woensdag 16 juli 2014

Het heeft me enige tijd gevraagd om de draad van deze blog weer op te nemen. Het is allicht genoegzaam bekend dat eender welke zoektocht, hoe eerlijk ook bedoeld, nooit uitsluitend over wolken of via rozentuinen verloopt. We leren met vallen en opstaan, elk kind bekend.

Relaties tussen mensen, onder welke vorm dan ook, ontsnappen niet aan deze wetmatigheid. Soms doen mensen ons ongewild pijn, soms kwellen we anderen zonder dit wezenlijk zo te bedoelen. De Boeddha leerde zijn leerlingen dat dit eigen is aan het bestaan in samsara. Zolang we gevangen zitten in het genadeloze wiel van geboorte en dood, zolang we niet kunnen of willen inzien dat onze egogerichte gedachten, begeerten en daden onvermijdelijk hun gevolgen zullen hebben, zolang zullen we lijden veroorzaken aan onszelf en onze omgeving. Klinkt pessimistisch, mogelijk zelfs verward, maar is dat niet. Eigenlijk is het eenvoudig: we hoeven enkel te beseffen dat 'ik' de schepper is van zijn eigen bestaan en dus zijn lijden. Eenvoudig toch? Nee verdomme, aartsmoeilijk!

Maar goed, het zal een grote stap voor de mens en de mensheid blijven om niet zozeer op de maan te landen maar met volle aanwezigheid van gedachten en handelingen in het hier en nu te blijven.
Om een gedegen begrip van en inzicht in het onderscheid (niet te verwarren met dualiteit) tussen relatieve en absolute realiteit te krijgen: er is eigenlijk geen feitelijk onderscheid te vinden tussen mezelf, hier op dit ogenblik schrijvend op mijn laptopje, en het quasi onbetekenende speldenprikje dat ik vertegenwoordig in het opkomen en vergaan van kosmische fenomenen.

Ach ja, wij mensen nemen onze dagdagelijkse occupaties graag oh zo serieus. Doen en praten maar wat lukraak. Luidruchtiger dan een legbatterij met tienduizend kakelende kippen wiens lot sowieso beschoren is. Maak ons liever maar niet bewust van onze kleinheid, onze doelloosheid. De oude Grieken hingen de onheilsboodschapper sito presto op aan de hoogste boom.
Wil ik nu volharden in een neerwaartse, zwartgallige gedachtegang? Zeer zeker niet. Integendeel, wees er maar van overtuigd dat een periode van stilzwijgen net zo goed een tijd van leren en verhelderende inkeer kan zijn. Daar moet ik mezelf ook van overtuigen: geen nieuws van mijn geliefden mag mogelijk goed nieuws betekenen.

De reden waarom ik me redelijk bezwaard voelde en daardoor Vietnam eerder heb verlaten dan gepland, mag gezocht worden in het feit dat ik me door goede vrienden finacieel onheus behandeld voelde. In de gedachte ter goede trouw te handelen, gaf ik een vriend de opdracht een tweedehands motorfiets te kopen voor mijn Vietnamese studente. Achteraf bleek ik voor redelijk veel geld een onveilig en dus onbruikbaar wrak te hebben gekocht. Dat ik hierbij een stevige som geld was kwijtgespeeld, deerde me niet zozeer. Wel dat me dit was aangedaan door iemand die ik volkomen vertrouwde.
Alhoewel de transactie niet meer te herroepen viel heb ik de zaak achteraf toch nog kunnen doorpraten met de betrokkenen. Om me te ontdoen van de zure nasmaak had ik tijd nodig maar momenteel heb ik daar helemaal een punt achter gezet en voel ik vooral vergevingsgezindheid en begrip voor mensen in een moeilijke situatie.

Na mijn eerste en korte bezoek aan de Thaise vestiging van Plum Village, omstreeks half juni jongstleden, heb ik gisteren de bevestiging gekregen dat ik er terug welkom ben vanaf vrijdag 18/7. Mogelijk kan ik er ditmaal een langere periode verblijven om er zowel aan mijn persoonlijke ontwikkeling te werken als de nog jonge gemeenschap mee te helpen uitbouwen.
Of het helemaal met de werkelijkheid strookt weet ik niet zeker, maar ik heb het gevoel dat mijn lange zoektocht doorheen boeddhistisch Azie me uiteindelijk naar deze plek moest leiden. Magie... nee hoor, enkel het wonderlijke pad dat het leven diegene die daarvoor openstaat soms laat bewandelen.

Twee jaren eerder vertoefde ik reeds aan de rand van het immense Khao Yai National Park rond Nakhon Ratchasima, in het centrum van Noord-Thailand. Ik was op zoek naar de Thaise nederzetting van mijn leraar Thich Nhat Hanh. Indertijd beschikte ik echter niet over een adres of routebeschrijving en bovendien bleek de plaatselijke bevolking niets af te weten over het bestaan van dit Vietnamees centrum in hun buurt. Met de informatie waarover ik momenteel beschik begrijp ik beter het waarom hiervan. Blijkbaar was indertijd de hele gemeenschap van jonge Vietnamese monniken en nonnen hun klooster in Dalat (Vietnam) ontvlucht na een doorgedreven pestcampagne van de plaatselijke autoriteiten en was de gemeenschap inderhaast geemigreerd naar het boeddhistisch ontvankelijker Thailand. Thai Plum Village moest toen eerst nog 'voet aan de grond' krijgen en beschikte hoogstwaarschijnlijk nog niet over een degelijke website. Momenteel is die er wel en kan je er een handige routebeschrijving op vinden in zowel het Thai als het Engels.

Vorige maand kon en mocht ik er enkele dagen de sfeer gaan proeven maar om mijn maandelijks inkomen niet te verliezen, moest ik voor 1 juli terug in Vientiane zijn om daar, via de Franse ambassade, de nodige formaliteiten te vervullen.
Heel wat rondreizen..., kilometers 'vreten'. Niet voor niks echter, dit hoort nu eenmaal bij mijn huidige levenswijze en dus wil ik daar niet over klagen. Ik heb mezelf bewust teruggeschroefd tot een 'nomade', iemand die zich niet meer wil hechten aan een vastgeroest bestaan, gewoonten en zekerheden.

Echter nu dringen zich enkele vragen op. Was het de bedoeling van mijn leraar om me doorheen een voorbereidende leerschool te sturen? Moest ik eerst ervaring opdoen via kloosterverblijven in verschillende boeddhistische tradities? Zo dikwijls is het me gezegd: je mag niet zomaar mixen! Je moet jezelf houden aan een duidelijke strekking of leerschool. Daar kan ik me steeds minder in vinden. Theravada, mahayana, vasjrayana, tantrayana, dzochen, C'han...het zijn slechts allen cultureel ingekleurde interpretaties van een en dezelfde boeddhistische leer. Van elk van deze richtingen heb ik bescheiden mogen proeven en er tenslotte voor mezelf het meest bruikbare of werkzame uit overgehouden. Wij, westerlingen, hoeven ons niet gebonden te voelen door culturele bindingen of invoegingen die ons niet eigen zijn. Het voelt bevrijdend aan dat we met onze onderzoekende en pragmatische ingesteldheid de leringen van de Boeddha aan onze persoonlijke ervaringen kunnen toetsen en bijgevolg alle ingredienten kunnen samenvoegen in een fris, eigentijds en eengemaakt wereldboeddhisme. Ik meen dezelfde ingesteldheid te mogen waarnemen bij mijn leraar die het grootste gedeelte van zijn leven heeft doorgebracht in het Westen. Bovendien voel ik me uiterst aangetrokken door zijn sociaal geengageerde en ecologische aanvullingen, interpretaties die ik vaak miste binnen de Aziatische cultuur.

Een andere vraag die zich opdringt is of het inderdaad de bedoeling was van mijn leraar om mij meer inzicht en begrip te laten opdoen in 'zijn' Vietnam. Als vluchtig toerist kan je moeilijk een juist beeld krijgen over het hoe en waarom van de Vietnamese samenleving. Uiteindelijk heb ik er, alles tezamen, meer dan een jaar en half geleefd en gewoond. Heb ik, niet zonder problemen, zelfs in zijn moeder-klooster Tu Hieu pagoda kunnen verblijven. Ik mocht in Hue, Danang en HoiAn wondermooie vriendschapsbanden smeden. Waarschijnlijk niet toevallig dat deze plaatsen allemaal gesitueerd zijn pal in het midden van dit langgerekte land met zijn historische en politieke scheiding tussen Noord en Zuid. Opnieuw, als boeddhist maken we geen dualistische opdeling. Alles is onderling verbonden en, spijtig genoeg, heeft me dit langs beide zijdes juist Thay verweten.
Dat Thay zijn volk graag ziet, maar ook dat het hem zal onthouden worden om ooit in zijn geboorteland te mogen sterven, lijkt me heel begrijpelijk en doet me meeleven. Ik werd gecharmeerd door de Vietnamese kalligrafie, heb via deze weg ook een handvol Vietnamees kunnen leren. Wie Thich Nhat Hanh een beetje kent, weet dat hij een begenadigd kalligraaf is. Je moet niet direct een artiest zijn om een ander kunstenaar te begrijpen, maar het helpt wel.

Thich Nhat Hanh heeft veel van zichzelf gegeven voor het heil van de westerse, zoekende mens. Hijzelf kan niet meer weerkeren naar zijn land. Zag hij, destijds in het Franse Plum Village, iets in deze bescheiden mens waar hij zijn hoop in kon stellen? Voorzag hij dat ik inderdaad over de mogelijkheden en bescheiden kwalificaties beschikte om in zijn land, of aan zijn volk, iets terug te schenken? Om er de, sowieso begeesterde jonge bevolking hun kracht en samenhorigheid via hun boeddhistische achtergrond te stimuleren? Was het dit wat via onze blikwisseling van enkele seconden oversprong?

Ik wil zeker niet aanmatigend klinken, besef terdege dat ik de zwakheden op gebied van verslavingen deel met de grote Tibetaanse meester Chogiam Trungpa. Maar ik ben hier niet zomaar beland. Het blijft een feit dat de jonge monniken en nonnen in het Thai Plum Village me hebben duidelijk gemaakt dat ze mijn organisatietalent, westerse efficientie en connectie met hun leraar kunnen gebruiken, of beter, aanwenden. Ik heb leren houden van dit jong Vietnamees enthousiasme. Met vallen en opstaan, met inzicht en vergevingsgezindheid.

Inmiddels blijf ik Phuoc, de jonge Vietnamese studente, financieel ondersteunen. Ze is momenteel als stagaire in Thailand. Mogelijk haar eerste en laatste ervaring in het buitenland, zelfs buiten haar stad of geboortedorp. Kunnen wij, westerse toeristen, hier iets van begrijpen? Als het klimaat in onze habitat ons niet aanstaat, nemen we toch vlug het vliegtuig naar de Tropen, niet? Empathie is hoogstwaarschijnlijk het mooiste en interessantste woord uit ons woordenboek. Maar verstaan we het werkelijk?