zondag 23 oktober 2011

Ik verblijf vandaag de laatste dag bij Ward en Nana in Chantaburi. We hebben 9 fijne dagen samen doorgebracht waarvan 5 in volbloed vakantiestijl op het eiland Koh Chang. Het koppel had dit voor mij, bij wijze van verrassing, voorzien en goed voorbereid. Ik had tot op de overzetboot nog steeds niet door waar we ons bevonden of waar we naartoe gingen, tot groot jolijt van beiden. Maar eenmaal we ons verblijf op dit prachtig, tropisch eiland konden aanvangen werd het weder ons gunstig gezind en hebben we volop kunnen genieten van zon, strand, watervallen, resorts (jaja, voor het eerst in mijn leven kunnen genieten van de welriekende luxe maar omdat het geen hoogseizoen is aan betaalbare prijzen), adembenemende vergezichten, jungleovernachtingen, bbq... en nog zoveel meer. Het oorspronkelijk idee was er een 2 a 3 dagen te verblijven maar het was er zo goed dat we er moeilijk afscheid konden van nemen. Het eiland heeft heel veel te bieden en het massatoerisme is er nog niet te onoverkomelijk, momenteel is het er althans niet te druk. Ik wil er niet teveel reclame voor maken want het blijft best zoals het nu is. Een tropisch paradijs.

Morgen moet Ward terug naar de school waar hij lesgeeft en vanavond vertrek ik terug richting Ubon. Ik heb nog een 20-tal dagen visumgeldigheid voor Thailand en wil nog een week weerkeren naar Wat Pah Nanachat. Daar kan ik me dan goed voorbereiden om me opnieuw aan mijn Vietnamese taak te weiden.
Ik voel mij er met de dag meer naar toegroeien, denk nu over de juiste inzichten tot aanpak te beschikken.
Ik blijf het pad volgen en voel dat het goed is.

 

donderdag 13 oktober 2011

Ik heb deze ochtend, na de dagelijkse maaltijd, afscheid genomen van Ajahn Kevali, de abt van Wat Pah Nanachat en hem bij deze gelegenheid enkele van mijn tekeningen bij wijze van offering (in het klooster wordt alles geofferd, geschonken dus want letterlijk niets wordt betaald met geld)  overgemaakt. Hij was daar zeer over te spreken en wil ze graag gebruiken als illustratie bij een van de volgende publicaties van het klooster. Volgens hem ben ik absoluut welkom in het klooster wanneer mijn pad mij weer eens langs Ubon Ratchatani leidt. Maar meer nog dan zijn vriendelijke woorden trof mij het afscheid dat enkele van de plaatselijke vrouwen mij schonken. Ook de aanwezige lekenbeoefenaars betoonden mij hun warm afscheid. Ik denk wel dat mijn geknielde houding, met de handen gevouwen in het anjali-gebaar terwijl zij gezeten op de matten hun maaltijd beeindigden, hiertoe bijdroeg. Wij behielden deze voorname etiquette, comform de Theravada-traditie, voor de monniken maar ik vond het gepast om dit voor deze gelegenheid ook te doen ten overstaan van hen.

Uiteraard kunnen er, zoals steeds, kritische kanttekeningen gemaakt worden bij deze behoudsgezinde vorm van het boeddhisme maar ik had me van bij het begin van mijn verblijf voorgenomen me zo goed als mogelijk positief onder te dompelen in deze traditie. Zodoende heb ik mezelf de gelegenheid gegeven er ook de vele mooie en waardevolle kanten van te ervaren. Toegegeven, ik had het aanvankelijk moeilijk met het feit dat de rangorde in het klooster niet volgens het respect voor leeftijd verloopt (wat een typisch westerse houding is) maar volgens de titel en de duur van de aanwezigheid in het klooster. Zo moest ik aanvankelijk de rij sluiten bij het aanschuiven voor de maaltijd en lijdzaam toezien hoe het laatste stukje toegestane chocolade aan mijn neus voorbijging tijdens de Nan Pana (de namiddag thee-offering). Als je maag in de late namiddag stilletjesaan geheel leeg tegen je ruggengraat dreigt te gaan kleven, kan dit pijn doen. Maar ik bleef niet de laatst aangekomene en uiteindelijk werd ik de tweede in de rij van elf leken. Maar zelfs dan nog kon er heel wat aan mijn neus voorbijgaan ( een uiterst zeldzaam stukje kaas bv). Uiteindelijk is de bedoelde les je zelfzuchtigheid te leren temperen, jezelf nederig en dankbaar op te stellen voor wat je te beurt valt en je niet aan zekerheden of geplogenheden te binden. En dat werkt als je jezelf daar kan aan overgeven of bij neerleggen. In onze westerse traditie zijn we zo enorm gesteld op wat we veronderstellen als zijnde ons recht. Maar het Theravada boeddhisme richt zich sterk op het leren afstand nemen van je zogenaamde rechten. Het blijft echter steeds een tweesnijdend zwaard want de vraag blijft naar de zin van het verplaatsen van deze rechten. Het is tevens de bedoeling van deze school om hierover niet al te veel na te willen denken. Je doet gewoon mee in het gehanteerde systeem en blijkbaar werkt dat zeer goed want het boeddhisme is een traditioneel systeem dat zonder centraal gezag reeds 2500 jaar werkzaam is en blijft groeien.

Zelf zie ik mij echter nooit een volbloed Theravada-boeddhist worden. Daarvoor vind ik hun houding tegenover de vrouw te onvolgroeid. We mogen niet blijven steken in tradities die hun waarde betoonden in vervlogen tijden, het boeddhisme mag en moet zelfs meegroeien met de huidige noden en inzichten. Als westers boeddhist meen ik over de vrijheid te kunnen beschikken om uit de verscheidene tradities mee te nemen waar ik volgens mijn aanvoelen mee kan werken. Ik voel me niet gebonden door de gebruiken en gewoontes die ik nochtans kan respecteren. Mijn warm gevoel voor de bevolking van Noord-Oost Thailand is groot. Hun sociale verbondenheid, het belangeloos onderhouden van de monniken en de kloosters is ongezien. Het mag als een goed voorbeeld dienen, de wijze waarop de stokoude en kromlopende Thaise onderhoudsman elke dag vanaf 5 uur in de ochtend het afval kwam scheiden. Hij blijkt een van de rijkste inwoners van de buurt maar is niet vies om met zijn blote handen in de vuilnisemmers en zakken te tasten en zich zelfs een keertje tegenover mij te verontschuldigen omdat hij zich een half uurtje overslapen had! Hij doet dit werk geheel belangeloos en onbezoldigd en stak mij en de andere lekenboeddhisten regelmatig een toegestaan snoepje toe ter waardering en aanmoediging. Onvoorstelbaar. In onze witte kleding lopen we in het oog, men verwacht van ons dat we samen met de monniken practiseren en leven volgens de 8 voorschriften, de tempel en het domein onderhouden. In ruil daarvoor onderhouden zij ons volkomen: letterlijk alles wordt geofferd en betaald door de gemeenschap, gaande van de waspoeder tot de electriciteit. De vrouwen komen elke dag koken, de mannen helpen de aanplantingen te onderhouden. Alles wordt samen gedeeld, het kloosterdomein en de gehele gemeenschap is van en voor iedereen. Ik heb veel opgestoken i.v.m. het organiseren van het toekomstige samenlevingsproject in de Ardennen.

Over Wat Pah Nanachat valt nog zoveel meer te vertellen, de kritische noten vallen echter in het niets ten overstaan van de vele positieve ervaringen. En dat is wat ik ervan overhoud.

Het overlijdensbericht van mijn goede Nederlandse vriend Henk Biesterbos, dat ik tussen mijn mails vond deze namiddag, kwam hard aan. Een derde overlijden van iemand die me nabij was in een half jaar weg uit Belgie. Maar Henk stond me hiervan het meest nabij. Hij is me een tiental maanden geleden nog komen bezoeken in Thailand en is toen een week bij mij in Khorat (Nakon Ratchasima) blijven logeren. Indien ik toen zou geweten hebben dat onze lange, avondlijke gesprekken onze laatste zouden worden... Het slaagt me even helemaal van de kaart. Henk (net 60 geworden half september) zat in een moeilijke periode want moest door een tweede echtscheiding  maar ik kon enkel bewondering opbrengen voor zijn zachtmoedige aard want er was zo opvallend weinig beschuldigend in zijn bewoording... Ik hoop dat ik hem toen een evenwaardige ondersteuning heb kunnen aanbieden want tijdens de moeilijke eerste maanden na mijn echtscheiding was hij speciaal uit Nederland overgekomen ...Ik zou dit eigenlijk liever hebben willen verwerken tussen de bomen, planten en dieren van Wat Pah Nanachat. Vaarwel goede vriend.

Nog vermeldenswaardig: het was gisteren volle maan en een belangrijke Wan Pra viering want tevens het einde van de regenretraite. Het was een heel bijzondere dag en nacht in het klooster. Het opgehaalde voedsel was van een ongeziene hoeveelheid en buiten de monniken en wij konden daar vele mensen van meegenieten. De gehele nacht door getuigden de (westerse) monniken publiekelijk over hun gedrevenheden en roeping, in het Engels en het Thai. Het talrijke publiek kon dit zeer apprecieren. Een jonge Russische novice kondigde echter zijn 'disrobing' aan. Ook dat kan waardig en geheel aanvaard verlopen. Zijn officiele afscheidsceremonie hield mijn afscheid een vol uur op deze ochtend maar dat vond ik eerder speciaal dan vervelend. Aan de boeddhistische code bind je enkel jezelf uit vrije wil en het wordt volkomen aanvaard wanneer je daar wil uittreden.
Terwijl ik deze laatste woorden opschrijf steken enkele jongeren het vuur aan onder een papieren lampion die hoog de donkere nacht in stijgt. Ik denk terug aan oudejaarsavond toen ik hetzelfde deed op het dak van Toom's huis in Bangkok. Ik offer dit licht (vuur) in de duisternis graag aan Henk. Een gelijkwaardige ceremonie dan dewelke ik met mijn Waalse vriend hield in Kathmandu bij het overlijden van zijn nonkel.
Alles is met mekaar verbonden.

En omdat ik het zelf niet wil vergeten: een van mijn belangrijkste leraren in het klooster was Sutin Prapoontong. Toen deze jonge Thaise vrouw in 1979 op 35 jarige leeftijd vernam dat ze aan een ongeneeslijke kanker leed, schoot ze zichzelf een kogel door het hoofd. Omdat na een zelfdoding een boeddhistische crematie onmogelijk was, schonk zij in een afscheidsbrief haar skelet aan het klooster dat haar zeer genegen was. In de nabijheid van de glazen kast waar dit opgehangen is, vergezeld van haar foto (ze bleek een mooie maar enigszins rebelse vrouw), heb ik menig uur gemediteerd. Luguber? Neen, ook dit is boeddhisme in een directe en zuivere vorm.
Alles is tijdelijk.

In navolging van mijn moeder hou ik ontzettend veel van het leven, de mensen, de kinderen ( die onschuldige en oprechte blik in hun oogjes), de bomen, planten en dieren. Ik weet echter nog altijd niet hoe ik deze liefde voor het leven, -die ik geheel normaal en natuurlijk voel overkomen-, moet combineren met mijn boeddhistische wijsheden en inzichten die ik evenzo natuurlijk en aanvaardbaar vind. Het blijft een balanceren tussen de gedreven artiest met uiterst fijne zintuiglijke waarnemingen en de boeddhist die daar de betrekkelijkheid van inziet.
Ik zal geduldig moeten leren afwachten en behoedzaam moeten blijven laveren op het levenspad, mij elke dag meer bewust wordend van de gevaren die het zelfzuchtige ego in zich houdt.

Ik vertrek morgen, vroeg in de ochtend, naar Chantabury waar ik Ward ga bezoeken. Dat wordt weerom een lange busreis: een 6 uren tot in Khorat, daar gebruikelijk wachten om weer eens een 6-tal uren te rijden tot op mijn bestemming. Het leven is een reis, het komt eropaan je bagage zo licht mogelijk te houden.