zaterdag 27 oktober 2012

Een nieuw 16cm lang toekomstig litteken rijker, ditmaal van schouder tot oksel, ben ik gisteren in de loop van de namiddag ontslagen uit het ziekenhuis. Zonder nood aan 'impressionante tattoo's', tegenwoordig blijkbaar onmisbaar voor zichzelf respecterende, jonge Engelstalige toeristen, zie ik er plotsklaps minstens even vervaarlijk uit. Mogelijk zelfs een beetje macho met deze (weliswaar onzichtbare) piercings! Zo'n 21 nietjes moeten de wonde voorlopig dichthouden. Wie had dit ooit kunnen denken over deze jongen die zichzelf eerder zag als een ietwat tengere monnik?
Menigeen vraagt zich nu af of deze ijzerwinkel, -een titanium plaat met 7 bouten- in mijn linkerschouder, geen probleem gaat wezen wanneer ik doorheen de luchthaven-scanners moet stappen. Ja dan moeten ze mij maar strippen, niet?

Alle gekheid op een stokje: het heeft wel even aan een zijden draadje gehangen. Daarmee bedoel ik in de eerste plaats dat de val zelf meer fatale of verstrekkende gevolgen had kunnen hebben. Superman Christopher Reeves had 'slechts' een val van zijn paard nodig om voor de rest van zijn leven niet meer zelfstandig te kunnen bewegen. Gelukkig ben ik alles behalve een superman, al beweerde de chirurg dat ik nog over een sterk beendergestel beschik. Ik ben 7 treden in het ijle, want langs de stijle trap af, naar beneden gestuikt en mijn schouder heeft daarbij mijn volle 67 kg moeten opvangen. Een schedelbreuk, of erger nog een gebroken nek, zou hierbij niet ondenkbeeldig zijn. Dat kon een triester verhaal opleveren.
Een operatie onder totale narcose, bovenop een epidurale verdoving van de gehele  linkerarm waarbij de anesthesist verdomd goed moet opletten geen belangrijke zenuwbanen definitief lam te leggen, het zijn slechts enkele elementen waarbij de zaken relatief snel fout kunnen gaan. Mijn bewondering en vooral dankbaarheid gaat uit naar mensen die van dienstbaarheid hun beroep hebben gemaakt. Al hoeft men voor mij niet in de boeddhistische terminologie te geloven, feit is dat dit heilzaam karma oplevert. Je kan daartegenover stellen dat die mensen hiervoor betaald worden, je pikt er zo diegenen uit die dit soort werk graag doen. Geloof me vrij: ze zijn de meerderheid want anders hou je de bijhorende stress niet lang vol. Chapeau!

De orthopedisch chirurg zag geen medisch bezwaar in mijn snelle afreis, indien ik discipline genoeg heb om 3x daags mijn oefeningen te doen. In feite zou ik een reeks van 30 kinesitherapie-behandelingen moeten krijgen. Ik zal het moeten bekijken of dit ook in Thailand mogelijk blijkt. Wat ik wel weet is dat de gezondheidszorg daar op niveau staat. Valt af te wachten of men een 'farang' een eerlijke financiele behandeling gunt. Thailand mag dan al een boeddhistisch land genoemd worden, een westers toerist wordt in heel Azie wel eens meer als een gouden kip gezien die men gemakkelijk kan 'plukken'.
Verder verzekerde de dokter mij een herstel tot ongeveer 70-80% van de natuurlijke bewegingscapaciteit van schouder en arm. Daar kan ik best mee leven. 'Leven is lijden' en een belangrijk onderdeel daarvan is het afscheid nemen van ons jeugdig lichaam, het besef van het ouder worden en de aftakeling van de fysieke vermogens. Of dit veroorzaakt wordt door een langzame degeneratie of door een ongeval, maakt op zich weinig uit. We leven in een samenleving die steeds meer 'ongeval-gevoelig' wordt. Straks wordt niemand nog oud zonder minstens 1 ongeval in zijn of haar leven. Daar kunnen we best maar met zen allen leren mee leven. Een houding van aanvaarding verlicht alleszins meer het lijden dan een van verzet. Doorzettingsvermogen en wilskracht mogen hier echter niet mee verward worden.

Het vertrouwen in mijn evenwicht moet ik nog zien terug te winnen. Een nieuwe val op dezelfde schouder zou het definitief einde van mijn Aziatisch avontuur betekenen. Dat is echter een soort doemdenken waar ik me niet graag aan overgeef maar ik ga ook niet meteen multifocal brilglazen bestellen.

Het medisch personeel maakte me duidelijk dat breuken aan schouders en knieen tot de pijnlijkste behoren. Dat heb ik aan-den-lijve ondervonden. Het is positief te noemen dat ik de gelegenheid heb gekregen de meditatieve pijnbeheersing te oefenen. Tijdens de pieken in de pijnervaring bleken zelfs de zware pijnstillers niet meer te werken. Ik heb in mijn lange studietijd vele boeken gelezen over boeddhistische psychologie en daarbij meerdere keren een hoofdstuk over dit onderwerp onder ogen gekregen. Het was de Boeddha's standpunt dat je het meest effectief kan leren door zijn leringen aan de praktijk te toetsen. Geen normaal gezond mens kiest ervoor om zichzelf vrijwillig in een hevige pijnsituatie te brengen. Ik weet nu dat het waar is dat het lichaam op zichzelf geen pijn gewaarwordt. Om de post-operatieve pijn te stillen, kreeg ik het zware middel Tradonal mee. De werking zit hierin dat de pil het signaal naar de hersenen 'doorknipt' en zo een invloed uitoefent op endorfines en neuro-transmitters. De pijn wordt geregistreerd in de hersenen en het is precies in ons 'monkey brain'  waar meditatie haar invloed kan uitoefenen. Men heeft een bekende Tibetaanse Rimpoche urenlang onder een scanner gelegd, voor, tijdens en na zijn intense meditaties. De foto's van het onderzoek toonden duidelijk de veranderingen in de geactiveerde hersendelen.

'Leven is leren', dat behoeft geen verdere verklaring. Maar toch nog dit: niets overkomt ons zomaar. Welke wrede God wil dit tot zijn verantwoordelijkheid nemen? Inzicht in de oorzaken en redenen van ongelukken die ons overkomen, helpt ons verder vooruit dan jammerend zelfbeklag.

maandag 22 oktober 2012

Heb deze ochtend telefoon gekregen van de orthopedisch chirurg van het AZ Monica. Ik moet me woensdagochtend aanbieden voor een operatie. Daar het kapselgewricht van de schouder verzakt is en de genezing van de onderliggende breuken zo niet normaal kan verlopen, dient er een plaat met bouten bevestigd te worden. Dit bericht was te verwachten en nam ik dus gelaten aan. Er dient te gebeuren wat moet gebeuren. Karma of de wet van oorzaak en gevolg. Het was tenslotte een zware val.

Het steile, onstabiele keldertrapje, met smalle treden en zonder armleuning, baarde mijn schoonbroer reeds lang zorgen. Maar omwille van meerdere praktische problemen kon er zich nog geen afdoende oplossing aandienen. Er is reeds eerder een ander familielid op gevallen, toen gelukkig zonder gevolg. Zelf zie ik ook niet meteen een goede oplossing om de veiligheid te bevorderen.
Het gevaar wordt nog aanzienlijk vergroot wanneer je met volle handen afdaalt. En dat is wat mij is overkomen. We hadden ook wijn gedronken bij het avondmaal  en ik hoef niet eens stomdronken te zijn om mijn, sowieso reeds zwakke, evenwicht te verliezen. Een jongere broer van mijn moeder lijdt, naast de ziekte van Parkinson, ook aan Meuniere.

In de ongevallen die ons 'overkomen' kan echter ook een les verborgen zitten. Of een verwittiging. Ik besef dat ik mijn zwak evenwichtsgevoel niet mag 'triggeren' en ook dat ik mijn psychisch evenwicht (tussen gedreven artiest en meer ascetisch boeddhist) blijvend 'mindful' moet benaderen. Dat heb ik alvast in mijn hoofd genoteerd. Het toekomstig litteken in mijn overigens nog gave, kale knikker mag hiervan getuigen.
Hopelijk komt mijn nieuwe afreis naar Azie, morgen binnen 14 dagen, niet onverwacht in het gedrang. Heb zaterdagavond een zware val gedaan van de gevaarlijke keldertrap bij mijn zus. Het resultaat is een 'verplaatste proximale humerusfractuur': een drievoudige breuk aan de linkerschouder, een open wonde achteraan de schedel, een stevige hersenschudding en kneuzingen over mijn gehele linkerzijde. Ik heb hierbij mijn familie stevig laten schrikken want ze vonden mij op de grond met bloed op hoofd en kleren.

De ambulance bracht me naar de dienst spoedgevallen. Daar werden rontgenfoto's van schedel en schouder gemaakt. Al bij al heb ik veel geluk gehad want er werd geen schedelfractuur vastgesteld, wel de schade aan mijn schouder. De hoofdwonde is genaaid en gisteren ben ik onder de scanner moeten gaan om verdere duidelijkheid over de stand van de schouder te kunnen verschaffen. De dokter met zondagdienst heeft mij daarvoor thuis opgebeld. Wat doet dit ziekenhuispersoneel een bijzonder nuttig en menslievend werk! De jonge dokter vermoed dat er aan mijn schouder nog een bijkomende ingreep, waarschijnlijk een bout of pin, vereist is maar wil daar morgen met de specialist nog over praten.
Voorlopig ziet het er dus nog niet naar uit dat dit domme verhaal al aan zijn eind toe is.

Regel een van de 4 Edele Waarheden volgens de Boeddha: leven is lijden. Met de bijkomende bedenking dat we veel van dit lijden onszelf aandoen en daar zo doende ook andere mensen in betrekken. Mijn heel behulpzame familie dient mij nu met vele zaken te helpen. Aan- en uitkleden, mij overal naartoe rijden... een lange lijst. Eigenlijk behoor ik andere mensen te helpen maar moet weerom aanvaarden dat komt wat komt.
Een positief punt is dat fysieke pijn ( tevens de gevolgen van een hersenschudding waardoor bepaalde activiteiten beperkt worden) een mens tot een grotere verinnerlijking dwingt. Het leren ontspannen van en mediteren op de gewonde lichaamsdelen kan het geneesproces op gang brengen en bevorderen.

Wordt vervolgd...                  

vrijdag 12 oktober 2012

Heb ze tijdens mijn twee-en-half jaar lange rondreis doorheen Centraal en Zuid-Oost Azie meermaals tegengekomen: vluchtige toeristen die menen een land ten gronde te kennen na een 'consumerend' bezoekje van amper drie weken. Dat komt lastig over. Tijdens mijn eerste drie maanden in Vietnam ergerde ik me constant aan alles en nog wat. Contacten met dergelijke toeristen bevestigden mijn waarnemingen. Echter na mijn tweede en derde bezoek, alles bij mekaar toch nog eens zo'n 7 maanden verder, kreeg ik een ietwat duidelijker beeld van het land en zijn bevolking. Vanaf dan begon de plaatselijke bevolking mij te zien als een mens waarmee ze konden leven en praten, niet louter meer als een westerling die hen geld kon opbrengen.

Dat is het moment waarop mensen hun hart beginnen te openen. Niet zelden omdat de vreemdeling dan, omwille van zijn inspanningen om iets van de taal te leren of van de cultuur te vatten, zichzelf begint te openen. De arrogantie van meegebrachte zelfvoldaanheid begint af te brokkelen. De reiziger begint in te zien dat mensen in wezen overal eender zijn, hij begint het flinterdun laagje culturele verschillen af te pellen. Bovenal begint hij te ervaren dat de mensen willen gelukkig zijn zoals hij, dat ze willen overleven. En daarbij dikwijls gedreven worden door gedragspatronen die ze zijn ingelepeld door hun voorouders, ouders, familie, vrienden en omgeving. Daaruit ontsnappen, indien al nodig, is bijzonder moeilijk.

Bovenop deze eeuwenoude tradities worden politieke systemen en economische dominanties geent die hun vreemd zijn maar waar ze moeilijk onderuit geraken. En dan spreken we nog niet over een begrijpelijke jaloezie, aangewakkerd door een niet aflatende stroom toeristen die gewoon komt genieten van de goedkope levenstandaard. Al vlug komt de rekening voor een avondje consumeren dicht bij het maandsalaris van degene die de tafel moet bedienen. Meermaals voelde ik hierbij een diepe schaamte.

Natuurlijk zijn mensen in Azie anders. Familiebanden zijn dikwijls verstikkend maar gegroeid uit overlevingsstrategie. Er kan veel beter maar bejaarde ouders of mindervaliede kinderen worden niet gedumpt. Er is geen georganiseerd sociaal netwerk dat individuen opvangt maar de kinderen van de buren lopen zo bij je binnen. De internetcafees beginnen onafgebroken vol te stromen met snotneuzen die uren vullen met geweldspelletjes maar jongeren blijven beleefd knikken naar ouders en leraren. Ik weet het zo langzamerhand niet meer duidelijk. Een westers systeem enten op Vietnam, geheel met 'verbeterde' omstandigheden, kan evenzogoed een hele samenleving ontwrichten.

Wat ik heb geleerd is om naar een land te kijken, te voelen en vervolgens te zwijgen. Je leeft mee en helpt daar waar je kan en het nodig vind. Ik denk dat dit samenleven betekent, niet het vermanende vingertje. Wie zijn wij trouwens? Gaat het bij ons, het georganiseerde model, zoveel beter? Is 'Happy Slapping', waarbij een jongerenbende lukraak en zonder reden, een onschuldig slachtoffer in mekaar ramt, wat we als voorbeeld willen stellen? Gaan we dat straks geamuseerd op Facebook bekijken met een glimlach?

Vietnam mag dan al bij een eerste indruk een luidruchtig en chaotisch land zijn, van dergelijke brutaliteiten blijft het vooralsnog gespaard. Nooit heb ik er me onveilig gevoeld, het gevaarlijke brommerverkeer uitgezonderd. De vele, innemende kinderoogjes en immens vriendelijke 'hellootjes' blijven onvergetelijk. In Vietnam luisteren kinderen nog naar hun ouders, zelfs al zijn ze 25. Jongeren zijn blij wanneer ze de mogelijkheid krijgen om te studeren of simpelweg Engels te praten.
Begaafde jongeren kunnen slechts dromen van het buitenland. En op het platteland is er niets meer dan rijstvelden en dromerige bergen.

Mijn God (in mijn geval Boeddha), wat hou ik van dit land!

En Vlaanderen dan? Mijn biotoop. Ook daar hou ik van. Momenteel loop ik er in rond als een verwonderde vreemdeling. Mijn geboortestad Antwerpen is een echte metropool aan't worden, met veel autovrije en open ruimtes. In Europa betekent een stad nog iets: zij heeft meerdere kernen. Aziatische grootsteden kennen uitsluitend commerciele sites. Geen historische kern, geen woonkern, geen culturele kern...
Maar mijn buurt in Deurne is een legoland. Blokjesdozen. Zo maakte ik ze op tafel en in mijn kinderlijke fantasie. Het verkeer is geordend en vriendelijk. Maar op tram 10 was ik getuige van een drieste en intrieste ruzie tussen een jonge Marokkaan en enkele zwart-Afrikaanse vrouwen. Vietnamezen kennen dit probleem vooralsnog niet. Waar moeten ze om rouwen?
Ik kan nog net de gemeenteraadsverkiezingen meemaken. Goed om mijn aanwezigheid in 't land te bevestigen.
Voor de rest wil ik graag terug naar Azie. Ben ik een wereldburger? Neen, een Vlaming in de wereld.
Mijn vliegtuigticket voor een nieuwe afreis op 5/11 ligt klaar.

dinsdag 9 oktober 2012

Ben inmiddels weer sinds 6 september terug in Belgie waar ik kan verblijven bij mijn zus en schoonbroer. Er viel mij een hartelijk ontvangst te beurt na een lange en relatief vermoeiende vliegreis. Alles bij mekaar zo'n 18 uren op een vliegtuig zitten exclusief overstap in Doha en een wachttijd, in het vliegtuig, van 1.30 uur in Bangkok. Ik wil hier echter niet over klagen. Wie wil reizen moet dat erbij nemen.

Ondertussen zijn er reeds een familiefeest en menige fijne weerzien-contacten achter de rug. Het nieuw internationaal paspoort is in mijn bezit, evenals een nieuwe creditcard. De nodige formaliteiten en voorbereidingen voor een nieuwe afvaart, richting Zuid-Oost Azie, zijn opgestart of reeds gedeeltelijk afgerond.

Morgen ga ik met mijn zus en schoonbroer naar het Thais consulaat voor de visumaanvraag. Het is de bedoeling dat we samen naar Thailand gaan, met vertrekdatum 5/11. De vliegtuigtickets hebben we al. Dat blijkt volgens de nieuwe Thaise verordeningen noodzakelijk. Deze zijn recentelijk serieus strenger geworden op nagenoeg alle vlakken. Veelvuldig misbruik van zogenaamde toeristen die in het land blijven 'plakken' en er allerlei handeltjes opzetten, ligt aan de basis hiervan. De nieuwe regelgeving maakt het niet doorzichtiger maar, gezien vanuit het Thaise standpunt, zijn ze begrijpelijk.

Na enige dagen Bangkok, voldoende tijd om de echt interessante bezienswaardigheden aan te doen, zoeken we naar Chantaburi te gaan om mijn zoon Ward een bezoekje te brengen. Van daaruit willen mijn reisgenoten de grens met Cambodja oversteken om in Siem Riep de tempels van Angkor Wat te bezoeken. Ikzelf wil echter in het Thaise woudklooster Wat Marp Jan, in Rayong, verblijven. Later zullen we mekaar weerzien en afspreken om samen naar Laos te trekken. Zus en schoonbroer willen graag naar de interessante stad Luang Prabang, ik wil in Vientiane naar de Vietnamese ambassade om een nieuw Vietnamees visum aan te vragen.

Tijdens de afgelopen weken in Belgie heb ik voldoende tijd gehad om na te denken over mijn directe reis- toekomst. Aanvankelijk had ik redelijk definitief afscheid genomen van mijn Vietnamese vrienden. Omdat ik in het land niet meer in kloosters kon en kan verblijven, dacht ik dat een terugkeer niet echt opportuun zou zijn. Nu blijkt echter dat mijn Vietnamese periode me op boeddhistisch gebied wel nog heel wat heeft bijgeleerd. Het valt mijn omgeving op dat ik meer in staat ben om de dingen te aanvaarden.Minder arrogant te reageren. De vele kleine en grotere ergernissen wegen niet op tegenover de warme vriendschappen die ik in Vietnam mocht ondervinden. Zelfs de mensen van het Minh Tam guesthouse, waar ik vele maanden heb gewoond, mailden mij in hun primitief Engels dat ze me missen. En dat is heus wel wederzijds.
Een passage uit een boek van Thich Nhat Hanh leerde mij dat je niet perse voor een organisatie moet werken om de mensen uit je directe omgeving van dienst te kunnen zijn. Anderzijds zullen er waarschijnlijk sterke karmische impulsen zijn die mij op een dergelijke manier tot het land doen aangetrokken voelen.

Alleszins verwacht ik, eenmaal terug in het strenge Theravada regime van een Thais klooster, voldoende meditatieve tijd te krijgen om over een en ander een duidelijker beeld te krijgen. Dat is wat ik ook ervaren heb tussen mijn eerste turbulente periode en de tweede en derde terugkeer naar Hue. Conform de Boeddha's aanwijzingen zijn het enkel je eigen ervaringen met de Dharma die je kunnen overtuigen van de waarde hiervan.