dinsdag 30 juli 2013

Over mijn kort verblijf in Danang, waar ik mijn kennissen niet kon ontmoeten en de mij vertrouwde plekken inmiddels weer veranderd zijn van eigenaar en personeel, evenals over mijn bustrip naar Hue met hindernissen want met een onbeduidend maar tijdrovend ongevalletje, hoef ik het niet te hebben. Zoveel interessanter is het te berichten over de bijzonder hartelijke ontvangst in het Minh Tam guesthouse en de vele fijne contacten die het voorbije weekend mij te beurt vielen in Hue. Er zijn voor mij redenen ten over om deze stad als mijn tweede thuishaven te beschouwen. Het blijft verbazingwekkend: een mens bevindt zich heel alleen en, om en nabij, 17 000 km verwijderd van zijn thuis maar weet zich vrijwel constant omringd door goede vrienden.

Zo bijvoorbeeld waren de voorbije dagen rijkelijk gevuld met allerhande contacten en afspraken. Veel gelegenheid tot lanterfanten zat er niet in, daarover geen geklaag. Deze ochtend heb ik mijn hotelkamertje rond 10 u verlaten om slechts rond 22.30 u  weer thuis te komen. Via vertrouwde contacten, nieuwe gezichten ontmoet en doorheen het typische platteland gereden. Intens groene rijstvelden, rivieren en meertjes met vissers op hun sampam's, ontelbare barakjes die van alles-en-nog-wat aanbieden, kinderen die spelen en joelen met niets en verrimpelde oude vrouwtjes met hun 'conical hat' op een roestige fiets. Onderweg naar het strand van de Zuid-Chinese zee passeerden we kleine kuddes buffels, traag waggelend op de openbare weg en voortgedreven door jonge kereltjes op blote voeten. Vrouwen spreidden knalrode chilipepers te drogen op het asfalt. Dreigende, donkerblauwe wolken stegen op boven de immer mistige bergen op de achtergrond, maar op een enkel spatje nattigheid na, viel er geen noemenswaardige regen uit de lucht. Het strand, met goudgeel zand en gestaag klotsende golven, was een welgekomen baken van rust. Gezeten aan een primitief plastiek terrastafeltje, heb ik daar met mijn goede vriend en leeftijdsgenoot Duc, een van mijn beste gesprekken ooit in Vietnam kunnen voeren. Op deze wonderlijke plek kwamen zijn en mijn visie over Boeddha's wijsheden dichter bij mekaar. Twee ouder wordende mannen, zo verschillend van cultuur en achtergrond, die mekaar vinden in de dageraad van hun bestaan. Wijs, zeer wijs...

Deze avond had ik opnieuw een afspraak met Ngoc en enkele van haar jonge vriendinnen. Mooie en spontane meiden die 's avonds graag bijeenkomen aan de avondmarkt langs de waterkant van Perfume (Huong) River. Versta me niet verkeerd, ik hou ervan om te 'kletsen' met en te kijken naar deze prachtvrouwtjes die maar wat graag hun kennis van de Engelse taal willen bijschaven. Verder kan, mag en wil ik het niet laten komen. We keuvelen dan, lachen veel en raken soms heel spontaan diepmenselijke onderwerpen aan. Ze hebben allen zo hun dromen, teleurstellingen, verwachtingen over de toekomst. Ze willen graag vooruit maar voelen zich daarin belemmerd, meestal door een gebrek aan financiele mogelijkheden. Maar ze hangen ook aan mijn lippen. Ze willen levenswijsheden horen van een man die hun vader kon zijn. Zijn vol verwachtingen en hongerig naar wat het leven hun kan bieden maar waar ze mogelijk nooit een toegang toe kunnen vinden.

Ik vond de tijd rijp om hun aan een van mijn ervaringen deelachtig te maken. Toen ik een vorige keer in Hue over de bekende Truong Tien Bridge wandelde, bemerkte ik een wel heel speciale toerist. Een man van middelbare leeftijd met een Zuid-Europese 'look'. Een toerist, compleet met indrukwekkende camera losjes op de borst. Het enige verschil met alle andere toeristen was dat deze man geen armen had. Beide schouders eindigden met een stompje. De gemoedelijke glimlach, een absolute uitdrukking van een zekere tevredenheid, was op 's mans gelaat af te lezen. Ik kon het lijfelijk voelen: deze man genoot van zijn reis doorheen tropisch Vietnam. Maar hoe doe je dit zonder armen? Hoe eet zo iemand, hoe kleedt hij zich aan, hoe gaat hij naar het toilet?
Hoe dan ook een beeld dat voor altijd op mijn netvlies werd gebrand. Voelde me plots nederig en intens gelukkig.

Mijn verhaal miste zijn effect niet. De lieve dametjes werden, midden de rumoerige drukte van de avondmarkt, zo kalm en bewegingsloos als een rijstplantje bij windstilte. En dit gevoelige moment werd nog versterkt toen, quasi tegelijkertijd, een jonge, blinde en kreupele toeriste ons tafeltje passeerde. Een drankje bestellend aan het standje vlakbij ons, bleek ze ook nog eens de Vietnamese taal machtig te zijn. Mijn gezelschap en ikzelf hadden het allemaal opgemerkt en begrepen. Alles kwam tezamen in het juiste verband. We hebben heel tevreden en opgewekt van mekaar afscheid genomen. Een rijke dag in een magisch leven.

Wees echter gerust, ik besef terdege dat het niet elke dag zo kan en zal zijn.
   

donderdag 25 juli 2013

Ben gisteren omstreeks 15 u plaatselijke tijd veilig en wel geland op Tan Son Nhut Airport in HCMC (Saigon).  Eerst een vliegreis van ongeveer 7 uren vanuit Brussel tot Doha (Qatar), daar een wachttijd van 6 uren en vervolgens plusminus 8 uren verder gevlogen naar Vietnam.. Alhoewel dit telkens weer een relatief vermoeiende trip betekent -je doorloopt tenslotte 3 verschillende tijdszone's-, het blijft me verbazen hoe vlot je deze dagen de halve wereld kan rondreizen. Mogelijk iets te makkelijk want zulks houdt het gevaar op misbruik in zich. Ik weet niet of het verantwoord is de enorme mensenmassa's die je zich ziet verplaatsen, hieraan toe te wijzen, maar het blijft maar de vraag hoeveel van deze verplaatsingen noodzakelijk of nuttig zijn om de gigantische vervuiling, die hiermee gepaard gaat, te verantwoorden. En die vraag kan ik natuurlijk ook mezelf stellen, zelfs met een extra koffer boordevol goede bedoelingen en voornemens bij me.

Een mens zou zich nooit op voorhand onnodig hoeven zorgen maken. Een van de lessen die ik maar moeizaam geleerd krijg. Al die zorgelijke overpeinzingen waarmee ik mij kwelde, bleken overbodig. Zo kon ik bv wel Vietnamese dong afhalen op de terminal en moest ik de taxi naar mijn hotel niet met (teveel) dollars betalen en gaf de vriendelijke chauffeur toe dat zijn meter een onbetamelijk hoog bedrag aangaf. Hij stelde zich tevreden met een eerlijk compromis. Wat mij betreft kan er dan bijgevolg een fijne 'tip' bovenop.
Ik was bovendien blij dat het mij bekende Mai Phai hoteletje in Pham Ngu Lao Street nog een kamer beschikbaar had. Heel leuk meegenomen dat de manager en bedienden me nog kenden en me hartelijk ontvingen. Zo kreeg ik ditmaal, aan dezelfde prijs als voorheen, een kamer die dubbel zo groot is als de voorgaande.
Ook in de kleine Ierse pub herkende de waard me. Hij kwam bij mij aan het tafeltje zitten voor een hartelijke babbel. Mijn bescheiden kennis van de Vietnamese taal, met een duidelijk accent uit Hue, werd begrepen en gewaardeerd. Deze metropool mag dan al overdruk en lawaaierig zijn, het droeg er allemaal toe bij me redelijk snel 'thuis' te voelen en mijn oververmoeidheid en jetlag te kunnen verdragen.

De wifi-verbinding op mijn kamer werkte meteen naar behoren. Zo kon ik vrijwel direct mijn zus de gevraagde bevestiging van behouden aankomst doorsturen. Ik was daar nog maar net mee bezig toen Phuoc me al berichtte met een fijne 'welcome'. Ook met AnnaLe heb ik inmiddels reeds uitgebreid kunnen chatten. De Viettel 'simcard' van mijn mobieltje is nog operationeel en bijgevolg hoef ik niemand een nieuw telefoonnummer door te geven. Phuoc en AnnaLe hopen me zo snel mogelijk in Hue te zien. Via de waard van de pub vond ik makkelijk een kantoor van Vietnam Airlines waar ik inmiddels een ticket naar Danang geboekt heb voor morgen 26/7. In Danang wil ik blijven tijdens het komende weekend want er zijn enkele goede vrienden te bezoeken. De bustrip naar Hue wordt dus iets voor begin volgende week. Dan kom ik echt weer thuis. Al bij al toch een voorspoedig verhaal, niet? Temeer daar ik bij een lokale temperatuur van 31 graden Celsius weinig fysieke aanpassingsproblemen ervaar. Raar maar waar, het blijkt momenteel in Belgie warmer en meer drukkend dan in tropisch Vietnam! Ben dan ook 'als een blok in slaap gevallen' en heb er een uitstekende 8 uren platte rust aan overgehouden.

In HCMC had ik al, bij mijn eerste bezoek aan de stad, alle interessante bezienswaardigheden bezocht. Meer kan deze enorm grote stad me eigenlijk niet bieden. Ik zal bijgevolg de rest van mijn dag besteden aan lezen en 'relaxen'. Ter afronding wens ik nog mijn familie en vrienden in Belgie te bedanken voor al het goede en mooie dat mij geboden werd met een toepasselijke tekst, gisteren gelezen op een Iers wandtapijtje aan de muur van de pub:

"May the road rise up to meet you,
may the wind be always at your back.
May the sun shine warm upon your face,
and the rain fall soft upon your fields.

May love and laughter
light your days
and warm your heart and home.
May good and faithful friends be yours
wherever you may roam,
may peace and plenty
bless your world
with joy that long endures.

May all life's passing seasons
bring the best
to you and yours.
And until we meet again,
may God (the Buddha...) hold you
in the palm of His hand.

-Irish Blessing-  

dinsdag 16 juli 2013

Heb reeds vier blogartikels aangezet en weer uitgevaagd. Het werkt voor geen meter meer. Ik vind telkens opnieuw al dat geschrijf zinloos. Vind de woorden niet meer. En of dat ook noodzakelijk is...

Begrijp me echter niet verkeerd. Ik blijf eenieder in mijn leven belangrijk vinden. Zelfs al voel ik steeds meer de behoefte me af te zonderen. Ja, ik heb jullie allemaal nodig. Zonder jullie ben ik niets. Een enkel grassprietje in een verdorde vlakte. Maar dat sprietje heeft momenteel niets meer te vertellen, al zeker niet te beleren. Leraar zijn? Mogelijk moet ik eerst mezelf wat bijstellen, bijscholen.

Mag ik die tijd vragen voor mezelf? Mezelf in de spiegel bekijken en enorm schrikken? Vol schroom, desolaat en vertwijfeld een kleine ontdekkingsreiziger te zien staan. Een mannetje dat desondanks alle inspanningen en zoektochten niet verder is gekomen dan het besef dat hij nog altijd moet afrekenen met zijn kwaadheid, begeertes en onwetendheid?

Een mannetje met al te grote ambities. Niet om het te maken als mens, zogenaamd om te slagen in het professionele leven. Neen, groter. Een mannetje dat een bodhisattva wil worden. Zo eentje met de gelofte: Hoe talloos de levende wezens ook zijn, ik beloof ze alle te redden.
Al blijf ik bij deze gedachte, ik zal nog hard moeten werken. Veel harder dan ik ooit heb moeten doen om mijn brood en dat van mijn gezin te verdienen. Al zal daar ongetwijfeld de eerste en belangrijkste aanzet gezet zijn. Mogelijk de enige die er echt toe deed.

Zen, gebaseerd op de Tao, zit boordevol tegenstrijdigheden. Het is een labyrint waarbij je steeds weer uitkomt bij het begin.

zaterdag 13 juli 2013

"Mens worden is een werk van verschrikkelijk lange adem, schrijft de Saint-Exupery...En dat mens worden ligt niet in het vinden van antwoorden, niet in het bereiken van wat dan ook. Neen, het ligt in het zoeken, in het geduldig wachten, in het standhouden, ook daar waar je niets hoort. Het ligt in het werken. En weer opnieuw in het werken. En in de discipline. Eindeloos."*

Wat hier bedoeld wordt met 'werken' is het werken aan jezelf. Het feit dat je de diepste waarheid van het bestaan niet buiten jezelf moet zoeken want dat je dan ook jezelf daarvan buitensluit. In deze zoektocht naar het diepste, intieme (maar niet seksuele) en woordeloze contact met de of  het andere, in een wanhopige poging de existentiele eenzaamheid van het 'afgescheiden-zijn' te overwinnen en toch enigszins een zekere houvast te vinden, willen we pasklare antwoorden, werkzame modellen of voorbeelden. Maar niets of niemand kan je vragen beantwoorden. Integendeel, de vraag stellen is ze reeds beantwoorden. Volgens de Saint-Exupery, die zich nochtans niet bekende tot een duidelijke religieuze strekking, is de grootste genade van het gebed juist dat je geen antwoord krijgt.

Zo ook voor het oorspronkelijke, Chinese Ch'anboeddhisme. We mediteren niet met de bedoeling iets te bereiken. Er valt gewoonweg niets te bereiken, te vinden of vast te pakken. Het 'oorspronkelijke gelaat' der dingen, -ook alweer zo'n goed bedoelde conceptuele maar versteende uitdrukking zoals het 'nirwana'-, valt nergens te bespeuren in de ons vertrouwde dimensies. En de bekende uitdrukking uit de Hartsuttra: 'vorm is leegte, leegte is vorm', zal ons weinig helpen in de vertwijfeling over het mysterie van het bestaan. Er rest ons bijgevolg niets anders dan gewoon verder te gaan met ons leven, te ademen en te werken. Weliswaar blijgemoed en vol vertrouwen want de schoonheid die ons omringt, indien we er onze aandacht kunnen op zetten, getuigt van het feest waarvan wij deelgenoot mogen zijn. Ik ben geen pessimist, daarvoor vind ik het leven ondanks alles te waardevol. Dat de mensheid niet perfect is -ik hoef daarvoor enkel maar naar mijn persoonlijk handelen te kijken- mag er ons niet van weerhouden ook de puurheid in de ogen van een kind te kunnen zien.

Op 23 juli, vandaag binnen 10 dagen dus, vertrek ik opnieuw naar Vietnam. Niet meteen een makkelijke beslissing. Zal het nooit zeker weten of ik hier, in mijn zogenaamd thuisland, alles afgerond heb wat ik diende te doen of te verwezenlijken. Er blijven onopgeloste zaken, vragen, verwachtingen en niet ingevulde dankbetuigingen ten over. Wat kan ik doen?
Om het met de woorden van de hedendaagse zenmeester en filosoof  Shin'ichi Hisamatsu te zeggen in zijn eenmalige levens-koan: "Precies hier en nu, als niets werkt, wat ga je dan doen?"*

Ik ga terug op reis naar een onzekere toekomst. Na meer dan drie jaren omzwervingen in Centraal- en Zuid-Oost Azie weet ik precies minder dan tevoren. Goed zo, misschien is dat het begin van de wijsheid.

Hoe dan ook, ik keer terug naar mijn uitgangspunt: vastbetreden paden leiden enkel terug naar het verleden. Naar waar je vandaan komt. Over dat verleden kan je met dankbaarheid of terughoudendheid terugblikken maar veranderen kan je het niet meer. Spijt zal mijn rugzak louter zwaarder maken. Niet dat ik die spijt niet ervaar of waardeloos vind, ik kan enkel werken. Niet louter van land verwisselen maar reizen door mijn bestaan. Me trachten los te maken van wat niemand vooruit helpt. Leven als de vlinder die zich constant te pletter vliegt op de wanden van de koperen klok en uiteindelijk zijn lot aanvaardt wanneer hij zich, overmand, laat vallen in de grenzeloze vrijheid van het bestaan.

Maha Karuna: het grootst mogelijke mededogen voor al wat bestaat. Als wezenlijk onderdeel van het bestaan ben ik dat verplicht aan mezelf. Echter wel met het besef dat ik mag leven bij de gratie van wie mij liefheeft. Ik hou met heel mijn hart van alles en iedereen, zonder ooit de mogelijkheid van dat gevoel te kunnen vasthouden of bestendigen. Ik moet weer op weg, opnieuw gaan reizen en alles loslaten. Waar ik echter ga of sta, ik zal iedereen vasthouden in mijn hart. De enige plek die er voor mij toe doet. Ben niet geboren om vast te roesten.

* Citaten uit 'Meer dan een mens kan doen. Zentoespraken' door Ton Lathouwers. Uitgeverij Asoka, Rotterdam 2000.