woensdag 16 juli 2014

Het heeft me enige tijd gevraagd om de draad van deze blog weer op te nemen. Het is allicht genoegzaam bekend dat eender welke zoektocht, hoe eerlijk ook bedoeld, nooit uitsluitend over wolken of via rozentuinen verloopt. We leren met vallen en opstaan, elk kind bekend.

Relaties tussen mensen, onder welke vorm dan ook, ontsnappen niet aan deze wetmatigheid. Soms doen mensen ons ongewild pijn, soms kwellen we anderen zonder dit wezenlijk zo te bedoelen. De Boeddha leerde zijn leerlingen dat dit eigen is aan het bestaan in samsara. Zolang we gevangen zitten in het genadeloze wiel van geboorte en dood, zolang we niet kunnen of willen inzien dat onze egogerichte gedachten, begeerten en daden onvermijdelijk hun gevolgen zullen hebben, zolang zullen we lijden veroorzaken aan onszelf en onze omgeving. Klinkt pessimistisch, mogelijk zelfs verward, maar is dat niet. Eigenlijk is het eenvoudig: we hoeven enkel te beseffen dat 'ik' de schepper is van zijn eigen bestaan en dus zijn lijden. Eenvoudig toch? Nee verdomme, aartsmoeilijk!

Maar goed, het zal een grote stap voor de mens en de mensheid blijven om niet zozeer op de maan te landen maar met volle aanwezigheid van gedachten en handelingen in het hier en nu te blijven.
Om een gedegen begrip van en inzicht in het onderscheid (niet te verwarren met dualiteit) tussen relatieve en absolute realiteit te krijgen: er is eigenlijk geen feitelijk onderscheid te vinden tussen mezelf, hier op dit ogenblik schrijvend op mijn laptopje, en het quasi onbetekenende speldenprikje dat ik vertegenwoordig in het opkomen en vergaan van kosmische fenomenen.

Ach ja, wij mensen nemen onze dagdagelijkse occupaties graag oh zo serieus. Doen en praten maar wat lukraak. Luidruchtiger dan een legbatterij met tienduizend kakelende kippen wiens lot sowieso beschoren is. Maak ons liever maar niet bewust van onze kleinheid, onze doelloosheid. De oude Grieken hingen de onheilsboodschapper sito presto op aan de hoogste boom.
Wil ik nu volharden in een neerwaartse, zwartgallige gedachtegang? Zeer zeker niet. Integendeel, wees er maar van overtuigd dat een periode van stilzwijgen net zo goed een tijd van leren en verhelderende inkeer kan zijn. Daar moet ik mezelf ook van overtuigen: geen nieuws van mijn geliefden mag mogelijk goed nieuws betekenen.

De reden waarom ik me redelijk bezwaard voelde en daardoor Vietnam eerder heb verlaten dan gepland, mag gezocht worden in het feit dat ik me door goede vrienden finacieel onheus behandeld voelde. In de gedachte ter goede trouw te handelen, gaf ik een vriend de opdracht een tweedehands motorfiets te kopen voor mijn Vietnamese studente. Achteraf bleek ik voor redelijk veel geld een onveilig en dus onbruikbaar wrak te hebben gekocht. Dat ik hierbij een stevige som geld was kwijtgespeeld, deerde me niet zozeer. Wel dat me dit was aangedaan door iemand die ik volkomen vertrouwde.
Alhoewel de transactie niet meer te herroepen viel heb ik de zaak achteraf toch nog kunnen doorpraten met de betrokkenen. Om me te ontdoen van de zure nasmaak had ik tijd nodig maar momenteel heb ik daar helemaal een punt achter gezet en voel ik vooral vergevingsgezindheid en begrip voor mensen in een moeilijke situatie.

Na mijn eerste en korte bezoek aan de Thaise vestiging van Plum Village, omstreeks half juni jongstleden, heb ik gisteren de bevestiging gekregen dat ik er terug welkom ben vanaf vrijdag 18/7. Mogelijk kan ik er ditmaal een langere periode verblijven om er zowel aan mijn persoonlijke ontwikkeling te werken als de nog jonge gemeenschap mee te helpen uitbouwen.
Of het helemaal met de werkelijkheid strookt weet ik niet zeker, maar ik heb het gevoel dat mijn lange zoektocht doorheen boeddhistisch Azie me uiteindelijk naar deze plek moest leiden. Magie... nee hoor, enkel het wonderlijke pad dat het leven diegene die daarvoor openstaat soms laat bewandelen.

Twee jaren eerder vertoefde ik reeds aan de rand van het immense Khao Yai National Park rond Nakhon Ratchasima, in het centrum van Noord-Thailand. Ik was op zoek naar de Thaise nederzetting van mijn leraar Thich Nhat Hanh. Indertijd beschikte ik echter niet over een adres of routebeschrijving en bovendien bleek de plaatselijke bevolking niets af te weten over het bestaan van dit Vietnamees centrum in hun buurt. Met de informatie waarover ik momenteel beschik begrijp ik beter het waarom hiervan. Blijkbaar was indertijd de hele gemeenschap van jonge Vietnamese monniken en nonnen hun klooster in Dalat (Vietnam) ontvlucht na een doorgedreven pestcampagne van de plaatselijke autoriteiten en was de gemeenschap inderhaast geemigreerd naar het boeddhistisch ontvankelijker Thailand. Thai Plum Village moest toen eerst nog 'voet aan de grond' krijgen en beschikte hoogstwaarschijnlijk nog niet over een degelijke website. Momenteel is die er wel en kan je er een handige routebeschrijving op vinden in zowel het Thai als het Engels.

Vorige maand kon en mocht ik er enkele dagen de sfeer gaan proeven maar om mijn maandelijks inkomen niet te verliezen, moest ik voor 1 juli terug in Vientiane zijn om daar, via de Franse ambassade, de nodige formaliteiten te vervullen.
Heel wat rondreizen..., kilometers 'vreten'. Niet voor niks echter, dit hoort nu eenmaal bij mijn huidige levenswijze en dus wil ik daar niet over klagen. Ik heb mezelf bewust teruggeschroefd tot een 'nomade', iemand die zich niet meer wil hechten aan een vastgeroest bestaan, gewoonten en zekerheden.

Echter nu dringen zich enkele vragen op. Was het de bedoeling van mijn leraar om me doorheen een voorbereidende leerschool te sturen? Moest ik eerst ervaring opdoen via kloosterverblijven in verschillende boeddhistische tradities? Zo dikwijls is het me gezegd: je mag niet zomaar mixen! Je moet jezelf houden aan een duidelijke strekking of leerschool. Daar kan ik me steeds minder in vinden. Theravada, mahayana, vasjrayana, tantrayana, dzochen, C'han...het zijn slechts allen cultureel ingekleurde interpretaties van een en dezelfde boeddhistische leer. Van elk van deze richtingen heb ik bescheiden mogen proeven en er tenslotte voor mezelf het meest bruikbare of werkzame uit overgehouden. Wij, westerlingen, hoeven ons niet gebonden te voelen door culturele bindingen of invoegingen die ons niet eigen zijn. Het voelt bevrijdend aan dat we met onze onderzoekende en pragmatische ingesteldheid de leringen van de Boeddha aan onze persoonlijke ervaringen kunnen toetsen en bijgevolg alle ingredienten kunnen samenvoegen in een fris, eigentijds en eengemaakt wereldboeddhisme. Ik meen dezelfde ingesteldheid te mogen waarnemen bij mijn leraar die het grootste gedeelte van zijn leven heeft doorgebracht in het Westen. Bovendien voel ik me uiterst aangetrokken door zijn sociaal geengageerde en ecologische aanvullingen, interpretaties die ik vaak miste binnen de Aziatische cultuur.

Een andere vraag die zich opdringt is of het inderdaad de bedoeling was van mijn leraar om mij meer inzicht en begrip te laten opdoen in 'zijn' Vietnam. Als vluchtig toerist kan je moeilijk een juist beeld krijgen over het hoe en waarom van de Vietnamese samenleving. Uiteindelijk heb ik er, alles tezamen, meer dan een jaar en half geleefd en gewoond. Heb ik, niet zonder problemen, zelfs in zijn moeder-klooster Tu Hieu pagoda kunnen verblijven. Ik mocht in Hue, Danang en HoiAn wondermooie vriendschapsbanden smeden. Waarschijnlijk niet toevallig dat deze plaatsen allemaal gesitueerd zijn pal in het midden van dit langgerekte land met zijn historische en politieke scheiding tussen Noord en Zuid. Opnieuw, als boeddhist maken we geen dualistische opdeling. Alles is onderling verbonden en, spijtig genoeg, heeft me dit langs beide zijdes juist Thay verweten.
Dat Thay zijn volk graag ziet, maar ook dat het hem zal onthouden worden om ooit in zijn geboorteland te mogen sterven, lijkt me heel begrijpelijk en doet me meeleven. Ik werd gecharmeerd door de Vietnamese kalligrafie, heb via deze weg ook een handvol Vietnamees kunnen leren. Wie Thich Nhat Hanh een beetje kent, weet dat hij een begenadigd kalligraaf is. Je moet niet direct een artiest zijn om een ander kunstenaar te begrijpen, maar het helpt wel.

Thich Nhat Hanh heeft veel van zichzelf gegeven voor het heil van de westerse, zoekende mens. Hijzelf kan niet meer weerkeren naar zijn land. Zag hij, destijds in het Franse Plum Village, iets in deze bescheiden mens waar hij zijn hoop in kon stellen? Voorzag hij dat ik inderdaad over de mogelijkheden en bescheiden kwalificaties beschikte om in zijn land, of aan zijn volk, iets terug te schenken? Om er de, sowieso begeesterde jonge bevolking hun kracht en samenhorigheid via hun boeddhistische achtergrond te stimuleren? Was het dit wat via onze blikwisseling van enkele seconden oversprong?

Ik wil zeker niet aanmatigend klinken, besef terdege dat ik de zwakheden op gebied van verslavingen deel met de grote Tibetaanse meester Chogiam Trungpa. Maar ik ben hier niet zomaar beland. Het blijft een feit dat de jonge monniken en nonnen in het Thai Plum Village me hebben duidelijk gemaakt dat ze mijn organisatietalent, westerse efficientie en connectie met hun leraar kunnen gebruiken, of beter, aanwenden. Ik heb leren houden van dit jong Vietnamees enthousiasme. Met vallen en opstaan, met inzicht en vergevingsgezindheid.

Inmiddels blijf ik Phuoc, de jonge Vietnamese studente, financieel ondersteunen. Ze is momenteel als stagaire in Thailand. Mogelijk haar eerste en laatste ervaring in het buitenland, zelfs buiten haar stad of geboortedorp. Kunnen wij, westerse toeristen, hier iets van begrijpen? Als het klimaat in onze habitat ons niet aanstaat, nemen we toch vlug het vliegtuig naar de Tropen, niet? Empathie is hoogstwaarschijnlijk het mooiste en interessantste woord uit ons woordenboek. Maar verstaan we het werkelijk?

woensdag 21 mei 2014

Overmorgen, 23/5, keer ik terug naar Vientiane in Laos. Ik heb mijn vliegtickets daarvoor op zak. In de Laotiaanse hoofdstad wil ik, via de Thaise ambassade aldaar, opnieuw een lange-termijn visum aanvragen. Het is mijn bedoeling om omstreeks begin juni even wederom te gaan relaxen in de 'home-stay' van mijn Belgische vrienden in Udonthani. Later wil doorreizen naar Khorat (Nakhon Ratchasima) en opnieuw een poging wagen om te kunnen verblijven in het Thai Plum Village van mijn leraar. Er is veel dat ik moet verwerken en waarover ik me grondig moet bezinnen. Op dit ogenblik geloof ik, meer dan ooit, dat enkel de grote spirituele wereldleraars in staat zijn om een nieuwe 'koude oorlog' en bewapeningswedloop te counteren. De immer uitdeinende spiraal van materialistisch egoisme, die alles en iedereen in deze globaliserende wereld meesleurt, blijkt anders moeilijk te counteren.

Maar zo boven, zo beneden. We kunnen onmogelijk iets veranderen aan het grote plaatje, al zeker niet zolang we geen inzicht krijgen in al die kleine en grote tekortkomingen in ons persoonlijk bestaan. De mensheid is een ketting waarin we allen onlosmakelijk verbonden zijn en dus maar zo sterk als elke schakel die daarvan deel uitmaakt. Het vraagt moed en eerlijkheid om dit van jezelf in te zien en nederig te kunnen toegeven. Ons grote ego staat dit vaak in de weg.

Was het Mahatma Ghandi die ooit stelde: "Er is voldoende op deze aarde om te voorzien in onze menselijke behoeftes, echter niet in onze begeertes."?

donderdag 8 mei 2014

Met Vesak (Vaisakha in het Sanskriet), ook wel " the thrice-sacred day" genoemd, herdenkt men tijdens de volle maan van de maand mei zowel de geboorte, de verlichting als het heengaan (Parinirvana) van de Boeddha. Blijkbaar zouden deze drie gebeurtenissen zich op hetzelfde tijdstip van het jaar voorgedaan hebben. Voor alle boeddhisten in de wereld is dit begrijpelijk een belangrijke dag maar in de boeddhistische landen van Azie wordt dit wel heel nadrukkelijk gevierd.

Na het afgelopen cultuurfestival, dat binnen het stadsbeeld van Hue tijdelijk maar prominent aanwezig was, worden deze dagen vooral de belangrijke lanen, straten en bruggen danig opgefleurd met de vijf kleuren van de internationale boeddhistische vlag (blauw, geel, rood, wit en oranje) afgewisseld met de nationale rode vlag met gele ster. Met duizenden flapperen ze in de tropische bries en dat brengt Vietnam mogelijk wat dat betreft tijdelijk op dezelfde hoogte als Thailand (hoogstwaarschijnlijk het meest bevlagde land ter wereld).
Maar je ziet niet enkel vlaggen, ook ontelbare lampions in dezelfde vijf kleuren en roze lotusbloemen in alle formaten, gemaakt uit een zijdeachtige kunststof. Van deze laatste drijven er reuzegrote exemplaren op "Perfume river", de stroom die het typische aangezicht van de stad bepaald en het historisch centrum met de citadel scheidt van het toeristisch centrum met de meeste hotels en restaurants.

Terwijl Duc mij gisteren met zijn 'motorbike' doorheen de ochtendspits naar de Quy Thien pagoda reed, had ik aan twee ogen niet voldoende. Alhoewel ik best van kleuren kan genieten, een overdaad toevoegen aan een beperkte ruimte die al uit zichzelf over een bepaald kleurpalet beschikt, komt naar mijn smaak dicht in de buurt van wat we vroeger een 'bollenwinkel' noemde. Een samenraapsel van kleursnoepjes waarin niet meteen een patroon of een visie te bespeuren valt. De Vietnamese neiging om veel belang te hechten aan het uiterlijke, vooral in de zin dat de dingen goed moeten ogen, kan in het geval van Vesak wel eens aan zijn betekenis voorbijgaan. De Boeddha hechte weinig belang aan uiterlijkheden en rituelen. Toen zijn leven tot het eindstadium kwam en hij op het punt stond het Nirvana in te treden, waren er enkele monniken die kritiek hadden op een afwezige monnik. Ze verweten deze geen passend respect te betonen voor de meester en niet met de anderen mee te willen rouwen. Deze monnik verkoos echter in eenzame afzondering te mediteren en op deze wijze de leringen van de Boeddha te verinnerlijken. De Boeddha, gelegen op zijn rechter zijde onder de Sala bomen, keurde het gedrag van deze monnik als zijnde correct. "Wie mij ziet, ziet de Dharma. Wie de Dharma ziet, ziet mij." Zijn persoon was niet belangrijk, wel de leer. Overigens, de 'Tathagata' had 45 jaar door Noord-India getrokken om deze leer te verkondigen enkel gehuld in een kleed gemaakt van aaneengenaaide lappen stof. Deze werden safraan-geel gekleurd omwille van de ontsmettende werking van de kleurstof. In de beginperiode van deze lange rondreis, die altijd te voet werd afgelegd, werden deze stukken stof nog gerecupereerd van stoffen waarin lijken gewikkeld waren alvorens ze gecremeerd werden. Later, toen de sangha meer gevestigd geraakte, werden de stoffen geschonken door lekenaanhangers.

Aangekomen aan Quy Thien pagoda was mijn verbazing groot toen we door een nieuwe poort binnenreden. Speciaal voor de viering van Vesak heeft men een mooie constructie opgetrokken, volledig uit bamboestokken gemaakt. En ook hier overal vlaggen, lampions, baniers...Wat me echter werkelijk deugd deed was de bijzonder hartelijke ontvangst door de abt en de aanwezige novicen.
Al is het hier momenteel redelijk druk, want men blijft maar nieuwe versieringen aanbrengen, voel ik de rust in mijn hart en geest langzaam terugkeren. Mijn reactie op de voeding moet ik in het oog blijven houden want het aanbod blijft uiteraard hetzelfde. Momenteel blijkt de jeuk voorlopig enkel veroorzaakt door (veel) insectenbeten. Hierdoor is zitmeditatie praktisch onmogelijk en bijgevolg beperk ik mij tot veel wandel-mediteren.
Deze namiddag omstreeks 14u brak er een hevig tropisch onweder los boven Hue, met algehele stroomonderbreking. Het is nu bijna 22u en het natuurgeweld is, alhoewel gekalmeerd, nog niet opgehouden. Even vreesde ik voor het vele werk dat de novicen in het maken en aanbrengen van de versieringen hadden gestoken, maar dat blijkt mee te vallen. Of de lampen nog allemaal functioneren zal afwachten worden. De uiteindelijke verlichting bereiken is geen gemakkelijke zaak. Zelfs de Boeddha had daar een 'queeste' van 7 jaren voor nodig.

maandag 5 mei 2014

Vaak ervaren we de obstakels die zich aandienen in ons leven als zijnde veroorzaakt door de anderen, of door omstandigheden buiten onszelf die ons lot ongunstig bepalen. Maar is dat werkelijk zo?

De afgelopen twee weken waren voor mij een turbulente periode waarin ik me somtijds stevig verstrikt of verdwaald voelde in gevoelens van verwarring en onzekerheid, zelfs van kwaadheid en teleurstelling. Helemaal aan jezelf overgeleverd overleven in een totaal andere cultuur en bovendien de taal niet voldoende machtig zijnd, betekent net iets anders dan een land als vluchtig toerist aandoen.
Toen ik uiteindelijk het dieptepunt van mijn emotionele vertwijfeling bereikt had, werd ik na een onrustige nacht wakker met een helder inzicht. Mogelijk had ik de beweegredenen en intenties van mijn omgeving niet helemaal correct ingeschat, niet altijd beseffend dat iedereen naar geluk streeft en daarvoor somtijds een andere weg wil of moet bewandelen.
Het begon me te dagen dat je, wanneer je jezelf laat overmeesteren door negatieve gevoelens, die makkelijk gaat projecteren en je bijgevolg de buitenwereld overeenkomstig gaat ervaren. Een wekenlang geblokkeerde bankrekening en het tweedaags verlies van toegang tot het internet, -feiten die extra brandstof geleverd hadden aan mijn vertwijfeling-, waren mogelijk louter te wijten aan technische mankementen. Ik besef nu ook beter hoezeer ik mezelf, en straks de gehele mensheid, daar afhankelijk van gemaakt heb.

Geheel negatief zijn deze lessen echter niet geweest. Alhoewel soms pijnlijk (echte levenslessen zijn zelden vrij van dit soort pijn), hebben ze tevens de ogen geopend van enkele van mijn dierbare Vietnamese vrienden. In moeilijke periodes besef je wie lief en leed met je wil delen. Phuoc was een van die betrokkenen die mij en zichzelf doorheen de problemen wist te leren standhouden. Haar financiele afhankelijkheid van mij gaf haar ook niet veel opties, maar uiteindelijk heb ik haar respect en vriendschappelijke erkentelijkheid kunnen voelen. Dankzij haar kan ik overmorgen terugkeren naar Quy Thien pagoda en aldus verder blijven werken aan een diep en degelijk inzicht over de relativiteit van het bestaan.
Ik wens er opnieuw voor enkele weken te verblijven, de feestelijkheden voor 'Vaisakha' (de herdenking van de Boeddha's geboorte, verlichting en intrede in het Parinirvana) mee te helpen organiseren en uiteindelijk deze prachtige plek met een goed gemoed en in vriendschap te verlaten. Het zal dan dicht komen bij de vervaldag van mijn Vietnamees visum. We zullen doorgaan!      

vrijdag 25 april 2014

Nadat ik maandag de pagoda verlaten heb, in het centrum van Hue ander voedsel kon nuttigen en terug kon slapen in mijn kamer met airco, verdween vrijwel onmiddellijk de hevig jeukende huiduitslag. Daar ik binnenkort graag wil terugkeren naar het klooster zit ik nu wel met een redelijk vervelend probleem. Ik kan best leven met een dagelijks vegetarisch menu, -kon dat zelfs relatief goed volhouden destijds in mijn thuisland-, maar de vervelende neveneffecten van de kloosterkeuken vragen naar een creatieve oplossing. Enkel weet ik niet hoe mij in die buurt te bevoorraden van gevarieerd fruit, andere groenten, yoghurt en dies meer. Er is slechts een piepklein winkeltje binnen loopafstand en daar verkoopt men deze zaken niet. Bovendien is de ventilator in mijn kloosterkamer niet in staat de broeierige hitte te verdrijven. De enig mogelijke oplossing die ik momenteel kan bedenken is gewoonweg de ongemakken te leren verdragen. Ik kan me daarbij levendig voorstellen hoe moeilijk het destijds moet geweest zijn voor Siddhartha en zijn leerlingen om te overleven onder de blote hemel van de Noord-Indische wouden.

Maar ik ben uiteraard geen Arahant, mogelijk tot zeer waarschijnlijk zelfs nog geen Sotapanna (streamenterer). Daarvoor is de af te leggen weg nog te lang. Tot nader orde durf ik me enkel maar een Uppasakha (lekenboeddhist) noemen. Zelfs eentje met nog altijd behoorlijk veel kilesa's (onzuiverheden) in gedachten, woorden en daden. Want zo ontstaan de meeste vormen van het menselijke 'lijden aan het leven': 1)door onwetendheid over of verdraaide inzichten in de werkelijke aard van het waarneembaar universum ( The 4 distortions of reality: de immer veranderlijke natuur der dingen als vast, onbeweeglijk of permanent zien, het niet-in-zichzelf-bestaan van alles verwarren met een imaginair en afgescheiden zelf, het lijden van zichzelf en anderen niet waarnemen omdat men enkel het eigen geluk nastreeft en het niet zo mooie als mooi zien omdat men niet verder kan kijken dan naar het uiterlijke, de verpakking of het flinterdun laagje verblindende vernis.), 2) door onze nimmer aflatende begeerte, het voortdurend op zoek gaan naar en vasthaken aan de objecten van die begeerte, 3) door onze aversie, kwaadheid en irritatie die ons telkens opnieuw in botsing brengen met de anderen en die ons beletten een onwankelbare tevredenheid en evenwicht te ervaren in ons hart.

Al voel ik ergens diep in mezelf, -of zo je het intuitief wil noemen-, dat dit alles wezenlijk klopt, strookt met wat ik als werkelijk ervaar en bovendien verstandelijk als zijnde pragmatisch en rationeel beschouw, blijven al die door de tijd heen opgebouwde conditioneringen me parten spelen. Ik zou dit willen vergelijken met een kostbaar kleinood dat men ter bescherming in onooglijk veel krantenpapier heeft gewikkeld. Je moet eerst door die enorme troep waardeloos papier vooraleer je uiteindelijk vindt waar het echt om gaat. Indien je jezelf echter blijft blindstaren op de glinsterend verpakte doos, ontgaat je de diep verborgen schat. Ik vermoed dat ik dat nu al wel doorheb maar nog altijd bezig ben met het uitpakken en verwijderen van het krantenpapier (die massa's verwarrende informaties die men dagelijks over ons uitspreidt met de vermelding dat het publiek recht heeft op 'geinformeerd te zijn'). Bijgevolg zit ik nog altijd te puzzelen met al die proppen afval om me heen.

Maar toch, met dank aan de dikwijls waardevolle teksten van Herman Van Veen: "We zullen doorgaan!" Van deze Nederlandse kleinkunstenaar onthoud ik ook de volgende wijze woorden: " Al wat ik heb, heb ik van een ander. Al wat ik ben, ben ik voor een ander." Dat vind ik er pal bovenop, al weet ik niet meteen of hij zijn teksten zelf schreef.

Toch ook nog even dit: Thuong (mijn 'kotbazin') gaf me onlangs de mooi vormgegeven brochure cadeau met het volledige programma van het afgelopen cultuurfestival in Hue. Blijkbaar deelden 36 landen, naast gastland Vietnam, in het thema: 'Cultureel patrimonium met integratie en ontwikkeling'. Groot was mijn verbazing (en ingetogen fierheid) toen ik Belgie als eerste land vermeld zag in het rijtje van deelnemers (natuurlijk omwille van de alfabetische rangorde, maar toch...). Bijgevolg opent deze smaakvolle publicatie, waarin elke vertegenwoordiging voorgesteld wordt met mooie kleurfoto's en voorzien van tekst en uitleg in 3 talen (Vietnamees, Engels en Frans), met 'De steltenlopers van Merchtem (een bijzonder gesmaakt straatoptreden) en een concert van de Brusselse muzikant en 'Enfant Terrible' Benjamin Schoos. Daardoor werd Belgie, als enig land naast Frankrijk, Japan, Rusland en Korea, vertegenwoordigd met meer dan 1 voorstelling.
Voor zover ik dat persoonlijk ervaar 'klikt' het goed tussen Vietnamezen en Belgen. We delen een verleden van buitenlandse overheersingen en dat maakt een volk niet enkel sterker maar ook rijker in de bescherming en kruisbestuiving van zijn cultureel erfgoed.

Nu ik er begin aan te twijfelen of het wel Herman Van Veen was die "We zullen doorgaan" heeft gezongen, daagt het mij dat dit waarschijnlijk Ramses Shafy moet geweest zijn. In tegenstelling tot de Vlaamse kleinkunst van weleer, met zijn vrij povere teksten, vond ik de liedjes van Bram Vermeulen, Boudewijn de Groot, Herman Van Veen, Ramses Shafy en vele anderen wiens naam ik vergeten ben, grote kunst. Het lied waarin Boudewijn de Groot zingt over zijn spullen die langzamerhand over vele Europese steden verspreid zijn geraakt, begint voor mij een soortgelijke realiteit te krijgen. Al is dit dan op een andere schaal, onlangs liet ik nogal wat (kleine) zaken achter in UdonThani en Vientiane, momenteel bewaren Chua Quy Thien en Minh Tam guesthouse zelfs grotere stukken van mijn bagage. Het leven van een bohemien artiest en dat van een thuisloos boeddhistisch reiziger kan soms raakvlakken vertonen. Niets staat op zichzelf.            

zondag 20 april 2014

Witte Donderdag, Goede Vrijdag, Stille Zaterdag, Pasen, Beloken Pasen...
Tot zover ben ik nog mee met de kerkelijke gebeurtenissen omstreeks deze tijd van het jaar. Als kind vond ik Stille Zaterdag het aangenaamst: gegarandeerd geen school en opgetogen over de feestelijkheden van de volgende dag.
Deze zaterdag breng ik vandaag door in een stil Vietnamees zenklooster. Gisteren heb ik besloten dat het wijzer is mijn fysiek probleem nog even te verbijten. Om de zaken niet nodeloos ingewikkeld te maken zal ik slechts maandag terug naar mijn guesthouse in het centrum vertrekken.

Het stille leven in een zenklooster. Daarmee bedoel ik niet uitsluitend de afwezigheid van geluiden. Volgens wat ik daarover in het verleden gelezen heb zou het in de Japanse zenkloosters nog heel wat stiller zijn want daar wordt amper gesproken. Zo muisstil is het in Chua Quy Thien nu ook weer niet. Vietnamezen zijn niet meteen bekend als een stil volk. Daarbovenop wordt de meerderheid in de Sangha uitgemaakt door jonge mensen (wat bij uitbreiding ook het geval is voor geheel Vietnam) en je kan bezwaarlijk verwachten dat die de hele dag rustig op een stoeltje zitten zwijgen. We dienen het stille leven echter anders te interpreteren. Stil in de betekenis van geen verwachtingen stellend, niet voortdurend naar opwinding of entertainment op zoek zijn. Aanvaarden dat 'is wat is' en dat de hoogste spirituele waarden ook te vinden zijn in de simpele dagdagelijkse gebeurtenissen en handelingen. "Een dag zonder werken is een dag zonder eten." Dit is een bekende zen-uitspraak die mogelijk wat te radicaal overkomt maar toch enige betekenis van waarde inhoudt. Wanneer we de dagelijkse handelingen met volle aandacht (mindful) uitoefenen, kunnen we daarin de Dharma of alleszins het wonderlijke leven ontdekken. Geen oeverloos rondhossen als kippen zonder kop, geen ratrace, geen tijd-is-geld-onzin, geen vakantiestress...Maar Gautama Siddhartha wilde de mensen evenmin aanzetten tot zinloos luieren, dagdromen in het verleden of de toekomst of welke vorm van apathie of lethargie dan ook.
De hoofdreden waarom we in een boeddhistisch klooster op de begane vloer of een houten bank slapen is het vermijden van over-slapen. Tezamen met over-eten, wat een mens slaperig en lui maakt, bezoedelt dit de 'mind'.

Ik heb gisteren een nieuw kleurportret afgewerkt. Nga, een oudere vriendin van Phuoc die enkele avonden per week komt badminton spelen, had me dit gevraagd.
Ik ben tevreden met het resultaat maar dat heeft wel drie dagen van vele, intensief geconcentreerde werkuren gevraagd. De foto die Nga me gegeven had is klein en erg vaag en bovendien is Nga erop gekleed in een Japanse kimono met ingewikkeld design. Ik gebruik vette waterverf-kleurpotloden (licht wegend in de bagage) als vervangmiddel voor verf of pastelkrijt maar dat vraagt vele kleurlagen boven elkaar. Niet voor het eerst in mijn leven ervaar ik dat mensen deze artistieke bezigheid niet als 'werken' beschouwen, eerder als een soort leuke hobby. Vooral in Vietnam, waar je tekenpapier (van bedenkelijke kwaliteit) moet zoeken op de kinderafdeling van de boekenzaken, vindt men dit een amusant tijdverdrijf maar (h)erkent men niet meteen de artistieke waarde ervan. Onmiddellijk neemt men je tekening in de handen, stevig kreukels makend in het papier. Maar eerlijkheidshalve moet ik wel zeggen dat men het resultaat mooi vindt.

Tot hiertoe heb ik gedurende mijn vierjarige rondreis nooit geld gevraagd voor een tekening of kalligrafisch werk. Ik ben op vele verzoeken ingegaan en heb behoorlijk wat zaken weggegeven. Wanneer het onderwerp gerelateerd is met de Dharma of de Boeddha's leringen, wil ik zeker nooit geld vragen. Tweemaal heb ik een bescheiden donatie gekregen. Maar vandaag besluit ik geen portretten meer te maken zonder bezoldiging. Daarbij zal ik een vergoeding vragen in verhouding tot het financieel vermogen van de opdrachtgever. Dit geld wil ik niet voor mezelf houden maar doorgeven aan wie het nodig heeft. Zo kunnen de rijkere mensen de armere lotgenoten helpen en moet ik niet alles van mijn bescheiden pensioen afromen. Op deze wijze zal men ook meer respect betonen voor mijn 'werk' en de achterzijde van het tekenblad niet gebruiken om er snel een nota als geheugensteuntje op te krabbelen (enige tijd geleden meegemaakt in Vietnam).

Vandaag heb ik op vraag van de novicen opnieuw enkele grote penseeltekeningen in zwarte inkt gemaakt van Dat Ma, een bekende maar vervaarlijk uitziende meditatieleraar uit de Chinees-boeddhistische geschiedenis. Deze imposante figuur met ruige zwarte baard en indrukwekkende neus (men ziet enige gelijkenis met mijn reukorgaan, ik eerder met Rodin's beeld van Balzac) spreekt tot de verbeelding van de jonge mannen.

Dit ter verduidelijking dat ik naast het schoonvegen van de tuin, het dagelijks uitwassen van mijn spullen, het lezen, studeren en mediteren, me ook nog menige uren bezighoud met wat ik als mijn werk beschouw. Alles in stilte.
In de zeer nabije toekomst moet daar bij voorkeur ook dagelijks een uur yoga-beoefening bijkomen. De les die Phuoc me deze ochtend tussen 6.30 en 7.30 kwam geven maakte duidelijk hoe stijf mijn ledematen en gewrichten zijn geworden.
,
Aan mijn stille zenleven in Chua Quy Thien komt dus nu maandag een voorlopig einde. Ik ga proberen, vooral via ander voedsel, mijn huidprobleem grondig aan te pakken en wil ook graag een week naar Dong Hoi om LeAnna het beloofde bezoek te brengen. Hopelijk is deze plek, zoals men beweert, minder toeristisch. Ik ben daar lang geleden al eens een dag geweest met Tien, mijn easy-rider vriend. We verbleven er te korte tijd om mij een duidelijk beeld te kunnen vormen over de plaats.
In Chua Quy Thien ben ik later terug welkom. Dat wil ik graag overwegen maar dan zal ik toch een oplossing moeten bedenken om mijn voedselprobleem te omzeilen. Alleszins wil ik graag terug in de pagoda zijn om Vaisak te vieren. Dit jaarlijks grootste boeddhistische feest, op de eerste volle maan van de maand Mei, herdenkt de geboorte, verlichting en het heengaan (parinirvana) van Sakyamuni. Er is momenteel al veel voorbereidende bedrijvigheid gaande in het klooster. Als mijn inlichting juist is zou Vaisak dit jaar op 14/5 vallen. Dat komt goed uit want ik plan een tweetal weken weg te blijven.

Ter afronding van dit artikel wil ik niet vergeten toch iets over het groots opgezette cultuurfestival in Hue te schrijven. In het klooster staat er een televisie in de eetzaal. Deze wordt meestal enkel aangezet 's avonds door de kookmoeder. Maar de voorbije dagen keken de novicen en ik graag even mee naar de live opgenomen uitzendingen over het festival. Bijzonder mooi, te vergelijken met een openingsceremonie voor de Olympische Spelen of de wereldbeker voetbal, maar dan een volle week elke avond opnieuw. Telkens een heel kleurrijk spektakel met prachtige traditionele muziek, zang en voordracht, dans en klederdracht, bij uitstek de artistieke uitingen van de Vietnamezen. Eigenlijk had ik daar ook graag eens een avond bij aanwezig willen zijn. Een mens kan echter niet alles tegelijk betrachten. En 'dit' en 'dat' willen, is geen gezond levensprincipe. Bovendien zijn de toegangskaarten helemaal niet goedkoop.
Vanavond eindigt de cultuurweek. Vietnam heeft heel wat te bieden en Hue mag met fierheid terugblikken op deze knappe prestatie.

Inmiddels is het zondag en Paasdag. Ik wilde na enkele correcties dit artikel gisteren publiceren maar het was reeds voorbij 22u en de internetverbinding bleek onderbroken.


donderdag 17 april 2014

Dat niets perfect is in het universum der waarneembare verschijnselen weet allicht iedereen. Momenteel wordt mijn rustig en aangenaam verblijf in de pagoda verstoord door een allergische reactie op een combinatie van het voedsel en het bijzonder warme weer. Het gevolg is een irriterende jeuk en contact eczema over het hele lichaam. Waarschijnlijk reageer ik op het gebruik van chilipepers en/of het heel eenzijdige Aziatische eten. Een verstoorde darmfunctie en een aanhoudende vermoeidheid zijn de bijhorende symptomen.

De temperatuur loopt al in de vroege voormiddag flink op tot boven de dertig graden. Je moet van nature niet echt een groot 'zweter' zijn om toch stevig uit alle porien te beginnen lekken. Vermoedelijk heeft de lever en de pancreas het moeilijk om alle 'slakken' of afvalstoffen uit het bloed te zuiveren en worden deze dus via de huid afgevoerd. Ben gisteren met Duc naar het centrum gereden om in de apotheek histamine-pilletjes en een huidzalf te kopen. Phuoc had me maandag al bananen, een watermeloen, yoghurt en verse, ongezoete sojamelk gebracht. Gisteren heb ik mijn boodschappen aangevuld met Gouda kaas, crackers en enkele flessen energiedrank. Sinds dan eet ik enkel nog bij het middagmaal hetzelfde voedsel als de andere leden van de Sangha. Niet dat ik het eten niet lekker vind maar het is zonder meer veel te eenzijdig. Elke dag staat 's morgens, 's middags en 's avonds hetzelfde op het menu: als groente enkel 'Morning Glory' ( groene bladeren en stengels opgekookt in water, een beetje als spinazie smakend), tofu en rijst of noedels met een sojasaus die aangemaakt werd met chilipepers. Nooit eens wortelen, tomaten, brocolli, bloemkool, boontjes, ajuin... groenten die in de restaurants in het centrum wel op het menu staan.
De kookmoeder, best wel een lief mens, beschikt ofwel over te weinig financiele middelen of is niet bijster geinspireerd. Het is nogal een slonzige en lijzige oude dame die het helemaal niet zo nauw neemt met de hygiene. Toen bij haar afwezigheid voorbije zondag Phuoc en Nga in de pagoda kwamen koken, dienden beiden de keuken eerst een kuisbeurt te geven. Het woord 'keuken' is trouwens ietwat flatterend voor de ruimte die eerder op een grote garage lijkt. Een paradijs voor ratten en muizen. Maar dit is niet helemaal vreemd want een Vietnamese keuken ziet er op het platteland doorgaans helemaal anders uit dan wij gewend zijn. Er wordt daar ook uitsluitend op een houtvuur gekookt.

Mijn huidprobleem is alleszins toe te schrijven aan wat ik eet en hoe dat is klaargemaakt. Ik herinner mij met hetzelfde gegeven geconfronteerd te zijn geweest bij mijn verblijf in het Nilambe Meditation Center in Sri Lanka en later in Wat Pah Nanachat. In Thailand schoot de eczema toen stevig door en werd ik hals over kop gedwongen het klooster te verlaten. Medicijnen helpen slechts wanneer de oorzaak wordt weggenomen en dat betekent ander voedsel nuttigen. In ieder geval is de gemeenschappelijke factor telkens Aziatisch en sterk gekruid voedsel in combinatie met erg warm weer.
Omdat ik het Minh Tam guesthouse op tijd moet verwittigen van mijn terugkeer zodat ze mijn kamer kunnen vrijhouden, heb ik afgesproken maandag eerstkomend (21/4) terug te keren. Ik heb dan bijna 3 weken in Chu Quy Tien kunnen verblijven en mag er me later altijd opnieuw aanmelden.

Vandaag is mijn huidprobleem nog verergerd. De hevig jeukende en brandende huidirritatie is amper te verdragen, enkel een koude douche brengt even soelaas. Ik voel me ook verzwakken want eet slechts een minimum van het aangeboden voedsel. Voor het ontbijt en avondmaal dien ik me te beperken tot wat crackers en kaas, maar de kleine voorraad die ik daarvan aangeschaft had slinkt snel en ik kan me hier in de buurt niet bevoorraden. Deze onfortuinlijke situatie maakt dat mijn dagelijks schema stevig verstoord wordt en dat ik mezelf beperkt voel in mijn activiteiten en dagelijkse praktijkbeoefening. Bovendien geraak ik door de verlammende hitte en aanhoudende jeuk vlugger geagiteerd, stoor ik me makkelijker aan kleine zaken die me tijdens de eerste dagen bijna niet opvielen. Een van de novicen heeft een zware 'tic nerveux' en rochelt en spuugt ongeveer om de 2 minuten. Zijn spuugsel ligt overal verspreid en je moet opletten er niet in te trappen. Vaak dien ik het toilet en de douche eerst te kuisen alvorens te kunnen gebruiken. Naar Vietnamees 'machismo'-gewoonte smijt men de afval overal gewoon op de grond. Maar hier is geen vrouwvolk om dat later op te kuisen en dus gebeurt dat 's morgens bij de algemene 'sweeping'. Lege drank- en koekjesverpakkingen (de novicen hebben blijkbaar ook behoefte aan aanvulling of variatie op het menu) vermengt men lustig met de organische afval en alles gaat op dezelfde hoop. Regelmatig verbrandt men dit zootje en dan wordt het klooster en omgeving gehuld in een verstikkend rookgordijn.... Ach ja, het zal ook wel die eeuwige 'kritiekkaster' in mij zijn die af en toe de kop opsteekt. Overal en altijd is er wel iets aan te merken. Mensen zijn nu eenmaal niet perfect en vaak is asociaal gedrag gewoon het gevolg van onwetendheid, of eerder van het niet beseffen dat men de anderen stoort. Ik voel me niet geroepen om in het klooster met een opgeheven vingertje rond te lopen. Bovendien zou men mijn Engels toch niet verstaan en wil ik me niet bezondigen aan arrogantie. Dat hoop ik stilaan achter de rug te hebben. Er is trouwens nog altijd zoveel moois en waardevols te beleven op deze prachtlocatie.

Maar spijtig genoeg dringt een drastische beslissing zich nu op en wordt het onvermijdelijk om Chua Quy Thien morgen reeds te verlaten. Deze door westerse luxe geconditioneerde jongen heeft dringend meer gevarieerd voedsel en een kamer met airconditioning nodig. Dat ik me daarvoor terug zal moeten vermengen met de massa's toeristen in het drukke stadscentrum is niet direct iets waar ik naar uitkijk. Ik heb momenteel echter geen andere keuze en kan leven met het idee naar de pagoda te kunnen terugkeren wanneer mijn gestel opnieuw in evenwicht is. Maar dan zal ik toch een grote doos fruit en aanvullende etenswaren moeten aansleuren.

Een van de belangrijke leerstellingen van de Boeddha i.v.m. de onderlinge samenhang van alle fenomenen luidt als volgt: "Om dat dit is, dat ontstaat. Omdat dit niet is, dat niet kan ontstaan."
Omdat mensen per definitie onvolmaakt zijn, kan geen enkele samenlevingsvorm perfect zijn.
Toch vind ik het leven in dit Vietnamees zenklooster bijzonder de moeite waard. Blij en dankbaar hier 16 dagen het leven te hebben mogen delen. "To be continued...?"   .
 

vrijdag 11 april 2014

Ik schrijf dit artikel vanuit de pagoda Chua Quy Thien waar ik sinds 2/4 verblijf. Phouc had me eerder in contact gebracht met de abt van dit kleine maar heel mooie en rustige klooster op het platteland buiten Hue. Van het een kwam het ander en momenteel is dit aan het uitgroeien tot een van mijn beste kloosterervaringen sinds de aanvang van mijn Aziatische rondreis. Eigenlijk een kleine droom die waarheid wordt en waarvan ik niet dacht die ooit te kunnen realiseren.

Ik heb me sinds lang aangetrokken gevoeld tot het Vietnamees zenboeddhisme. Ik ga niet speculeren over de mogelijk diepere redenen hiervoor, maar geloof wel dat wie het menens is op het pad van de Dharma, vroeg of laat uitkomt bij wat zijn 'lineage' wordt genoemd. Het pad voerde me langs het Theravada van Sri Lanka, Laos en Thailand. In Nepal kon ik intens kennismaken met het Tibetaans Vasjrayana. Goede en boeiende opportuniteiten maar telkens ontbrak er voor mij iets wezenlijks. Ik bedoel niet de kritische bedenkingen over normale menselijke tekortkomingen die men overal kan tegenkomen, maar de fundamentele interpretatie van hoe Gautama's leer best in de praktijk, in een samenlevingsmodel, kan worden omgezet. Zo kon ik tijdens mijn herhaalde en relatief lange verblijven in Wat Pah Nanachat heel wat opbouwende zaken ervaren, maar de strenge visie op de omgangswijze tussen de diverse leden van de Sangha, de strikt hierarchische code, vond ik persoonlijk te nauw en somtijds storend. Het dagelijkse leven in Chua Quy Thien verloopt sober, gedisciplineerd maar ook natuurlijk ontspannen. Zeg maar heel zen.

Deze pagoda, met een grondoppervlakte van ongeveer een voetbalveld groot, is een van de vele kleinere kloosters op de buiten rond Hue. Het gebouwencomplex is in oud Chinese stijl, met gaanderijen die het tijdens het regenseizoen mogelijk maken om van je kamer naar de Boeddha-hal en eetzaal te gaan zonder paraplu. De omringende tuin is een oase van rust, mooi onderhouden en met zijn zen aandoende stijl een lust voor het oog. Vele variaties aan bonzaiboompjes (of toch iets dat daar sterk op lijkt) in grote aardewerken potten, in smaakvolle patronen neergezet. Dit is een paradijs voor wie heil zoekt in wandel-meditatie.

De gemeenschap bestaat uit vier bhikkhu's (volwaardig gewijde monniken met als aanspreektitel 'Thay', leraar), acht samana's of novicen tussen 16 en 20 jaar oud, twee pre-novicen waarvan de jongste er 11 is. Er woont een vaste kookmoeder in die voor de gemeenschap zorgt als een heuse moeder.
Ik word op handen gedragen door het jonge volk dat me regelmatig kleine geschenkjes aanbiedt en me zoveel mogelijk Vietnamees willen leren. De abt en de overige monniken (waarvan er slechts een de Engelse taal machtig is) zijn duidelijk opgezet met mijn aanwezigheid en proberen me hier zo lang mogelijk te houden. Van hen kwam de vraag om dagelijks een uurtje Engelse les te geven. Dat wil ik graag doen al voel ik me daar behoorlijk onzeker over. Mijn kennis van het Engels is er ondertussen op vooruitgegaan, vooral door het lezen van boeken, maar enige voorbereiding dringt zich toch op.

Mijn dag begint om 3u in de ochtend. Na de douche trek ik naar de sala voor een half uur zitmeditatie en een half uur luisteren naar de chantings in het Vietnamees. Qua klankkleur van de attributen, stem-tonaliteit en gebruikte gebaren doet deze ceremonie me enigszins denken aan de Tibetaanse stijl. Heel Aziatisch alleszins.
Na de werkmeditatie waarbij ik samen met de novicen de tuin schoon veeg, volgt het ontbijt. Dit wordt niet gezamenlijk genuttigd want de novicen zijn dan reeds naar school vertrokken. Merkwaardig is het feit dat ik nu zelfs 's ochtends van een kom rijst kan genieten. Gisteren is Phuoc me rond deze tijd een uur professionele yogales komen geven. Nodig want na mijn verblijf in de stad, met weinig fysieke bewegingsmogelijkheid, word ik snel een stijve hark.
Omstreeks 10.30 u keren de novicen terug en is er een tweede chanting, gevolgd door het middagmaal om 11u. We eten veganistisch, de basis is rijst of noedels met een kleine variatie aan groene groenten, paddenstoelen en tofu. Sober maar heerlijk bereid. Ik lijd hier geen honger maar zal ook niet in gewicht bijkomen. Nagenoeg iedereen vindt me te mager, kan zijn maar voel me toch niet ongezond.
Na het eten is er, voor wie dat wenst, tijd voor platte rust of een middagslaapje.
Daar begin ik de noodzaak van in te zien. De eerste dagen bleef ik doorgaan met tekenen, lezen of studeren maar slechts 4 a 5 uren slaap per etmaal zijn niet voldoende.
Tot aan het avondeten om 17 u is er tijd voor individuele bezigheden. Ik houd me dan meestal uit de zon want het Vietnamees zomerklimaat is drukkend-vochtig. Om 18.30 ga ik naar de sala voor mijn avondmeditatie, gevolgd door de avondchanting. Daarna beschikt eenieder over de resterende tijd. Doorgaans is alle beweging en geluid verstild na 22u. Slapen doen we hier niet op de begane grond zoals in de Theravada school maar op een houten bank. Het deken daarover belet niet dat dit even hard aanvoelt. Mijn kamer is groot want eigenlijk een dubbele ruimte. Er slaapt niemand anders en bijgevolg heb ik nogal wat bewegingsruimte (maar geen raam met zicht naar buiten). Een klein werktafeltje en rieten matten betekenen voor mij meer dan genoeg comfort. Phuoc heeft een grote bidon met 20 l drinkwater en voorzien van een handig kraantje komen brengen.

Het dagschema kan en mag ik soepel hanteren. Wanneer ik het nuttiger vind een bepaalde werkzaamheid verder af te ronden beschik ik over die vrijheid. Enkel de novicen moeten zich houden aan het tijdschema maar er staat daarbij niemand uitdrukkelijk op hun handen te kijken. Ik vind dit opvallend en bijzonder aangenaam: er heerst een duidelijke discipline zonder enige, ongemakkelijke druk. Zo beschikken diezelfde novicen over behoorlijk veel vrijheid en zelfbeschikkingsrecht. Ze hebben allen een computer op de kamer die hun een venster op de wereld verschaft. Muziek beluisteren via hun mobiele telefoon of een bescheiden installatie is niet verboden. Het zijn allen prachtjongens met een zachte aard en een goed hart, maar ze krijgen ook de vrijheid kinderen van hun tijd te zijn. Respect betuigen verloopt heel natuurlijk en oprecht, geen voortdurende kniebuigingen van de jongere voor de oudere, wel de handen in het 'Anjali' gebaar en een lichte buiging van het hoofd voor de abt en de tweede monnik. Wanneer ik regelmatig een van die jongens de armen liefdevol rond de kookmoeder zie slaan, zegt me dat veel.
's Avonds is er nogal wat beweging op het betonnen badmintonveld achter de hoofdgebouwen. Enkele avonden per week houden de abt en de monniken daar een heus tornooi. Heel professioneel! Je gelooft je ogen niet wanneer je de abt, met zijn 51 jaar, ziet opveren en springen als een jong atleet. Het niveau van het spel ligt trouwens erg hoog, heel aangenaam om naar te kijken. Ook monniken van naburige kloosters en enkele leken van buitenaf komen geregeld meespelen. De overige dagen is het veld voor de novicen. Sport en spel in een klooster...wijs, heel wijs en gezond.

Ondertussen heb ik al verschillende tekenopdrachten afgewerkt. Mijn creatief werk, behoorlijk geactiveerd door al het moois om me heen, is nogal populair. Heb gisteren een kleurportret van Thay Tich Trung Dinh (de Engels sprekende monnik, tweede in rij en reeds een goede vriend)  na drie dagen afgewerkt en ingekaderd. Duc had me daarvoor speciaal naar het stadscentrum en terug gevoerd. Heb tevens geld afgehaald en een redelijke som, in enveloppe, bij wijze van donatie aan de abt overgemaakt. Ik voel me hier bijzonder op mijn gemak en gelukkig maar wil zeker niet ten volle leven 'op de rug' van mensen die het met weinig moeten stellen. Dit is geen Theravada klooster dat onderhouden wordt door de plaatselijke bevolking.
Voorlopig is het de bedoeling hier te blijven tot het cultureel festival in de stad achter de rug is. Dit eindigt op 20/4. Laat mij liever tussen de vogels, prachtvlinders, vuurvliegjes (de eerste sinds mijn verblijf op Sri Lanka!) en zelfs de onvermijdelijke muggen. De busladingen vol getatoeeerde en hamburger-etende toeristen krijgen de beschikking over het stadscentrum.

20 u 's avonds. De abt komt thuis van een belangrijke meeting. Hij overhandigt mij opnieuw een attent geschenk ('souvenir'): een plastiek teiltje gevuld met een tube tandpasta, een tandenborstel, een stuk zeep, een scheermesje en een handdoek. Alles splinternieuw, nog in de verpakking.  Attent en praktisch, ik hoop enkel dat het geen 'hint' inhoudt. Enkele dagen terug had Thay Trung Dinh me er op gewezen dat ik mijn bruin werkuniform elke dag moet wassen. Toen was het nog bewolkt en niet te warm, zweette ik niet en waste ik mijn outfit slechts om de 3 dagen.Ik heb slechts twee van die pakjes. Met de recente hitte begrijp ik nu ook de noodzaak van een dagelijkse 'laundry'. Ik gebruik geen deodorant maar heb me vandaag wel al twee extra keren onder de armen moeten wassen. Spugen, neusslijm optrekken en luidruchtig 'smekken' tijdens het eten is de Vietnamezen niet vreemd maar voor het overige zijn het nette, propere mensen.

Ik hou van dit volk en voel me hier gelukkig. Het leven in een Vietnamees zenklooster komt heel dicht bij wat ik het ideaal samenlevingsmodel zou durven noemen. Vriendelijk, attent, warm- en openhartig, gedisciplineerd, sober en dit alles ondersteund door een gezonde moraliteit en gedegen spiritualiteit.
Vietnam  blijkt alsmaar meer een land waarin voor mij veel mogelijkheden besloten liggen. Anderzijds heb ik recentelijk Phuoc voldoende geld kunnen overmaken om haar stage in Thailand te financieren. Eind juni vertrekt ze en zo kan ook zij een droom, die eerder onwaarschijnlijk leek, waarmaken. De toekomst van Vietnam ligt in de handen van energieke, intelligente en goedhartige jongeren.

maandag 31 maart 2014

Overmorgen, woensdag 2/4, verruil ik tijdelijk het toeristisch centrum in Hue voor een vredig en stil verblijf op het platteland. Daar kan ik mij ten volle wijden aan mijn studie en artistieke aspiraties. Gezien de mensen op deze plaats het Engels niet machtig zijn, zal ik verplicht worden mijn kennis van de Vietnamese taal aan te scherpen.
Buiten enkele noodzakelijke spullen in mijn bescheiden rugzak en wat tekenmateriaal neem ik enkel mijn mobiele telefoon mee. Geen laptop of andere elektronische stoorzenders. Slechts twee nabije en oprechte vrienden weten waar ik zal verblijven. Zo kan ik niet gestoord worden en zal mijn verblijf ook niemand anders storen.
Het is en blijft mijn eerlijke bedoeling aan mezelf te werken en een dieper begrip te verwerven van een cultuur die ik bewonder.
Het groots opgezet cultureel festival in Hue, met startschot binnen een tiental dagen, zal ongetwijfeld veel moois te bieden hebben. De toeristische drukte (the hustle and bustle) die daarmee gepaard gaat wil ik liever vermijden. Aan binnen- en buitenlandse belangstelling zal het terecht niet ontbreken, mijn -al-dan-niet- persoonlijke aanwezigheid daarbij vermag weinig verschil uit te maken.

Uiteraard zal ik nadien weerkeren naar het vriendelijke Minh Tam guesthouse en plan ik tevens een bezoek aan een goede kennis in Dong Hoi. Ook Dalat, de groene tuin van Vietnam, blijft op mijn verlanglijstje. Er is nog zoveel te ontdekken in dit land.

Wens bij deze geluk en voorspoed voor eenieder die me nauw aan het hart ligt.

vrijdag 28 maart 2014

Terug in Hue.
Alweer een kleine week geleden dat ik hier geland ben want had ditmaal uitzonderlijk een vlucht geboekt vanuit Vientiane naar Hanoi en van daaruit naar Hue. Een stuk prijselijker maar tevens meer comfortabel dan die ellenlange en afmattende busrit. In het kille, mistige en natte Hanoi moest ik 4 uren wachten op mijn aansluiting en bijgevolg landde ik pas om 21.40 u. op Hue. Op de luchthaven werd ik opgewacht en verwelkomd door Phuoc. Ze had een taxi geregeld en tijdens de ongeveer 45 minuten durende rit konden we leuk bijpraten. Heb me altijd al op mijn gemak gevoeld in de aanwezigheid van deze jonge vrouw met haar diep en warm stemgeluid. Opgewacht worden op een kille luchthaven geeft altijd een fijn gevoel van thuiskomen.

Het was omstreeks 22.30 u. in de late avond wanneer ik aanklopte aan Minh Tam guesthouse. Dat is laat in Vietnam. De mensen staan hier vroeg op en omstreeks deze tijd valt er nog weinig beweging op straat te bespeuren. Thuong, de eigenaar en gastvrouw, had mijn email in het Engels slecht begrepen en dus geen kamer meer vrij, gaf me wel een ferme 'hug' en ging vervolgens ijverig op zoek naar een alternatief voor de nacht. Dat was snel geregeld in een nabijgelegen hotel. De volgende ochtend was mijn vertrouwd kamertje alweer ter beschikking, compleet met de spullen die ik bij mijn laatste verblijf had achtergelaten (o.a. het op maat gemaakte meditatiekussen) plus een werktafeltje en een stoel. De ontvangst was hartelijk. Oanh, de jonge vrouw die eerder mijn kamer onderhield, kwam speciaal langs om me te verwelkomen want werkt hier niet meer. Tijdens mijn 4 maanden afwezigheid is ze gehuwd en in verwachting geraakt. De dingen des levens evolueren hier snel. In de derde maand van haar dracht voelt ze zich nog steeds misselijk, onmogelijk om de vele trappen op en af te lopen. Geen flauw gezever, Vietnamese vrouwen hebben een sterke wilskracht maar een basistekort aan toereikende voeding.

Ik heb Oanh vroeger tweemaal per maand een ferme 'tip' toegestoken en dat was ze blijkbaar niet vergeten, maar de blik in haar ogen vertelde me dat ze oprecht blij was me weer te zien. Dit is Vietnam 'ten top'. Emoties kunnen of mogen niet te openlijk vertoond worden want dat past niet binnen de Aziatische mentaliteit. Maar ware vriendschap en oprechte erkentelijkheid zijn daarom niet onbestaand. Je moet ze leren voelen met een open en onbevangen ingesteldheid. Relaties tussen mensen, zowel vriendschappelijk als liefdevol, kunnen of mogen hier nooit zo direct verlopen dan we in het Westen gewend zijn. Historische en culturele conventies mogen dan veel bepalen, niettemin hebben ze niet het vermogen het ware hart te onderdrukken. Oprechte waardering, emotionele vibraties tussen mensen, ze zullen steeds hun weg zoeken en vinden. Dat mocht ik reeds bij Phuoc ervaren, maar de dagen daarna ook nog bij meerdere bekenden. Enkel Thuong, een wat oudere weduwe, durfde het aan me publiekelijk te omhelzen. Die speciale blik in de ogen van de anderen heeft voor mij een vergelijkbaar effect.

Met mijn vrienden van hetzelfde geslacht verloopt dat uiteraard meer ongedwongen. De spontane wijze waarop Duc (mijn vaste motorbike-friend) me in de armen nam, zal ik niet snel vergeten. Zelfs al blijft bij deze contacten steeds een zekere rationele of meer zakelijke ondertoon aanwezig. In mijn recent aangeschaft boek 'Understanding Vietnam' van Neil L. Jamieson las ik zopas hoe diep het geloof in een evenwicht tussen Yang en Yin geworteld is in de Vietnamese cultuur en samenleving. Yang staat daarbij symbool voor het mannelijk en rationeel, kosmische element, Yin voor het meer emotioneel en vrouwelijk beginsel. Al is dit niet meteen altijd duidelijk afgelijnd, een goed evenwicht tussen beide krachten is en blijft essentieel in deze samenleving. Een te complexe materie (cfr. Kwanyin, Quan Yin, the goddess of mercy) om hier verder op in te gaan maar wel bijzonder boeiend en verhelderend.

Van bij mijn eerste stappen in de straten van Hue werd ik vriendelijk en in het Vietnamees aangesproken door mensen die me herkenden. Ik heb mijn beste, maar nog altijd beperkte kennis van deze taal diep uit mijn geheugen opgegraven en kreeg goedlachse opmerkingen daarvoor terug. Mensen waarderen het wanneer je je best doet hun taal te spreken. Zelfs al blijf ik de uitspraak uiterst moeilijk vinden, deze dagen voel ik me daarin vrijer - met meer lef dan vroeger- en het is dit durven dat een mens vooruithelpt. Ik besef terdege dat jonge Vietnamezen dezelfde lef moeten opbrengen om Engels te durven spreken. Gezien de opmerkelijke verschillen in 'mondstand', keel- en neusgeluiden, moet zulks voor hen vergelijkbaar moeilijk zijn.

De voorbije dagen heb ik  'Ba Mua' (Tree Seasons) aan Duc en Phuoc laten zien. Op mijn bescheiden laptopje met klein scherm maar met enthousiaste reacties.
De veelal jonge Vietnamese bevolking vertoont, ondanks het nog altijd aanwezige respect voor de eigen cultuur en historische achtergrond, mijns inzien iets teveel aandacht voor al wat van het Westen komt. Ik ben een Europeaan die de minder positieve gevolgen van een westers, materieel georienteerd samenlevingsmodel persoonlijk kon ervaren en de fysieke en mentale polluties die daar het natuurlijk gevolg van zijn kon ondervinden. Voel me bevoordeeld en blij om te kunnen reizen en dit alles, te gast in mij vreemde culturen, te mogen ervaren. Dit maakt me eerder bescheiden. Alhoewel voor altijd leraar, hier heb ik veel te leren, te observeren zonder te oordelen. 'Ba Mua' blijft echter ontegensprekelijk een prent met universele kwaliteiten en die mogen hier best gekend zijn.

Gisteren was het Phuoc's verjaardag. Een beetje verwarrend want eerder had ze mij bericht dat dit op 26/2 viel. Daar de Vietnamese bevolking nog altijd hun 'lunar calendar' volgt, moest ik dit omrekenen naar 26/3. Phuoc had me uitgenodigd in het restaurant (annex bar) waar ze 's avonds werkt. Dus tijdens de namiddag op zoek gegaan naar een traditionele birthday-cake en een doosje Belgische chocoladebonbons. Tijdens de vooravond, alvorens het jong toeristisch geweld de zaak overneemt, hebben we op het terras rustig haar studieplannen en financiele situatie besproken. Niet simpel voor een jonge, ambitieuze en energieke studente in een land met weldra 90 000 000 inwoners. Vietnam neemt nu reeds de 10de plaats in op de ranking van grootste populaties ter wereld. Het houdt me bezig en bezorgd. Mijn liefde voor dit land is groot genoeg om mij het toekomstig lot ervan persoonlijk aan te trekken. Er is geen 'waarom' daarvoor ter verklaring nodig, enkel een simpel 'juist daarom'.

De volgende weken ga ik me verder verdiepen in de taal en de cultuur. Wil alleszins beter de taal leren beheersen om me ook, tezamen met Neil L. Jamieson, te kunnen verdiepen in de rijke schatten van de literatuur en poezie. En natuurlijk blijft de 'calligraphy' (Thu Phap) me als artiest oneindig boeien. Daarnaast wil ik tevens Phuoc zien afstuderen als leraar Engels. Toekomstmuziek. Morgen wil ze mij, tussen studie-en werkuren in, laten kennismaken met een traditionele thee-ceremonie.  

maandag 3 maart 2014

Enkele dagen vroeger dan gepland teruggekeerd vanuit het klooster in Ubon Ratchatani.
Het was opnieuw een mooie en 'inzichtrijke' ervaring maar heb ook wel het gevoel voldoende tijd te hebben doorgebracht in de Thaise Theravada school en er het beste van gezien te hebben. Zonder wezenlijk kritiek te willen uiten, begon de strikte nadruk op de Dhamma-Vinaya (de monastieke regels) me ietwat contra-productief te werken. De Mahayana school van het Vietnamees Zenboeddhisme, meer bepaald de geengageerde en socialere interpretatie van Thay Thich Nhat Hanh, ligt me nauwer aan het hart. Ik blijf echter dankbaar voor de aangeboden kansen maar vond het niet langer verantwoord om te leven op de genereuze vrijgevigheid van de lokale bevolking. Er wordt namelijk geen enkele financiele bijdrage gevraagd maar meer dan behoorlijk aan onze basisbehoeftes voldaan.
Het klooster is een ware ontmoetingsplaats voor de plaatselijke bevolking, een levendig en somtijds heel bedrijvig centrum. Het kan mogelijk wat tegenstrijdig klinken maar op dit gebied functioneert het sociale aspect wel degelijk. Binnen de meer beperkte kring van de gemeenschap van monniken en lekenboeddhisten heerst echter voornamelijk een individuele cultuur en is er betrekkelijk weinig tot geen communicatie. Volgens mijn bescheiden mening mist de kloosterleiding momenteel een sterke leraar met een gedegen spirituele begeestering. De sporadische 'dhammatalks' van de huidige abt waren, althans voor mij, zelden begrijpbaar en quasi onmogelijk samen te vatten. Maar wie ben ik om daarover te mogen oordelen? Ajahn Kevali is een ware autoriteit op het gebied van het 'chanten' (het ritmisch declameren van de boeddhistische leringen met de oorspronkelijke bedoeling ze zo makkelijker te kunnen memoriseren). Daar krijgt zijn stem een speciale kracht en hoor ik steeds die magische boventoon opkomen. Wonderlijk mooi en begeesterend. Maar wanneer hij de gemeenschap toespreekt wordt zijn stem steeds zwakker en stiller en beginnen alle woorden samen te kleven in een langgerekte en monotone stroom waarin, nagenoeg zonder adempauzes, soms zeer onduidelijke verbanden gelegd worden en een heldere consistentie ontbreekt. Spijtig, maar iedereen heeft zo zijn talenten en tekorten.

Persoonlijk kreeg ik de uitzonderlijke eer om als eerste leek, en dus niet gewijd lid van de gemeenschap, officieel en onafhankelijk 'tea-maker' te mogen worden. Daar we maar een enkele en vroege maaltijd per etmaal nuttigen is het 'Nan Pana-moment', in de late namiddag, een belangrijk gebeuren. De teamaker heeft de verantwoordelijkheid te bepalen wat er dan mag gedronken worden en krijgt daarbij de sleutels van en de toegang tot de voorraadkamer en koelinstallaties. Ik heb deze functie met respect en toewijding proberen te vervullen en mocht daarvoor menige appreciaties ontvangen. Alhoewel ik enkel kon werken met ingredienten die via dana (vrijgevigheid) geofferd werden, heb ik geprobeerd naast de stevig gezoete en caffeinerijke dranken ook enkele meer verantwoorde kruidenthee's en fruitsappen aan te bieden.

Daarnaast kreeg ik ook steeds meer verantwoordelijkheid voor het opvangen en begeleiden van jonge en meer onervaren leken die zich aanboden voor een verblijf. Daar heb ik zelf veel uit kunnen leren (en tevens mijn beperktheden daaromtrent kunnen ontdekken). Als ik ooit de gelegenheid zou krijgen een bescheiden meditatiegroep te leiden, weet ik nu al iets beter waar te zwijgen en waar te spreken. Maar toch... Mijn natuurlijke geaardheid om in alles sterk tot in de diepte te gaan kon soms confronterend werken op de leden van de lekengroep. Ben altijd een redelijk strenge maar rechtvaardige leraar willen zijn en waarschijnlijk ook geweest. De genegenheid en het respect voor eenieder hielpen me gelukkig steeds weer de kleine kortsluitingen op te lossen. Wel blijf ik het spijtig vinden dat de kloosterleiding zo makkelijk en vaak de gemeenschappelijke ochtend- en avondpuja's van het dagelijkse programma schrapt. Deze chantings en groepsmeditaties (van 3.30 am tot 5 am en van 6.15 pm tot 7.45 pm) geven juist veel structuur en sociaal samenhorigheidsgevoel aan leken die anders wat graag blijven slapen of informeel babbelen. Met regelmatig tot gevolg dat de hoofdpaden in het klooster om 5 uur in de ochtend door te weinig mensen moesten schoongeveegd worden. Maar, och ja, eigenlijk diende ik enkel tevreden te zijn met mijn consequente en anonieme bijdrage. Wij neigen steeds teveel naar andermans tekorten te kijken i.p.v. van ons mindful en blij te concentreren op de eigen praktijk en verantwoordelijkheden. Allemaal heel leerzaam.

Ik wil nochtans niet vergeten te vermelden dat ik opnieuw bijzonder intens en diep in het hart aangeraakt werd door twee uitzonderlijke monniken. Ajahn Jayasaro, een vroegere abt van dit klooster en rechtstreekse leerling van de bekende Thaise oprichter en charismatische Ajahn Cha, kwam andermaal, maar evenwel kortstondig, op bezoek. Wat een begenadigd leraar en aangenaam causeur! Waarschijnlijk gaan beiden heel natuurlijk samen, wie werkelijk iets te zeggen heeft kan dat meestal ook goed formuleren. Van zijn eenmalige dhamma-toespraak onthoud ik ditmaal: de leringen van de Boeddha kennen geen dogma's maar slechts twee doctrines of stellingen die nimmer te bewijzen vallen doch enkel via meditatief inzicht kunnen verworven worden. Het gaat hierbij over de moeilijk te bevatten universele wetmatigheden van oorzaak en gevolg (karma) en het gegeven van hergeboorte. Ik weet uit ervaring stilaan hoe moeilijk dit is voor onze westerse, pragmatische geest.  Het geheel van Gautama's leringen, met als enige bedoeling het lijden te leren doorgronden en opheffen, was volgens deze samen te vatten en te vergelijken met een handvol boombladeren. Inzicht in alle bladeren van alle bomen uit het woud kan men enkel verwachten van een volkomen verlichtte boeddha. Dat zal immer en altijd te hoog gegrepen zijn voor gewone stervelingen en is ook niet vereist om bevrijding te realiseren.
Maar in de gedegen en gerijpte versie van Ajahn Jayasaro mogen we de Boeddha's bedoeling zien als een uitdaging om te reflecteren over deze wetmatigheden. We hoeven ze niet sowieso te geloven. Gautama wilde niemand overtuigen van zijn inzichten, vroeg zijn volgelingen enkel diep in zichzelf te kijken en zo heel natuurlijk te ervaren wat altijd al in henzelf was opgeslagen. Niemand diende zijn leringen klakkeloos te slikken. Dit, beste vrienden van het boeddhisme, is een ware lering van een groot leraar. Niet dat we dit nog nergens gehoord of gelezen hadden, het blijft zaak het steeds opnieuw in gedachte te houden.
Tevens vond ik Ajahn Jayasaro's bedenkingen over monniken en politiek, ingaand op een vraag hieromtrent vanuit de toehoorders en toespelend op de Thaise actualiteit (cfr.Luong Te Buddho Issaro, een niet onbesproken monnik die leiding neemt in het huidige protest tegen de regering), heel verhelderend en steekhoudend.

Een ander boeiend leraar in Wat Pah Nanachat gaat schuil in de zogenaamde 'residential seniority', m.a.w. zijn plaats binnen de kloosterhierarchie is nog ondergeschikt aan langer verblijvende monniken (mogelijk best aanvaardbaar binnen het strikte en conservatieve Thai Theravada maar somtijds behoorlijk ergerlijk voor meer vrijgevochten, individualistisch en realistisch ingestelde westerlingen). Ajahn Niyanadassano, Tjech van geboorte, schuwt nimmer schampere en humoristische opmerkingen. Zijn spontane aanwezigheid tijdens een intiem Nan Pana-moment met ons, lekenboeddhisten, en zijn leringen-vanuit-het-hart over hoe om te gaan met de kleine en grotere irritaties die kunnen ontstaan binnen de lekengroep, zal ik niet makkelijk vergeten. "You are all respectful people, otherwise you would not be here."
Zulk een wijsheid helpt eenieder de volkomen normaal opkomende conflicten te aanvaarden en beheersen. Een Ajahn die zijn gewaad waardig draagt en veel begrijpt. Het was deze monnik die mij vroeg om 'teamaker' te worden, al is dat maar een bijkomstigheid, een weinig betekenend detail.

Wat vooral de doorslag gaf voor mijn vervroegd vertrek is het aanvoelen dat het onmogelijk wordt om in het klooster nog aan mijn tekeningen te werken. Aanvankelijk verbaasde het me reeds dat ik daarvoor de toestemming kreeg, geenszins gebruikelijk in Thaise kloosters. Daar er echter een enkele monnik aanstoot nam aan het feit dat er lekenleerlingen aan het studeren waren in de gemeenschappelijke keukenruimte, de enige plaats waar er tafels en enkele stoelen beschikbaar zijn, leek het me logisch dat dit ook op mijn tekenactiviteit bedoeld was. Het zou wel nog mogelijk zijn om dit binnen de beslotenheid van de priveruimte te doen. Ik kan dit begrijpen maar kan niet tekenen, zittend op de begane vloer in mijn kamertje.

Dankbaar voor wat geweest is moet ik me nu afvragen hoe het verder moet. Mijn Belgische vrienden in Udonthani willen me nog eens graag terugzien en dat vind ik zelf een aangenaam idee. Dat ligt trouwens perfect op mijn weg terug naar Vientiane. Daar wil ik mijn (voorlopig?) laatste lange-termijn visa voor Vietnam aanvragen.

"Het leven is een reis, het komt eropaan je bagage zo licht mogelijk te houden." Jaja, maar mijn boeken en tekeningen beginnen stevig door te wegen. Momenteel weegt mijn koffer ongeveer 28 kg en dat is zwaar rondzeulen bij de huidige 37 graden Celsius.

woensdag 5 februari 2014

Ga morgen voor 4 weken terug binnen in het Internationaal Thai woudklooster Wat Pah Nanachat. Op woensdag 20/2 zal ik voor 1 overnachting weer naar mijn hotel keren om eventueel belangrijke mails te kunnen lezen en beantwoorden. Op 6/3 verlaat ik het klooster om via Vientiane (waar ik in de Vietnamese ambassade opnieuw een 3 maanden visum wil aanvragen) terug naar Hue te reizen. Begin ik eindeloze rondjes te draaien?

Mogelijk wordt dit de laatste etappe van mijn lange spirituele rondreis doorheen Azie. India, Cambodja en Myanmar wogen blijkbaar te zwaar op mijn emotioneel bevattingsvermogen. Korea, Japan en Bhutan op mijn financieel vermogen. Nochtans bestemmingen die op mijn verlanglijstje stonden.
Echter niets ligt op voorhand vast en we weten nooit met enige zekerheid wat de toekomst voor ons in petto heeft. Een mens dient te weten waar de trein hem naartoe brengt alvorens een ticket te bestellen. Vervolgens moet je vertrekdatum en uur in het oog houden. Anders ben je eraan voor de moeite en verspeel je je energie, toegemeten tijd en geld. We behoren (ik probeer waar het kan het woord 'moeten' te vermijden) op het aangeboden pad steeds hart, geest en intuitie 'open' te houden en flexibel genoeg te zijn om ons creatief aan te passen aan de omstandigheden. Wie per se, en tegen beter weten in, een doorbraak wil forceren dient op enigerlei wijze geweld te gebruiken en dat zal gegarandeerd lijden verwekken voor zichzelf en/of de anderen.

Phuoc is nog niet afgestudeerd als leraar en mogelijk wil zij (en ikzelf) dat heugelijke moment afwachten. Daarbij zou ik het wijs vinden indien ze niet enkel haar vakkennis zou doorgeven maar tevens over de grondbeginselen van de Dharma kan getuigen. Het zenboeddhisme maakt een onmiskenbaar onderdeel uit van de rijke Vietnamese cultuur en verfijnde, ethische waarden. Deze eeuwenoude morele rijkdom ondersteunde en voedde het samenhorigheidsgevoel en verschafte het volk zijn kracht om om te gaan met tegenslagen en brutale overheersingen. Hierbij denk ik niet aan een flamboyant nationalisme, dat zou enkel de opdeling tussen 'zij' en 'wij' aanmoedigen en in tegenspraak zijn met het afhankelijk ontstaan en onderling verbonden zijn van alle fenomenen (cfr de Paticca Samupada, Praticya Samutpada).

Phuoc heeft meermaals gezegd dat ze haar toekomstige leerlingen wil vertellen over mijn steun aan haar opleiding. Het gaat daarbij niet om mijn persoontje, maar om het feit dat mensen mekaar belangeloos kunnen ondersteunen. Haar en mijn voorbeeld vermogen misschien meer dan mooie woorden en ingewikkelde theorien. Aanvankelijk had ik iets groters in gedachte, maar de omstandigheden hebben me geen doorbraak toegestaan. Toen ik in een van Thich Nhat Hanh's boeken de vraag tegenkwam: "Wil je werken voor een organisatie of voor mensen?" werd het me duidelijk. Een enkel mens daadwerkelijk vooruithelpen kan werken als een klein zaadje dat mogelijk later tot een stevige boom mag uitgroeien. Binnen het zenboeddhisme hecht men grote waarde aan kleine maar oprechte zaken die van hart-tot-hart doorgegeven worden. Grote ideeen zijn vaak niet meer dan conceptuele constructies die later zichzelf moeten in standhouden.
Het helpt natuurlijk dat Phuoc en ik mekaar graag zien. Dat heb ik vroeger ook steeds betracht: mijn leerlingen waren als mijn kinderen. Soms deden we elkaar onbedoeld pijn, de liefde kwam dat gelukkig steeds te boven.

Tot slot nog een apart toemaatje:
THE EIGHT VERSES ON THE TRAINING OF THE MIND.
         -Langri Thangpa- (Tibetan saint, eleventh century).

Whenever I associate with someone, may I think myself the lowest among all and hold the other supreme in the depth of my heart.

When I see beings of wicked nature, pressed by violent sin and affliction, may I hold these rare ones dear as if I had found a precious treasure!...

When others, out of envy, treat me badly with abuse, slander and the like, may I suffer the defeat and offer the victory to others!...

When the one, whom I have benefited with great hope, hurts me very badly, may I behold him as my supreme guru!...

In short may I, directly and indirectly, offer benifit and happiness to all beings; may I secretly take upon myself the harm and suffering of all beings!...


De Dalai Lama voegt hier aan toe:
"The closer one gets to being motivated by altruism, the more fearless one becomes in the face of even extremely anxiety-provoking circumstances.
...In fact, the enemy is the necessary condition for practicing patience."
Niemand hoeft te denken dat deze man niet uit ervaring spreekt.

Psychiater Howard C. Cutler voegt hier aan toe:
"In Western psychology, and our culture in general, it seems that being humble is largely overlooked in favor of developing qualities like high levels of self-esteem and self-confidence."
Niemand hoeft te denken dat deze man niet uit ervaring spreekt.

Zenmeester Thich Nhat Hanh voegt hier aan toe:
"Peace by every step.
...Once there were German soldiers who, out of revenge for the resistance, killed woman and children against this wall. Nowadays their offspring practice here peaceful walking-meditation."
Men heeft Thay langs beide zijdes altijd verweten geen partij te hebben gekozen in het Vietnamees broederconflict. Hoe kon hij anders als oprecht vertolker van de Dharma?
Niemand hoeft te denken dat deze man niet uit ervaring spreekt.

Ik voeg hier bescheiden aan toe:
"Ik geniet een goed en waardevol leven. Hopelijk kan ik dit delen.
Iedereen mag daarover het zijne denken. Ik tracht gewoonweg mijn best te doen en blijf dankbaar voor de aangeboden kansen."
Jeffrey Van Helden, hoogopgeleid Nederlander en een van die buitengewoon interessante en goedhartige jonge mensen die ik gedurende mijn ontdekkingsreis mocht tegenkomen, heeft een fijne bestemming gevonden in een zenklooster in Groningen. Ik heb het gevoel daar mijn reis te kunnen afsluiten.
En mogelijk mijn leven, want ondergetekende wordt enigszins reismoe. Al is het hopelijk nog lang niet zover, het is vaak intens geweest en soms heb ik het gevoel vier levens tegelijk te hebben beleefd.
Doe vooral geen moeite mij te begrijpen. Ik zou al blij zijn met wat aanvoelen.

Metta voor eenieder,
Ivo

zondag 2 februari 2014

Ik zou het spijtig vinden indien er misverstanden zouden kunnen ontstaan over mijn recente uitspraken omtrent vergevingsgezindheid. Ik weet en besef dat deze materie uiterst gevoelig ligt voor menigeen. Ik wil via deze blog de Boeddha's leringen mede verduidelijken en kan noch wil het me permitteren hier foutieve of te persoonlijke interpretaties te vertolken.

Laat me duidelijk wezen: onrecht tegen anderen, fysiek of mentaal of onder welke vorm dan ook, valt niet goed te praten. Dat zou al te makkelijk zijn. De Boeddha's leringen over vergevingsgezindheid gaan echter danig verder.

Daarover wil ik eerst iets anders verduidelijken. Het blijft een moeilijke discussie of het boeddhisme wel dan niet een religie is. Gautama Sakyamuni zelf maakte zijn volgelingen duidelijk dat indien hij niet menselijk zou zijn, het bereiken van de verlichtingsstaat voor geen enkel mens haalbaar kon worden.
Gautama vertelde zijn leerlingen ook: "Things do not need a creator. They arise from one another. Ignorance causes drives and impulses, and drives and impulses cause ignorance. This is true of all things in the universe -the one creates the many, and the many the one. We can see the one in the many and the many in the one."
Het boeddhisme wordt daarom ook wel eens een atheistische religie genoemd.

Een logische gevolgtrekking is dus dat het geen enkele zin heeft een Boeddhabeeld te vereren of te aanbidden als een representatie van een God. Uit mijn vele lectuur over dit onderwerp blijkt nochtans dat Gautama's tijdgenoten hem, na zijn ontwaken, geenszins nog konden beschouwen als een gewoon mens. Elk restant van egogerichtheid was in hem opgelost en dus verdwenen. Dit had de mensheid van toen (tot op heden) nog nooit aanschouwd of ervaren.
Was de Boeddha na zijn volledige verlichting, en met zijn voor gewone stervelingen ondoorgrondelijk inzicht over de universele wetten, nog een gewoon mens te noemen?
Een egoloos mens is feitelijk een contradictio in terminus.

Elk restant van egogerichtheid kunnen oplossen en neutraliseren gaat ogenschijnlijk in tegen alle menselijke overlevingsinsticten. Wanneer we onszelf of een van onze geliefden bedreigd weten, kunnen we drie soorten reacties ontwikkelen: aanvallen, vluchten of negeren (ontkennen). Deze volkomen natuurlijke reacties worden gedirigeerd vanuit de lagere hersenstam, ons zogenaamd 'reptilebrain'. Leven wil zichzelf in stand houden. Na zijn volkomen verlichting had de Boeddha dergelijke reacties niet meer. Hij had zelfs de aanmaak van adrenaline, en alle andere scheikundige reacties in de hersenen, onder zijn mentale discipline gekregen en ervoer sindsdien geen angst meer. Voor niets. Volgens hem kwam hij hierdoor in staat de ondeelbare energie, die letterlijk alles met mekaar verbindt, te ervaren en daardoor voor niets of niemand nog een bedreiging te vormen. Een definitieve overwinning op het aan het leven inherente lijden.

"Truth is such that it does not give satisfaction to the emotion and intellect. Truth happens to be the most difficult thing for man to comprehend. It can only be fully comprehended by insight."

De Dalai Lama ( in 'The Art Of Happiness):
" ...The only factor that can give you refuge or protection from the destructive effects of anger and hatred is your practice of tolerance and patience.
...An end result or a product of patience and tolerance is forgiveness. When you are truly patient and tolerant, then forgiveness comes naturally.
...So, within the Buddhist tradition, we not only have specific antidotes for specific states of mind, for example, patience and tolerance act as specific antidotes to anger and hatred, but we also have a general antidote -insight into the ultimate nature of reality- that acts as an antidote to all of the negative states of mind. It is similar to getting rid of a poisonous plant: you can eliminate the harmful effects by cutting off the specific branches and leaves, or you can eliminate the entire plant by going to the root and uprooting it."

Het mag mogelijk wat hard klinken maar hoe groter ons ego, hoe harder het kan gekwetst worden. Binnen de, voor boeddhisten illusionaire, romantische liefde ( want die altijd iets terug verwacht) kennen we de uitspraak: een gebroken hart hebben. Een gebroken hart kan niet meer functioneren en is bijgevolg dood. Het zou mogelijk wijzer zijn te spreken over een gekwetst hart. Dat valt altijd nog te helen.
Ook hier werkt het Taoistisch principe: wie zichzelf kan vergeven is in staat de andere te vergeven (en omgekeerd).

Spijtig genoeg is dit geenszins de boodschap in de 'mainstream movies', meestal van Amerikaanse makelij, die ons overspoelen. Daarin blijkt al te vaak wraak of het recht in eigen handen nemen de hoofdboodschap. Waarschijnlijk is dit een duidelijker appel aan ons overlevingsinstinct, aan ons groot ego dat kwaadheid en angst verkiest vast te houden omdat dit ons tenminste een identiteit verschaft. Iets om aan vast te houden in de bedrieglijke hoop dat het ons geluk kan brengen, of tenminste verlichting van ons lijden.

De avondmarkt wordt opgebroken, de resterende toeristen blijven hun gebruikelijke 'peptalk' verkondigen. Hopelijk zijn de Thaise verkiezingen vandaag geweldloos verlopen. Het onvermijdelijke lijden-aan-het leven is een feit, maar het overgrote deel van ons lijden veroorzaken we aan onszelf en de anderen. Mijn kwaadheid daarover krimpt maar is nog bestaande. Denk vooral niet dat het voor mij makkelijk is om te vergeven en vergeten. Daar moet ik aan blijven werken. Via mindfulness en meditatie trainen we de geest en kunnen we de wijsheid ontwikkelen om kwaadheid, angst en zelfzucht te overwinnen.

vrijdag 31 januari 2014

"De priesters van commercie". Mijn woorden van gisteren zijn nog warm en er ontvouwt zich alweer een geanimeerde en drukbezochte avondmarkt in de straten rond mijn hotel in Ubon. Geen klein rommelmarktje, eerder een gebeuren dat zich kan meten met een kerstmarkt bij ons en in lengte te vergelijken valt met de Meir in Antwerpen.  Niet de eerste maal dat ik dit een vol weekend, want tot en met zondagavond, mag aanschouwen. 'Aanschouwen' is het juiste woord, er wordt in een constante stroom vlotjes voorbij geflaneerd. 'M'as tu vu?'
Opvallend daarbij is dat je haast niemand ziet stilstaan, laat staan iets van de rijkelijk uitgestalde waren ziet kopen. Daar mijn hotel gesitueerd is ongeveer aan het eind van de straat, en dus ook aan het eindpunt van de markt, zie ik de nimmer aflatende stroom hier de bocht nemen en dat bied me de gelegenheid de mooiste vrouwen langs beide zijdes te kunnen bewonderen. Misschien niet zo boeddhistisch maar ik ben (nog) geen monnik en dus tot nader orde nog altijd een man van de wereld. "Kijken mag, aankomen niet" maande ik destijds mijn kinderen aan wanneer we langs een speelgoedstandje passeerden. Een cliche van hier tot in Tokyo.

Gisterenavond mocht ik het Chinees-Vietnamees oudjaaravond-gevoel celebreren via een lang en boeiend gesprek met Natascha. De lieve Duitse jongedame, verblijvend in hetzelfde hotel, was er zich allerminst bewust van dat meer dan een miljard mensen (plusminus 1 op 5 aardbewoners) op hetzelfde ogenblik de laatste avond van 2013 aan het vieren waren. Ze had wel opgemerkt dat nogal wat Thai goudkleurige, papieren prullaria op straat verbrandden. Blijkbaar heeft menig inwoner van dit koninkrijk Chinese voorouders. Het op straat verbranden van deze dingen zou voorspoed afdwingen en de mindere acties van het voorbije jaar kunnen zuiveren. Ik ken dit gebruik vanuit mijn Vietnamese periode en kreeg mijn eerder geschreven artikel over rituelen opnieuw in gedachte.
Wat volgde was een lang en intens gesprek. Natascha-met-de-innemende glimlach ontpopte zich als een bijzonder goed luisteraar, en de eerlijkheid verplicht me toe te geven dat dit gesprek meer weg had van een monoloog. Op mijn herhaalde vraag of ik haar niet verveelde met mijn vele verhalen en verduidelijkingen antwoordde de jonge vrouw steevast dat ze deze boeiend en verrijkend vond.
Tijdens mijn veertiendaags verblijf in het 'Belgische' Home Stay (Udonthani) is er voor mijn normale doening veel gepraat geworden, en wat mij betreft, vooral geluisterd. Tony en Christine hebben reeds een rijk gevuld en avontuurlijk leven
achter de rug. Ik vond dat vaak verhelderend en deze gesprekken hebben me zonder meer nieuwe inzichten opgeleverd. Terug in Ubon wisselde ik de laatste dagen amper vijf woorden met de receptioniste. Na een periode van droogte kan een waterval eens stevig beginnen kletteren. Les excuses sont faites pour s'en servire.

Ik vond het verbazend-amusant dat de jonge Duitse dacht dat ik een monnik was. Een monnik die rookt en drinkt? Dagen voordien had ze zich wel eens vragen gesteld bij confrontaties met echte Thaise monniken die zulks 'in oranje uniform gekleed' ook deden. Met alle respect voor Natascha, maar waarom ergeren westerlingen zich zo makkelijk aan deze excessen zonder zich daarbij rekenschap te geven van de vele misbruiken binnen de Katholieke gemeenschap? Mensen zijn mensen. Daar een oranje gekleurd gewaad omhangen verandert niets. Jezus Christus' wijze woorden tezamen met het badwater wegsmijten omdat er priesters (zelfs ongestraft) rondlopen die kinderen hebben misbruikt, getuigt niet van een doorleefd begrip. Uiteraard verlangen mensen, geconfronteerd met hun eigen menselijke tekorten, het goede voorbeeld van leraars. Aan Tony, een overtuigd atheist, heb ik moeten verduidelijken dat er Christelijke mystici hebben bestaan die het woord 'God' niet meer wilden gebruiken. In de diepte van hun inzichten kwamen ze terecht bij wat de Boeddha sunyatta of de leegte noemde. Daar voegde Sakyamuni aan toe dat je niemand hoeft te geloven. Probeer gewoonweg zelf zijn meditatietechnieken uit en zie wat dit je aan inzichten oplevert. De ware betekenis van zijn woorden: "Make an island unto yourself." Met andere woorden: wees je eigen leraar. Een logische gevolgtrekking hieruit is dat we ons niet hoeven blind te staren op de tekorten van anderen  (wat niet in strijd is met de plicht onrecht aan te klagen indien deze tekorten zo vergaand zijn dat ze levensbedreigend worden voor de zwakkeren). Je storen aan een rokende monnik is natuurlijk iets anders dan het geweldloos verzet tegen gruwelijk onrecht zoals Mahatma Gandhi dit zijn volk voorleefde. Absolute geweldloosheid in woord en daad vinden we terug in het begrip Ahimsa, een levenswijze die yogi's uit het religieuze Aryan systeem ten tijde van Gautama voorstonden. Gandhi was een groot pleitbezorger voor deze levenshouding en ging zover in zijn afkeuring van geweld tegen de Engelse overheersers dat hij daarvoor in hongerstaking ging. Indien nodig wilde hij daarmee doorgaan tot de dood. Dit opende de ogen van zijn volgelingen en bijgevolg legden ze de wapens neer. Een waarlijk groot man, een 'mensch'.

Gaandeweg, binnen het natuurlijk verloop van het gesprek met Natascha, kwam het accent duidelijker te liggen op vergevingsgezindheid. Er loopt ontegensprekelijk een rode draad doorheen mijn avonturen. Tony wees me op zijn overtuiging dat er nooit amnestie kan en mag bestaan voor misdaden tegen de mens(elijk)heid. Daar had hij een punt. Maar toch... Aangezien letterlijk niets permanent is, word mijn conclusie, logischerwijze, dat we niet anders kunnen dan alles te vergeven. Uiteindelijk zal alles vervagen en verdwijnen. De expansie van het Universum staat nooit stil, er moet energie nodig geweest zijn om de Big Bang te veroorzaken. Altijd weer dezelfde energie die de Big Bang daarvoor deed ontstaan, en daarvoor, en daarvoor...Zo vervaagt en verdwijnt uiteindelijk alles. En wie herinnert zich nog zijn overgrootouders? Vietnamese jongeren tussen hun 20 en 30 begrijpen nog weinig van de oorlog. Mogelijk is dat juist goed want zo kunnen ze starten met een nieuwe lei. Het 'in stand houden' van de gruwelen uit het verleden blijkt niemand iets substantieels bij te brengen. "De geschiedenis der mensheid leert ons enkel dat we uit deze geschiedenis niets geleerd hebben."
Door een wonde open te houden zal ze nimmer genezen.

Ik vertelde Natascha over de Amerikaanse massamoordenaar die, in confrontatie met de moeder van een van zijn slachtoffers die hem als enige wel wilde vergeven, slechts dan menselijke emotie kon vertonen en diep berouw begon te voelen. Over de helende kracht van vergevingsgezindheid vinden we een prachtige en pakkende scene in de film 'Heaven and Earth' van Oliver Stone.
Mogelijk heb ik Natascha iets verhelderend bijgebracht, alleszins werkte dit in beide richtingen. De grenzen tussen leerling en leraar zijn flinterdun of onbestaand. The joy of teaching is learning.
Ik denk dat we het Chinees nieuwjaar waardig hebben gecelebreerd.

woensdag 29 januari 2014

Na overnachting in een afgelegen maar mooi hotel in Mukdahan ben ik vandaag terug gereisd naar Ubon Ratchatani. Met enig geluk want zonder reservatie via 'Booking.com' of 'Agoda.com', heb ik nog een vrije kamer in mijn vertrouwd hotel gevonden. Soms kan het nuttig of noodzakelijk zijn een beroep te doen op de diensten van deze site's (waar ik niet bepaald een hoge pet van op heb), maar ik verkies te reizen zonder toeristische aspiraties. 'Tripadvisor', de 'Lonely Planet'... ik voel weinig voor deze organisaties die garen spinnen van de huidige reiswoede en westerse toeristen danig verwennen en besmetten. Het maakt de rijken hier rijker en de armen meer jaloers. Terwijl de dollars blijven kleven aan de verkeerde handen wordt daar niemand eigenlijk beter van of door. Besef echter ook dat ik dit in mijn eentje nooit kan veranderen en op de -een-of-andere-wijze mee in stand houd. Letterlijk alles is aan mekaar ver- en gebonden.

De autobus werd vandaag tijdens het verloop van de reis tegengehouden voor een politiecontrole. Als enige westerse reiziger, en tevens als enige van de aanwezige passagiers, werd ik onderworpen aan een paspoortcontrole. Ik ga hier niet uit de biecht 'klappen' of ongehoorde informatie doorgeven indien ik duidelijk maak dat er momenteel in Thailand serieuze politieke strubbelingen zijn. Dit is via de media wereldwijd genoegzaam bekend. Maar dat uitgerekend een westerse passagier de stempel 'verdacht' krijgt op gekleefd, vond ik vreemd. Het vriendelijk bedoeld militair 'saluut' van de officier kon mijn verbazing niet wegnemen. Ik mag hopen dat de Thai hun problemen gezond, en dus via overleg, kunnen oplossen en dat dit niet hoeft te resulteren in een broedermoord. Ik ben hier toch in een boeddhistisch land, of niet?

En wat te denken over het stilzwijgen van voormalig Nobelprijs-winnares voor de vrede en boeddhiste, Aung San Suu Kyi, over recent bloedvergieten in Myanmar (Birma)? Ik wil me nooit uitspreken over de lokale politiek van de landen waar ik te gast ben maar heb wel de Boeddha's woorden in gedachte: "Je hebt de plicht onrecht aan te klagen." Gautama Sakyamuni voegde daar tevens aan toe dat men nimmer vuur met vuur blust. Er is liefde en begrip nodig om conflicten te neutraliseren en geen lijden over de grenzen van generaties in stand te houden.

Mijn verlengd verblijf in het Belgische guesthouse in Udonthani was zonder meer verrijkend en warm-menselijk. Het heeft echter een flinke hap uit mijn voorzien budget genomen. Eigen schuld, dikke bult. Ik veroorloof me niet graag teveel persoonlijke verwenning. Zo kan het moeilijker worden mijn financiele steun aan de studiekosten van mijn jongste zoon en Phuoc te blijven garanderen. Bijgevolg dien ik in de nabije toekomst mijn meeruitgaven van de laatste weken uit te zweten. 'Budgeteren' heet dit en dat is nooit iets geweest waar ik sterk in ben.
Het is me niet meteen duidelijk waarom een bezoek aan Thai Plum Village weerom niet mogelijk bleek. Dus terug naar Wat Pah Nanachat. Heb ik een speciale binding met dit klooster? Feit blijft dat de westerse monniken van Wat Pah Nanachat veel nadruk leggen op discipline.
Laat deze gepassioneerde artiest en overtuigde boeddhist nu net aan die discipline een tekort hebben...Maar het is goed meegenomen dat ik tijdens kloosterverblijven afgesneden word van de mondaine verleidelijkheden. Heilzaam voor lichaam, geest en portemonnee.
Ik wil echter nog enkele dagen wachten alvorens Wat Pah Nanachat terug binnen te treden. Indien ik Phuoc een bijdrage wil overmaken kan dit ten vroegste volgende maandag. Hopelijk is het levensbewijs tijdig aangekomen op de Belgische dienst voor pensioenen en worden de maandelijkse stortingen dus niet onderbroken. Eenmaal in het klooster heeft men het niet graag dat residerende lekenboeddhisten binnen en buiten lopen. Het is daar geen guesthouse en nog minder een duivenkot.

Deze dagen wordt het Chinees Nieuwjaar gevierd. Dat brengt in China alleen al onooglijke mensenmassa's op de been. In Vietnam wordt dit gevierd onder de naam 'Tet'. Ik herinner mij het Tet-offensief vanuit de oorlogsjaren maar dat is een ander verhaal waar ik niet over wil uitweiden.
In China en Vietnam (ook in Korea) wordt dit nieuwjaar volgens de maankalender gevierd en duurt het festival meerdere dagen. Phuoc schrijft me reeds weken mails met de ietwat grappige formulering "The Tet is coming!" Ik verbeeld me dan een rondborstige suikertante die aangewaggeld komt. Weliswaar met respect bedoeld is dit in zekere zin niet helemaal onjuist. In Vietnam geven de mensen mekaar tijdens deze periode goud-rood gekleurde envelopjes met 'lucky money'. Geen grote bedragen, al kan dit verschillen volgens het vermogen van de schenker. Toen ik vorig jaar omstreeks deze tijd in Hue was kreeg ik ook een dergelijk envelopje aangeboden. Ik voelde me daar wat ongemakkelijk bij maar weigeren zou onbeleefd geweest zijn. Wel een van de vele attenties die me duidelijk maakten hoezeer ik in hun gemeenschap opgenomen en aanvaard word. In Thailand en Laos blijkt dit volgens Belgen die hier wonen eerder ongewoon. Hier ben en blijf je een Farang (spreek Falang).

De Boeddha was als groot psycholoog en leraar ook een hervormer. Door monniken van verschillende kasten uit de toenmalige Vedische cultuur in zijn gemeenschap op te nemen en gelijkwaardig te beschouwen, maakte hij een serieus 'statement'. Hij ging zelfs zover sudras en chandalas (untouchables, leden van de laagste kasten) als monnik in te wijden zodat latere kandidaten uit hogere kasten (brahmins, ksatriyas en vaisyas) aan deze eersten respect verschuldigd waren want later toegetreden.
"No birth makes an outcaste. No birth makes one noble. It is conduct that makes one outcaste. It is conduct that makes one noble."
Tezamen met zijn verwerping van dierenoffers, wees de Boeddha ook op de zinloosheid van rituelen die weinig anders dienen dan het in stand houden van de priesterlijke macht. Het 'gewone' volk werd onwetend gehouden van de geheime leer. De Dharma of Universele Natuurwet daarentegen kan niet anders dan toegankelijk te zijn voor eenieder die er 'heart and mind' voor open houdt.

Rituelen behoren tot de geplogenheden van dogmatische religies en vaak bedenkelijke, sjamanistische gebruiken. Mensen blijken 'van nature' een neiging te vertonen tot het aanbidden van goden (cfr. The Lord Of The Flies ) en bijgevolg een te grote betekenis te geven, of waarde te hechten, aan rituelen. Vaak aanbidden we onze eigen imaginaire creaties, ontstaan vanuit onze onwetendheid over de Universele Natuurwet of onze onkunde om daarmee om te gaan. Opletten dus met rituelen...

We hebben ook de menselijke neiging de grote jaarlijkse vieringen te overwaarderen. Kerstmis, Nieuwjaar...welk dier staat daar bij stil, welke rivier stopt dan met stromen? Sonkran (het Nieuwjaar volgens de Theravada kalender en uitbundig gevierd in Thailand en Laos ergens in April) of het Chinees Newyear, Tet... welke vogel stopt dan met fluiten, welke oceaangolf bevriest dan zichzelf?
Dit zijn slechts menselijke creaties. Hun echte betekenis ligt besloten in de dankbaarheid voor familiewaarden, nestwarmte. En dat is goed. Zolang we daar niet louter op dat moment bij stilstaan of bewegen. Die dankbaarheid kunnen we best het jaar rond betuigen. Of levenslang. Of leven na leven...
Voor het overige zijn het niet meer dan rituelen of, erger soms, een vorm van massahysterie. Mogelijk worden we ook hier onwetend gehouden door de priesters van commercie.
The Tet is coming and going as usual. She is nice but will not change our life if we dont know how to embrace her with true gratitude.

zondag 26 januari 2014

Twee (belangrijke) nota's.

Het laatste artikel, gedateerd op vandaag maar eigenlijk voorbije nacht geschreven, heb ik vandaag herwerkt. De gedrevenheid om te schrijven dient zich vaak spontaan aan maar niet steeds op het meest gelukkige moment. Daarbij schrijf ik makkelijk vanuit een gedachtestroom (stream of consciousness) die ik wil vasthouden (attachment!), leg of maak verbanden die niet meteen duidelijk kunnen zijn voor de lezer, en let dan ook minder op zinsconstructies en schrijffouten. Als ik de chronologie van de beschreven gebeurtenissen wil respecteren, durf ik regelmatig onmiddellijk te publiceren (al zou 'in concepten' zetten een betere optie zijn).
Vandaag heb ik nogal wat verbeteringen, verduidelijkingen en toevoegingen aangebracht en bijgevolg durf ik de lezer vragen het artikel te hernemen.  

De tweede nota vind ik eigenlijk nog belangrijker.
In nasleep van onze warme en boeiende gesprekken vroeg de vriendelijke Jean Hippolyte mijn blogadres. Begrijpelijkerwijze wilde hij deze blog in het Frans omzetten. Daarbij werd echter duidelijk hoe gebrekkig deze vertalingen zijn. Erger nog, reeds van bij de eerste zinnen bleek de vertaling ronduit verkeerd. Hierdoor wordt de betekenis van mijn woorden verdraaid. Ik geef een voorbeeld.

...Dit heb ik me nog geen moment beklaagd...
wordt vertaald als
...Cette fois je n'ai aucune plainte...

Dit kan de indruk wekken dat ik bij een vroeger verblijf in STC Home Stay wel klachten heb gehad. Ik ben in dit guesthouse echter voor de eerste maal.
Ik kan me herinneren me slechts een enkele keer op deze blog negatief uitgelaten te hebben over een hotel. Dit was bij mijn allereerste bezoek aan Hue. Verder heb ik nooit meer iets kritisch geschreven over mijn locatie's. Uiteraard kan niets voor de volle 100% perfect genoemd worden, maar ik zou het van mezelf bekrompen vinden daar woorden aan te besteden. Deze blog is geen Lonely Planet.

Bij deze wil ik al mijn lezers verwittigen dat vertalingen met de nodige reserve moeten gelezen worden. Bijgevolg kan en wil ik enkel de verantwoordelijkheid nemen voor mijn oorspronkelijke tekst in het Nederlands.
Met dank voor het begrip.

Metta.
"Als het mooi is, moet het waar zijn" vertrouwde een Belgische kennis me ooit toe in Vientiane. Daar kan ik iets mee, daar heb ik iets mee. Goede 'oneliners' of gebalde wijsheden konden mij reeds vroeg bekoren. Ik herinner mij de maandelijkse spreuken van 'De Bond Zonder Naam'. Die spreuken gingen vaak verder dan wat oppervlakkige, kerkelijke moraal. Niet altijd maar toch vaak. Zelf heb ik pogingen gedaan er ook te schrijven, echter met wisselend succes. Mijn meest recente: "With silence we give our attention, with noice we ask for attention." dateert al weer vanuit mijn laatste periode in Vietnam. Heb nog wel andere ingevingen gehad (-wie lacht met mensen die men niet kent, lacht eigenlijk met zichzelf-) maar die vind ik niet het bewaren waard. Bij deze wel bewaard...?

Het interessante aan werkelijk goede uitspraken is dat je ze, taoistisch gewijs, kan omkeren. "Als het waar is, zal het mooi zijn." Nu kan menigeen terecht beweren dat de waarheid niet altijd en eenduidig mooi is. De ware betekenis ligt echter dieper verborgen. Zowel volgens de Tao, als de Boeddha's leer, gaat de ultieme waarheid (the Ultimate Truth, de Dharma of absolute natuurwet) boven elk menselijk bevattingsvermogen. Geen enkele conceptuele begrenzing noch menselijk denkvermogen kan de universele waarheid bevatten. Alle religieuze 'dogma's' en wetenschappelijke bevindingen kunnen hierin niet anders dan te kort schieten. Ons sterfelijk brein kan dit niet aan. Een simpel voorbeeld: de natuur biedt ons voedsel en schoonheidservaringen maar kan ook vernietigend uitpakken.. Morgen kan de zon schijnen, overmorgen kan het stormen. Is dit goed of kwaad? Een slang kan ons bijten en vergiftigen maar ze is tevens het symbool, kruipend rond de beker, voor geneeskunde en medicijnen. In de oorsprong der dingen bestaan concepten als 'goed' en 'kwaad' niet. Dus draai ze maar gerust om en neutraliseer ze bijgevolg. Wie vertrouwd is met de Tao Teh Ching zal deze volkomen normale tegenstellingen herkennen. Als een zogenaamde waarheid niet in twee richtingen klopt, mag je ze best wantrouwen. In onze westerse optiek wordt van een dokter verwacht dat hij zijn patient geneest, in een oosterse gedachtegang, dat hij zijn patient gezond houdt.

Daar de aderdruk binnenin mijn ogen te hoog dreigt te worden (glaucoom), mede verergerd door een langdurig verblijf in de tropen, moet ik dagelijks oogdruppeltjes indoen. No big deal. Het probleem situeert zich op een ander niveau: deze druppels zijn niet goedkoop en hebben (zoals de meeste medicijnen en voedingswaren) een beperkte houdbaarheidsdatum van enkele jaren. Tot mijn voormalige ergernis, want onbegrip, blijken medicijnen financieel interessante producten te zijn. De medisch-farmaceutische lobby vertegenwoordigt wereldwijd een grote macht. Jarenlang heeft deze lobby generische, en dus goedkopere, aidsremmers afgeblokt richting Afrika. Voor een apotheek in Azie is mijn medicijn een risico-product. Blijft men zitten met een verlopen stock, dan is dit verlieslatend. Dit kan me nog eens, geheel on-boeddhistisch, op stang jagen. Het heeft Christine (van  STC Home Stay) en mij dagen gekost om aan de bewuste druppeltjes te geraken. Het mag niet mogelijk zijn dat men geld wil verdienen 'op de kap' van medisch hulpbehoevenden.
De eerlijkheid gebiedt mij hieraan toe te voegen dat we de bewuste druppeltjes uiteindelijk aan een eerlijke prijs hebben gevonden in een Thaise Staatskliniek. Maar dat verliep niet zonder moeite. Thailand beschikt over een meer dan behoorlijke gezondheidszorg, echter net als bij ons doorloop je die niet zonder langs een hele papierwinkel te moeten lopen. Hoe die gezondheidszorg, momenteel ten voordele van eenieder in het land, er is gekomen? Daar wil ik me liever niet over uitspreken. Politiek is niet mijn ding en ik blijf te gast in dit mooie land. Uiteraard wil ik me ook niet uitspreken over diegenen die medicijnen nog veel harder nodig hebben dan ik. Daar buig ik me sowieso voor. Maar zonder de oogdruppeltjes zou ik blind kunnen worden.

Mijn verlengd verblijf bij Tony, Christine, Jet en Kiwi loopt op zijn eind. Thai Plum Village heeft niets meer van zich laten horen en volgens hun website sluiten ze ook nog eens de deuren tussen 23/1 en 13/2. Na een vriendelijk verblijf van bijna 14 dagen in STC Home Stay,  vandaag afgerond met een op uitnodiging bijgewoond traditioneel Thai huwelijksfeest, besluit ik overmorgen terug naar Ubon en Wat Pah Nanachat te trekken. Het is mooi geweest. En waar of waarachtig. Allemaal meegenomen onderweg.

Verwacht echter niet in dit bericht de essenties van mijn laatste ervaringen te lezen. De voorbije dagen heb ik veel geschreven op deze blog. De meeste artikels heb ik nochtans in concepten laten staan. Een enkel, en door internet-verbindingsproblemen onderbroken, bericht heb ik even gepubliceerd en weer afgevoerd. Natuurlijk heb ik veel meegemaakt. Mijn driedaags contact met de boeiende Zwitser, Jean Hippolyte, was zonder meer waardig om over te schrijven maar daarom nog niet om te publiceren.
Een 'mindful' levend mens kan in een ogenblik waarnemen waar andere toeristen hun apparaten-met-handleiding voor nodig hebben. Tijdens een ochtendmeditatie, voor zonsopgang, mocht ik een vlucht vleermuizen horen en zien voorbijtrekken. Gebrand op mijn zintuigen. Een amateurfotograaf zou zijn camera moeten gaan zoeken terwijl ik stond te genieten.

Alhoewel... Christine heeft me leren werken met een memory-stick. Daarop heeft ze enkele van mijn favoriete films opgeslagen. Gisteren keek ik op dit bescheiden laptopje naar 'Ba Mua' (Three Seasons, Tony Bui), een zeldzaam Vietnamees pareltje. Ik had deze film destijds in Belgie voor de eerste maal gezien maar toen wel met ondertiteling. Nu moest ik mij behelpen met mijn uiterst beperkte kennis van de Vietnamese taal. Het stoorde mij niet, integendeel ik werd opnieuw tot tranen toe bewogen. Mogelijk een medicijn dat in geen enkele apotheek te vinden is.
Fijn detail: de brug waarover de 'cyclo driver' rijdt in een van de openingsscenes is de beroemde Truong Tien brug over Perfume River in Hue. Indertijd in Belgie had ik er geen idee van later zelf vele malen over deze brug te zullen wandelen.
Wie tevens graag een visuele achtergrond, of decor, bij mijn avonturen in Vietnam wil zien, kan ik deze film warm aanbevelen. De hele atmosfeer, van stadsbeelden tot zichten op het platteland, is levensecht en komt voor mij heel herkenbaar over. Dit kan je zo niet vastleggen met een fototoestel.

Als de 'mind' ok is, loopt het hart gesmeerd. Als het hart ok is, loopt de mind gesmeerd.
Maar eigenlijk heb ik deze dagen nog wat olie tekort.