. Het houdt de mensen kalm en in het gareel. Zelfs gezinnen die geen toegang hebben tot stromend water of het elekticiteitsnet, hebben een  tv-toestel dat functioneert op een kleine generator.
Het land kent geen degelijke leiding zodat iedereen maar doet wat het eigen persoontje aanbelangt. Het is 'ieder voor zich' of 'redden wie zich redden kan'. De armsten onder de bevolking worden volledig aan hun lot overgelaten. Op het platteland heb ik een straatarme familie bezocht die enkel wat kokkels, eigenhandig opgehaald uit een naburig riviertje, te eten had. Deze mensen vroegen mij geen geld. Ze hebben een permanente en structurele steun nodig. De mensen in de steden beschouwen zich als arm omdat ze zich het westerse comfort niet kunnen veroorloven, de werkelijke armoede leeft echter in hun hart.

Ik wil echter nog steeds niet opgeven, al voel ik me momenteel ietwat uitgeput. Mijn project 'The restaurants of the heart' met een bijhorend 'food delivery' netwerk van motorfietsen die het voedsel gaan brengen waar het werkelijk nodig is,
wil ik absoluut verwezenlijken. Eerst de mensen voeden en ze dan leren zelfredzaam te worden. Maar mijn tijd werd danig gelimiteerd door mijn beperkte visumgeldigheid en daardoor ging ik allicht iets te onrustig van stapel. Het blijft maar de vraag of men mij de kans gaat geven om mijn plannen uit te werken.

Ik wil niets forceren of iemand dwingen, tenzij naar mij te luisteren wanneer het over mijn eigen veiligheid gaat. Het recht op zelfverdediging is een menselijk basisrecht. Het gaat niet op om lijdzaam toe te zien hoe men je uitbuit en in gevaar brengt. Ik hoop dat mijn thuispubliek uiteindelijk gaat inzien dat hier geen sprake is van mijn persoonlijke agressiviteit. De werkelijke agressiviteit gaat uit van diegenen die de aarde en de mensheid aan het vernietigen zijn. Daar kan je, heel ongenuanceerd, uit onbegrip of onverschilligheid de ogen voor sluiten maar dan moeten diezelfde mensen mij niet komen vertellen dat het 5 voor of reeds na 12 is. Ik wil niet in mijn luie zetel voor tv blijven liggen en mij ontspannen met een overaanbod van gewelddadige films, arrogante kookwedstrijden, prettige talkshows of ander lichtvoetig amusement. Ik voel meer voor de boodschap van de acteur Jeremy Irons, wanneer die op de BBC zegt dat hij wel kwaad wordt bij het besef dat bijna een miljard mensen op deze aarde bedreigd worden met de hongerdood. En dat die kwaadheid hem ertoe aanzet om daartegen iets te ondernemen. Misschien kan je dit beter verontwaardiging noemen. Wij zoeken hiervoor geen destructieve of gewelddadige acties te ondernemen maar ons menselijk verantwoordelijkheidsgevoel aan te wenden om constructieve, creatieve acties uit te bouwen. Agressiviteit?

Aan de Vietnamezen die over mijn goede bedoelingen twijfelen, wil ik het volgende duidelijk maken: dat mijn huidige, objectieve analyse over de gang van zaken in jullie land bijzonder negatief uitvalt, hoeft zeer zeker niet te betekenen dat ik jullie geen warm hart toedraag. Als ik dit land en zijn volk zou haten, kan ik het makkelijk de rug toekeren en mezelf daar veel energie mee besparen. Maar dat is absoluut niet het geval. Ik hou van dit prachtige land en zijn volk en wil heel graag iets positiefs bijdragen aan jullie ontwikkeling indien dit voor iedereen ten goede komt. Ik ben een boeddhist en een communist, een 'gelover' (believer) in het collectief spiritualisme. Ik denk dat jullie grote voorbeeld Ho Chi Minh dat ook voor ogen had.
Jullie land zit momenteel geprangd tussen de commerciele belangen van het Westen en China. Vietnam kan momenteel weinig kanten op. Het valt sterk te betwijfelen of, bij een eventuele, nieuwe buitenlandse invasie, jullie nog in staat zijn tot dezelfde heroische daden van weleer. Daarvoor heerst er momenteel te weinig solidariteit onder de bevolking en bovendien missen jullie de begeesterende kracht van een leider als Ho Chi Minh.
Ik denk dat jullie er goed zouden aan doen om meer te leunen op je eigen mogelijkheden. Er wordt teveel brandstof en andere energie verspild aan nutteloze dingen en met een relatief budget zouden jullie biobrandstof kunnen maken van het loofoverschot van de rijstoogst. De aanschaf van de benodigde technologie hoeft niet noodzakelijk duurder te zijn dan wat je nu uitgeeft aan ruwe olie-import. Het zou jullie meer onafhankelijk en 'selfsupporting' kunnen maken en een flinke ondersteuning van de arme boeren kunnen worden.
Maar een van de vele ideeen die het overdenken waard zijn.
Wanneer ik in de sprankelende oogjes van de immer vriendelijke Vietnamese kinderen kijk, voel ik in mijn hart dat zij het recht hebben op een goede toekomst. Ik kan geen mensen zien lijden, mededogen ben ik verplicht aan mijn bodhisathva-idealen.

Indien ik geen verlenging van mijn visum kan bekomen, heb ik geen andere keuze dan op 15/8 het land te verlaten. Mogelijk ook niet zo een slecht idee om zelf weer even op krachten te komen en via het nemen van enige, tijdelijke afstand weer wat nieuwe ideeen te ontwikkelen. Misschien kan ik even tot rust komen bij mijn zoon in Thailand. Maar uitstel betekent geen afstel. Ik kan terugkomen en met hernieuwde energie terug aan de slag gaan. Ik moet inderdaad af en toe ook aan mezelf denken.

woensdag 20 juli 2011

Momenteel zijn er veel zaken waarbij ik de voor- en nadelen moet overwegen. De natuur der dingen zoekt voortdurend zichzelf te balanceren. Als anderen, om welke reden dan ook, mij uit balans willen brengen, hou ik zulks voor hun verantwoordelijkheid. Ze zullen daar de consequenties zelf voor moeten dragen. Het betreft hier uitsluitend hun karma. De natuurwet leert ons, in plat geformuleerde volkswijsheid, dat wie zijn gat verbrandt, op de blaren moet zitten.
Indien ik mezelf uit evenwicht breng, dien ik daar zelf de gepaste maatregelen voor te treffen. Ik ben momenteel sterk verbonden met de 'dharma'. Deze verbintenis kan en zal mij niet meer verlaten want eenmaal je iets duidelijk waargenomen hebt, is dat geimprigneerd in je gehele 'zijn'.
Maar ik geef vooralsnog niet het goede voorbeeld en daar storen nogal wat mensen zich aan. Terecht. Vanaf morgen trek ik terug naar het oog van de storm. Enkel daar kan die beheerst worden. De geschoolde wetenschappers in Amerika en elders zouden deze uitspraak beter 'aux serieux' nemen en bestuderen. Zelfs de mogelijkheid om een 'huricane' te beheersen, ligt in de kennis en inzichtelijkheid van zijn ontstaan. Met behulp van zonne-energie kan men deze stormen, i.p.v. landinwaarts te evolueren, terug zeewaarts sturen en zichzelf laten oplossen. Ik kan deze theorie volledig hard maken indien men bereid is te luisteren.

Maar waar het in mijn leven om gaat, is dit natuurlijke principe op mijn leven te projecteren. Het overtallige en uitsluitend op consumentisme georienteerde toerisme overspoelt momenteel Vietnam. Ten behoeve van het eigen amusement vervuilen deze pretzoekers alles en iedereen. Ik wil en kan niet meer temidden hun  vertoeven in het centrum van de stad. Teveel hartzeer. Ik vertrek morgen weer naar de werkelijke plaats van mijn missie, goed wetend dat mij zulks opnieuw een hoop (zijdelingse) ellende kan opleveren. Het oog van de storm. Je zogenaamde tegenstanders kunnen je flink schaden (cfr. huricanes ) maar je kan de confrontatie enkel aangaan indien je ze in de ogen kan zien. De werkelijke kracht van Kung Fu, of het daarvan afgeleide ChiGong, is de negatieve energie van je tegenstander te neutraliseren. Ze moeten uiteindelijk inzien dat ik hun broer ben. We zijn immers allen afkomstig van dezelfde energie. Ik wil samen- en niet tegenwerken. Indien niet momenteel, dan later, alleszins ooit.

Morgen vertrek ik opnieuw naar mijn vroeger adres, dicht bij Tu Hieu Pagoda: Thinh Vuong Guest house', 30 Tran Thai Tong, Hue. Vaste telefoon: 054 3931559,
cellphone: 0905 212991.

Momenteel maak ik dagelijks Thu Phap werk, recentelijk ga ik me bekwamen met op geprepareerde zijde en rechtstreeks op bamboe te schilderen. Ik zal waarschijnlijk geen monnik maar een evenwaardig meester worden. In het rijke Aziatische verleden werden die met dezelfde 'egards' benaderd. Een roeping waar ik niet kan aan weerstaan. Zeer binnenkort publiceer ik op deze blog een 20-tal spreuken, aanvankelijk in het Engels en later in het Vietnamees, Laotiaans en Pali.
Een aantal vertalers zijn hiervoor aan het werk gezet. De spreuken zijn niet van mij maar door mij heen gekomen. Het zijn de leringen van de Buddha. Ik ben maar een simpel mens, net zoals hem.

Over de huidige, bloeiende opkomst van het westers boeddhisme, het samenkomen van wetenschap en deze spirituele leer, de mogelijkheid tot het ontwikkelen van een boeddhistisch geinspireerde economie...enz. wil ik later uitgebreid schrijven. Er is ontzettend veel werk aan de winkel maar 'first things first'.
Daar kan en moet ik aan werken. Ik heb geen andere keuze.

'At no time in history buddhism was more needed than now. If one education system, based on insight, can turn the human destruction, it will be buddhism.'

zaterdag 16 juli 2011

Het is vandaag volle maan en dus de eerste dag van de Vietnamees boeddhistische kalender. Het is 'Buddha day'.
Aan de vooravond hiervan plaatsen mensen tafeltjes met symbolische offergaves buiten aan hun huis.
Ik voel me intriest en fysiek in een niet al te beste conditie.

Het bijzonder droevige nieuws over het overlijden van Katy Goosens, jarenlang een collega en ervaringsdeskundige te midden de moeilijk opvoedbare jongeren van Hoboken (want tevens een oud-leerling van mij), heeft me diep geraakt.
In een zekere zin was zij het voorbeeld van iemand die, ondanks een moeilijke jeugd, het toch ergens gebracht had. Haar opmerkingen over de leerlingen, tijdens de vele formele en informele naschoolse leerlingenbesprekingen, getuigden vaak van een warmmenselijke benadering en dat gaf me het goede gevoel dat wij onze inspanningen niet voor niets deden.
Maar op andere ogenblikken, wanneer de moeilijkheden van het dagelijkse leven haar weer  eens zwaar troffen, kon ze eenvoudig terugvallen in haar vroegere slachtofferrol. Dan kon ze weerom niet meer luisteren naar bv. hoe bijzonder ineffectief en gevaarlijk (want zeer giftig) het middel 'relatine' is. Te pas en te onpas wordt dit gebruikt ter onderdrukking (en niet ten behoeve) van het opkomende spanningsveld bij kinderen met ADHD. Zo ook bij haar eigen kind.
Het is bijzonder pijnlijk dat zij besloten heeft uit het leven te treden. Ze is daar niemand, en zeker zichzelf niet, mee ten dienste geweest.

Hoe gevaarlijk en kwetsend een leven wordt dat enkel georienteerd is rond de eigen egobehoeftes, bemerk ik ook elke dag opnieuw in Vietnam. De mensen in en rond het centrum van Hue, op dit eigenste moment van mijn leven mijn enige thuis, bedriegen en beliegen me voortdurend. Op de vooravond van 'Buddha day' zetten de schijnboeddhisten offertafeltjes buiten met o.a. papieren geld, papieren kleding en andere prularia maar het echte geld is het enige dat ze werkelijk aanbidden. Op alle mogelijke en onmogelijke wijzes trachten de mensen, waarvan ik uiteindelijk dacht dat het mijn vrienden konden worden, mij af te zetten. Tot in het 'Immigration office' toe, waar men mij enkel 1 maand meer toeristenvisum wil geven en ondertussen heel corrupt een dollar probeert te ontfutselen. Kleintjes.

Maar de modale westerse consumptietoerist is geen haar beter. Een chagrijnige Engelse jonge dame onderbrak gisteren bijzonder onbeschoft mijn gesprek met enkele Vietnamese jongeren. Ze wilde mij een lesje leren. Vandaag onderbrak ik haar met de vraag of ze 2,5 dollar veil had om een tekening van mij te kopen ten behoeve van de armste Vietnamezen. Ze duwde mij brutaal weg met de vraag 'this horrible man' uit haar buurt te verwijderen. Ik verknoeide haar duur betaalde vakantie.
De desbetreffende tekening had als onderwerp een 6 jaar oud meisje dat ik een avond eerder was tegengekomen. Omstreeks 23u in de donkere nacht kwam ze al bedelend voorbij mij gewandeld. Vinh wilde mij het echte Vietnamese nachtleven tonen en legde mij uit dat dit meisje een behoorlijk pak slaag riskeerde indien ze zonder geld zou thuiskomen van haar nachtelijke ronde. Ik gaf het kind een bescheiden bedrag (teveel geld zou enkel resulteren in het feit dat ze nooit meer met minder kan thuiskomen) maar wilde haar tevens iets schenken dat ze aan niemand diende af te staan. Ik schonk haar mijn eenvoudig lederen halssnoertje en eenmaal dit kleinood rond haar smalle nekje verscheen er uiteindelijk een fijn glimlachje rond haar mondje. Ik kon mijn tranen amper bedwingen. Ik heb een vlugge schets van haar met mijn instant Thu Phap penseel op papier gezet. Waarschijnlijk een van mijn beste werkjes ooit.

Maar mijn huidig gevoel van treurnis is een cumulatie van verscheidene zaken. Ik heb DaNang met een gebroken hart moeten verlaten. Mijn kostelijk blitzbezoek aan deze stad, omdat ik Chung graag wilde bezoeken, was uiteindelijk uitgemond in een grote teleurstelling. Ze negeerde mij volkomen en zodoende heb ik ze niet meer dan enkele uurtjes binnen meerdere dagen kunnen zien.

I am running out of energy. Morgen haal ik mijn visum op en verhuis ik naar het aanpalend hotel. De mensen van mijn huidig hotel, waar ik alles tezamen meer dan 3 weken vertoefd heb, blijven mij bedriegen en loze beloftes maken. Ik ben hun onrespectvol gedrag spuugzat. Momenteel schamen ze zich blauw maar voor mij is dat ruimschoots te laat.
Binnen enkele dagen ruil ik Hue in voor HoiAn. Naar verluid vertoeven daar vele artiesten.

Ik beschik momenteel uiteindelijk over een geheel sluitende en wetenschappelijk verantwoorde theorie om de relatie tussen het dagelijks oppompen van miljoenen vaten aardolie en de toenemende aardbevingen en vulkaanuitbarstingen uit te leggen.
Als mensen, uit puur eigenbelang, hier niet naar willen luisteren, stevent de mensheid in uiterst snel tempo af op een totale zelfvernietiging.
Dan doen we collectief wat Katy individueel deed.
Ik weiger nog langer te spreken over onbewuste onwetendheid maar wel over een zeer bewust egoisme.
Vandaag zie ik het even niet meer zitten maar morgen begin ik weer van vooraf aan.  Ik weiger categoriek van op te geven. Al maakt men mij soms stevig kwaad, of ik de anderen, ik eis van mezelf en eenieder wie enige kwaliteit. Welk soort leraar zou ik zijn indien ik dit niet deed? Het kan mij nog amper raken wat anderen hierover denken. Ze zouden er beter aan doen iets minder te denken.

Ik probeer van iedereen te houden. Ook van hun voor wie het leven te zwaar bleek.

dinsdag 12 juli 2011

Ik denk dat de strijd tussen de twee wolven (zie het oude Cherokee indianenverhaal) in mij bijna uitgevochten is. Ondanks het feit dat de wolf van angst en haat zeer sterk bleek, ik verkoos en blijf verkiezen de wolf van vrede en vreugde te voeden. Dankzij mijn echte vrienden blijf ik de energie vinden om steeds weer te keren naar de bron van mijn bestaan. Al bij al nooit een gemakkelijk verhaal want alleen kan niemand dat aan. Maar ik ben niet alleen.
Ja beste vriend, ook ik ben door vele desillusies moeten gaan. Ook ik heb vele zogenaamde vrienden op het podium van dit pover schouwtoneel zien verschijnen en met veel geruis weer zien verdwijnen. De enkele echte die mij resten maken alles de moeite waard. Want zo moet het gaan: eerst voeden, dan onderwijzen en tenslotte helpen om op eigen benen te staan. Dat is exact wat ik wens te verwezenlijken met 'the restaurants of the heart'. Wij kennen in Belgie de uitspraak: '...het hart op de juiste plaats hebben...'. Ik weet nu dat je gevoelige hart zich op die plaats situeert.

Mijn echte broers en zussen maken deze wereld tot een hemelse plek. 'Heaven and Earth' bestaan enkel in en door onszelf. Jij bent een stukje van mijn hemel op deze aarde.

zondag 10 juli 2011

Daar ik aanvoel dat steeds minder mensen deze blog nog willen volgen omdat ze de boeddhistische levenshouding niet kunnen of willen begrijpen, zich soms regelrecht geraakt voelen door de spiegel die hun ware gelaat reflecteert, ga ik mijn attitude ook tegenover hen licht wijzigen. Ik kan en wil het mij niet meer veroorloven om mijn tijd te verspillen aan hen die enkel naar het eigen ego-inzicht willen leven. Trouwens niemand wordt verplicht om deze teksten te lezen. Als zij liever een luchtig, toeristisch reisverslag verkiezen, kan ik hen verwijzen naar de massa's literatuur die hierover via alle denkbare kanalen verkrijgbaar is. De wereld barst zowat letterlijk van lichtvoetig amusement. '...en zij dronken een glas, en zij pisten een plas en alles bleef zoals het was...'

Ik mag mij vanaf heden een dharma leraar noemen, heb daarvoor de toestemming gekregen van mijn direct leermeester, en kan enkel onderricht geven aan mensen die daartoe luisterbereid zijn. Zij die in staat zijn om zich eerlijk aan een zelfonderzoek te wijden, kunnen de leringen toetsen aan hun diepere inzichten en zo het waarheidsgehalte van de leringen zelf uittesten. Niemand hoeft 'klakkeloos' eender wat aan te nemen maar je moet wel eerst duidelijk leren begrijpen wat er werkelijk bedoeld wordt. Het boeddhisme/taoisme is geen elitaire leer voor enkele uitzonderlijke mensen, het kent wel een gradueel oplopende moeilijkheidsgraad, maar eenieder kan op zijn of haar niveau aanvoelen waarover het gaat. We zijn allen afkomstig van dezelfde energiebron en kinderen staan daar nog het dichtst bij. Hoe jonger, hoe dichter. Een pasgeboren baby legt de gehele atmosfeer rondom hem stil. Ik heb dit uiterst aangenaam weten te ervaren bij de thuis geboorte van mijn vier kinderen. Maar ook bij het thuis overlijden van de moeder van mijn ex-vrouw. Dezelfde vibratiegolflengte. Als je het voortdurende gedachtengeruis in je hoofd weet stil te leggen, volkomen in het moment weet op te gaan en met volle concentratie weet waar te nemen, kom je vanzelf op deze uiterst fijne frequenties terecht.

Vanaf nu keer ik rustig mijn rug naar alle domme, eigenwijze brutaliteit en wandel verder mijn weg zonder mij nog kwaad te maken. Ik blijf eenieder graag zien en zal mijn steun verlenen aan zij die mij daar met waardigheid om vragen. Boeddhisme is voor mij geen theorie, geen boekenwijsheid zonder meer, maar een dagelijkse praktijk en levenshouding.
In de Sutapitaka (niet de Sutrapitaka, die langere tijd na de Buddha's intrede in het Paranirwana geschreven is en veel minder originele leringen want meer latere interpretaties bevat en bovendien in het Sanskriet geschreven is, een latere vorm van het Maghadi, de heersende taal tijdens Sakhyamuni's leven, dan het Pali) leert de Buddha ons dat wanneer iemand niet naar je luisteren wil, je best deze persoon de rug toekeert en weg wandelt. Je kan enkel jezelf transformeren en bent in de eerste plaats verantwoordelijk voor jezelf. "Vertrouw enkel op jezelf (rely on), op niemand anders" aldus zijn laatste woorden vooraleer deze aarde voorgoed te verlaten.

Mijn bijzonder teleurstellende ervaringen met de uiterst slecht luisterende Vietnamese bevolking, met name vooral in de Tu Hieu Pagoda en bij de meerderheid der jongeren en niet in het minst bij Chung, dwingen mij tot drastische maatregelen. Ik ga haar niet meer opzoeken, noch telefoneren of berichten sturen. Wanneer ze wel bereid is om te luisteren moet ze daar tijd voor vrijmaken en mij komen bezoeken. Ze hield zich niet aan haar belofte om bij het begin van deze maand een van haar twee jobs op te geven en richt zo zichzelf stilletjes ten gronde. Ze is, zonder het te willen beseffen, een zware maagzweer aan het creeeren en begint er steeds slechter uit te zien. Ze koestert zich in haar slachtofferrol, het hart overlopend van zelfcompassie, en laat zich willens nillens misbruiken door haar egoistische familieleden. De totaal ongepaste Vietnamese tradities eisen dat de zonen, wanneer die huwen, enkel steun verlenen aan de eigen familie en niet aan die van hun vrouw. Maar haar twee oudere en gehuwde broers weigeren zelfs die verantwoordelijkheid en laten hun ongehuwde zus daar voor opdraaien. Haar twee oudere zussen voelen zich enkel verantwoordelijk voor de familie van hun echtgenoten. Het is niet omdat het 's lands traditie is dat dit goed te praten valt.
Ik kan enkel met haar praten tijdens haar werkuren maar het volkomen getolereerde, onbeschofte gedrag van de Vietnamezen laat geen ruimte voor privacy en dringt zichzelf zonder respect steeds op de voorgrond. Je kan de wijze waarop het verkeer zich organiseert als de wet van de sterkste, de brutaalste, best als voorbeeld nemen voor het gehele sociaal-communicatieve gedrag.
Bovendien heeft Chung, een volbloed steenbok als zonneteken (in de oude Perzische astrologie zijn er duidelijke onderscheiden tussen de vrouwelijke en mannelijke elementen binnen eenzelfde teken), veel last van menselijk opzicht en een sterk koppig karakter. Zo is ze in de eerste plaats beducht voor de wijze waarop haar stevig roddelende omgevig over haar denkt en spreekt. Ze wil niet dat de anderen op haar werk zien of horen wat er tussen ons omgaat maar gunt mij ook geen ogenblik van haar schaarse vrije momenten. Ze wil dat ik er ben maar eenmaal daar negeert ze mij totaal of behandeld ze mij als een doodgewone klant. De grofste belediging die je iemand kan aandoen, is hem of haar te negeren.
Ze vindt zichzelf een arme sukkel maar draagt elke dag een nieuw modieus bloesje en een andere lange broek. Ze eet driemaal dagelijks een degelijke maaltijd. Nog nooit heeft ze een echt arme familie, zoals ik die ben tegengekomen op mijn motortocht doorheen de afgelegen gebieden, bezocht. In de bars waar ze werkt staat de godganse dag de tv aan, afgestemd op westerse zenders die met hun voortdurende commerciele boodschappen de Vietnamese jongeren afgunstig maakt.
Ze denkt mij een lesje in boeddhistische ethiek te moeten leren maar kent enkel de bijgelovige kant van de leer. Een enkele maal geeft ze mij een duidelijk signaal mij graag te zien maar feitelijk gunt ze het zichzelf niet van graag gezien te worden. Ze is, zoals vele jongeren, niet vies van een leugentje maar zelf roddelt ze niet over de anderen. Ze beschikt over een zeer goede inborst maar geeft dat zaadje te weinig water. Vanaf nu is het initiatief aan haar.

Een bijna identiek verhaal in de Tu Hieu Pagoda. De jonge monniken weigeren naar mij te luisteren en beledigen mij voortdurend door hun afspraken met mij niet te na te komen of ongevraagd mijn materiaal weg te nemen. Ze voelen zich oh zoveel belangrijker in hun boeddhistische gewaden maar kunnen niet leven volgens de Vinayapitaka (die ze trouwens amper kennen). Ze weigeren categoriek om de door mij opgehangen bordjes, met de vraag om niet meer met hun motoren in de tuin van de pagoda rond te rijden, op te volgen. En net zoals Chung en vele andere jongeren kunnen ze de waarheid niet onder ogen zien, laat staan verdragen wanneer uitgesproken door een 'buitenlander'.

Ik besluit vanaf nu hen allemaal de rug toe te keren en weg te wandelen. Ik blijf echter bereid opnieuw naar hen te luisteren wanneer ze daar met het nodige respect om vragen. Ik verblijf momenteel in DaNang omdat ik dringend aan wat rust en opladen van mijn batterijen toe was maar ik vind geen van beiden in deze stad. Maandag eerstkomend ga ik de rest van mijn bagage oppikken in Hue City en vertrek ik naar HoiAn. Daar ben ik nog nooit geweest en naar verluid zijn er daar vele pagoda's waar ik rustig verder aan mezelf kan werken en mijn 'Restaurants of the Heart' project kan voorbereiden. In tussentijd dien ik mijn visum te verlengen. Ik heb vernomen dat de mogelijkheid bestaat om een 'multiple entry visa' voor vijf jaren te bekomen.
Ik ben geen opgever maar ook geen snul.

woensdag 6 juli 2011

Ben vandaag, tezamen met Vinh, drie nieuwe, burgerlijke outfits gaan kopen. Degelijke, katoenen kleding, gemaakt in Vietnam en volgens de heersende modelijn. Ik ga vanaf nu geen boeddhistisch aandoende kleding meer dragen. Men mag mijn aspiraties op- of bemerken, komende vanuit mijn hart en niet meer vanuit mijn uiterlijk voorkomen. Tweede fase van mijn missie. De eerste fase, betonen van mijn respect via het vermijden van onderscheid, is voorbij want werd toch niet begrepen zoals bedoeld. In Sri Lanka en Thailand eiste men in de kloosters dat ik de, door hun opgelegde kleding droeg. Zelfs in de Huong Phap Pagoda in Saigon diende ik het gepaste uniform te dragen. Echter in de verloederde atmosfeer van Thu Hieu, en bij uitbreiding in heel Centraal-Vietnam, begrijpt men dit signaal van respect niet meer.

Eenmaal wat dieper doordringend in de plaatselijke cultuur, bemerk ik steeds meer hoe weinig kaas men hier gegeten heeft van omgang met buitenlanders. Het is geenszins te vergelijken met de wijze waarop wij geconfronteerd en zelfs verplicht worden om met andere rassen samen te leven. Achter hun facade van vriendelijkheid schuilt een fier en gekwest volk dat al te vlotjes wil meedraaien in de materialistische wereldcultuur. Uiteindelijk laten vele jongeren hun waar gelaat van zelfzuchtige en onrustige weeldezoekers zien. Ook zo de jonge monniken, die zich graag laten respecteren maar naar verluidt zelfs geregeld opduiken in bars om te stoeien met de jonge meiden. Het kost mij bijzonder veel moeite om ze te laten luisteren naar mijn ware missie en dagelijks vernederen ze mij of trappen ze ongehoord op mijn hart. Ik zal me hierdoor niet laten ontmoedigen, ik ben een vastbijter, anders had ik het nooit zo lang volgehouden gedurende mijn onderwijsloopbaan.

Mijn twee projecten, het 'Basic English Education Program Via The Correct Application Of The Dharma' en 'The Restaurants Of The Heart' komen bijzonder moeilijk van de grond want krijgen meer tegen- dan meewerking. Maar anderzijds kom ik wel een enkele maal een correct persoon tegen die mij begrijpt en wil steunen. Zoals de jonge overste van het nonnenklooster die mij wil helpen bij mijn toespraak, volgende donderdag, tegenover de hele sangha. Of zoals Vinh en Duc, die steeds meer vrienden i.p.v. commerciele dienstverleners worden. Vandaag ontmoette ik Thanh, een dertigjarige ingenieur, die een bijzonder groot hart vertoonde en op een scherpe wijze het dagelijks gedrag van zijn landgenoten weet te observeren. Ik heb goede bondgenoten nodig om te slagen in mijn opzet. "Maar je zal het Vietnamese gedrag nooit kunnen veranderen" vertelde Tanh mij. "Dat weet ik" antwoordde ik hem, "Zulks is ook geenszins mijn bedoeling. Maar ik kan wel enkele goede zaadjes zaaien en die kunnen vervolgens beginnen groeien." Ik legde hem uit dat ook wij zijn ontstaan uit een enkele zaadcel die in contact diende te komen met een enkele eicel. Hij knikte instemmend en zei dat ik 'an exciting person' ben. Niet ik, maar het leven zelf is opwindend, of spannend zoals je wil.

maandag 4 juli 2011

Ik wil de Vietnamese overheid ervan overtuigen dat ik hier niet ben om hun tegen te werken, integendeel, ik wil juist graag samenwerken ten behoeve van de armste mensen onder de bevolking. Communisme met een menselijk gelaat staat zeer dicht bij de boeddhistische idealen.
Ik wil, naar het Franse voorbeeld van wijlen Coluche, een eerste 'Resto du coeur' openen. Een bescheiden eetgelegenheid waar hulpbehoevenden dagelijks een gezonde maaltijd kunnen nuttigen tegen een voor hen betaalbare prijs. Chung, mijn Vietnamese vriendin, kan goed koken en heeft een aangeboren gevoel voor wat gezonde voeding is en een groot hart dat voor iedereen steeds zorg wil dragen. Indien ik erin slaag om financiele en logistieke ondersteuning vanuit Belgie te krijgen, kan dit meteen vele voordelen voor alle belanghebbende partijen opleveren. Indien het mij lukt om dit eerste project tot een geslaagde onderneming te maken, kunnen we op termijn meerdere resto's oprichten in verscheidene grote steden van het land. Dit zou meteen een begin kunnen worden van een goede samenwerking tussen overheid en boeddhisten, mij in de gelegenheid kunnen stellen langer in het land te verblijven zonder het wantrouwen onterecht op te wekken, de armste mensen te helpen met voeding en raad, zodat die uiteindelijk zichzelf kunnen beredderen. Zo zijn Vinh en ikzelf momenteel voor een dakloze vriend van hem een 'shoe box' aan het maken zodat die jonge man in staat komt om voor zichzelf te zorgen. Deze straat-schoenmakers leveren prima werk en worden daarom gewaardeerd door buitenlandse toeristen. Ikzelf doe regelmatig een beroep op hen, laatst nog om mijn dure Teva-sandalen te laten herstellen en om een dik Thu Phap penseel terug te laten lijmen. Vietnam barst van de creatieve en werklustige jonge mensen die hun toekomst willen verbeteren en daar wil ik graag mee mijn schouders onder zetten.

Gisteren hoorde ik een heel mooi Vietnamees lied met een warme inhoud en een prachtig-gevoelige saxofoonbegeleiding. Ik legde de jongeren op het terrasje uit dat dit instrument is gecreeerd door Adolph Sax, een Belg uit Brussel. Een symbool voor toekomstige samenwerking en verbroedering tussen beide landen? De dochter van de eigenaar van het guest house waar ik momenteel overnacht, werkt voor de plaatselijke overheid (dienst buitenlandse samenwerking) en stelt mij een onderhoud voor om mijn plannen tot samenwerking te komen voorstellen. Indien dit gunstig verloopt, men bereid is naar mij te luisteren, hoeft de politie mij niet meer tot in het klooster te achtervolgen.

Ik wil dit bericht kort houden met een duidelijke vraag aan de lezers van deze blog.
Wie kan en wil mij helpen, onder eender welk vorm, om het 'resto du coeur' plan op te starten?  
Je kan reageren via deze blog of via mijn e-mail adres: claesivo5@gmail.com

Ik beloof op iedere reactie te zullen antwoorden maar geef me enige tijd daarvoor.
Ik heb momenteel veel werk met mijn de voorbereiding van mijn lessen basiskennis van de Engelse taal, correcte interpretatie van de Dharma en notities over het Tibetaans en Theravada boeddhisme, in de Tu Hieu Pagoda. De jonge en veelal ongedisciplineerde monniken verstaan weinig Engels en zijn bovendien, zoals zovele Vietnamese jongeren, te ongedurig om goed te kunnen luisteren. Een eervolle maar allesbehalve makkelijke opdracht.
Daarnaast ben ik begonnen met mijn tekeningen op een bescheiden wijze in productie te brengen en wil ik zo extra geld binnenkrijgen om van start te gaan met het eerste resto. Ik dien daarvoor mijn visa te verlengen en een huisje te huren.
Ook wil ik, indien mogelijk, dagelijks blijven oefenen om mijn vaardigheid in het Thu Phap schilderen verder te ontwikkelen.
Ik heb het bamboehuis in de tuin van het klooster tot een tempel, annex schooltje ingericht en dat moet dagelijks onderhouden worden.
Verder wil ik de monniken leren zingen en staat er een muziekproject aan te komen in samenwerking met een uiterst begaafd Vietnamees muzikant. Op termijn is het de bedoeling om samen een cd uit te brengen.
En ik zou wat meer moeten slapen.