zaterdag 21 december 2013

Het ziet er naar uit dat ik de kerstperiode zal doorbrengen in Vientiane (Laos). Ben gisteren van Ubon Ratchatani in Thailand teruggekeerd naar Pakse en neem deze avond de nachtbus naar de Laotiaanse hoofdstad. Niet dat ik daar bepaald zo op uit ben, maar om mijn pensioen te blijven ontvangen terwijl ik tijdelijk in het buitenland verblijf, moet ik bewijzen nog in leven te zijn. Daarvoor dient, voor 15 januari eerstkomend, het gepaste document door een Belgisch ambassadeur of consul ondertekend en gestempeld te worden. Gezien de politieke strubbelingen in de Thaise hoofdstad leek Vientiane mij een betere optie. Al bij al een hele onderneming, tijdrovend en financieel vrij oninteressant tijdens deze toeristisch drukke periode. Maar de consequenties zijn belangrijk voor mij. Ik heb nog de verantwoordelijkheid voor een studerende zoon in Belgie en een studerende, Vietnamese adoptie-dochter. Phuoc zou nooit haar droom om leraar te worden kunnen realiseren zonder mijn financiele ondersteuning. Nietemin zoon van een weduwe heb ik die kans wel gekregen.

Mijn Thai visum (met 'dubble entry') is nog niet opgebruikt en zodoende zou ik bij een eventuele terugkeer voor 8/1/'14 opnieuw 60 dagen verblijfsgeldigheid kunnen krijgen. Iets om over na te denken want ik wil ditmaal graag het Thai Plum Village bezoeken. Door mijn verblijf in het woudklooster is dit erbij overgeschoten. Maar zeker is dit nog niet want dit betekent dat ik de hele reisroute nogmaals moet overdoen, en na Thailand weet ik niet zo meteen waar naartoe. Alles openhouden dus.

Het toeristisch hoogseizoen maakt dat beslissingen goed moeten overdacht worden. Lukraak rondreizen, zoals ik dat tot hiertoe graag deed als thuisloos boeddhistisch reiziger, houdt momenteel gegarandeerd problemen in wat betreft beschikbaar logement en vervoer. Toeristen kiezen bij voorkeur een uitgestippelde en geplande reis en maken daarvoor tegenwoordig uiterst vlot gebruik van internet-boekingen. Dat heb ik gisteren voor de eerste maal ook moeten doen, anders riskeer ik in Vientiane serieuze problemen. Dat dit forse prijsstijgingen inhoudt heb ik mogen ervaren. De hele toeristische industrie werkt volgens het heersend economisch principe van vraag en aanbod. Hoe groter de vraag, des te beperkter en dus duurder het aanbod. Mensen moeten bijgevolg niet klagen, het is een bevestiging van de karmische wetmatigheid dat men ook hier oogst wat men zaait.

Maar terwijl ik deze ochtend aan de ontbijttafel naast twee Vlaamse koppels zat, hoorde ik hen over zowat alles klagen. Het hotel, het eten, de dienstverlening...het was allemaal niet zoals verwacht. Typisch voorbeeldje, men plant alles nauwkeurig op voorhand er tracht zo zichzelf te verzekeren van het beste tegen de interessantste prijs. Eenmaal ter plaatse blijkt een en ander toch niet te beantwoorden aan de hoge verwachtingen en is men teleurgesteld niet de juiste hoeveelheid eieren voor zijn geld te krijgen. Mensen, je bent in Pakse en niet in Monaco of aan de Costa del Sol he...Als de toeristen even van hun geplande route zouden afwijken en hun oogkleppen kunnen afleggen, zouden ze zichzelf mogelijk schamen over hun geklaag. Want denk maar niet dat de gemiddelde lokale inwoner het zich kan permitteren om tijdens de kerstvakantie, voor een weekje of twee, te gaan genieten van de sneeuw aan de andere kant van de aardbol.

Ik prijs me gelukkig het boeddhistische idee, te leren genieten van de dingen 'zoals ze zijn', al iets meer eigen gemaakt te hebben. En indien ik voor een simpel handtekening enkele honderden kilometers extra moet afleggen, dan is dat maar zo. En indien dit bijkomende onkosten inhoudt ook. Ik vind het enkel spijtig dit geld niet te kunnen spenderen aan mensen die het voor hun dagelijks onderhoud meer nodig hebben. Gisterenavond zag ik in Pakse opnieuw de bejaarde vrouw met-de-lange-grijze-haardos zichzelf klaarmaken voor een nieuwe nacht onder de blote hemel. Dat zag ik haar al doen bij mijn eerste bezoek aan dit stadje, alweer zo'n twee jaren geleden. Maar tijdens dit zogenaamd winterseizoen zakt de temperatuur 's avond en gedurende de nacht onbehaaglijk. Zou zij klagen over de 'service'? En doen de daklozen dat in ons landje, waar de blink en glitter maar ook de koude deze dagen nog extremer is?

Het is het volkomen geboorterecht van eenieder op deze wereld geluk (happiness) na te streven. Maar misschien mogen diegenen die al wat beter bediend zijn, even nadenken over het feit dat hun eisen mogelijk die van anderen beknotten. Het tweede voorschrift van de ethische code der boeddhisten (the five precepts from the shila) vraagt: 'niet te nemen wat niet gegeven is'. Dit wordt meestal gemakkelijk vertaald als niet stelen. In zijn 'Charter For Engaged Buddhism' vraagt mijn leermeester en grote voorbeeld, Thich Nhat Hanh, dit gewetensvol uit te breiden tot een verantwoord consumentisme. Indien wij ons secundaire zaken toeeigenen als zijnde ons volkomen normaal recht, ontstelen we immers ook basisbehoeftes aan anderen. Ik moet terugdenken aan de woorden van Nianaponika Mahathera, Duits van origine en een historisch belangrijke figuur in het Sri Lankaans Theravada: "...het spreekwoordelijk gemak waarmee de mensen hun alledaagse zaakjes regelen..." Het mag als een verontschuldiging klinken dat we zulks onwetendheid (ignorance) kunnen noemen. Maar is dit zo? Hebben we sowieso het recht niet na te denken over wat ons ego zichzelf volkomen normaal toebedeelt?

Mijn voorbeeldje hier betrof toevallig enkele Vlaamse toeristen. Met alle respect wil ik hen geenszins stigmatiseren. Het kon evenzogoed ingevuld worden door mensen van een andere nationaliteit. Mijn excuses trouwens voor de modale toerist in het algemeen. Hij/zij moet zich niet bij voorbaat gaan schuldig voelen. Toerisme brengt ook mogelijkheden naar mensen en plaatsen die zulks nodig hebben. Ik wil enkel pleiten voor meer doordachtzaamheid, meer gevoel voor verantwoordelijkheid en aanvaarding. Ik zou dit willen formuleren als een 'globalising of the mind, rather than of the wallet'. Uit mijn bescheiden ervaring weet ik dat mensen die slechts kortstondig Vietnam aandoen, daar meestal mindere herinneringen aan overhouden. Voor hen blijkt alras dat de bevolking enkel uit is op hun geld. Wanneer men echter in de mogelijkheid vertoeft er langer te verblijven, openen de mensen hun hart. Dan betekenen ontmoetingen van hart-tot-hart een verrijking. Voor beiden.

Momenteel reeds bijna 4 jaren rondreizend in Centaal en Zuid-Oost Azie, heb ik heel wat mogen leren. Aanvankelijk was het mijn bedoeling het boeddhisme te bestuderen en te beleven in zijn landen van oorsprong. In eerste instantie betekende dit een teleurstelling. Daar waar Gautama Siddhartha er voortdurend op wees slechts een mens tussen de mensen te zijn, bleek het Boeddhisme er meer en meer te verworden tot een godsdienst. Mensen aanbidden de Boeddhabeelden en knielen ervoor om gunsten af te dwingen. Dit leek me teveel op het Christendom zoals ik het ken uit mijn jeugdjaren.

Anderzijds kreeg ik de gelegenheid om contacten te leggen met grote leraren en intelligente, westerse beoefenaars. Het mag duidelijk zijn: de versmelting van de westerse rationele en pragmatische benadering met de oosterse spiritualiteit betekent een grote stap voorwaarts. Wat wij tekort hebben wordt door hen gecompenseerd, wat zij tekort hebben door ons.

En dat is net wat ik te weinig kon ervaren in het meer conservatieve Theravada: de wil en overtuiging om te groeien naar een aangepast en uniform wereld-boeddhisme. De Boeddha was zonder meer een uitmuntend psycholoog. De mens, anno 2014, is echter niet meer te vergelijken met Gautama's tijdgenoten. Aanpassingen zijn noodzakelijk, dat beseft Thich Nhat Hanh als geen ander. Tijdens de Vietnamese oorlogsjaren konden monniken ervoor kiezen om in hun kloosters te blijven of om de plaatselijke bevolking te helpen bij wederopbouw of rijstoogst. Er is niets mis met monniken die in hun kloosters aan een versterking van de 'eigen schakel in de mensheid' willen werken. Maar er mogen en kunnen ook monniken zijn die hun kloosters verlaten en de handen uit de mouwen steken.
De Boeddha had twee bijzondere hoofdleerlingen: Sariputta (Sariputra) en Moggallana (Maudgalyayana). Op het eind van zijn leven verklaarde hij zijn dankbaarheid aan beiden. Algemeen wordt aangenomen dat de eerste aan de basis lag van het meer conservatieve Theravada, en de tweede aan de basis van het meer sociale Mahayana. Daarbij keurde de Boeddha beiden als volwaardig en aanvullend.

In een hedendaags boeddhisme hebben beiden hun plaats en vervagen de tegenstellingen. De middenweg overal dus. Ik voel me steeds meer als een wereldburger. Wat betekenen etiketten als Belg, leraar, kunstenaar, man, toerist, reiziger...? Tijdens de crematieplechtigheid in Wat Pah Nanachat zag ik het lichamelijk overschot van de Thaise huishouder langzaam opbranden. Stof en as is alles wat overbleef. Dat stemt tot inkeer. En tot het waarderen en genieten van dat wat ons tijdelijk toegewezen is. Een kerstwens.
 

zondag 15 december 2013

Na een bijzonder verfrissende periode van 33 dagen in afzondering in het internationaal woudklooster Wat Pah Nanachat, vandaag teruggekeerd naar het hotel in Ubon Ratchatani. Een periode van stilte en inkeer, van reflectie en meditatie. Een tijd van leven in eenvoud, zonder storende afleidingen van buitenaf. Samen met de residerende monniken en leken-boeddhisten simpel genieten van de puurheid, een leven van onthouding. Al voel ik me, diep in het hart, niet echt als een Theravada-boeddhist, zoals ik me voorgenomen had heb ik geprobeerd me te schikken naar hun levenswijze en leefregels. Ik was er immers uit vrije wil en mocht er overleven bij gratie van de vrijgevigheid van de plaatselijke bevolking. Nimmer wil ik, uit dankbaarheid, vergeten welke kansen mij aangeboden werden door de eenvoudige Isaan communauteit. En, was het toeval of niet, weerom mocht ik mijn verblijf afsluiten met een indringende crematie-plechtigheid. Een 58-jarige 'householder', een man die ik kende vanaf mijn eerste bezoek aan het klooster, werd aangereden op de drukke verkeersader buiten het klooster. Dichter bij de tijdelijkheid van ons wonderlijk bestaan kan je nauwelijks komen. In-triest, immens mooi. Als de twee vleugels van de prachtige uil die zich 'doodvloog' in de sala tijdens onze avondmeditatie. Het leven, het wonder, het lijden, de bevrijding... Het zal steeds moeilijk blijven om dit alles ten volle te doorgronden. Laat ons echter de wijsheid om er de zin en schoonheid van in te zien.

Maar goed, ik zit terug op het terras van het hotel in het centrum van Ubon City. Opnieuw is er een drukke, commerciele avondmarkt rondom mijn hotel. Ik tracht de fluctuaties van het leven te vatten en overdenk het volgende: eergisteren vertelde Ajahn Amaro (een mahathera bhikkhu, van origine Engelsman maar gepokt en gemazeld in een jarenlang bestaan als Theravada-monnik) dat de alom geprezen woudmonnik, Luong Por Sumedo, een recent boek geschreven heeft met als titel 'Don't take your life personaly'.
Zelden of nooit een titel van een boek tegengekomen die het lezen ervan praktisch overbodig maakt. Als overtuigd boeddhist besef ik hoezeer woorden tekort kunnen schieten om uiting te geven aan de diepste inzichten omtrent het bestaan. Maar als het dan toch onoverkomelijk blijkt ze te gebruiken, dan liefst met de directheid van deze titel. Van dezelfde auteur, Luong Por Sumedo (de eerste Westerse leerling van Ajahn Cha), mocht ik persoonlijk horen dat de Boeddha's leringen samen te vatten zijn in een woord: 'wake-up'.

En dat is wat ik wil betrachten in dit leven: wakker worden in het volle besef van liefde en lijden, van dankbaarheid om het geven en krijgen. Van de tijdelijkheid en betrekkelijkheid der dingen  en de wonderlijke schoonheid daaromheen.
In liefdevolle herinnering aan Lieske en Jan, mijn moeder en vader.

En omdat ik een mahayana boeddhist wil zijn: laat mij ooit een bodhisatva worden. Voor het welzijn van eenieder.    

dinsdag 12 november 2013

Heb me deze ochtend aangeboden in Wat Pah Nanachat met de vraag of ik er een maand kan verblijven. Ondanks het feit dat er momenteel reeds een behoorlijk aantal leken resideren (11 op een max van 13), heb ik de toestemming gekregen. Morgenvroeg neem ik mijn intrek en bijgevolg zal ik tot 15/12 niet bereikbaar zijn via elektronische communicatie. Enkel op woensdag 27/11 zal ik het klooster voor een nacht verlaten en tijdelijk verblijven in het hotel in Ubon. Op deze wijze kan ik me op de hoogte houden van eventuele familiale ontwikkelingen en telefonisch contact opnemen met mijn oudste zoon Ward. Verder wil ik de mogelijkheden om
mijn Thai visum te verlengen, onderzoeken. Eigenlijk wil ik graag de eindejaarsdrukte ontlopen en ingetogen doormaken in het woudklooster. Ook een verblijf in het Thai Plum Village in Khorat wil ik graag overwegen. Mijn visum is slechts geldig tot 8/1/14 en dat kan wat krap worden. Ik besluit een en ander rustig af te wachten en was al bijzonder blij om vandaag terug in het prachtige domein van het klooster te kunnen wandelen. De natuurpracht en de stilte lieten me met volle teugen 'bewust' ademen.

May all beings find peace.

vrijdag 8 november 2013

Eens te meer dreigen de weersomstandigheden mijn reisplanning te zullen verstoren. Sinds deze ochtend verblijf ik in Pakse, Zuid-Laos. Daar ik na mijn nachtelijke bustrip van Vientiane naar Pakse aan een dag rust toe ben, besloot ik vandaag slechts overmorgen de grens met Thailand over te steken. Maar de weerkaarten, die de evolutie van super-tyfoon Haiyan voorspellen, laten een bedenkelijke indruk achter. Zo te zien zal de storm via midden-Vietnam verder over het Zuiden van Laos naar Noord-Oost Thailand trekken. Opnieuw de richting die ik zoek uit te gaan.
Natuurlijk valt het moeilijk om op voorhand de exacte route van een tropische storm te bepalen, en volgens de kaarten op het internet kan het kantje-boordje worden. Gaat deze superstorm, of wat ervan overblijft, pal over Pakse en Ubon trekken of meer noordwaarts?
Het recente vliegtuigongeval in Pakse indachtig, ga ik de zaken rustig afwachten. Met de natuuromstandigheden valt niet te spotten, een mens dient hier in alle nederigheid en met ontzag mee om te gaan. Al wil ik graag op tijd in Wat Pah Nanachat aankomen, niets hoeft in mijn leven nog overhaast te gebeuren. Een reiziger op het pad van de Dharma leert zich aan de omstandigheden aan te passen, eerder dan ze aan zijn dwangmatig ego te willen onderwerpen.

donderdag 7 november 2013

Ik vertrek deze avond met de nachtbus van Vientiane naar Pakse in het Zuiden van Laos. Zal morgen in de ochtend daar aankomen en er waarschijnlijk een nacht verblijven. Ubon Ratchatani, in Thailand, is slechts op enkele uren verwijderd van Pakse en ik wil graag terug enige tijd in Wat Pah Nanachat verblijven. Hopelijk is er dit jaar wel nog een plaatsje vrij voor mij.

donderdag 17 oktober 2013

Blijkbaar was de beslissing om mijn afreis naar Laos gisteren uit te stellen gegrond. Zoals te verwachten trok de storm, die eergisteren Vietnam trof, woensdag verder richting Laos en Thailand. Exact de richting en de dag van mijn geplande reisroute. Spijtig genoeg zijn de weersomstandigheden verantwoordelijk voor een fatale vliegtuigcrash in de omgeving van Pakxe. Een binnenlandse vlucht van Vientiane naar Pakxe is neergestort in de Mekong rivier, net voor het landen. Alle 49 inzittenden hebben het ongeval niet overleefd, onder hen verschillende Franse toeristen -waaronder een gezin met jonge kinderen-, Australiers en Koreanen. Het blijft een vraagteken waarom de piloten besloten toch bij stormachtige weersomstandigheden te vliegen. Verder onderzoek zal de juiste oorzaak van de crash moeten duiden maar het zal allicht aan een sterke windstoot te wijten zijn dat het vliegtuig van zijn landingsroute moest afwijken. Ik betreur dit feit diep, temeer daar ik kan vermoeden dat enkele van de passagiers mijn toeristische lotgenoten kunnen geweest zijn in Vietnam. Hon, goede vriendin en serveerster in het restaurant waar ik dagelijks mijn middagmaal geniet, bedacht hetzelfde en kreeg daarbij ei-zo-na tranen in de ogen. Het getuigt van de gevoeligheid en betrokkenheid van de Vietnamezen met de buitenlanders die hun job verzekeren. Wie enkel een kortstondig en oppervlakkig contact heeft met Vietnam kan deze fijne geaardheid niet meteen opmerken. Ik weet ondertussen beter.

Eergisteren, na de doortocht van de tyfoon, had ik een interessant gesprek met een Brits-Afghaanse twintiger. Nu heb ik tijdens mijn lange rondreis reeds redelijk aparte contacten mogen genieten met mensen uit o.a. Egypte, Iran, Pakistan, Bangladesh, Taiwan, India, Japan, China, Nepal, Chili, Uruguay, Mongolie..., dit was ongetwijfeld mijn eerste contact met iemand die roots en familie heeft in Afghanistan. Het werd een bijzonder gesprek dat alras ging over mijn interesse voor het boeddhisme. Niet dat ik mijn onderwerp wilde opdringen, Khaled was gewoonweg bijzonder geinteresseerd om meer te vernemen over iets dat hij amper kende. Vandaag heb ik vernomen dat hij erin geslaagd is om voor twee dagen zijn intrek te organiseren in een boeddhistisch klooster. Khaled's belangstelling bleek niet gefingeerd en ik bedacht meteen dat Afghanistan ooit een boeddhistisch land is geweest (herinner je het opblazen van historische, reusachtige boeddha-beelden door de Taliban destijds).

Elke majestueuze boom is gegroeid vanuit een minuscuul zaadje. We weten allemaal hoezeer Afghanistan al eeuwenlang wordt verdeeld door internationale belangen en excessief geweld. Mogelijk kan de vredevolle boodschap van de Boeddha herstellen wat bijzonder scheef gegroeid is. Ik maak redelijk tot uitzonderlijk boeiende ervaringen mee op mijn reis. Het was ooit mijn droom om een wereldburger te worden. En lang geleden maakte ik een groot schilderij met de wat vreemd klinkende titel: "Afghanistan, mon amour, run...run..." Deze dagen in het bezit van een fijne ex-collega met Koreaanse roots.
Al draait het nooit om mijn persoontje, ik ben wat blij dit allemaal te mogen meemaken.

Voor de volledigheid: ik heb tevens bijzondere mensen mogen ontmoeten uit Brazilie, Mexico, Portugal, Zweden, Estland, Singapore, Rusland, Canada, Tibet, USA, Bolivie, Tjechie, Duitsland, Frankrijk, Spanje, Nederland, Ierland, Engeland, Turkije, Myanmar, Hong Kong, Maleisie, Indonesie, Thailand...enz. Een schier eindeloze lijst. Mogelijk misstaat ons nationaal voetbalteam niet echt op de wereldbeker voetbal in Brazilie. Al gaat het hier enkel maar om een spel, voor mij wordt het steeds duidelijker: er bestaat slechts 1 mensheid. "No matter which color of skin or eyes."

dinsdag 15 oktober 2013

Een hevige storm is de afgelopen nacht en deze voormiddag over midden-Vietnam
getrokken en heeft me, noodgedwongen, doen besluiten mijn afreis van morgen uit te stellen. Ik heb reeds per sms-bericht de bevestiging ontvangen dat ik mijn busticket mag behouden voor een latere datum en heb besloten te wachten tot na het weekend. Mijn visum is immers nog geldig tot volgende woensdag.
Daar de storm verder via Laos en Thailand landinwaarts trekt, kan ik de toestand van de reisroute niet vertrouwen. Via televisiebeelden kreeg ik al enig idee van de verwoestingen en overstromingen op het platteland. Ook rondom mijn gastverblijf in Hue bemerk ik overal afgewaaide takken en ingestorte constructies. Mijn gedachten en medeleven gaan vooral uit naar de minderbedeelden die hier het eerste slachtoffer van zijn.
Inmiddels wordt er een nieuwe en uiterst krachtige 'tyfoon' over Japan verwacht en heeft een zware aardbeving op de Filippijnen een ongekend aantal slachtoffers gemaakt.

Ik hoop dat we wereldwijd onze verslaving aan fossiele brandstof kunnen en willen herzien, met het inzicht dat we ons geluk niet mogen afhankelijk stellen van het lijden van anderen. Het blijkt de nieuwste trend; jonge toeristen huren massaal motorfietsen om een land dat al miljoenen motorgebruikers telt, tijdelijk te komen afschuimen. Just for fun...

Ongewild moest ik terugdenken aan een zinsnede van een oud-leerling: " Ja meneer, kauwgom mag dan al vies en vervuilend zijn, maar het is wel verdomd lekker..."  

zondag 13 oktober 2013

Daar mijn visum voor Vietnam weldra verloopt, heb ik mijn terugreis naar Vientiane (Laos) geboekt voor volgende woensdag, 16/10. Hopelijk strooit een, opnieuw verwachtte, tropische storm geen roet in het eten. Ik verkies de meest nabije grensovergang over te steken (in Lao Bao) omdat daar de papierwinkel doorgaans vlotter verloopt, maar dat betekent tevens dat ik een heel eind via erbarmelijke wegen door het vrij desolate Laotiaanse platteland moet reizen. Dus duimen maar...Het wordt alleszins weeral een lange, vermoeiende reis maar, ach ja, dat hoort erbij.
In Vientiane zoek ik niet langer te verblijven dan noodzakelijk om mijn Thai visum aan te vragen. Momenteel heb ik het wat bekeken met druk bezochte Aziatische steden. Ik ben aan stilte en rust toe in een Thais klooster. Een nieuw, relatief lang verblijf in Wat Pah Nanachat zou me welgekomen zijn, indien mijn oprechte motivatie me dit toelaat uiteraard.

Maar dit betekent geenszins dat ik Vietnam weerom zonder enige weemoed kan verlaten. Tot hiertoe heb ik me nog geen enkele dag betreurd in dit door mij zeer geliefde land. Integendeel, ik denk dat ik hier vrijwel de warmste vriendschapsbanden in mijn huidig leven heb kunnen smeden. Ik voel me diep verbonden met het volk van mijn geliefde leraar. Mijn relatie met Vietnam is van een uitzonderlijke geaardheid, moeilijk om uit te leggen. Recentelijk heb ik hier mijn zestigste verjaardag kunnen vieren, omringd door mensen die ik graag zie en waarvan ik gerust mag aannemen dat dit wederzijds is. Onlangs ben ik voor de eerste maal ingegaan op de uitnodiging om een huwelijksfeest van een goede vriendin bij te wonen. Ik werd volledig opgenomen in het gebeuren als zijnde deel van hun gemeenschap. Elke dag, wanneer ik me op straat begeef, word ik voortdurend  begroet in de typisch Vietnamese stijl en taal. Ik ondersteun menigeen maar krijg daarvoor veel warmte terug. Vorige week ben ik enkele dagen zwaar ziek geweest, een nieuwe opstoot van dysenterie, maar dankzij de goede zorgen van de mensen van mijn gastverblijf (tweemaal per dag rijstsoep en medicatie die ik niet mocht betalen!) ben ik daar helemaal doorheen.
Ik bedenk momenteel enkele Engelstalige zinnen die best verwoorden wat ik voel:

       It is a good man's destiny

       to travel alone
       all along the road.
       But when he can leave
       a place,
       in the knowledge
       that his short passage
       made a difference ;
       changed something
       for the best
       in the heart and life
       of people,
       he can continue his journey
       with great happiness
       and peace in mind.

       I feel grateful
       dear fellows,
       because, after all,
       it were you
       who gave me this occasion. 

     

       Ivo,13/10/'13

woensdag 18 september 2013

With silence
we give
our attention

With noise
we ask
for attention

Silence yourself
with love

Ivo

donderdag 22 augustus 2013

On the subject of : 'Le Vu Lan bao hieu', celebrating the parents and ancestors, which Vietnamese people are honouring on 20/21 August (15 and 16 June on Lunar calendar):

Although life may be mainly containing dhukkha,
if one is able to cultivate
the devine ear and eye,
one can discover every moment
the loving kindness of the ancestors
in the trees, flowers, rivers or moutains.

Never we shall be separated
from our beloved one's
since they were not born, neither deceased.
They shall always be present
in the magical nature
that surrounds us as a protecting shield.

Let me be aware to become such a shield
for my own offspring.
To stay humble and grateful
for my precious life.
Let me be able to offer the diamond
in the pocket of the worn jacket
I gave to the poor man.

For it is in giving that we shall stay alive.
Let me, on my turn, become a tree,
a flower, a river or a mountain.
To remind people how much I've tried
to love them.

Despite my countless failures,
I will invite you to look deeply at the trees,
the flowers, the rivers and the mountains.
Only within them you will find your ancestors,
your beloved one's and what is called 'me'.
An endless beautiful legacy.

And if I could, I would promise you
never to be presumptuous anymore.

Ivo, 21/8/'13, Hue city, Vietnam.


zaterdag 17 augustus 2013

Ik probeer een zo bewust en gedisciplineerd mogelijk leven te lijden in Hue City. Geen makkelijk streven in een drukke Vietnamese stad die ook nog eens dagelijks overspoeld wordt door massa's toeristen. Innerlijke rust vinden terwijl men voortdurend overweldigd wordt door een veelheid aan visuele en auditieve prikkels, is bepaald geen sinecure. De Boeddha's woorden indachtig moet het echter vrijwel overal mogelijk zijn de immense schoonheid en wijsheid van de Dharma te ontdekken. En dat lukt me de ene dag al beter dan de andere. Ik beschik nog over ruim twee maanden visum-geldigheid voor Vietnam en wil die, bij wijze van overleven als thuisloze reiziger, naar best vermogen volmaken. Ik hou alvast ruimschoots voldoende van dit land, de bevolking, natuurpracht en cultuur, om dit niet als een versterving te moeten beschouwen. Maar eerlijk gezegd, het valt me niet onverdeeld makkelijk mijn doelstellingen en levensbetrachtingen te verwezenlijken gezien de heersende omstandigheden. Zonder de ondersteuning van een sangha of van spirituele vriendschappen moet je jezelf stevig in de hand houden om niet te verdrinken in een bestaan van oppervlakkige consumptie of leeg vermaak. Wel prijs ik me gelukkig mijn tijd niet meer te hoeven besteden aan het verwerven van een inkomen. Als ik rondom mij kijk, besef ik welk een luxe dat dit betekent.

Om mezelf niet al teveel in moeilijkheden of verleiding te brengen, vermijd ik deze dagen vooral die gelegenheden waar ik makkelijk geaggiteerd raak door luidruchtige muziek of toeristische 'peptalk'. Mezelf afhouden van het frisse, lokale bier helpt tevens om minder veroordelend, of vanuit vooroordelen, te denken. Eigenlijk hoef ik enkel naar mezelf en mijn persoonlijk handelen te kijken. Daar vind ik genoeg stof ter bezinning voor. Al impliceert zulks een meer solitair, dagelijks bestaan van menige uren alleen op mijn kamertje. Ik beweer reeds lang dat ik feitelijk niet meer nodig heb dan een kleine plek waar ik kan studeren, mediteren en slapen. Op het kleine, geriefelijke en knusse kamertje in het Minh Tam guesthouse kan ik dit in de praktijk brengen. Het is momenteel trouwens de warmste periode van het jaar in Vietnam. Gelukkig genoeg mag ik genieten van een goed functionerende airco, want met de volle zon op mijn venster wordt het reeds vanaf de vroege ochtend bloedheet en adembenemend vochtig.

's Morgens verman ik mezelf om omstreeks 7 am op te staan. Tussen 7.30 en 8.30 houd ik zitmeditatie. Het kussen dat de moeder van een goede vriendin speciaal voor mij gemaakt heeft, doet hierbij uitstekend dienst. Daar de Vietnamezen vroeg opstaan en het daardoor op dat moment van de dag reeds behoorlijk luidruchtig kan zijn in het guesthouse, ondervind ik behoorlijk soelaas van de 'wassen' oordopjes die ik vanuit Belgie heb meegebracht. Daarna een verfrissende douche en een ontbijt met verse fruitsalade, yoghurt en Oolong thee. Terug op mijn koele kamertje, inmiddels opgefrist door Oanh, de immer goedlachse en vriendelijke 'house-keeping lady', begin ik aan mijn dagelijkse studie van de Dharma. Door de onmogelijkheid van een sangha-ondersteuning heb ik deze studie echt wel nodig. Net als kleine kinderen herhaling nodig hebben om iets bij te leren, is het essentieel voor mij om me te blijven focussen op dat wat er voor mij echt toe doet in het leven. Mijn meditaties zouden me niet ver brengen indien ik het bewustzijn, dat daaruit voortvloeit, niet in de praktijk kan omzetten.

Verder verlaat ik mijn kamer enkel voor het middag- en avondmaal. Vooral het heerlijk rustige 'Aubergine-restaurant' met zijn sobere, stijlvolle inrichting en vriendelijke personeel, vind ik een oase. Daar sluit ik mijn dag graag af om omstreeks 24 u het licht uit te doen. Helemaal niets speciaals, gewoonweg trachten waardig en eenvoudig te overleven in een land waar ik nog altijd veel van hou. Er zijn veel mensen die zich met heel wat minder moeten tevreden stellen. In contact mogen komen met de Dharma is op zich reeds een groot voorrecht.

donderdag 1 augustus 2013

Opnieuw ver verwijderd van mijn familie, kinderen en kleinkinderen, zus en schoonbroer, kortom van eenieder die mij dierbaar is want nauw verbonden, wil ik iets schrijven over de liefde. Meer bepaald over hoe de Weg van Ontwaken zich daar tegenover verhoudt.

Ooit stelde de Boeddha : 'Er is lijden in liefde.' Al snel verspreidde zich het gerucht dat de grote, spirituele leider het wel eens fout kon voorhebben. In hun verwarring dachten de mensen dat liefde enkel geluk en vreugde kan brengen. Ze begrepen niet dat er twee vormen van liefde bestaan.
Graag wil ik hier de woorden van de Boeddha citeren:

'Wanneer mensen over de liefde praten hebben ze het meestal over de liefde tussen ouders en kinderen, mannen en vrouwen, familieleden of tussen de leden van dezelfde kaste of tussen landgenoten. Omdat zulke liefde afhankelijk is van de begrippen "ik" en "mijn" blijft ze verstrikt in gehechtheid en discriminatie. Mensen willen alleen van hun eigen ouders, echtgenoot, kinderen, kleinkinderen, hun eigen familie en hun eigen landgenoten houden. Omdat ze verstrikt zijn in gehechtheid, maken ze zich zorgen over ongelukken die hun geliefden zouden kunnen overkomen zelfs al zijn die dingen nog helemaal niet gebeurd. Als zulke ongelukken dan werkelijk gebeuren, lijden ze hevig. Liefde die gebaseerd is op onderscheid brengt vooroordeel voort. Mensen komen onverschillig of zelfs vijandig te staan tegenover degenen die buiten hun eigen kring van liefde vallen. Gehechtheid en discriminatie zijn bronnen van lijden voor onszelf en voor anderen. De liefde waarnaar alle wezens werkelijk hongeren is liefdevolle vriendelijkheid en mededogen. Maitri is de liefde die anderen gelukkig kan maken. Karuna is de liefde die het vermogen heeft het lijden van anderen te verlichten. Maitri en karuna vragen niets terug. Liefdevolle vriendelijkheid en mededogen zijn niet beperkt tot onze eigen ouders, echtgenoot, kinderen, familieleden, kastegenoten of tot onze eigen landgenoten. Ze strekken zich uit tot alle mensen en alle wezens. In maitri en karuna is geen discriminatie, er is geen gehechtheid. Ze brengen geluk en verlichten lijden, ze veroorzaken geen lijden en wanhoop...
Natuurlijk moet u van uw eigen gezin en van uw eigen volk houden...
Als u van alle jonge mensen kunt houden zal uw liefde, die nu nog beperkt is, een allesomvattende liefde worden en dan zullen alle jonge mensen u even lief zijn als uw eigen kinderen. Dat wordt er bedoeld met een meedogend hart hebben...
Dat is ware liefde.
Liefde die gebaseerd is op gehechtheid en begeerte schept slechts angst en meer lijden. Mededogen verschaft de energie om te doen wat het nuttigste is om dierbaar te zijn.'

Ik wil geenszins beweren al zover te staan, me enkel traag en gestaag bewegen op de Weg van het Ontwaken. Een waarlijk mens worden is een werk van lange adem. Met goede mensen rondom mij, en via geven en nemen, zal dit mogelijk werkelijkheid worden.

PS: Op de Boeddha's woorden over de Universele Waarheid kan geen auteursrechterlijke 'claim' ingevorderd worden. Zij zijn 'a gift of the dharma'.

dinsdag 30 juli 2013

Over mijn kort verblijf in Danang, waar ik mijn kennissen niet kon ontmoeten en de mij vertrouwde plekken inmiddels weer veranderd zijn van eigenaar en personeel, evenals over mijn bustrip naar Hue met hindernissen want met een onbeduidend maar tijdrovend ongevalletje, hoef ik het niet te hebben. Zoveel interessanter is het te berichten over de bijzonder hartelijke ontvangst in het Minh Tam guesthouse en de vele fijne contacten die het voorbije weekend mij te beurt vielen in Hue. Er zijn voor mij redenen ten over om deze stad als mijn tweede thuishaven te beschouwen. Het blijft verbazingwekkend: een mens bevindt zich heel alleen en, om en nabij, 17 000 km verwijderd van zijn thuis maar weet zich vrijwel constant omringd door goede vrienden.

Zo bijvoorbeeld waren de voorbije dagen rijkelijk gevuld met allerhande contacten en afspraken. Veel gelegenheid tot lanterfanten zat er niet in, daarover geen geklaag. Deze ochtend heb ik mijn hotelkamertje rond 10 u verlaten om slechts rond 22.30 u  weer thuis te komen. Via vertrouwde contacten, nieuwe gezichten ontmoet en doorheen het typische platteland gereden. Intens groene rijstvelden, rivieren en meertjes met vissers op hun sampam's, ontelbare barakjes die van alles-en-nog-wat aanbieden, kinderen die spelen en joelen met niets en verrimpelde oude vrouwtjes met hun 'conical hat' op een roestige fiets. Onderweg naar het strand van de Zuid-Chinese zee passeerden we kleine kuddes buffels, traag waggelend op de openbare weg en voortgedreven door jonge kereltjes op blote voeten. Vrouwen spreidden knalrode chilipepers te drogen op het asfalt. Dreigende, donkerblauwe wolken stegen op boven de immer mistige bergen op de achtergrond, maar op een enkel spatje nattigheid na, viel er geen noemenswaardige regen uit de lucht. Het strand, met goudgeel zand en gestaag klotsende golven, was een welgekomen baken van rust. Gezeten aan een primitief plastiek terrastafeltje, heb ik daar met mijn goede vriend en leeftijdsgenoot Duc, een van mijn beste gesprekken ooit in Vietnam kunnen voeren. Op deze wonderlijke plek kwamen zijn en mijn visie over Boeddha's wijsheden dichter bij mekaar. Twee ouder wordende mannen, zo verschillend van cultuur en achtergrond, die mekaar vinden in de dageraad van hun bestaan. Wijs, zeer wijs...

Deze avond had ik opnieuw een afspraak met Ngoc en enkele van haar jonge vriendinnen. Mooie en spontane meiden die 's avonds graag bijeenkomen aan de avondmarkt langs de waterkant van Perfume (Huong) River. Versta me niet verkeerd, ik hou ervan om te 'kletsen' met en te kijken naar deze prachtvrouwtjes die maar wat graag hun kennis van de Engelse taal willen bijschaven. Verder kan, mag en wil ik het niet laten komen. We keuvelen dan, lachen veel en raken soms heel spontaan diepmenselijke onderwerpen aan. Ze hebben allen zo hun dromen, teleurstellingen, verwachtingen over de toekomst. Ze willen graag vooruit maar voelen zich daarin belemmerd, meestal door een gebrek aan financiele mogelijkheden. Maar ze hangen ook aan mijn lippen. Ze willen levenswijsheden horen van een man die hun vader kon zijn. Zijn vol verwachtingen en hongerig naar wat het leven hun kan bieden maar waar ze mogelijk nooit een toegang toe kunnen vinden.

Ik vond de tijd rijp om hun aan een van mijn ervaringen deelachtig te maken. Toen ik een vorige keer in Hue over de bekende Truong Tien Bridge wandelde, bemerkte ik een wel heel speciale toerist. Een man van middelbare leeftijd met een Zuid-Europese 'look'. Een toerist, compleet met indrukwekkende camera losjes op de borst. Het enige verschil met alle andere toeristen was dat deze man geen armen had. Beide schouders eindigden met een stompje. De gemoedelijke glimlach, een absolute uitdrukking van een zekere tevredenheid, was op 's mans gelaat af te lezen. Ik kon het lijfelijk voelen: deze man genoot van zijn reis doorheen tropisch Vietnam. Maar hoe doe je dit zonder armen? Hoe eet zo iemand, hoe kleedt hij zich aan, hoe gaat hij naar het toilet?
Hoe dan ook een beeld dat voor altijd op mijn netvlies werd gebrand. Voelde me plots nederig en intens gelukkig.

Mijn verhaal miste zijn effect niet. De lieve dametjes werden, midden de rumoerige drukte van de avondmarkt, zo kalm en bewegingsloos als een rijstplantje bij windstilte. En dit gevoelige moment werd nog versterkt toen, quasi tegelijkertijd, een jonge, blinde en kreupele toeriste ons tafeltje passeerde. Een drankje bestellend aan het standje vlakbij ons, bleek ze ook nog eens de Vietnamese taal machtig te zijn. Mijn gezelschap en ikzelf hadden het allemaal opgemerkt en begrepen. Alles kwam tezamen in het juiste verband. We hebben heel tevreden en opgewekt van mekaar afscheid genomen. Een rijke dag in een magisch leven.

Wees echter gerust, ik besef terdege dat het niet elke dag zo kan en zal zijn.
   

donderdag 25 juli 2013

Ben gisteren omstreeks 15 u plaatselijke tijd veilig en wel geland op Tan Son Nhut Airport in HCMC (Saigon).  Eerst een vliegreis van ongeveer 7 uren vanuit Brussel tot Doha (Qatar), daar een wachttijd van 6 uren en vervolgens plusminus 8 uren verder gevlogen naar Vietnam.. Alhoewel dit telkens weer een relatief vermoeiende trip betekent -je doorloopt tenslotte 3 verschillende tijdszone's-, het blijft me verbazen hoe vlot je deze dagen de halve wereld kan rondreizen. Mogelijk iets te makkelijk want zulks houdt het gevaar op misbruik in zich. Ik weet niet of het verantwoord is de enorme mensenmassa's die je zich ziet verplaatsen, hieraan toe te wijzen, maar het blijft maar de vraag hoeveel van deze verplaatsingen noodzakelijk of nuttig zijn om de gigantische vervuiling, die hiermee gepaard gaat, te verantwoorden. En die vraag kan ik natuurlijk ook mezelf stellen, zelfs met een extra koffer boordevol goede bedoelingen en voornemens bij me.

Een mens zou zich nooit op voorhand onnodig hoeven zorgen maken. Een van de lessen die ik maar moeizaam geleerd krijg. Al die zorgelijke overpeinzingen waarmee ik mij kwelde, bleken overbodig. Zo kon ik bv wel Vietnamese dong afhalen op de terminal en moest ik de taxi naar mijn hotel niet met (teveel) dollars betalen en gaf de vriendelijke chauffeur toe dat zijn meter een onbetamelijk hoog bedrag aangaf. Hij stelde zich tevreden met een eerlijk compromis. Wat mij betreft kan er dan bijgevolg een fijne 'tip' bovenop.
Ik was bovendien blij dat het mij bekende Mai Phai hoteletje in Pham Ngu Lao Street nog een kamer beschikbaar had. Heel leuk meegenomen dat de manager en bedienden me nog kenden en me hartelijk ontvingen. Zo kreeg ik ditmaal, aan dezelfde prijs als voorheen, een kamer die dubbel zo groot is als de voorgaande.
Ook in de kleine Ierse pub herkende de waard me. Hij kwam bij mij aan het tafeltje zitten voor een hartelijke babbel. Mijn bescheiden kennis van de Vietnamese taal, met een duidelijk accent uit Hue, werd begrepen en gewaardeerd. Deze metropool mag dan al overdruk en lawaaierig zijn, het droeg er allemaal toe bij me redelijk snel 'thuis' te voelen en mijn oververmoeidheid en jetlag te kunnen verdragen.

De wifi-verbinding op mijn kamer werkte meteen naar behoren. Zo kon ik vrijwel direct mijn zus de gevraagde bevestiging van behouden aankomst doorsturen. Ik was daar nog maar net mee bezig toen Phuoc me al berichtte met een fijne 'welcome'. Ook met AnnaLe heb ik inmiddels reeds uitgebreid kunnen chatten. De Viettel 'simcard' van mijn mobieltje is nog operationeel en bijgevolg hoef ik niemand een nieuw telefoonnummer door te geven. Phuoc en AnnaLe hopen me zo snel mogelijk in Hue te zien. Via de waard van de pub vond ik makkelijk een kantoor van Vietnam Airlines waar ik inmiddels een ticket naar Danang geboekt heb voor morgen 26/7. In Danang wil ik blijven tijdens het komende weekend want er zijn enkele goede vrienden te bezoeken. De bustrip naar Hue wordt dus iets voor begin volgende week. Dan kom ik echt weer thuis. Al bij al toch een voorspoedig verhaal, niet? Temeer daar ik bij een lokale temperatuur van 31 graden Celsius weinig fysieke aanpassingsproblemen ervaar. Raar maar waar, het blijkt momenteel in Belgie warmer en meer drukkend dan in tropisch Vietnam! Ben dan ook 'als een blok in slaap gevallen' en heb er een uitstekende 8 uren platte rust aan overgehouden.

In HCMC had ik al, bij mijn eerste bezoek aan de stad, alle interessante bezienswaardigheden bezocht. Meer kan deze enorm grote stad me eigenlijk niet bieden. Ik zal bijgevolg de rest van mijn dag besteden aan lezen en 'relaxen'. Ter afronding wens ik nog mijn familie en vrienden in Belgie te bedanken voor al het goede en mooie dat mij geboden werd met een toepasselijke tekst, gisteren gelezen op een Iers wandtapijtje aan de muur van de pub:

"May the road rise up to meet you,
may the wind be always at your back.
May the sun shine warm upon your face,
and the rain fall soft upon your fields.

May love and laughter
light your days
and warm your heart and home.
May good and faithful friends be yours
wherever you may roam,
may peace and plenty
bless your world
with joy that long endures.

May all life's passing seasons
bring the best
to you and yours.
And until we meet again,
may God (the Buddha...) hold you
in the palm of His hand.

-Irish Blessing-  

dinsdag 16 juli 2013

Heb reeds vier blogartikels aangezet en weer uitgevaagd. Het werkt voor geen meter meer. Ik vind telkens opnieuw al dat geschrijf zinloos. Vind de woorden niet meer. En of dat ook noodzakelijk is...

Begrijp me echter niet verkeerd. Ik blijf eenieder in mijn leven belangrijk vinden. Zelfs al voel ik steeds meer de behoefte me af te zonderen. Ja, ik heb jullie allemaal nodig. Zonder jullie ben ik niets. Een enkel grassprietje in een verdorde vlakte. Maar dat sprietje heeft momenteel niets meer te vertellen, al zeker niet te beleren. Leraar zijn? Mogelijk moet ik eerst mezelf wat bijstellen, bijscholen.

Mag ik die tijd vragen voor mezelf? Mezelf in de spiegel bekijken en enorm schrikken? Vol schroom, desolaat en vertwijfeld een kleine ontdekkingsreiziger te zien staan. Een mannetje dat desondanks alle inspanningen en zoektochten niet verder is gekomen dan het besef dat hij nog altijd moet afrekenen met zijn kwaadheid, begeertes en onwetendheid?

Een mannetje met al te grote ambities. Niet om het te maken als mens, zogenaamd om te slagen in het professionele leven. Neen, groter. Een mannetje dat een bodhisattva wil worden. Zo eentje met de gelofte: Hoe talloos de levende wezens ook zijn, ik beloof ze alle te redden.
Al blijf ik bij deze gedachte, ik zal nog hard moeten werken. Veel harder dan ik ooit heb moeten doen om mijn brood en dat van mijn gezin te verdienen. Al zal daar ongetwijfeld de eerste en belangrijkste aanzet gezet zijn. Mogelijk de enige die er echt toe deed.

Zen, gebaseerd op de Tao, zit boordevol tegenstrijdigheden. Het is een labyrint waarbij je steeds weer uitkomt bij het begin.

zaterdag 13 juli 2013

"Mens worden is een werk van verschrikkelijk lange adem, schrijft de Saint-Exupery...En dat mens worden ligt niet in het vinden van antwoorden, niet in het bereiken van wat dan ook. Neen, het ligt in het zoeken, in het geduldig wachten, in het standhouden, ook daar waar je niets hoort. Het ligt in het werken. En weer opnieuw in het werken. En in de discipline. Eindeloos."*

Wat hier bedoeld wordt met 'werken' is het werken aan jezelf. Het feit dat je de diepste waarheid van het bestaan niet buiten jezelf moet zoeken want dat je dan ook jezelf daarvan buitensluit. In deze zoektocht naar het diepste, intieme (maar niet seksuele) en woordeloze contact met de of  het andere, in een wanhopige poging de existentiele eenzaamheid van het 'afgescheiden-zijn' te overwinnen en toch enigszins een zekere houvast te vinden, willen we pasklare antwoorden, werkzame modellen of voorbeelden. Maar niets of niemand kan je vragen beantwoorden. Integendeel, de vraag stellen is ze reeds beantwoorden. Volgens de Saint-Exupery, die zich nochtans niet bekende tot een duidelijke religieuze strekking, is de grootste genade van het gebed juist dat je geen antwoord krijgt.

Zo ook voor het oorspronkelijke, Chinese Ch'anboeddhisme. We mediteren niet met de bedoeling iets te bereiken. Er valt gewoonweg niets te bereiken, te vinden of vast te pakken. Het 'oorspronkelijke gelaat' der dingen, -ook alweer zo'n goed bedoelde conceptuele maar versteende uitdrukking zoals het 'nirwana'-, valt nergens te bespeuren in de ons vertrouwde dimensies. En de bekende uitdrukking uit de Hartsuttra: 'vorm is leegte, leegte is vorm', zal ons weinig helpen in de vertwijfeling over het mysterie van het bestaan. Er rest ons bijgevolg niets anders dan gewoon verder te gaan met ons leven, te ademen en te werken. Weliswaar blijgemoed en vol vertrouwen want de schoonheid die ons omringt, indien we er onze aandacht kunnen op zetten, getuigt van het feest waarvan wij deelgenoot mogen zijn. Ik ben geen pessimist, daarvoor vind ik het leven ondanks alles te waardevol. Dat de mensheid niet perfect is -ik hoef daarvoor enkel maar naar mijn persoonlijk handelen te kijken- mag er ons niet van weerhouden ook de puurheid in de ogen van een kind te kunnen zien.

Op 23 juli, vandaag binnen 10 dagen dus, vertrek ik opnieuw naar Vietnam. Niet meteen een makkelijke beslissing. Zal het nooit zeker weten of ik hier, in mijn zogenaamd thuisland, alles afgerond heb wat ik diende te doen of te verwezenlijken. Er blijven onopgeloste zaken, vragen, verwachtingen en niet ingevulde dankbetuigingen ten over. Wat kan ik doen?
Om het met de woorden van de hedendaagse zenmeester en filosoof  Shin'ichi Hisamatsu te zeggen in zijn eenmalige levens-koan: "Precies hier en nu, als niets werkt, wat ga je dan doen?"*

Ik ga terug op reis naar een onzekere toekomst. Na meer dan drie jaren omzwervingen in Centraal- en Zuid-Oost Azie weet ik precies minder dan tevoren. Goed zo, misschien is dat het begin van de wijsheid.

Hoe dan ook, ik keer terug naar mijn uitgangspunt: vastbetreden paden leiden enkel terug naar het verleden. Naar waar je vandaan komt. Over dat verleden kan je met dankbaarheid of terughoudendheid terugblikken maar veranderen kan je het niet meer. Spijt zal mijn rugzak louter zwaarder maken. Niet dat ik die spijt niet ervaar of waardeloos vind, ik kan enkel werken. Niet louter van land verwisselen maar reizen door mijn bestaan. Me trachten los te maken van wat niemand vooruit helpt. Leven als de vlinder die zich constant te pletter vliegt op de wanden van de koperen klok en uiteindelijk zijn lot aanvaardt wanneer hij zich, overmand, laat vallen in de grenzeloze vrijheid van het bestaan.

Maha Karuna: het grootst mogelijke mededogen voor al wat bestaat. Als wezenlijk onderdeel van het bestaan ben ik dat verplicht aan mezelf. Echter wel met het besef dat ik mag leven bij de gratie van wie mij liefheeft. Ik hou met heel mijn hart van alles en iedereen, zonder ooit de mogelijkheid van dat gevoel te kunnen vasthouden of bestendigen. Ik moet weer op weg, opnieuw gaan reizen en alles loslaten. Waar ik echter ga of sta, ik zal iedereen vasthouden in mijn hart. De enige plek die er voor mij toe doet. Ben niet geboren om vast te roesten.

* Citaten uit 'Meer dan een mens kan doen. Zentoespraken' door Ton Lathouwers. Uitgeverij Asoka, Rotterdam 2000.

donderdag 27 juni 2013

"Sluit nooit de deur achter je met een rancune. Los je conflicten op vooraleer je het huis verlaat want je weet nooit of je nog weerkeert."
Aan het woord is mijn vader, nu ook zoal weer 52 jaren uit het leven verdwenen. Op een oktoberdag in 1961 werd hij betrokken in een verkeersongeval en is nooit meer kunnen thuiskomen. In zijn korte leven liet hij wijsheid, vriendschap, liefde en een grote leegte achter. Ik heb nochtans veel aan hem te danken: het leven en het begin van een levenslange spirituele zoektocht. 'Dat wat ons verwondt, is wat ons geneest.'*

'Het leven is een trein en geen treinstation. Het komt er echter op neer te reizen en niet zomaar van land te verwisselen.'*
Blijkbaar zitten we allemaal op de trein van het leven, weliswaar niet in dezelfde wagon. De dood betekent voor mij daarbij geen eindstation. We reizen dan verder doorheen de tijdloze ruimte. Leven en sterven onlosmakelijk verbonden; twee uiterste punten aan een begrensd lijnstuk dat daarbuiten in beide richtingen tijdloos uit deint. Een alsmaar herhalend gebeuren dat zich enkel kan oplossen in het nirwana wanneer de algehele verlichting de onwetendheid opheft en de egogerichte levensbegeerte volledig uitdooft. De versmelting met de Universele Energie, waaruit alles opkomt en weer verdwijnt, schept dan geen behoefte tot een afgescheiden bestaansvorm meer. Al zal die pure energie zich vervolgens weer manifesteren in alle andere, nieuwe verschijningsvormen want energie verdwijnt niet.

Een belangrijke conclusie hieruit is dat we het best zo goed mogelijk waken over onze gedachten, woorden en daden. Geen eenvoudige opdracht voor stervelingen die onvermijdelijk fouten maken. Een uiterst langzaam proces van bewustwording, en dit zeker niet louter vanuit onze verstandelijke vermogens maar ook en vooral vanuit het openen van het hart. Prajnaparamita (Skrt, de perfectie van de wijsheid) is bereikbaar voor elk mens, man of vrouw, indien we onze 'vrouwelijke kant' kunnen ontwikkelen of 'open' houden. Volgens de grote Tibetaanse Guru Rimpoche, Padmasambhava, benadert de onbaatzuchtige, ongeconditioneerde      
moederliefde het dichtst het ideaal van de bodhisatva.

Toen ik eind april in Hue vernam dat mijn terugkeer naar Belgie noodzakelijk was, voelde ik een knagend onbehagen. Het afhandelen van administratieve zaken is niet meteen een van mijn geliefde bezigheden, maar mijn onrust had meer te maken met de angst voor nieuwe confrontaties in en met mijn thuisbasis. Mijn relatief lange afwezigheid -ik heb in zijn geheel toch ook weeral meer dan drie jaren in Azie vertoefd- heeft een onvermijdelijke afstand teweeggebracht met familie, vrienden en bekenden, kortom met de hele thuiscultuur. Voelde ik onbewust aan dat ik met mijn soms scherpe woorden mensen ongewild kan raken? Het leven in een omgeving waar weinig oog en oor is voor spirituele verdieping ontlokt me nog altijd te makkelijk kritische opmerkingen. Dat recht heb ik niet. Ik ben verantwoordelijk voor mijn eigen keuzes, anderen voor die van hun. Al probeer ik steeds meer mijn woorden te wikken alvorens ze uit te spreken, oude en ingesleten gewoontepatronen zijn hardnekkig. Met mijn oprechte excuses aan het leven en al degenen die ik ooit onrecht heb aangedaan.

Wat me echter het meest zorgen baart is het vrijwel constante waarnemen dat mensen, mezelf incluis, voor het overgrote deel zelf verantwoordelijk zijn voor het lijden in het leven. Moeder Aarde en de Universele Energie blijven verdraagzaam, oneindig geduldig en vergeeflijk ondanks ons egocentrisch gekonkel. Waarom toch vergeten we dat zo makkelijk? Dat we fouten maken tegen anderen, de wereld en onszelf mag dan al onvermijdelijk zijn, aanvaarden we deze onvermijdelijkheid evengoed wanneer de fouten van anderen onszelf treffen?

Wanneer ik het tijdens mijn verblijf in Hue moeilijk kreeg met geluidsoverlast, overweldigend toerisme of ongebreidelde commerciele belangen, trok ik geregeld de bergen rondom de stad in. Mijn vriend, en vaste motortaxi, 'Duc' bracht me dan naar het hagelwitte en metershoge standbeeld van Quan-Am-Bo-That. Om de bergtop met het beeld te bereiken moesten we, na een rit van ongeveer 40 minuten via zand- of modderwegeltjes en langsheen ontelbare rijstvelden, nog een schier eindeloze reeks trappen bestijgen. Ongeveer om de tien treden plantten we brandende wierookstokjes in de daarvoor voorziene zandspleten. Vietnamezen bidden dan, vragen gunsten aan de 'vrouwelijke Boeddha'. Uit overlevingsnoodzaak maken mensen alras een religie van elk spiritueel inzicht.

Een standbeeld is echter van steen en stof. Daar buig ik me niet voor. Wel voor wat het voorstelt: de vrouwelijke energie in het universum, en ook voor de noodzakelijke bescheidenheid.

Quan-Am, Kwan-Yin, Kanon, Tara... wat stelt een naam voor?
Elke avond, alvorens in te slapen, herhaal ik meermaals de mantra: "Om Tare Tu Tare Ture So Ha." Een onuitwisbare auditieve herinnering uit mijn periode in Kathmandou, Nepal. Simultaan probeer ik bewust te ademhalen, tot ik wegzink in mijn pakhuisbewustzijn. Met dank aan mijn moeder, zuster, dochter, ex-vrouw en de vele vriendinnen in mijn leven. Zal het mij dan nooit lukken om die ene, waarachtige zielsgenote te vinden? "...Bevrijd te mogen worden uit de innerlijke isolatie, om een ander, een 'jij', te mogen ontmoeten van hart tot hart. Van kwetsbare mens tot kwetsbare mens..."*2 . Ben ik daar te complex, te gecompliceerd, te egogericht voor?

In tegenstelling tot wat veel mensen denken, staat de vrouwelijke energie voor wijsheid en de mannelijke voor mededogen. Echter zoals bij alles kennen beiden ook hun tegenpolen: tegenover wijsheid staat kortzichtigheid, tegenover mededogen staat wreedheid. In een sociaal samenlevingsproject kunnen vrouwen het moeilijker krijgen, zij zijn van nature meer geprogrammeerd om het eigen nest uit te bouwen. Mannen kunnen binnen hun samenhorigheidsgevoel makkelijker baldadig, zelfs agressief worden. Perfectie is niet van deze wereld.

's Morgens sta ik op en weet: 'Ik leef nu, nooit geboren, nooit gestorven.' Liefst van al zou ik niets of niemand nog willen nodig hebben. Dat klinkt uiteraard opnieuw zeer egocentrisch, zeker vanuit onze westerse levensopvatting. 'Nodig hebben' sluit nimmer een vraag uit. Als ik je nodig heb, wil ik iets van jou.
Tevreden zijn met het leven zoals het zich aandient. Leven met het zicht op zijn universele betekenis is oneindig verschillend van de vraag of we morgen nog voldoende eten of geld zullen hebben. Daar is Belgie nog niet rijp voor. We klagen en zagen over te weinig zon en over onze bruine medemens die zon en thuisland achter zich liet om hier, net als wij, meer financiele en materiele welvaart te vinden. Voor wat, hoort wat.

Het blijkt ver weg, een droom. Echter voor de volledigheid een stukje uit mijn eerste Engelstalige gedicht:

...
So we can walk together
on water,
fly through all times.
No matter which color of skin or eyes.
No anger, no fear...

Nothing is more bearable
than the grass we walk on.
Beyond the clouds hides
the clear blue sky.
And the warming sun.
Always.

*: citaten uit het boek van Paulo Coelho dat ik van de buurvrouw van mijn zus in bruikleen heb gekregen.
*2: citaat uit 'Meer dan een mens kan doen' van Ton Lathouwers.

maandag 27 mei 2013

Nog even wil ik terugkomen op het interview met Brene Brown dat ik las in het mooie magazine 'happinez'. Ik hoop dat de Nederlandse vrienden achter deze publicatie het me niet kwalijk nemen dat ik hieruit citeer op deze blog. Mogelijk kan men het beschouwen als een soort 'reclame'.

Verderop in het bewuste interview las ik dat de schrijfster na haar eerste lezing plots veel positieve reacties ontving via kranten en websites. Er waren echter ook enkele bijtende commentaren die haar deden wankelen. Ze voelde zich ineens niet stoer genoeg meer om met haar werk de wereld in te trekken. Haar inzicht veranderde na het lezen van een uitspraak van Theodore Roosevelt. Hierin prijst deze de moed van mensen die hun 'nek' durven uitsteken, groot enthousiasme en toewijding kennen en zich zo geven voor een edele zaak. Zelfs indien ze falen, mogen deze, aldus Roosevelt, terugblikken op de moed die ze getoond hebben.
Schrijfster Brown stelt: " Als je jezelf laat zien en je harnas uitdoet, dan zijn er mensen die je kwetsen, dat is zo. Maar dat kan me niet meer schelen. Want moed is de waarde die ik belangrijk vind en ik wil een moedig mens zijn." (Uit het mei-nummer van het mindstyle magazine 'happinez', uitgever Lim Olsthoorn.)

Nu wil ik ook weer niet beweren dat ik dermate gekwest of geraakt ben door bijtende kritiek. Maar uit enkele persoonlijke mails, als reactie op mijn artikels, kon ik opmaken dat sommige mensen mijn uitlatingen erg persoonlijk opvatten. Regelmatig herlezend in het verhelderende boek 'Boeddhistische Psychologie' van Robert Hartzema, leer ik dat het uitermate belangrijk is westerse psychotherapie en boeddhistische psychologie niet onverantwoord met elkander te verwarren. Mensen met ernstige trauma's, meegebracht vanuit hun verleden, kan en mag je niet zomaar om de oren slaan met uit het boeddhisme overgenomen inzichten. Uit mijn beperkte ervaring weet ik dat er in Japan zoiets bestaat dat men 'zenpsychose' noemt. Uit onkunde of onwetendheid wil ik me niet wagen op domeinen waar ik mezelf te weinig 'geschoold' vind.
Ik besef terdege dat mijn stellingnames op deze blog somtijds gevaarlijk dicht het 'op eieren lopen- principe' benaderen. De waters tussen een oosters spirituele en een westers wetenschappelijke benadering blijven somtijds diep. Daar kan ik,  langzamerhand, wel enige ervaringspapieren voor voorleggen.

Mag ik daarom de moed verliezen te blijven getuigen over mijn liefde en inzichten, gedreven door Sakhyamuni's levenslessen? Waar het in het Westen vooral 'pikt' is het aanvaarden van verantwoordelijkheid. Hier zijn we onmiddellijk geneigd steeds een verantwoordelijke aan te wijzen wanneer het mis gaat. We willen om diverse belangen steeds een schuldige kunnen vinden. Desnoods voor het aanhoudend slechte weer: "Nu zijn ze het toch aan het uithangen..."
Persoonlijk neig ik steeds meer naar het stokpaardje van de Dalai Lama: 'universal responsability'. Of om het met de onvolprezen woorden en dito humor van Hartzema te verduidelijken: is het steeds en onvoorwaardelijk de schuld van Ikea dat je de kast niet onmiddellijk in mekaar gezet krijgt? Mogelijk was je te ongedurig om eerst de handleiding door te nemen, het aantal vijzen en bouten te checken, of je 'mindful' bezig te houden met wat je bezig waart. Misschien komen we zo dermate tot het besef dat het geenszins ons geboorterecht is om morgenvroeg , geheel onschuldig want iedereen doet zo, de auto uit de stal te halen. Of het vliegtuig naar de zon te nemen omdat ze hier te weinig schijnt. Hier schijnen andere dingen dagelijks die aan de andere kant minder vanzelfsprekend zijn.
Maar ach, ik voel de eieren weerom onder mijn voetzolen kraken.

Het 'in leven ontstaan', vorm aannemen en bijgevolg ruimte innemen, betekent altijd ergens de ruimte verkleinen voor de anderen. De 'paticca samupada'. Moeilijk tot niet te bevatten met ons denkend vermogen.

zaterdag 25 mei 2013

Las zonet een interview met sociologe Brene Brown, de schrijfster van 'De kracht van kwetsbaarheid'.  Ik voelde me persoonlijk aangesproken want vond er meerdere aanwijzingen in met betrekking tot mijn huidige 'schrijversblok' op deze blog.
Zo heeft de schrijfster het o.a. over de relatie tussen kwetsbaarheid, vreugde en dankbaarheid. "Mensen die echte vreugde ervaren, zeggen bijvoorbeeld hardop waarvoor ze dankbaar zijn of ze houden dagboeken bij."
Ik heb het al eens eerder vermeld dat ik deze blog niet mag vermengen of verwarren met een dagboek. Maar ook dat ik 'mijn hart op mijn tong heb', snel en associatief schrijf terwijl ik liever, 'zensgewijs', meer en beter zou willen zwijgen. Vooral de angst (de slechte raadgever) mogelijk lezers, weliswaar onbewust, met gevoelige thema's te raken of wegens de noodzakelijke beknoptheid op een verkeerd been te zetten, begon er stevig in te zitten. Terecht of onterecht, daar ben ik nog niet helemaal uit.
Temeer daar ik nog geregeld reacties krijg van mensen die me aanmoedigen voort te blijven bloggen.

Volgens Brene Brown vinden de meeste mensen het sterk, bewonderenswaardig, ontroerend wanneer anderen zich kwetsbaar opstellen maar pijnlijk, genant ook wanneer ze zichzelf kwetsbaar voelen. In haar boek schrijft ze "...dat we door de donkere kant van onszelf heen moeten, door angst, schaamte en kwetsbaarheid, om bij het licht te komen, bij moed en liefde en compassie." Ze ontdekte dat mensen die 'bezielde' levens leiden een ding gemeen hebben, namelijk dat ze zich kwetsbaar durven op te stellen. "Ze weten dat ze de moeite waard zijn, ook al zijn ze niet perfect, maken ze fouten en blunders. Zonder imperfectie en zonder kwetsbaarheid kunnen mensen niet met mekaar verbonden zijn." Deze bewering doet me sterk denken aan wat de Dalai Lama schrijft in het boek 'The Art Of Happiness'.

Toch vermoed ik dat het me nog enige tijd zal kosten terug de moed en de vlotheid te vinden om verder op de vroeger ingeslagen weg door te gaan. Een gezonde gevoeligheid en doordachtheid, het blijven interessante maar alles behalve makkelijk te combineren gegevens.

Iets meer dan vier jaren terug zijn we met een zestal mensen in Bazel (Groot-Kruibeke) met een bescheiden meditatiegroepje begonnen. Deze blog is ontstaan toen ik voor de eerste maal naar Azie vertrok en heeft de naam Dharanim behouden. Een van de toenmalige, enthousiaste deelnemers was Reninca Ghijs, de bezieler van natuurvoedingswinkel 'Het Madeliefje'. Enkele dagen geleden is zij na een langdurige ziekte van ons heengegaan. Ik denk aan haar terug met een mengsel van verdriet, bewondering, vriendschap en vreugde. Reninca was een voorbeeld van een bezielde persoonlijkheid waarmee je je kon verbonden voelen.
 

donderdag 25 april 2013

Omwille van dwingende administratieve verplichtingen word ik nu reeds voor de derde maal teruggeroepen naar Belgie. Ik wil dit echter niet licht veroordelen. Ons landje kent een goede sociale organisatie die voor velen -inclusief mezelf- vaak een veilig opvangnet betekent. Dat zulks vaak noodgedwongen vergezeld moet gaan van een uitgebreide bureaucratie lijkt me billijk. Spijtig genoeg hangt daar voor mij telkens weer een stevig prijskaartje aan.

Zal op 5/5, omstreeks 14.30u, op Zaventem landen. Daar dit een onverwachte en geen geplande terugkeer is, wens ik slechts een korte tijd in ons land te verblijven.

Het mag eenieder goed vergaan.

woensdag 17 april 2013

(Met welgemeende dankbaarheid voor je vriendelijke commentaar Roloff. Weet niet echt wie je bent of hoe je te bereiken maar je fijne woorden doen deugd en voelen aan als een welgekomen ondersteuning. En die kan ik momenteel goed gebruiken.)

Heb sinds gisteren stevig moeten nadenken over mijn huidig leven in Vietnam. Daar ik maar geen respons krijg van het Hue University College en mijn dagdagelijks leven in het commercieel en toeristisch centrum van de oude en culturele hoofdstad me geen stap verder vooruit kan brengen op het pad van mijn spirituele ontwikkeling, denk ik er ernstig over na om nieuwe stappen te ondernemen. Ik dien te luisteren naar de stem in mijn hart en de fysieke behoeften van mijn lichaam die naar verfrissing en zuivering smachten. Mijn allereerste verantwoordelijkheid en dankbaarheid voor het leven gaat uit naar mijn geestelijke en lichamelijke gezondheid. Constant moeten leven tussen en met een ecologisch onverantwoord consumerend groepstoerisme agiteert me niet enkel voortdurend, het maakt het mij tevens onmogelijk om mezelf te disciplineren. Zo blijven de drie hoofdoorzaken van het lijden: de agitatie, de begeerte en de onwetendheid, me voortdurend meeslepen in een nimmer eindigende malenstroom.

Eenmaal op het platteland en temidden mijn echte vrienden, voel ik me stukken beter maar daar blijft het probleem van mijn ontoereikende kennis van de Vietnamese taal. Bijgevolg heb ik weinig andere keuzes. Fysiek en mentaal herbronnen in een Vietnamees klooster wordt mij niet toegestaan. Dus besluit ik momenteel naar Thailand terug te keren voor een ditmaal hopelijk succesvol verblijf in het woudklooster Wat Pah Nanachat. Zelfs al is het daar heersende Theravada boeddhisme niet echt mijn richting, daar kan ik tenminste vol-residerend verblijven en mezelf volledig herbronnen. Heb omwille van het 'spiritueel toerisme' deze kans moeten ontberen gedurende mijn laatste verblijf in Thailand maar momenteel zou die instroom wat kunnen geluwd zijn.

Bijgevolg ga ik een mail sturen naar het Hue University College om mijn huidige aanvraag te annuleren. Mogelijk kan ik begin September terugkeren en aansluiten bij het nieuwe academische schooljaar.
Momenteel beschik ik zelf over te weinig discipline om wie-dan-ook iets te kunnen bijbrengen. Geen wonder dat mijn Vietnamese vrienden me op dit ogenblik over dezelfde kam scheren als alle andere en modale toeristen. Heb niemand iets te verwijten, ook mezelf niet. Maar moet stapsgewijs leren leven met vallen en opstaan.
Maar alweer op pad dus. Eerst de lange reis terug naar Vientiane. In de Thaise ambassade aldaar kan ik een 3- maanden visum aanvragen. Vervolgens terug naar Ubon. Indien het me ditmaal weer niet lukt om in het woudklooster te kunnen verblijven, reis ik door naar Bangkok en neem daar een vlucht naar Katmandhu in Nepal.

donderdag 11 april 2013

De voorbije dagen piekten de prille zomertemperaturen reeds boven de 40 graden. Uiterst uitzonderlijk voor Vietnam, maar ook dit land ontsnapt niet aan de gevolgen van de globale opwarming. Bij deze temperaturen kan je als westerling, geboren en getogen in een continentaal klimaat, je jezelf niet normaal meer bewegen. Het zweetvocht wordt uit je lijf getrokken, mijn bril glijdt zomaar van mijn kletsnat voorhoofd. Dit agiteert een mens die daaraan niet aangepast is. Je wordt sneller kwaad, verliest makkelijk de noodzakelijke beheersing.
De Vietnamezen blijken daar op het eerste gezicht minder last van te ondervinden maar een goed waarnemer merkt dat ook zij nerveuzer worden. Hun sowieso al beperkte geduld -de overwegend jonge bevolking wil immer vooruit- wordt bij deze extreme temperaturen nog meer op de proef gesteld.

Soms lijkt het erop alsof er geen discipline heerst in deze samenleving maar die is er zeer zeker wel. Op een heel verschillende wijze dan in onze landen. Ondanks het feit dat je zo goed als geen politie ziet op de straat bemerk je ook uiterst zelden mensen die het openlijk aan de stok hebben met mekaar. Temidden het ogenschijnlijk chaotische verkeer heerst een zeker systeem dat werkt. En als er al eens een probleem opduikt, wordt dat steevast 'in der minne' opgelost. Alhoewel ik soms mijn ogen moet sluiten voor brommers die kriskras over een kruispunt zonder verkeerslichten razen, zie ik bijna nooit een accident gebeuren. En indien dit wel het geval is, zie je onmiddellijk hulpvaardige en bekommerde mensen toesnellen. In deze samenleving dienen mensen te overleven maar ze hebben daarbij blijkbaar voldoende respect voor mekaar om geen controlerende politie nodig te hebben. Kan je je dit voorstellen in onze samenleving?

Ik heb het geluk gehad geboren te zijn in een welvarend land. Ondanks het vroege overlijden van mijn vader heeft mijn moeder me de kansen geboden om te studeren. In die tijd bestonden de benamingen 'master' en 'bachelor' nog niet. Een langere en onzekere studie aan de academie bleek echter onmogelijk maar een kortere opleiding als leraar plastische opvoeding bleek wel haalbaar. Met dit diploma op zak, en latere studies ter vervolmaking van mijn opleiding als artiest, kwam ik in de mogelijkheid een eigen gezin te stichten. Ondanks een moeilijke start als leraar kreeg ik toch de kansen om uiteindelijk een loopbaan op te bouwen  als vastbenoemde ambtenaar in loondienst van de staat. Het vergaren van materiele rijkdom behoorde nimmer tot de mogelijkheden maar was ook nooit mijn doel. Ik kon mijn gezin onderhouden, mijn kinderen laten studeren en mijn leerlingen, via het leren ontdekken van de eigen talenten, op weg helpen naar een zelfredzame toekomst. Dat hoop ik tenminste.

Op mijn gelouterde leeftijd en dankzij een vervroegd pensioentje, kwam ik tijdens mijn reizen doorheen Centraal- en Zuid-Oost Azie meermaals in contact met jonge en dynamische mensen die deze kansen moeten ontberen. Ben momenteel 3 jaren en 2 maanden van huis weg. In het begin vond ik het mijn taak om aalmoezen uit te delen waar nodig. Momenteel zie ik dat anders. Ik geef er nu de voorkeur aan om mensen te ondersteunen op een meer praktische wijze. Koop een 'fan' (ben de juiste benaming hiervoor in het Nederlands al vergeten), een rijstkoker, studieboeken of een laptop... Of ik betaal de huur voor een studentenkamer, help jonge mensen met het 'management' van hun kleine onderneming met de aanschaf van het primair noodzakelijk materiaal en/of met kleine suggesties om zichzelf op een eerlijke wijze te kunnen beredderen. Dit lijkt me efficienter en minder vernederend. Deze dagen investeer ik mijn energie en ervaring in het helpen van een team jonge mensen om te overleven via ondersteuning in het 'runnen' van hun klein restaurantje. Het blijkt te werken. 'Zaken doen' volgens de boeddhistische ethiek is mogelijk en geeft blijkbaar voldoening en zelfrespect in het hart en de portefeuille.

Daar het momenteel echter moeilijk blijft te werken aan mijn persoonlijke praktijk als boeddhist -ik mis de mogelijkheid om me af en toe eens voor enkele weken af te zonderen in een klooster of een natuurlijke omgeving- belast ik mezelf fysiek en mentaal regelmatig teveel. Daarvoor dien ik nog ernstig op zoek te gaan naar afdoende mogelijkheden. Weet niet of het me daarbij kan helpen maar ik heb me aangeboden aan het Hue University College for Foreign Languages om op regelmatige basis lessen Vietnamese taal te gaan studeren. Moet nog even wachten op een positieve beslissing van immigratie over mijn mogelijkheid tot het bekomen van een studentenvisum. Eenmaal meer zekerheid daarover kan ik gaan nadenken over het huren van een kamer en de aanschaf van een fiets. Dat zou niet enkel kunnen nodig blijken maar ook nuttig om me ietwat af te zonderen van de 'hustle and bustle' in het overdrukke toeristische centrum. Al zal het alleen en dus zonder steun van spirituele vrienden altijd moeilijk blijven, mogelijk kan ik dan toch mijn ruimte ietwat inrichten ter ondersteuning van mijn dagelijkse meditaties.

Heb gisteren nog de raad gegeven aan Phuoc, een talentrijke jonge vrouw met een zeer groot hart maar die zichzelf daardoor vaak in de problemen brengt, dat 'compassion without wisdom or wisdom without compassion' niet kan functioneren. Maar eigenlijk dreig ik dat zelf uit het oog te verliezen. Ik voel dat ik over mijn gezondheid moet blijven waken want wie kan mij helpen wanneer dat nodig zou worden? Ik leef tenslotte een slordige 17 000 km verwijderd van mijn familie en in een stevig belastend tropisch klimaat. Maar zeer zeker nog altijd niet ongelukkig. Ik hou van dit land, zijn volk en zijn cultuur.    

zondag 24 maart 2013

Het leven in Vietnam houdt elke dag opnieuw zoveel verwonderlijke, en somtijds kleine ergerlijke ervaringen in. Echter immer boeiend en leerrijk. Verbroederen met een totaal onbekende cultuur is minder makkelijk dan je jezelf kan voorstellen. Wederzijds respect en openheid vermogen echter veel. Vandaag heeft mijn goede vriendin Phouc (Sam) mij wederom meegenomen naar haar familie op het platteland. De eenvoudige, pure maar erg arme mensen daar zien me graag. En ik hun. Mijn kennis van de moeilijke Vietnamese taal is nog altijd ontoereikend maar met de hulp van Phuoc en wat simpele gebarentaal is veel begrip en verstaanbaarheid mogelijk.
Phuoc's moeder heeft speciaal voor mij eten gekookt. Ik was wederom de eregast in het kleine dorp met het grote hart...Phuoc's kleine broertje is mijn grote vriend.

Echter nog meer speciaal was mijn eerste contact vandaag met Ut. Deze prille twintiger is een bijzonder begaafde calligraaf die, niet ten onrechte, al enige bekendheid geniet in het land. Ben ronduit overdonderd door het kalme gemak waarmee deze jonge kerel penseel en inkt weet te hanteren. Zijn werk behoort nu al tot het hoogste niveau. En deze eenvoudige jongen, die als leek resideert in een boeddhistisch klooster, wil graag mijn leraar worden. In eerlijke ruil ga ik hem wat basisch kennis van het Engels bijbrengen. Als bewijs van zijn respect voor mij, heeft hij mij enkele vloeiende (in het tempo van gewoon geschreven taal) pareltjes geschonken, direct geschilderd met het penseel.

Enkele dagen geleden heb ik voor Phuoc een laptop gekocht, voor haar onbetaalbaar maar zeer noodzakelijk om de leraar te worden waarvoor ze over het waarlijk talent beschikt. Ut schonk mij vandaag zijn beste penseel. Zomaar, uit eerlijke erkentelijkheid. Vibraties tussen artiesten...Geven en ontvangen.
Een wonderlijke dag! Blij de gast te mogen zijn in dit wonderlijke land.  

donderdag 21 februari 2013

Vertrek deze avond met de nachtbus van Vientiane naar Hue en zal daar, indien het vlot wil verlopen, omstreeks 14u aankomen. Hoogstwaarschijnlijk verblijf ik dan weer in mijn vertrouwde guesthouse: Minh Tam, 7/4 Chu Van An, Tp Hue.

vrijdag 1 februari 2013

Ondanks mijn huidige, diepe spirituele crisis -of mogelijk juist omwille daarvan- begint het me steeds duidelijker te worden dat ik eigenlijk voortdurend heel bewust leef en al mijn gedragingen, gedachten en emoties constant waarneem. Enkel weet ik nog onvoldoende meditatieve rust te vinden temidden het menselijk lawaai. Mijn zintuigen staan te gevoelig open voor afleidingen die me storen en begeerten die me opeisen.
Verblijvend in de leegte van de stad leiden mijn vijf zintuigen me voortdurend af van het pad naar alerte ontspanning. De alertheid is er wel maar niet de ont-spanning.
Ondertussen ervaar ik mijn lichaam ook steeds meer van binnenuit. Voel alsmaar duidelijker de innerlijke energiestromen maar ook de wijze waarop ik zelf verantwoordelijk ben voor de blokkeringen ervan. Het onder controle krijgen van al de ingeroeste conditioneringen blijft een moeilijke zaak wanneer ik me onvoldoende kan afzonderen. Ik zou me beter meer terugtrekken uit de oppervlakkige en rumoerige samenleving. Ben ik dan toch rijp aan het worden voor een monnikenbestaan?

woensdag 30 januari 2013

Ik geef het niet graag toe -het is immers zoveel leuker om over positieve zaken te berichten- maar mijn verblijf in Vientiane maakt me niet vrolijker, intensifieert zelfs de spirituele crisis waarin ik me reeds enige tijd bevind.

De Laotiaanse hoofdstad is nog weinig te vergelijken met de rustige stad die ik samen met Ward twee-en-een-half jaar geleden voor het eerst aandeed. Niet enkel wordt de stad momenteel overspoeld door massa's toeristen (ditmaal ook opvallend veel Aziaten onder hen), het verkeer is sinds ik hier laatst verbleef ongelooflijk toegenomen. Niet eerder meegemaakt dat je zo lang moet wachten om de straten veilig te kunnen oversteken. Quasi overal zijn de voetpaden onbegaanbaar vanwege kriskras en lukraak gestationeerde dikke auto's. Er worden volop oude gebouwen gesloopt en nieuwe opgetrokken, met het bijhorende lawaai van sloophamers, klopboren en slijpschijven. Ik heb al zeker een 20-tal nieuwe hotels, bars en restaurants opgemerkt in mijn directe omgeving. De mij bekende gelegenheden zijn gerenoveerd en uitgebreid. Het is onbegrijpelijk hoe snel de expansie-drift hier toeslaat. Om diverse politieke en economische belangen investeren buitenlandse bedrijven gretig in dit land. De mensen die ik hier eerder heb leren kennen vinden het vrijwel unaniem een normale, of op zijn minst een onvermijdelijke evolutie. Gisteren maakte ik nog in gedachten (en las daar toevallig vandaag een krantenartikel over) de vergelijking met het koninkrijk Bhutan. Blijkbaar slaagt men er daar wel in om vooruitgang en welzijn om te zetten in een BNG, het bruto-nationaal-geluksgevoel. Recentelijk heeft de Bhutaanse regering nog beslist enkel ecologisch verantwoorde voedselproductie toe te staan. Over de enorme voordelen van de respectvolle wijze waarop het land met de zogenaamde onvermijdelijke evolutie omgaat, wil ik hier niet uitweiden. Het volstaat om te vermelden dat de waterlopen er nog zuiver water bevatten en de bevolking er zich gelukkig voelt. Dat je daar als buitenlands toerist harde dollars moet voor neertellen neem ik er voor lief bij. De bescherming van natuur en cultureel patrimonium heeft een prijs. Het houdt op zijn minst een soort platvloers toerisme, enkel op zoek naar goedkoop vertier, buiten de grenzen. Het mag daarbij vermeld worden dat de koninklijke familie van Bhutan steeds meer haar macht heeft overgedragen aan een democratisch verkozen regering.

Evolutie mag inderdaad onvermijdelijk zijn, het mag duidelijk wezen dat daar meedere wegen toe leiden. Economische wetmatigheden kunnen bekeken worden vanuit een menselijke hoek. Ik heb het al eens eerder vermeld, de Boeddha heeft concrete aanwijzingen gegeven over hoe dit te verwezenlijken met respect voor jezelf, de medemens en de ons omringende natuur. Daarvoor moeten we echter de onbegrensd egoistische belangen van onze hebzucht overwinnen. Onmogelijk? Het vraagt moed en inzicht, dat wel. En een mensheid die achter wereldleiders gaat staan die die moed hebben. Democratie betekent dat het volk de leiders krijgt die het wil, of verdient. Wij zijn sociale wezens, asociaal gedrag hoort daar niet bij.

Maar ja, die spirituele crisis...
Wederom wil ik Robert Hartzema citeren, in de hoop geen problemen te krijgen met zijn uitgeverij. Het is echter een bekende boeddhistische uitspraak dat 'het schenken van de dharma alle andere giften overstijgt'. Ik ben Robert zeer dankbaar voor zijn verhelderende woorden, maar uiteindelijk doet hij niets anders dan het doorgeven van oeroude wijsheden. Die kan niemand 'claimen'. Thich Nhat Hanh besloot indertijd, toen ik mocht verblijven in Plum Village, elke dharma-toespraak met de vermelding dat het niet ging om zijn woorden maar om de leringen van de Boeddha. Zulks siert de waarlijk grote leraars. Op dit ogenblik betekent R. Hartzema voor mij een geschikt leraar -zei het dan via zijn boeken- en ik denk dat ik op deze wijze een bescheiden promotie kan maken voor zijn schitterende inzichten.

..."Die spirituele crisis is meestal heel vruchtbaar, maar als je er middenin zit, kan de hopeloosheid je naar de rand van de afgrond brengen.
...Sommige inzichten zijn zo onthullend dat je ze moeilijk onder ogen durft te zien. Je kunt geen kant meer op. Je ziet dat alles waar je je vroeger aan vasthield -opvattingen, denkbeelden, emotionele drama's, seks, boeken over spiritualiteit- allemaal uitvluchten zijn en er niets wezenlijks is veranderd. Je ziet hoe je jezelf voortdurend voor de gek houdt uit angst om je eigen identiteit te verliezen. Je ziet de volstrekte zinloosheid van alle zaken die je vroeger zo belangrijk vond. Je voelt hoe het leven tussen je vingers doorglipt, elk moment verdwijnt en nooit terugkomt. Je voelt dat je ouder wordt, en je jeugdige overmoed verbleekt. Maar je ziet geen uitweg. Dat is wanhoop. Als je in die wanhoop blijft steken, dan zijn deze inzichten wel waar, maar worden ze een vorm van nihilisme. En als je je er helemaal aan overgeeft, raak je aan de drank, drugs of erger.

Het is belangrijk om een spirituele crisis als zodanig te onderkennen. Het is geen puberteitscrisis, geen midlife-crisis, geen jobcrisis, geen huwelijkscrisis, het is een existentieel gat waar je in valt, en op zich is dat positief. Geen enkel werkelijk inzicht kan ontstaan zonder dat je afdaalt tot de bodem van je ziel. Dit kun je lezen in alle levensverhalen van belangrijke leraren, en in de symbolische zoektochten uit de wereldliteratuur."....

Ik zou dit niet beter hebben kunnen verwoorden. Het is de nagel op de kop, exact waar ik doorheen moet momenteel. Vientiane, of andere drukke steden onderweg, zou ik mogelijk beter vermijden maar ik blijf afhankelijk van deze plaatsen voor mijn visum-formaliteiten. Maar moet ik zonodig terug naar Vietnam? Wat bindt me daar op dit ogenblik? En waarom was er geen plaats voor mij in Wat Pah Nanachat? Was mijn motivatie niet puur op de graat? Momenteel weet ik het niet meer zo goed. Mogelijk is Nepal een betere optie. Maar waarom? Omdat ik daar goede herinneringen aan heb? Of moet ik toch maar eens naar Bhutan? Of moet ik gewoon leren zwijgen en het leven nemen zoals het zich aandient? Sloof je vooral niet uit in het vinden van antwoorden op deze vragen. Die moet ik zelf vinden.

"Make an island unto yourself." waren een van de Boeddha's laatste woorden. Daar moet ik nog stevig over mediteren.  

woensdag 23 januari 2013

Vertrek morgen naar Vientiane (Laos). Zal daar 's avonds aankomen en hoogstwaarschijnlijk terug in het Sinnakhone hotel verblijven.

donderdag 17 januari 2013

Nog niet lang geleden heb ik een blogartikel geschreven met de mededeling dat ik eigenlijk liever helemaal geen woorden meer zou willen gebruiken, want dat ze nooit volledig uitdrukken wat je wil zeggen en makkelijker slaan dan zalven. Daar ik besefte dit toch niet te kunnen waarmaken en het artikel dus nogal tegenstrijdig zou overkomen, heb ik het verwijderd. Dat doe ik wel eens vaker. Of ik breng later veranderingen aan in reeds gepubliceerde teksten. Daar ik echter een sterke drang voel mezelf zowel verbaal als beeldend te uiten, vaak gevoed door lange periodes waarin ik spirituele vriendschappen mis, besloot ik verder te blijven doen met wat ik als 'gekregen' talenten beschouw. Of is het een 'lerarenroeping'? Een beetje pretentieloos in de voetsporen lopend van mijn grote voorbeeld Thich Nhat Hanh, die meer dan 100 boeken en talloze gedichten zou geschreven hebben naast zijn calligrafisch werk.
Ik zie mezelf nog altijd (en waarschijnlijk tot aan mijn laatste adem) als bezig aan een lange studieronde. Toch hoop ik ooit een stille zenboeddhist te kunnen worden. Of moet ik helemaal niets worden? Geen 'homeless buddhist traveller, noch een 'Thu Phap master' of een 'buddhist artist'. Allemaal etiketten die mijn ego op zichzelf kleeft?

In verband hiermee las ik in het schitterende boek 'Boeddhistische psychologie' van Robert Hartzema de volgende klare passage:
"Essentiele waarheden zijn niet in woorden te vatten. Bijzondere inzichten of ervaringen gaan elke vorm van expressie te boven. Dat wat je vertelt of uitdrukt, is altijd anders en vaak vlakker dan de eigenlijke ervaring. Of als je iets vertelt, heb je er later spijt van. Daarom kun je vaak beter je mond houden. Niet alleen kun je toch niet uitdrukken wat je ervaren hebt, maar het lijkt wel of de ervaring door erover te vertellen, vervlakt, de smaak vertroebelt, de geur verdwijnt. Ervaring wordt een gedachte en een verhaal, maar een gedachte is geen ervaring."

Ik heb nog veel te leren, heel veel.

maandag 14 januari 2013

Gisterenavond ben ik een gesprek begonnen met Micu, een jonge man uit Mongolie. Gedurende mijn bijna 3-jarige rondreis doorheen Centraal en Zuid-Oost Azie nog maar het tweede, en dus eerder zeldzame contact met een inwoner uit dit land. Tevens het eerste waar ik persoonlijk mee betrokken raakte. Tijdens een eerder verblijf in het Kopan klooster in Kathmandu ben ik de andere tegengekomen maar daar heb ik nooit mee gesproken. Blijkbaar zijn deze mensen te weinig bemiddeld om vlot te kunnen rondreizen.

Micu, kortstondig verblijvend in hetzelfde hotel, had me in de vooravond geholpen met mijn computerprobleem en kwam later spontaan aan mijn terrastafeltje bijzitten. Op het eerste gezicht kwam deze prille dertiger ietwat verward over en het koste mij enige tijd om zijn vreemd Engels accent te kunnen verstaan. Gaandeweg verliep dit vlotter en begon ons contact zich interessant te verdiepen. Alleszins waard genoeg er iets over te melden want het raakte meermaals mijn persoonlijke ervaringswereld. Zo kreeg ik regelmatig herinneringsbeelden uit de Nepalese film 'Samsara', een prachtprent die me destijds intens kon raken.

Micu vroeg me of ik geen bar kende in Ubon waar hij iets kon drinken en leuke Thaise meiden ontmoeten. Die ken ik niet en eigenlijk ben ik daar ook niet in geinteresseerd. Zijn daaropvolgende verhaal bleek echter niet zo simpel. Hij had jarenlang als een toegewijd monnik geleefd in een Tibetaans boeddhistisch klooster, niet zo heel ver weg van de hoofdstad Ulan Bator. Nadien heeft hij besloten zijn gewaden af te leggen ( to disrobe) en is hij gehuwd met een jonge Mongoolse. Ondanks het feit dat hij beweerde zijn vrouw nog altijd graag te zien, bevredigde ook dit leven hem niet volkomen. Eigenlijk voelde hij zich enigszins schuldig over zijn huidige levenswijze want diep in het hart nog altijd een monnik. Zijn verwarring bleek vooral te maken te hebben met zijn twijfels over een 'god-creator'. Van deze houvast kon hij nog steeds moeilijk loskomen. We zijn hierover blijven kletsen tot in de late uurtjes. Nuttig? Dat weet ik niet direct. Boeiend, dat wel.

Afstand nemen van die zogenaamd veilige basis -het zelfgeschapen ik-, van al je vastgeroeste denkbeelden en van al je opgestapelde herinneringen en geconditioneerde gedragspatronen, is allesbehalve een eenvoudige zaak. Het zit allemaal zo diep verankerd in onze begeerten. "Het leven is een reis, het komt erop aan je bagage zo licht mogelijk te houden" schreef ik ooit. Maar zelfs indien je alle materiele ballast overboord gekieperd hebt, blijven deze begeerten in het pakhuis van je bewustzijn aanwezig. En die sleur je overal met je mee. Loskomen van onze menselijke behoefte aan intimiteit en hechting is schier onmogelijk.

Ik kon Micu weinig steun verlenen. Het bleef dus bij het trachten te begrijpen en aanvaarden van elkaars verwarring. Dat was ruimschoots voldoende om een bijzonder gesprek te verantwoorden. Toen ik hem mijn laatste, afgewerkte tekening over de 'medicine (blue) boeddha' liet zien, een specifiek Tibetaans thema, boog hij zijn hoofd respectvol tegen het papier. Een waardering zoals ik ze nog niet gekregen heb. Mogelijk moet ik mijn uitspraak wat aanpassen: "Het leven is een reis, het komt erop aan je geest zo open mogelijk te houden." Jezelf te aanvaarden zoals je bent zonder een aangehouden streven tot loslaten op te geven.

Je kiest ergens voor in je leven en daar hou je je aan vast. Dit is wat wij meestal doen maar juist daardoor zetten we ons gevangen in het rad van gedachten, emoties en frustraties.
"Kennis is iets dat langzaam rijpt en daar kunnen andere beslissingen uit voortkomen. Kennis is niet star, niet de waarheid als een dogma, maar als een langzaam helder worden, een edelsteen waar je door eindeloos poetsen al het vuil van verwijdert." (Vrij naar R. Hartzema, Boeddhistische psychologie)
Dit soort kennis kan enkel rijpen in een open geest.

woensdag 9 januari 2013

Daar de situatie in het klooster na de vakantieperiode onveranderd gebleven is, met momenteel nog steeds 15 residerende gasten en zelfs nog aangekondigde nieuwkomers volgende week, heb ik vandaag na telefonisch overleg met de 'guestmonk' besloten mijn aanvraag tot verblijf op te geven. Indien ik daarop zou aangedrongen hebben, zou hij nog altijd een oplossing hebben willen forceren maar dat zie ik na mijn recent bezoek niet meer zitten. Spijtig, maar het is niet anders.

Het zal wellicht een typevoorbeeld van een vooroordeel zijn maar toen ik de laatste keer in de tuin van het klooster rondwandelde, en daarbij meerdere van deze gasten het pad kruiste, gunde geen enkele mij een blik. Laat staan dat ze mijn aangeboden glimlach beantwoordde. Anderen zaten ergens druk in gesprek. Eerlijkheidshalve moet ik me de vraag stellen of ik me niet eender gedragen heb tijdens mijn vorige verblijven.

Maar in een klooster ben ik op zoek naar rust en stilte, momenteel leek het mij te overbevolkt daarvoor. Ik weet dat de monniken het daar ook niet makkelijk mee hebben maar vanuit hun levensovertuiging moeilijk mensen kunnen afwijzen. Bovendien, en dat heb ik al eens eerder vermeld, trekken boeddhistische plaatsen  wel eens rare vogels aan. En het is er kosteloos...
Mogelijk behoort een verblijf op dit moment gewoonweg niet tot mijn af te leggen parcours. Ik wil dit aanvaarden zonder rancune. Daarnaast voel ik dat ik beter opnieuw overschakel op een ritme van 3 kinesitherapie behandelingen per week. Heb er nu reeds een 15-tal opzitten, de helft van wat de chirurg in Belgie had voorgeschreven. Met het vooruitzicht op een mogelijk verblijf in het klooster was ik, in samenspraak met de therapeute, voorlopig overgeschakeld op 1 behandeling per week. Zeker nog niet voldoende.

Een volgende en logische stap zou mijn terugkeer naar Vientiane in Laos inhouden.  Ik denk echter dat het wijzer en meer wenselijk is mijn verblijfsvergunning voor Thailand zo volledig mogelijk op te gebruiken. De medische faciliteiten in Laos zijn niet die van Thailand. Dit houdt in dat ik nog iets langer moet blijven 'rondhangen' in mijn hotel in Ubon. Mogelijk is het dit wat ik moet leren, mijn boeddhistische levensstijl te oefenen in alle omstandigheden. Volgens de gewezen oprichter van Wat Pah Nanachat, Ajhan Cha, gaat het er in een boeddhistische praktijk niet om wat je graag wil of niet wil. Je tracht mindful te leven waar je jezelf ook mag bevinden. Ik leef momenteel in deze stad en tussen deze mensen, heb geen andere thuis. Ik mag tevreden zijn over mijn tijd te kunnen beschikken om te doen wat ik nuttig vind zonder elke dag te moeten gaan werken. Verveling kan bijzonder nuttig zijn als stimulans tot creativiteit.      

En nu even iets anders: enkele dagen geleden heb ik me eens, gelukkig beheerst, kwaad gemaakt in mijn hotel. De sociale verhoudingen en gebruiken in Aziatische landen zijn nogal verschillend van de onze. Wie geld heeft laat zich hier bedienen en een vriendelijk 'dankjewel' is ongebruikelijk. Je eigen tafel afruimen en de rommel terug naar de bar brengen, wordt als volstrekt abnormaal beschouwd. Een vriendelijk 'tot ziens' in de winkel ontlokt blikken van verbazing. Zo vonden enkele leden van het bedienend personeel in het hotel het normaal om nogal openlijk met deze 'farang' te lachen. Indien men dit verdoken zou doen, geen probleem. Men dacht echter dat deze jongen, geen Thaise taal verstaand, tevens te lomp was om hun lichaamstaal te kunnen interpreteren. Je zou van hotelpersoneel mogen verwachten dat ze enige discretie aan de dag leggen, zeker voor een trouwe klant die weinig eisen stelt. Ik heb de boodschap begrepen en laat mijn tafel vanaf heden onafgeruimd. En wanneer ik nog een biertje wil drinken, koop ik het in de nabijgelegen winkel.

Het, in mijn ogen, volkomen ongerechtvaardigde respect voor wie meer geld en dus een zogenaamd hogere status heeft, vind ik weinig compatibel met de boeddhistische cultuur van het land. Ik heb het gevoel dat men sedertdien in mijn hotel, ondanks de beperkte kennis van het Engels, zich vanaf heden inderdaad discreter en vriendelijker opstelt. Sommige zaken moeten soms eens eenvoudigweg duidelijk gesteld worden.

zaterdag 5 januari 2013

Flexibiliteit mag dan al een modieus woord geworden zijn in onze westerse samenleving, ook vanuit een boeddhistische gezichtshoek heeft dit begrip zijn betekenis. Hier wordt het echter licht anders ingekleurd. Niets is sowieso vaststaand of immer blijvend en wanneer we ons te strak vastklampen aan onze wensen, verwachtingen en toekomstdromen, zal dit hoogstwaarschijnlijk op een teleurstelling uitlopen. Ik had plannen voor mijn eindejaar maar ze zijn anders verlopen. Achteraf bekeken niets om te betreuren.

De twee Franse kindjes, Timothy (6) en Lena (8), ontpopten zich als ware schatjes. Zelden heb ik zoveel oprechte attentie en kinderlijke warmte mogen ondervinden (buiten dan van mijn eigen kinderen wel te verstaan). Ze hadden zo'n vanzelfsprekend en beleefd 'naturel', een ongekunstelde openheid die nooit opdringerig overkwam. Maar ook de ouders -kan het anders?- zijn bijzonder fijne, gevoelige en vriendelijke mensen. Beide volwassenen, zowel als hun kinderen, waren opvallend mooie mensen, wat voor mij de bevestiging inhoudt dat ware schoonheid van binnenuit naar buiten toe straalt. Gemeende vriendelijkheid maakt mensen mooi. Met vader en moeder heb ik tezamen en apart waardevolle gesprekken kunnen voeren. Mijn momenteel beperkte kennis van de Franse taal stond dit nooit in de weg. Ik deed mijn best, dat deden deze mensen uit Lyon ook. Indien nodig schakelde we vlot over op het Engels. Met de kindjes ging dat uiteraard niet maar vooral Lena verstond goed dat het Frans mijn moedertaal niet is. Niettemin konden we vlot converseren. En eigenlijk verbaasde ik mezelf tevens met wat je, indien noodzakelijk, terug uit je latent geheugen kan opvissen. Het is vooral een kwestie van langzaam te spreken en weloverwogen je woorden te kiezen.

Timothy bleek een passie voor tekenen te hebben en kwam me regelmatig met een stukje papier vergezellen. Ik kon hem daarbij volledig vertrouwen, want zelfs al was mijn tafelruimte beperkt en is mijn werk nogal kwetsbaar, hij hield daar vanzelfsprekend rekening mee. Onderwijl drukte hij, in zijn kinderlijke eenvoud, voortdurend zijn appreciatie voor mijn werk uit. Het was geenszins mijn bedoeling hem te overdonderen maar, spijtig genoeg, vertelde hij me zichzelf nooit   tot zoveel geduld in staat te achten. Natuurlijk niet Timothy, geduld is iets wat een mens moet leren want niemand wordt ermee geboren. Toen ik hem diets maakte dat ik hem mijn speciale aquarelpotloden niet kon laten gebruiken, vond hij dat heel normaal.

De avond voor oudjaar besloot ik mijn tekening met extra inspanning af te werken en er een kwaliteitscopie van te laten maken. Dat leek me een gepast geschenkje voor beide kindjes. Samen met wat eenvoudig snoepgoed en twee setjes kleurpotloden uit de plaatselijke supermarkt, zou ik hen iets terug kunnen schenken van hetgeen zij mij geschonken hadden. Daar wilde ik hen op oudejaarsavond mee plezieren.

Maandagmiddag 31/12 was mijn tekening inderdaad af maar ik had er geen rekening mee gehouden dat de Thai eveneens ons westers nieuwjaar massaal vieren. De fotozaak was reeds om 15u gesloten en dus was mijn inderhaast ritje met de tuk-tuk een maat voor niets. Echter niet getreurd, ik had nog twee goede afdrukken van eerder tekenwerk, eveneens gemaakt in het hotel. Bij mijn terugkeer werd ik door het Frans koppel uitgenodigd om omstreeks middernacht op hun grote gezinskamer een goed glas Franse wijn te komen drinken. De ideale gelegenheid om mijn cadeautjes te overhandigen. Het werd een heel fijne gebeurtenis, afgesloten met een overdonderend vuurwerk in het park van Ubon. Heel indrukwekkend vanop het terras van ons hotel. De Amerikaanse kerstmuziek was een feit, de overdadige feestelijkheden en bijhorende consumptie bleven achterwege. Het bleef allemaal behoorlijk rustig en ingetogen. Na middernacht, omstreeks 1u, kreeg ik een deugddoend telefoontje van mijn schoonbroer vanuit Chang Mai.

Op nieuwjaarsdag hebben de ouders van Timothy en Lena me nog eens apart genomen en speciaal bedankt. Volgens hen had ik hun kinderen iets bijzonders gegeven, iets dat ze niet licht zullen vergeten. Heb hun geantwoord dat dit wederzijds was. De spontane kus van de jongen en de blik in de ogen van het meisje, toen ze bij ons afscheid extra achterom keek, waren sprekend. We hebben geen email-adressen uitgewisseld. Afscheid is afscheid, zo wil ik het houden.

Ondertussen heb ik ook een speciale vriendschapsband gesmeed met de 27-jarige Duitser Sven en zijn een jaar oudere Thaise vriendin Joy. Ook met hen heb ik  intense gesprekken kunnen voeren op het terras van het Sri Isan Hotel. Vandaag was ik uitgenodigd bij de familie van Joy op het platteland rond Ubon City, ongeveer een uur rijden vanuit het centrum van de stad. Ook hier had ik speciale geschenken mee naartoe genomen. Ik werd ontvangen als een Europese V.I.P. Een traditionele Thaise paalwoning in een natuurlijk kader dat je jezelf nauwelijks perfecter kan voorstellen. De tuin rondom het huis is, met zijn verscheidenheid aan bloemen, planten en bomen, een lust voor het oog. Familiewarmte en eenvoudig maar lekker Thais eten, zoals je het in geen enkel restaurant kan vinden. Thailand op zijn mooist en puurst. De stilte en vredige kalmte van de natuur deden me meermaals terugdenken aan Sri Lanka. Hier heersten tevredenheid en aanvaarding met het leven zoals het is. Zowel Sven als Joy (een Engels klinkende nickname zoals vele Thaise jongeren dat verkiezen) behandelden mij als hun vader. Het koppel blijkt erg gelukkig en heeft een dochtertje van 7. Sven gedroeg zich heel ontspannen en deelde zijn humor met de lokale bevolking. Een nonkel van Joy reed me 's avonds laat terug naar mijn hotel, hierbij een stevige omweg makend. Hij moest nog ongeveer 100km tot bij hem thuis. Wederom een ontwapenende ervaring.

Volgende maandag ga ik terug naar Wat Pah Nanachat. De Europese kerstvakantie zit er dan op en dat maakt mogelijk plaats vrij voor mij om er enkele weken te verblijven. We moeten voortdurend keuzes maken en ik denk er ditmaal zeker geen slechte te hebben gemaakt. Echter terug in mijn hotel kwam een zekere droefheid opzetten. Het recent stroever verlopen contact met mijn zoon blijft me parten spelen. Ik besef daar mijn aandeel in gehad te hebben. Het leven kent voortdurend hoogtes en laagtes die constant fluctueren. In verband hiermee, en omwille van het nieuwe jaar ( het jaar van de slang, mijn Chinees sterrenbeeld), wil ik graag nog twee citaten aanhalen. En ik weet het, hiermee val ik nog maar eens in herhaling. De herhaling die kinderen nodig hebben om iets te leren. De zogenaamde volwassenen daarom niet minder.

"Al ons waarnemen, ervaren, voelen, denken en manier van leven is doortrokken van verleden-heden-toekomst als een onzichtbare onderliggende matrix die het bewustzijn zich heeft eigengemaakt om met de onvoorspelbaarheid van tijd en de oneindige leegte van het Zijn om te kunnen gaan, en een ogenschijnlijk vaste basis -het ik- te creeren. Wat we ook ervaren, het is doortrokken van oorzaak en gevolg, en het voortdurend vergelijken met hoe het was en hoe het zou kunnen zijn. Van daaruit ontstaat een continue bezorgdheid: gaat het beter of gaat het slechter?
Ons hele leven wordt bepaald door angst en bezorgdheid over winst of verlies, beroemdheid of verguizing, rijkdom of armoede, succes of mislukking. Dat betekent dat je continu bezig bent met het verleden (dat volstrekt voorbij is en opgelost in ruimte) of de toekomst (die nergens te vinden is en altijd anders uitpakt dan je hoopt of denkt). Daardoor ben je zelden aanwezig in het heden. En op het moment dat je wel in het heden bent, maak je van het heden een denkbeeld, een gedachte, een oordeel, een mening. Zelfs het 'nu' is een denkbeeld..."

Uit 'Naakt Zien' door Padmasambhava. Bewerkt en vertaald door Robert Hartzema. Uitgeverij Karnak, Nederland.

"De begeerte spruit voort uit een instinctieve drang die het leven voortdurend wil herscheppen, beheersen en consolideren. Quasi onmogelijk ze te overwinnen, ze is slechts in toom te houden door gerichte mindfulness (het voelen opkomen en vervolgens weer verdwijnen van die gedachten en denkbeelden die de begeerte 'triggeren') en meditatie (o.a. op de 32 onzuiverheden van het lichaam).
Van de drie basisoorzaken van het lijden, de onwetendheid, de kwaadwilligheid en de begeerte, is de laatste het diepst verankerd in onze menselijke natuur.

Uit het basisconcept voor 'Perfume River', Ivo Claes, Ubon Ratchatani 6/1/'13.

Terwijl ik dit schrijf dropt een minibusje 12 gepensioneerde Franse toeristen af in het hotel. Ze nemen ogenblikkelijk en redelijk arrogant de hele lobby in beslag. Ach ja, dit is het leven. Mogelijk ontdek ik daar morgen ook enkele interessante mensen tussen.