dinsdag 19 juli 2016

"Your are not your name, you are not your profession, your are not your country or your religion. You are beyond all of this." Mogelijk zeer wijze, maar moeilijk te begrijpen woorden van Thich Nhat Hanh, meer dan waarschijnlijk de hoogst geplaatste en nog existerende vertegenwoordiger van de 'levende Boeddha'.
Zonder aan enige persoonlijkheidscultus te willen doen, wie de man ooit persoonlijk kon ontmoeten getuigt ontegensprekelijk van zijn oprechte uitstraling. Zelf mocht ik in 2009 drie weken in zijn aanwezigheid vertoeven. Nooit eerder werd ik zo diep aangeraakt door iemand die de leerstellingen van de Boeddha meer kan benaderen of belichamen. Geen enkele leraar kon mij later zo overtuigen, zelfs zonder woorden. Thay verpersoonlijkt wat hij doorgeeft. Steevast eindigde hij elke, lange maar nooit vermoeiende toespraak met de woorden: "Het is niet 'ik' die je dit voorhoudt, het is de Boeddha in mij en jou."
De Boeddha's boodschap is even eenvoudig als eenduidig: gebruik nooit of te nimmer geweld tegen enig levend en gevoelig wezen. Haat en geweld lossen niets op, ze scheppen enkel meer en toekomstig lijden voor jezelf en al de anderen. Hoe moeilijk dit ook mag zijn, ik wil er alles aan doen om iedereen te vergeven. Al moet het me nog honderd levens kosten, dit is wat ik wil bereiken.
En al ben ik nog steeds weinig meer dan een sterfelijke dwaas die al te vaak wil ingaan tegen de stroom van dagelijkse waanzin, ik ben en blijf getrouw aan de enige wijze waarop het mij is toegestaan de Dharma door te geven. Met mijn bescheiden tekentalent. Dit is mijn taal. Voor de rest hou ik er beter het zwijgen toe.

zaterdag 16 juli 2016

Met diepe verslagenheid vernam ik de nieuwe, verschrikkelijke aanslag op de menselijkheid op 14 juli in Nice. Het voelt alsof het me telkenmale nog dieper, nog intenser en persoonlijker raakt.

Nu wil ik met deze woorden vooral geen extra aandacht vragen voor mijn persoonlijke ontreddering. Dat zou ik bijzonder ongepast vinden. Maar het is een ontegensprekelijk feit dat ik hier in Cambodja met zo goed als niemand deze emotionele betrokkenheid kan delen. Robert, mijn goede Nederlandse vriend, vertoeft momenteel in zijn thuisland en een diepe, loyale vriendschap met plaatselijke mensen kan ik momenteel nog niet ervaren. Integendeel, enkele dagen geleden werd ik spontaan aangesproken door een jong, westers koppel. Diep aangeslagen vroegen ze mij om raad. Ze hadden een lokale man totaal bewegingloos aangetroffen, zwaar gewond en liggend op de hoek van de straat. De huid van zijn romp, borst en rug, zowel als van zijn armen, bleek helemaal afgestript. Het jonge koppel wilde hun hart en menselijkheid betuigen, iets ondernemen om deze mens te helpen. Daar ze geen contact konden maken met het slachtoffer, vroegen ze aan de lokale omstaanders wat er kon ondernomen worden. Pijnlijk genoeg bleken deze niet geïnteresseerd. Het jonge koppel wist zich bijgevolg geen raad en vroeg dus advies aan mij, enkele straten verwijderd van het pijnlijke voorval. Dit overviel mij danig, ook ik wist niet meteen wat gezegd of gedaan. Uit ervaring heb ik geleerd dat je bijzonder voorzichtig moet omgaan met dergelijke situaties. Indien je jezelf, westerling zijnde, deze situaties aantrekt, riskeer je verantwoordelijk gesteld te worden en te moeten opdraaien voor alle onkosten. De juridische implicaties kunnen immens worden. Daar heb ik voldoende en schrijnende verhalen over gehoord. Maar vermag zulks onze menselijkheid te willen ontlopen? Wat doe je in dergelijke omstandigheden?
Toen ik iets later de bewuste plek passeerde, bleek het slachtoffer toch verdwenen. Dit is tenslotte ook geen promotie voor de toeristische sector.

Later, in gesprek met Mark, een goedhartige Duitse 'expat' die hier reeds geruime tijd een soort 'farm' beheert en behoorlijk thuis is in boeddhistische psychologie, kon ik de zaken beter duiden. Mijn vermoeden dat het hier ging om een wraakactie werd door hem als plausibel ervaren. Mogelijk heeft iemand de man overgoten met een bijtend zuur omdat hij buiten zijn echtelijke verantwoordelijkheden is gegaan. Verklaart dit de onverschilligheid van de lokale omstaanders? Kunnen wij -buitenstaanders- op enige zinnige wijze hiermee omgaan? Mogelijk gaan we ons ongewild vermengen in een wespennest. Maar waar blijven we dan met onze menselijkheid?

Mark herhaalde wat mijn zoon Ward me reeds eerder heeft gezegd. Een mensenleven is in Cambodja ongeveer 20 USD waard. Uit een eerder gelezen artikel op internet blijkt dat 'kum' of bloedwraak, diepgeworteld is in de Khmer cultuur en geschiedenis. Pol Pot moet hier dankbaar gebruik van gemaakt hebben door de plattelandsbevolking hiermee op te hitsen tegen de beter opgeleide en meer verdienende stadsbevolking. Hierbij heerste eerder het principe van een hoofd om een oog. Voltallige families moesten het drieste gevolg van deze wraaknemingen ondergaan.
Maar wie zijn wij om dit aan de kaak te mogen stellen?
Wat er zich momenteel allemaal afspeelt in de westerse wereld, -op deze planeet in zijn geheel-, moet ons toch eens doen afvragen waar we als mensen mee bezig zijn.

Persoonlijk wil ik geenszins wrok voelen. Integendeel, ik weiger pertinent mijn geloof in de inherente goedheid van de mensen op te geven. Desondanks de afschuwelijke wreedheden die sommige van onze lotgenoten anderen aandoen. Mijn enige antwoord hierop is dat ik blijf geloven in de liefde en broederlijkheid. Empathie, medeleven en vergevingsgezindheid zijn mijn geweldloze wapens tegen onverdraagzaamheid, wrok en fanatisme.

Maar ik leef momenteel wel intens diep mee met mijn zuiderburen. Net zoals de Cambodjanen, zijn de Fransen -of eenieder welk volk op deze planeet- mijn broers en zussen. We zijn immers allen lotgenoten in samsara. Sterkte aan allen!

woensdag 6 juli 2016

Omdat ik beter aanwend waarin ik goed ben, wil ik hier -zonder overbodige woorden- mijn manifest ter bevordering van de samenhorigheid betuigen met mijn laatste tekening. Niet het scheiden kan ons gelukkig maken, enkel de samenhorigheid vermag dat. Bij deze wil ik mijn liefde en toewijding betuigen voor eenieder gevoelig wezen dat momenteel het bestaan op de planeet aarde deelt met mij. Blij als ik ben dit wonderlijke maar tevens moeilijke bestaan te mogen ondergaan.

donderdag 23 juni 2016

Mijn korte verblijf in Thailand, dat weldra weer tot een eind komt, heeft me eerder teleurgesteld dan vrolijk gestemd. Alhoewel, vandaag ben ik tot het duidelijke besef gekomen dat ik eigenlijk, juist omwille van de opgelopen teleurstellingen, bijzonder leerrijke lessen heb gekregen. Lessen die ik absoluut nog diende te leren. Want ik realiseerde me gedurende ingetogen momenten, omgeven door de prachtige natuur in de tuin van de 'homestay' waar ik momenteel verblijf, dat ik de laatste weken vooral maar weer eens mezelf ben tegengekomen. In mijn arrogante overtuiging van het eigen gelijk, maar ook in het halsstarrig vastklampen aan mijn conceptuele, boeddhistische standpunten, herkende ik mijn verblindingen niet en ging ik gemakshalve de fouten opnieuw bij de anderen zoeken. Die zijn er ongetwijfeld ook geweest, maar ik dien in eerste instantie mijn aandeel in de problemen te herkennen en mezelf daarin kalm en wijs te bezinnen i.p.v. louter rationeel of emotioneel mezelf daardoor uit mijn evenwicht te laten brengen. Zo was het bv. niet bepaald wijs van me om kwaad te worden op de wijze waarop de medische staf en de oogarts in het hospitaal van Udon Thani mij als een 'falang' behandelden, of zoals het voor mij overkwam, vernederden.
Eén van de redenen waarom ik naar Thailand moest reizen, was omdat ik dringend nieuwe oogdruppels voor mijn glaucoomprobleem nodig had. Druppels die ik niet kan missen maar niet kan bemachtigen in Cambodja en niet (meer) in Vietnam. Ook niet in de overgrote meerderheid van de Thaise apotheken. Praktisch de enige wijze is via de Bangkok kliniek, waarvoor ik reeds enkele jaren over een medisch pasje beschik in Udon Thani. Het moet doorheen de jaren nu ongeveer de vijfde maal geweest zijn dat ik me in dit hospitaal daarvoor aanbied. Telkens ging dit, westerling zijnde, niet bepaald gemakkelijk maar kon ik met het nodige geduld toch 3 flacons verkrijgen, een rantsoen voor 3 maanden. Het mag mogelijk niet erg netjes van hun geweest zijn me ditmaal danig anders te behandelen dan de Thaise patiënten. Om de één of andere, mij onbekende reden, zit de afdeling van de oogpatiënten steeds afgeladen vol. Een efficiënte wijze om met dit soort volkstoeloop om te gaan, is de Zuidoost-Aziaten blijkbaar vreemd. Iets dat menig toerist en reiziger, bekend met de immigratiediensten, vertrouwd zal klinken. Maar goed. Ik zit er niet bepaald mee in om mijn beurt te moeten afwachten. Tenslotte wens ik geen voorkeursbehandeling. Maar aangezien ik onder jaarlijkse controle blijf van mijn Belgische oogarts, heb ik geen langdurige en zinloos vervelende oogonderzoeken nodig, enkel de handtekening van de Thaise dokter dat me de mogelijkheid verleent het middel op te halen in de apotheek van de kliniek.
Men weigerde echter pertinent mijn dossier volgens het juiste volgnummer te klasseren zolang ik die zinloze en bijzonder vervelende vooronderzoeken niet wilde ondergaan. Zo moest ik eerst Thaise lettertekens identificeren die ik niet versta. Vervolgens een lange tijd cijfers lezen om mijn oogscherpte te meten, een onderzoek waar het hier absoluut niet om gaat. Vervolgens moest ik nog mijn en hun tijd laten verdoen met het opnemen van mijn bloeddruk, lichaamsgewicht en lengte. Het meest vervelende is echter het opmeten van de druk binnen de oogbollen. Daarvoor gebruikt men in de kliniek in Udon Thani nog steeds de ietwat verouderde apparatuur, waarbij zogenaamde luchtkogeltjes afgevuurd worden rechtstreeks op de iris. Daarbij heb ik steeds de automatische reflex om met de ogenleden te knipperen. Daar kan ik niets aan doen, maar erger nog, ik vermoed dat men op deze manier niets wijzer wordt van die oogdruk. De meer gesofisticeerde apparatuur die mijn oogarts in België gebruikt, werkt anders. Bovendien doet hij vooraf een soort verdovende druppeltjes in mijn ogen. Dat vergemakkelijkt sowieso dit altijd vervelende onderzoek.
Daarna werd mijn dossier helemaal achteraan geklasseerd. Al had ik me reeds om 9.30u in de voormiddag aangeboden, men vertelde mij dat ik ten vroegste om 15u in de namiddag aan de beurt was. Echter na een lang gesprek met de hoofdverpleegster, de enige die een mondje vol Engels kan (of wil) praten. Daarin werd deze 'falang' (een Thais scheldwoord voor eender wie niet tot hun bevolkingsgroep hoort, feitelijk betekenend 'Fransman') duchtig op de rooster gelegd. "Wat kom je hier eigenlijk doen? Waarom kom je profiteren van onze gezondheidszorg? Wat is je inkomen? Wat is de reden van je verblijf in Udon Thani?...enz."

Daar Christine, de Belgische wederhelft van mijn gastheer in de 'homestay' op dat moment persoonlijke zaken aan het afhandelen was in de stad, en ik met haar geen telefonisch contact kon hebben, wilde ik deze mensen zeker niet zolang op mij laten wachten. Dus restte mij weinig anders dan praktisch op mijn knieën te smeken om met mijn dossier naar de vrouwelijke oogarts (telkenmale iemand anders die mijn noden niet kent) te gaan en te vragen naar de broodnodige handtekening. Na deze smeekbede tot tweemaal toe herhaald te hebben, en bij de oogarts zelf nog lang te moeten wachten, besloot deze me slechts één flesje voor te schrijven. De 'falang' mag iedere maand terugkomen om telkens één flesje voorgeschreven te krijgen. Telkenmale alle vooronderzoeken doormakend en dus het extra ereloon voor de dokter te betalen. Spijtig genoeg beschik ik daarvoor niet over de juiste visums. De mensen uitleggen dat ik een 'thuisloze, boeddhistische nomade' ben, heeft ook geen enkel nut. Hoe zouden mensen, die niet eens meer hun eigen geloofsovertuiging begrijpen, dit kunnen bevatten?
Daarna heb ik nog menige uren mogen wachten totdat de persoonlijke zaken van mijn Belgische 'gastheren' afgehandeld waren, met dien verstande dat ik wel voor de volle 100% moest opdraaien voor de transferkosten naar de stad. 's Avonds voelde ik me opgewonden en kwaad, en daar heb ik dan onwijs uiting aan gegeven.
Indien ik echter nog enige maanden in Zuidoost-Azië wil verblijven heb ik minstens 3 flacons oogdruppels nodig. Uiteindelijk hebben we later een kleine oogartspraktijk, met annex apotheek, gevonden die mij die druppels kan leveren. Aan een verkoopsprijs van 1200 THB (ongeveer 32 Euro) per flesje. De normale verkoopsprijs, aan welke ik de druppels kan verkrijgen in het hospitaal, is 293 THB (ongeveer 8 Euro). Het gevolg is dat ik 48 euro extra heb moeten betalen voor een oogaandoening waar ik niets kan aan doen, en bovendien niet verschilt van dewelke Thaise mensen ook overkomt. Pittig detail, de druppels 'Travatan' genaamd, worden geproduceerd in België. In Zuidoost-Azië betekent dit een behoorlijk bedrag. In Vietnam bv., waar het gemiddelde maandloon van een gewoon werknemer ongeveer 120§ (ongeveer 100 Euro) bedraagt, betekent zulks bijna een halve maand loon. Met deze extra uitgave had ik iemand bijzonder gelukkig kunnen maken, iemand die dit geld meer nodig heeft dan....

Tijdens mijn jarenlange zoektocht naar een dagelijkse levenswijze die enigszins in overeenstemming is met mijn levensopvattingen, weerklinkt regelmatig een belangrijke zinsnede uit de Dharmapada door mijn gedachten: "Truth is such that it does not give satisfaction to the emotion and intellect. Truth happens to be the most difficult thing for man to comprehend. It can only be fully comprehended by insight."
Eens te meer, en bij noodzakelijke herhaling, dien ik deze les te leren. Het blijft een feit dat het leven niet makkelijk of zorgeloos is, voor geen enkele sterveling. Het blijft een feitelijke en onomstotelijke waarheid dat de overgrote meerderheid der mensen dit niet beseft, laat staan ervaart als wezenlijke waarheid. "Blind is the world. Few are those who clearly see...Hard is the life of mortals....They blame those who sit silent, they blame those who speak to much. Those speaking little, they blame too. There is no one who is not blamed in this world....Easily seen are other one's faults, hard, indeed, to see are one's own....Attachment to wordly objects is far stronger than iron chains. That which is made of iron, wood or hemp, is not a strong bond, say the wise; the longing for jewels, ornaments, children, husbands and wives, is a far greater attachment....By degrees, little by little, from time to time, a wise person should remove his own inpurities, as a smith removes the dross of siver..."

Zo kan ik nog wel een hele tijd verder blijven citeren, maar het is mij daar niet om te doen in dit artikel. Ik heb vandaag mogen inzien dat ik nog lang niet de feitelijke draagwijdte van mijn verstandelijke en emotionele reacties kan implanteren in mijn inzichten. Ik blijf me maar druk maken over andermans dom- en botheden, mezelf voortdurend bezondigen aan dezelfde kortzichtigheden. Zo heeft het geen zin jezelf een inzichtrijke volgeling van de Boeddha te noemen. Op deze wijze blijf het louter jezelf een stempel op het voorhoofd drukken.
Wil ik een wijs en inzichtelijk rijk persoon worden, niet zo nodig met het label 'boeddhist' rond mijn hals, dan moet ik leren kalm en onbewogen te worden. In eerste instantie werkend aan mezelf zonder anderen te verwijten wat ikzelf nog niet beheers.
Ik wil een 'mensch' worden. De enige schakel in de keten van de mensheid waar ik enige invloed kan en mag op uitoefenen.
Met mijn welgemeende verontschuldigingen voor eerder gemaakte, fanatiek-domme uitspraken op deze blog.




donderdag 9 juni 2016

Na een tweedaagse reis via autocar en twee vliegtuigen, die ik spijtig genoeg ziek zijnde moest ondernemen, heb ik inmiddels het zuiden van Cambodja ingewisseld voor het noorden van Thailand. Voorbije zaterdagavond, de avond voor ik wilde vertrekken vanuit Kampot, werd ik plots en alweer hevig overvallen door de lichaamsvreemde bacterie die me sinds mijn verblijf in Nepal, inmiddels 6 jaren geleden, op geregelde tijdstippen zwaar parten speelt. Verondersteld dat ik de tel goed kan bijhouden, is dit reeds de zesde zware opstoot waarbij ik vele uren, bijna ononderbroken, op de badkamer dien door te brengen en zo goed als alle lichaamsvocht in een mum van tijd dreig te verliezen. Onbeschrijfelijk miserabel voel ik me dan. En in dergelijk geval vooral ook heel eenzaam en niet ondersteund. Want terwijl je niets anders kan doen dan je lichamelijke ontreddering te ondergaan, besef je pijnlijk duidelijk hoe broos je bestaan feitelijk is. Zonder overdrijven zijn dergelijke opstoten, die een oncontroleerbare en snelle dehydratatie kunnen veroorzaken, levensbedreigend.
Nu mag ik me gelukkig prijzen dat ik, evenwel vrij klein en fragiel ogend van lichaamsbouw, over een verbazingwekkende weerstand mag beschikken. Een waar geschenk van de natuur dat ik soms, in alle nederigheid, wel eens durf te vergelijken met wat overlevenden van de historische holocaust is overkomen. Ook indertijd is het, vreemd genoeg, gebleken dat de tenger en fysiek kwetsbaar ogende mensen de zware beproevingen beter konden doorstaan dan de bonkige kerels waarvan je zulks eerder zou verwachten. Het bleek namelijk dat die struise mannen er sneller fysiek én mentaal onderdoor gingen en bijgevolg er eerder het leven bij inschoten. Een vreemd verschijnsel?

Met enig inzicht in de evolutie van de mensheid hoeft dit ons evenwel niet te verbazen. De mens is doorheen zijn hele evolutieproces gaandeweg steeds groter geworden. Een bezoekje aan historische musea, waarbij je de slaapplaatsen, bedsteeën of graftombes van de indertijd levende mensen kan bezichtigen, maakt ons duidelijk dat we onderwijl fysiek een aardig stukje opgeschoten zijn. Veranderde en verbeterde voedingspatronen, verbeterde levensomstandigheden en een toegenomen kennis van de gezondheidszorg hebben dit, volkomen bewonderenswaardig, mee in de hand gewerkt. Bijgevolg is een mens geneigd om 'hallelujah' te roepen. Maar wat we niet inzien in onze verdwaling of immer verblinde visie op de realiteit, is dat we weeral eens de werkelijkheid op 'zijn kop' zien. Volkomen conform met hoe onze ogen de dingen ondersteboven opvangen maar onze hersenen dit corrigeren tot aanvaardbare beelden. Dit vraagt ongetwijfeld naar wat meer uitleg.

De Boeddha spreekt over de 4 inversies van de realiteit die zich in de menselijke 'psyché' schijnbaar normaal voordoen. Zo bv. aanzien we, schijnbaar volkomen en natuurlijk normaal, alles wat tijdelijk en dus vergankelijk is, als eeuwigdurend. Onze ego-gerichtheid gaat verder 'denken' dat er een onveranderlijk en eeuwig overlevend 'zelf' (ziel) bestaat. Bijgevolg verwarren we geluk met lijden en denken we dat materiële rijkdom ons iets substantieels kan bijbrengen. Tenslotte beschouwen we, in onze verblinding, voortdurend alles wat feitelijk lelijk is als zijnde mooi.
Toegegeven, en mogelijk vrij brutaal verwoord, ook ik blijf als man nooit onberoerd bij het aanschouwen van een prachtig, naakt vrouwenlichaam. Maar is dat betoverende lichaam 'in tijd' niet afhankelijk van veroudering en aftakeling? Is het eeuwig en vrij van ziektes en pijn? Is het tenslotte niets meer dan een tijdelijke, glinsterende verpakking, die eerder een massa slijm, bloed, groene gal, urine, onverteerd voedsel, onwelriekende ingewanden, zweet en prut produceert? Plat geformuleerd, maar onbetwistbare realiteit: vaak zie ik bloedmooie vrouwen zichzelf volstouwen met fastfood. Het lukt me bijgevolg niet meer om te ontkennen, wat ik af en toe in mijn verbeelding zie opdoemen, hoe ook zij zich bijgevolg moeten ontlasten op de toiletpot. Dit is de realiteit, niet wat we dromen over hoe we die realiteit liever zouden willen zien. Ik heb menselijke resten zien verbranden op crematieplaatsen. De restanten van mooie en minder mooie mensen gingen op in het verterende vuur. Thich Nhat Hanh zegt dat zowel vuur, aarde, water, lucht en ether verdraagzaam, tolerant zijn. Die elementen maken geen onderscheid tussen sterk of zwak, mooi of lelijk, juist of onjuist. Ze behandelen eenieder hetzelfde. Water, aarde, lucht, vuur en ruimte aanvaarden alles en iedereen. Ze geven leven zowel als dat ze dit terug absorberen.

Het is niet 'al goud dat blinkt'. Het is niet al wat er mooi en sterk uitziet, dat ook mooi en sterk is. Niemand is gebaat met een geschenkje dat verpakt is in een oogverblindend papiertje, met gouden strikje, indien het enkel een leeg doosje omhult. Maar laat daar nu juist ons diep menselijk probleem (om niet te snel het eerder juiste woord 'drama' te gebruiken) zich situeert: wij worden maar al te graag verblind. We klampen ons liever vast aan wat we 'denken' dat ons geluk en bevrediging kan verschaffen. Ons daarbij gemakshalve verschuilend achter wat zogenaamd wetenschappelijk bewijsbaar is bevonden. We snappen zo goed als niets van het ons omringende universum, en erger nog, van onze eigen psyché. We zijn echter wel bijzonder hautain, betweterig, autoritair en opdringerig. 'De aarde is van ons'. Huidig Vlaams minister van milieu, Joke Schouvliege, verklaart boudweg en openlijk: "Een boom heeft altijd al de functie gehad om gekapt te worden." Met alle respect voor de persoon in kwestie, dit vraagt naar een ontslag wegens vergaande onbekwaam- en onbevoegdheid inzake de toevertrouwde verantwoordelijkheid. Neen mevrouw, (en laat bij deze ook duidelijk wezen dat een opgedrongen quota tussen vrouwen en mannen in de regering geen steek houdt, het gaat hem louter over wie bekwaam is ) een boom heeft altijd al de functie gehad om zuurstof aan te maken. En verondersteld dat zelfs dit niet het geval was, heeft hij nog steeds het recht er te zijn en zijn inherente levenskracht te ontplooien zonder dat wij het recht hebben om daar, ongelimiteerd en uit puur winstbejag, gebruik van te maken. Maar we kunnen uiteraard de keuze maken straks met zijn allen per boot ons huis binnen te varen. Met de voorgestelde 'betonstop' tegen 2050 nemen we daar meteen een serieuze optie op. De betonlobby zal blij zijn dit te horen, want de orderboekjes zijn zo nog minstens voor de volgende 34 jaren volgeboekt. Mogelijk was het de bedoeling van de minister om, met dergelijke prietpraat, zowel de groene jongens als de ondernemers te paaien. Zou me niets verbazen van politiekers die meestal enkel uit zijn op het consolideren van hun persoonlijke machtspositie.

Graag wil ik hier 2 oneliners van mezelf aan toevoegen: "We are not the owner of anything or any place on the earth, we are supposed to be the protector of it."
"We need to respect what we want to enjoy."
Dit alles wil geenszins betekenen dat we het recht op het vruchtgebruik moeten uitsluiten. Maar dit mooie woord, dat nog meer betekenis krijgt in zijn (ietwat verouderde) Engelse vertaling: usufruct,  betekent letterlijk dat we het recht hebben de appel te smaken zonder de boom te willen verorberen. Meer nog, als je op termijn die lekkere en voedzame appels wil blijven smaken, kan je maar best de boom koesteren en respecteren. Het hoeft niet te verwonderen dat in dit super-materialistisch tijdssegment, dit prachtig Engels woord steeds meer in de vergetelheid geraakt. De massa wil liever het eigen huis bezitten dan het te moeten huren. Waardoor dan weer het aanbod van huurwoningen alsmaar verkleint en de huurprijzen onmenselijk de hoogte ingaan. Zijn we een deel van het probleem of een deel van de oplossing? Is de aarde van ons of mogen we er de vruchten van gebruiken? Hoe vreemd het ook mag overkomen, zelfs ons eigen lichaam is niet ons bezit. In principe behoort het eigenlijk eerder aan onze ouders, want het is ontstaan door de versmelting van een eicel van ons moeder met een zaadcel van ons vader. In bepaalde Tibetaanse scholen ziet men het stervensproces als het zich letterlijk ontbinden van beiden. Bijgevolg hebben we het eigen lichaam in 'bruikleen' gekregen, uiteraard met het vruchtgebruik (wat hier wel heel toepasselijk klinkt) ervan. Alleen al uit respect voor onze ouders kunnen we best maar dankbaar, oordeelkundig en met verantwoordelijkheidsbesef met dit lichaam omgaan. Zoals een goede huishuurder ook dient om te gaan met de eigendom van zijn huisbaas. Maar aangezien onze ouders op hun beurt evenmin de bezitters van hun lichaam waren, kunnen we ook hier de hele omgekeerde redenering terug naar de oorsprong maken en niets anders concluderen dan dat we letterlijk niets bezitten, alles slechts in tijdelijke bruikleen krijgen en dus niets bezaten voor we geboren werden, noch zullen meenemen na ons heengaan.

Daar ons, bij geboorterecht, het oordeelkundig en verantwoord vruchtgebruik verleend is van ons lichaam en de aarde -we moeten ons immers kunnen voeden, kleden, huisvesten- is er niets fout met o.a. een beperkt kappen van bomen. Indien we bv. stoelen, een tafel of een kast nodig hebben om ons bestaan zo comfortabel mogelijk te maken (wat niet hetzelfde betekent dan onszelf ongeoorloofde luxe toe te meten), kunnen we met dankbaarheid én respect het hout een nieuw leven geven. Een ambachtelijk gemaakte houten tafel kan, indien goed onderhouden en dus niet verwaarloosd, een bijzonder lange tijd zijn dienst bewijzen. Aan een dergelijke tafel kunnen zich, doorheen de jaren, bijzonder waardevolle gebeurtenissen voltrekken. Zulks onderhoudt en voedt de vloeiende 'lijn des levens'. De 'First Nation Americans', althans vele stammen die daartoe behoorden, verontschuldigden zich ritueel ten aanzien van het hele bos wanneer ze het nodig vonden een boom te kappen. Soms gingen ze zelfs zo ver om eerst het hele bos 'mentaal' te verdoven om zo geen onnodig lijden te veroorzaken. Dit in schril contrast met westerse overheersers, die na het aanleggen van de spoorwegen, half open treinwagons verhuurden om jagers, voor hun amusement, de gelegenheid te bieden zoveel mogelijk bizons op de prairies af te schieten.
Indien Joke Schouvliege, als minister van milieu in een regering die voornamelijk de belangen van de ondernemers -en dus de kapitaalkrachtigen- wil veiligstellen, denkt dat ze met haar handtekening, die het recht verleent aan een bedrijf om een stuk waardevol (én beschermd) bos te kappen voor de zogenaamd noodzakelijke bedrijfsuitbreiding (zeg en schrijf winstbejag), met als enige officiële verantwoording dat dit mogelijk 300 nieuwe banen kan scheppen, haar verantwoordelijkheid juist heeft ingevuld, maakt ze een gevaarlijke inschattingsfout. Als verantwoordelijke voor het milieu, dien je de belangen van het milieu te beschermen. Als je jezelf daarbij, en volkomen terecht, ook de belangen van de vele werklozen wil aantrekken, creëer je bijgevolg 300 nieuwe overheidsbanen voor mensen die oordeelkundig het resterende natuurerfgoed kunnen helpen onderhouden. Maar dan moet je wel hard op de houten onderhandelingstafel van je eerste minister gaan kloppen, en hem duidelijk maken dat het budget hiervoor beter besteed is dan aan de aanschaf van nieuwe, peperdure straaljagers. Dit maakt enkel maar het Amerikaans toeleveringsbedrijf van deze 'geluidsmuur-doorbrekende' krengen beter en dus rijker. En waarom hebben we die nodig? Juist ja, om nog meer kinderziekenhuizen en burgerdoelen te gaan platleggen in een ander land waar we onze persoonlijke belangen willen veiligstellen. Denkt men nu echt dat men op deze wijze het 'spookbeeld', dat zich Islamitische Staat noemt, een halt kan toeroepen? Mogelijk is het wijzer de werkloze, Marokkaanse 'hangjongeren' uit Molenbeek, Anderlecht, Borgerhout, Hoboken... een eerlijk verloonde job aan te bieden als onderhoudsdeskundige van bossen, parken en plantsoenen. Dat zou tenminste beter stroken met wat de Boeddha als 'right livelihood', of met heilzaam levensonderhoud, bedoelde. En kan ons mogelijk op termijn behoeden tegen potentieel, nieuwe zelfmoordterroristen. Niet twee, maar drie vliegen in één klap.

Ik realiseer me dat de aandachtige lezer zich mogelijk kan afvragen wat nu eigenlijk de rode draad is die het uitgangspunt van dit artikel verbindt met al het voorgaande. Vooreerst en nogmaals: niets staat op zichzelf en dus los van mekaar. Maar ter verduidelijking, waarom zou het ons moeten verbazen dat wat er ogenschijnlijk sterk, robuust of uiterlijk aantrekkelijk uitziet, eventueel zwakker kan zijn dan wat eerder zo overkomt? M.a.w. waarom laten we ons zo vaak verblinden? Waarom laten we ons zo vaak misleiden door wat onze zintuiglijke impressies en conceptuele denkpatronen ons als waarheid zijnde opdringen? Zo gaan we er, vaak verkeerdelijk maar gemakshalve van uit dat fysiek sterk ogende mannen of beeldschoon ogende vrouwen, het makkelijker zouden hebben in het leven. Meer nog, we denken (niet geheel vrij van jalousie) dat materiele rijkdom het leven aangenamer kan maken. Het antwoord hierop: 'ja en nee', verheldert ook niet meteen de zaken. En wat moeten we met beleidsvoerders, die maar al te graag de hielen likken van belangengroepen die hen in het zadel houden in ruil voor het beschermen van hun machtspositie?
Vanuit Boeddhistisch gezichtspunt kunnen we stellen dat het, tijdens vorige levens geaccumuleerd, heilzaam karma, ons huidig bestaan aangenamer, meer comfortabel kan maken. Maar dat blijft een broos en kwetsbaar gegeven. Indien we die meer comfortabele positie niet juist kunnen inschatten, of naar waarde kunnen waarderen, ontwikkelen we stantepede meteen weer nieuw en onheilzaam karma. Zo blijven we maar in cirkeltjes ronddraaien, het hele doldraaiende rad van samsara steeds opnieuw in stand houdend. Dan is het makkelijk, maar evenzeer oerdom, om de schuld of verantwoordelijkheid voor ons ongeluk of falen buiten onszelf te zoeken. Om dit met een duidelijk voorbeeld te stellen: de recente treintramp in Wallonië blijkt zogezegd, na het vinden van de zwarte dozen, toe te schrijven aan een menselijke fout. Oh ja? En verondersteld dat het eigenlijk was toe te schrijven aan een technische fout, wie was dan de eindverantwoordelijke? Zijn het uiteindelijk geen mensen geweest die aan de basis lagen van de technologie? Wie of wat anders heeft deze technologie, die juist daarom ook nooit als onfeilbaar kan beschouwd worden, ontwikkeld? Buitenaardse wezens misschien?
Niets is onfeilbaar, niets is perfect -behalve de onbevattelijke Dharma-wetmatigheden-, waar wij nog lang geen kaas van gegeten hebben. Deze natuurlijke wetmatigheden zorgen er slechts voor dat, wanneer de juiste omstandigheden samenvallen, wij de gevolgen van onze eerdere en huidige acties niet kunnen ontlopen. Wie anders dan onszelf kunnen we hier verantwoordelijk voor stellen?

Maar ik blijf een mensenvriend. Altijd al geweest. In de Boeddha zie ik niet louter mijn absolute leermeester en meerdere, dat is zondermeer waar, maar ik tracht zijn diepste bedoelingen tevens te begrijpen. Hij bleef volhardend beweren een mens (en bijgevolg geen god) te zijn. Zijn laatste woorden, alvorens het aards bestaan definitief achter zich te laten, zijn en blijven behoren tot het mooiste en diepste wat ik ooit mocht vernemen: "Whoever sees me, see the Dharma. Whoever sees the Dharma, see me."
Waarmee hij duidelijk maakte dat er geen opvolger voor hem moest gezocht of aangeduid worden. Hij was immers geen leider, enkel de 'vinger die naar de maan wijst.' Richt jezelf naar de Dharma, de volkomen natuurlijke, universele en rechtvaardige wetmatigheden die alles sturen. Zoek en vindt de Boeddha in jezelf. Het is de enige plek, alleen niet in tijd en ruimte te situeren en dus wetenschappelijk nooit te detecteren, waar je de waarheid van je bestaan kunt vinden. "No birth makes one noble, no possession makes one noble, no beautyness makes one noble...only conduct makes one noble."
Het maakt hierbij niets uit of deze woorden exact uit de mond van de historische Boeddha zijn gekomen of niet.  Zelfs al komen ze uit mijn mond. Zo lang ze conform zijn met de Dharma , zijn ze de authentieke woorden van de Boeddha. De Boeddha in jou en mij.
Aan eenieder de vrije keuze. Let wel: actie verwekt reactie.

zondag 29 mei 2016

Ik kreeg via email de interessante vraag om, vanuit boeddhistisch standpunt, eens een licht te werpen op een schijnbare tegenstelling. Ik citeer de ontvangen koan (want dit soort vraagstellingen beschouwt men binnen het zenboeddhisme ook als een koan):
"Het streven naar je persoonlijke geschiedenis 'loslaten' maar tegelijk ook ernaar streven om je karmische verbindingen zinvol uit te leven en in harmonie te brengen, lijken me een ogenschijnlijke tegenstelling."

Op de hoogte van de persoonlijke achtergrond van de schrijver, meen ik te begrijpen dat hij met 'persoonlijke geschiedenis' liefdevolle en vriendschappelijke relaties uit zijn verleden bedoeld. Relaties die om diverse reden verbroken of een lange periode uit het zicht waren geraakt, maar die omwille van hun 'karmische verbondenheid' opnieuw in beeld komen en die hij bijgevolg graag in harmonie, zinvol wil uitleven.

In de poging hier een verhelderend licht op te werpen, moeten we eerst enkele elementen uit deze stelling afzonderlijk nader bekijken.
De Boeddha heeft steeds benadrukt dat hij in zijn leringen slechts één hoofddoel had: hoe het lijden te overkomen. Na de verlichting op zijn 35-ste levensjaar, heeft hij 45 jaren rondgetrokken en via het doorgeven van diverse, diepgaande psychologische inzichten steeds dit ene hoofddoel voor ogen gehouden.
Eén van die inzichten tracht ons duidelijk te maken dat het leven een voortdurend veranderend proces is. Letterlijk niets blijft zelfs voor ook maar één seconde onveranderlijk. Terwijl ik dit schrijf, zijn mijn gedachten hoe dit te formuleren reeds verleden tijd. In de veronderstelling dat ik morgen zou terugkeren naar Huê in Vietnam, zal ik daar niet meer dezelfde Perfume River tegenkomen want de hele massa water die er momenteel doorheen stroomt, is al lang hetzelfde water niet meer dan toen ik er twee maanden geleden langs wandelde. Nochtans zijn we doorgaans geneigd te denken dat we terugkeren naar dezelfde rivier. We kunnen dit voortdurend veranderende proces niet vasthouden of omkeren, enkel heel bewust leren beseffen en aanvaarden. Echter onze menselijke, zelfgerichte geaardheid wil steeds vasthouden, zich vastklinken aan die mensen, voorwerpen, plaatsen, smaken...die we aangenaam vonden, of van houden. De Boeddha stelde dat we het verleden niet meer hebben, dat we er helemaal niets meer kunnen aan veranderen en dat bijgevolg het trachten vasthouden hieraan ons enkel overtollig lijden zal bezorgen. Wat je niet hebt, of niet meer hebt, kan je niet beheersen, sturen of controleren. Onze persoonlijke geschiedenis heeft ons weliswaar gebracht waar we nu staan, wie we nu zijn, maar is en blijft verleden tijd. Daaraan vasthouden heeft geen zin.
Zo, wat is nu de betekenis of waarde van je persoonlijke geschiedenis? Aangezien dit een onderdeel is van de koan, en wij koans enkel kunnen oplossen of begrijpen vanuit ons persoonlijk inzicht (de banaan die je zelf moet eten), laat ik het antwoord over aan de lezer.

Zoals we het verleden niet meer 'hebben', hebben we de toekomst 'nog' niet. Ook daar hebben we geen vat op. We kunnen deze toekomst enigszins sturen door wat we momenteel denken, uitspreken of in daden omzetten. Ik gebruik hierbij graag het voorbeeld van het biljartspel (pooltable). De wijze waarop je de bal die je aanspeelt een tik geeft, zal de toekomstige richting van de tweede bal sturen. Het gaat hem dus om het 'momentum' van aansturen. Het enige leven dat we echt kunnen beheersen, is het leven in het 'nu'. In het hier en nu hebben we de mogelijkheid, én vrijheid, van een keuze. In de prachtige Himalaya-film 'Caravan', hoor je een jonge, wijze monnik aan zijn vader uitleggen dat wanneer je voor een splitsing komt te staan en een keuze tussen twee verschillende wegen moet maken, je altijd best de moeilijkste weg kiest. Dan kom je die uitdagingen tegen die je sterker maken.
Karmische verbindingen brengen het verleden, zoals de uitdrukking zelf duidelijk maakt, in verbinding met het heden, en hebben bijgevolg een sturende invloed op de toekomst. Het is als het ware één 'fluïdum'. Het leven als één vloeiende beweging van moment naar moment. 'Mindfulness', al wordt deze term tegenwoordig al te vaak (mis)gebruikt, betekent dat we onze tegenwoordigheid van geest best in het 'momentum' behouden. En geheel in overeenstemming met het boeddhistisch gedachtegoed, deze tegenwoordigheid van geest -en dus van keuze- behouden en bewust beleven. Dat gaat niet vanzelf maar vraagt, vooreerst herkenning, vervolgens doorgedreven en volhardend oefenen. "It takes a lot of effort before something can become effortless."
Wie deze dagen de begaafde pianisten aan het werk hoort en ziet, geselecteerd als finalisten voor de befaamde Koningin Elizabeth wedstrijd, hoort en ziet fantastische uitvoerders met schijnbaar gemak virtuoze prestaties leveren, echter niet al die jaren van doorgedreven training die er achter schuilgaan.

Laat ons terugkeren naar het uitgangspunt, naar onze koan. Is er inderdaad een tegenstelling tussen wat we in ons verleden aangegaan zijn en willen loslaten, en wat we in het heden en de toekomst juist willen harmoniseren?
Laat me de koan hiervoor enigszins anders formuleren. De vraag wordt dan:
Is het te verzoenen dat men enerzijds het zichzelf wil aanleren om passies en gevoelens meer los te laten, wat bijgevolg tevens veronderstelt dat je jezelf niet al te sterk bindt of afhankelijk maakt van diegenen die je graag ziet, en anderzijds je jezelf met hart en ziel, en met de bereidheid al je verantwoordelijkheden op te nemen, wil toewijden aan je geliefde medemensen?
In de dharmapada lezen we: 'If you get a prudent companion who is fit to live with you, who behaves well and is wise, you should live with him/her joyfully and mindfully, overcoming all dangers. If you do not get a prudent companion who is not fit to live with you, who behaves not well and is not wise, you better should live alone as an elephant does in the elephant forest.'
Uiteraard richtte de Boeddha zich indertijd voornamelijk naar zijn bhikkhu's en bhikkhuni's, monniken en nonnen. Hen gaf hij de raad mee: 'Better it is to live alone. There is no fellowship with the ignorant. He who sits alone, rest alone, walks alone unindolent, who in solitude controls himself, will find delight in the forest. ...By oneself, indeed, is evil done; by oneself is one defiled. By oneself is evil left undone; by oneself, indeed, is one purified.'
Maar hij voegde hier ook aan toe, dat een waardevol en heilzaam bestaan als leek, met zoveel meer uitdagingen en verantwoordelijkheden dan waar zijn geïsoleerde monniken en nonnen ooit mee konden geconfronteerd worden, oneindig meer gunstige verdiensten (merits) en dus positief karma oplevert. Hij bood zijn volgelingen gewoonweg het makkelijkst te volgen pad aan.
Bijzonder boeiend is het om te lezen over Vimalakirti, een lekenboeddhist en huisvade met kinderen, die de les spelt aan de Boeddha's voornaamste leerlingen. Het niveau van zijn inzichten en verworvenheden ging beduidend dieper dan dat van geroutineerde monniken. Hij is en blijft een bijzonder voorbeeld van iemand die ogenschijnlijke tegenstellingen vloeiend wist te verzoenen.
Er zijn geen tegenstellingen meer wanneer je je verstandelijke, dualistische kijk opgeeft. Bijgevolg is het perfect mogelijk los te laten waar je zoveel 'hart' aan gegeven hebt, omdat in dit 'loslaten' de onvoorwaardelijke liefde vervat zit. Bestaat er een grotere vorm van liefde dan die die niets, egocentrisch, aan zichzelf wil binden?

Ja dus, het is mogelijk om tegelijkertijd je verleden los te laten, je universeel menselijke verantwoordelijkheden en aangegane verbintenissen in het verleden, te koppelen aan wat je hier en nu op je pad vindt. Het is louter een kwestie van er niet al teveel over na te denken, het eerder te laten gebeuren. En je te blijven verwonderen over alles wat met je gebeurt. En jezelf nooit al te serieus te nemen. Een lach en een traan. Wanneer ik hard moet lachen, maak ik behoorlijk wat tranen aan.

Het blijft een belangrijke vraag: heb ik diegenen die ik werkelijk graag zie, nodig? Indien ja, dient zich de vraag op waarom? Wat zoek ik te verkrijgen, wat kan ik aanbieden?
Heel vertrouwelijk kan ik verduidelijken dat ik deze dagen, in Kampot verblijvend, een heel fijne jonge dame mocht leren kennen. Ik zie haar dermate graag, zelfs zonder enige seksuele aantrekkingskracht, dat ik met haar aanwezigheid -in gedachte- wakker word en ga slapen. Ze doet me denken aan twee vrouwen die in mijn leven een bijzondere plek innamen: mijn geliefde moeder en een Vietnamese vrouw waar ik mijn hart aan verloren was.
Maar primordiaal moet ik de overweging maken, gaat het om mijn persoonlijk geluk of om dat van de persoon die ik graag zie? Wat ik nog kan bieden, strookt geenszins met de kinderwens die een jonge vrouw, geheel natuurlijk, kan koesteren. Bijgevolg moet ik dus mijn gevoelens loslaten, in eerste instantie denken aan het toekomstig geluk en welbevinden van diegene die ik graag zie. In geen enkele richting kan ik mijn egocentrische impulsen hierin verantwoorden.
Bij deze denk ik dat voornoemde koan voldoende verduidelijkt is.

Ik zie mijn kinderen graag, maar alle kinderen in de wereld zijn mij kinderen.


vrijdag 27 mei 2016

In gesprek met Robert, de Nederlander die samen met zijn Cambodjaanse vriendin het restaurantje in Kampot runt waar ik graag ga eten en werken, hadden we het over de stemkleur van mensen. Als gewezen eigenaar van een platenwinkel in Nederland is hij een fervent muziekliefhebber én kenner, en dus hadden we een interessant gespreksonderwerp.
Ik vertelde hem over een stempsychologe die ik ooit in een radio interview boeiende zaken hoorde vertellen. Volgens haar kan je heel wat karaktereigenschappen waarnemen achter deze stemkleur van mensen. Dat maakte een behoorlijk indruk op mij want ik ben steeds heel gevoelig geweest aan dit gegeven. Zo werd ik, bij het allerprilste contact met Lieve, die later mijn vrouw is geworden, onmiddellijk gecharmeerd door haar stem. Mensen met een stemgeluid dat snijdt als een scheermesje  bv, zal ik eerder trachten te mijden, of niet langer dan noodzakelijk contact mee onderhouden.
Verder in de loop van het gesprek ging het over de eenheid van alle dingen. Want net als de stem, die een onderdeel is van het hele holistische geheel dat ons lichaam en geest uitmaakt, is letterlijk alles met mekaar verbonden. In een dauwdruppeltje kan je het hele universum herkennen, en andersom.

Ik vertelde Robert dat er naast de klassiek Chinese accupunctuur, ook de van oorsprong Franse oor-accupunctuur bestaat. Daarbij beschouwt men de vorm van het oor als een omgedraaide foetus. Als je hiernaast het gegeven legt dat de vroegere piraten (die uiteraard nog nooit gehoord hadden van deze medische techniek) een gaatje prikten in hun oorlelletje, en er dan een ring door staken om het open te houden, dit deden om beter in de verte te kunnen puren, gaat er toch wel een lampje branden. Blijkbaar wisten zij perfect het plekje op het oor te vinden dat overeenstemt met het punt dat correspondeert met de ogen.
Maar er bestaan meerdere voorbeelden waaruit we, op een bevattelijke wijze, die eenheid van alle dingen kunnen opmaken. Ook de voetzolen worden zo in kaart gebracht bij de voetreflex-therapie. In Bangkok zag ik een dergelijke, prachtig uitgewerkte kaart aan de muur hangen van een massagesalon.

Het heeft me vroeger sterk aangesproken toen ik een wijze historicus hoorde uitleggen dat, in de geschiedenis van de mensheid, er zich ingrijpende evoluties (lichamelijke mutaties en evoluties zowel als grote veranderingen in de opvattingen en denkwijze van mensen) simultaan maar onafhankelijk van mekaar hebben voorgedaan, zelfs bij delen van de wereldbevolking die in die tijd onmogelijk met mekaar in contact konden zijn gekomen. Het is niet de bedoeling om hier verder, technisch over in detail te gaan, -het is niet mijn expertise-, maar dit gegeven wijst in ieder geval op het feit we de eerder aangehaalde eenheid binnen het individu kunnen uitbreiden naar de gehele mensheid. Een letterlijke verschil in afstand, in kilometers uitgedrukt, maakt hierbij blijkbaar niets uit. Misschien moeten we hierin het gelijk van de Boeddha's leringen bevestigd zien, dat de dualiteitsgedachte slechts een conceptuele constructie van ons denken is, die ons -onwetend of verblind- opsluit in egocentrische waanbeelden en illusies.

De Belgische sinoloog en professor-emeritus van de katholieke universiteit in Leuven, Ulrich Libbrecht, schrijft in zijn boek 'Met dank aan het leven' dat het monotheïstisch gedachtengoed van de rooms-katholieke kerk een serieuze verantwoordelijkheid draagt in de historische verloedering van het milieu. De mens, verondersteld als hoofdcreatie van de schepping, verkreeg aldus het recht van heerser van de aarde. Hij mocht bijgevolg alle ondergeschikte elementen van die schepping, naar goeddunken en welbevinden, naar zijn hand zetten. Het blijft een gevaarlijke 'verdwaling' al het kwade op aarde makkelijkshalve toe te schrijven aan een soort duivel -buiten onszelf-. Dit soort denken stimuleert allerminst het inzicht dat wij, en enkel wijzelf, verantwoordelijk zijn voor onze gedachten, woorden en daden. Als je de mens het morele recht verleent zich 'boven' iets te stellen, creëer je onvermijdelijk ook een beneden. God en duivel, goed en kwaad, hemel en hel, boetedoening en beloning....allen slechts dualistische concepten die de natuurlijke eenheid van alle fenomenen niet inzien. Als we er logischerwijze van uitgaan dat het ons gekende universum het gevolg is van een big-bang, -wie wil daar nog aan twijfelen?- en er zich sindsdien een onmeetbare expansie van fragmenten is gaan voordoen waarvan de aarde slechts een minuskul onderdeeltje is, en deze explosieve fragmentatie zich ook verder op onze planeet heeft voorgedaan, waarvan wij dan weer een miniem onderdeeltje zijn, dan volstaat het om de hele beweging terug naar de oorsprong te maken en te besluiten dat letterlijk alles uit één en dezelfde energie ontstaan is. Simple like that.

De zogenaamde wetenschappelijke 'verlichting' van de renaissance, die zich eerder wilde ontdoen van een al te grote religieuze inmenging en dominantie, heeft weliswaar de mensheid nieuwe en wonderlijke inzichten gebracht, maar heeft evenzeer -vanuit ecologisch standpunt- boter op het hoofd. Onze westerse, allopathische geneeskunde heeft de mensheid heel wat goede zaken aangeboden maar blijft problemen symptomatisch benaderen. Heb je een probleem aan de maag, dan schrijft de dokter je wel een pilletje voor, voor de maag.
Homeopathie, die veeleer uitgaat van de mens als holistisch geheel, krijgt nog steeds geen officiële erkenning. Al is het zelfs geweten dat ze ook bij dieren werkzaam is en men bijgevolg moeilijk het 'placebo-effect' kan inroepen.
We kunnen ons de vraag stellen hoeveel de -zo geprezen- wetenschap eigenlijk 'weet'. Kunnen wij überhaupt weten (of dus onze beperkte verstandelijke vermogens aanboren) om -pakweg- te bevatten wat een boom nu eigenlijk doet groeien?
Onze breinfuncties maken deel uit van de vijf aggregaten die de Boeddha zag als het geheel dat een mens tot mens maakt: vorm (lichaam), waarnemingen, gevoelens, mentale formaties (gedachten, volitional activities) en bewustzijn. Achter geen enkele van deze vijf 'bundels' kunnen we een inherent, consistent of blijvend 'ik' vinden. Was dit wel zo, dan zouden we die kunnen sturen of naar ons hand zetten. Maar we kunnen absoluut niet eigenhandig sturen wat er met ons lichaam gebeurt (althans niet het feit van veroudering, aftakeling en sterven), evenmin wat we graag zouden willen voelen, waarnemen, denken of bewust van worden. We ondergaan al deze functies en kunnen ze hooguit leren inzien en aanvaarden. Wanneer we sterven, verdwijnen ze zoals ze ooit tot ontstaan zijn gekomen, ook ons brein.
Volgens de Boeddha is leven niets anders dan in het bestaan komen, leven, aftakelen, sterven en weer in het leven komen, om deze hele cirkel van samsara opnieuw te ondergaan. Dit wiel blijft maar draaien totdat we de uitweg vinden om dit onvermijdelijke lijden te laten stoppen. Dit is de verlichting (het nirvana) die voor eenieder bereikbaar is mits het doorgedreven oefenen van het achtvoudige pad van wijsheid, moraliteit en meditatie. De enige wijze om ons verder te ontdoen van karma, wat eigenlijk gewoon 'actie' betekent. Het komt erop neer geen karma meer te verwekken.


Verder bordurend op voorgaande bevindingen kunnen we met relatieve zekerheid stellen dat, wanneer we onze moederplaneet aarde blijven misbruiken (omdat we onze eenheid daarmee niet aanvoelen), we tevens een niet onbelangrijke invloed uitoefenen op het ons omringende universum. Wanneer het misgaat met de aarde, heeft dat ook zijn gevolgen ver daarbuiten. Als er zich steeds meer en heviger natuurrampen voordoen, hebben die evenzeer een oorsprong in de veranderende bewegingen op en rond de zon, de maan en planeten rondom ons. Recentelijk neemt men zwaardere, zogenaamde zonnestormen of winden waar. Die op hun beurt weer invloed uitoefenen op wat zich op de aarde afspeelt. Letterlijk alles is met mekaar verbonden. De mens kan zich onmogelijk onttrekken aan de gevolgen van zijn gedrag.

Sta me toe even vertrouwelijk te worden: ik word somtijds -vaker dan me lief is- bijna letterlijk verscheurd tussen wat ik voor mezelf graag zou willen, en wat ik besef als zijnde heilzaam voor anderen. Ik ben een man die alleen leeft en rondtrekt. Het behoeft geen tekeningetje om duidelijk te maken dat ik me regelmatig alleen en eenzaam kan voelen. Vaak de tederheid van een vrouw mis. Graag wil ik hier aan toevoegen dat ik in moeilijke momenten veel steun ondervind in de woorden van één van mijn leraren, Tenkei Roshi. Hij vertelde ons tijdens een dharma-toespraak over zijn grote voorbeeld, Maezumi Roshi, die het woordje 'alone' heel natuurlijk kon opsplitsen in 'all one'. Heel wijs. Heel toepasselijk me dunkt.

Het is en blijft een klassieke uitspraak -waarvan ik de auteur niet ken-:
"It's a good man's destiny to travel alone all along the path."
Ik voeg hier graag aan toe:
"But when he could leave something substential behind in the hearts and minds of those he encountered underway, his journey surely will bring him somewhere."  

maandag 23 mei 2016

Kampot, Cambodja.

Recentelijk heb ik enkele emails ontvangen van het thuisfront waaruit ik kan opmaken dat, na de terroristische aanslagen in Brussel, de Belgische samenleving verder dreigt te polariseren en dus te verharden.
Evenwel in Zuidoost-Azië verblijvend, kon ik de gebeurtenissen van maart jongstleden op de voet volgen via de internationale journaals van CNN en BBC.

Het zal allicht niet abnormaal klinken dat, wanneer dergelijk onnoemelijk leed zich zo dicht bij huis voordoet, dit nog dieper -en dus persoonlijker- raakt. Alhoewel we daar niet hypocriet moeten over doen: lijden en onrecht worden door elk mens, waar ook in de wereld, hetzelfde ervaren. "Every person's blood is red. Every person's tears are salty." (Dharmapada). De Boeddha was daar zeer duidelijk over.

Het is begrijpelijk dat mensen zich vragen gaan stellen bij het hoe en waarom van dergelijk zinloos geweld en lijden. Want het lost niets op, integendeel het is als brandstof gieten op een reeds bestaande vuurhaard. Dat dit hoogstwaarschijnlijk ook de bedoeling was maakt het nog meer cynisch.
Inherent aan het leven zelf is er al zoveel onvermijdelijk lijden: geboren worden, opgroeien met vallen en opstaan, ziek en ouder worden, aftakelen en tenslotte sterven...het behoort allemaal tot eenieders lot in samsara. Het is al niet eenvoudig om dit soort lijden te verstaan en bijgevolg te kunnen aanvaarden.
Het is eveneens begrijpelijk dat we als 'gezond' denkend mens ons kunnen opwinden -zelfs verdomd kwaad worden- wanneer ontspoorde medemensen onmenselijke gruweldaden hier bovenop aan toevoegen.
'Als mens kunnen we niet vermijden dat er in ons gedachten en gevoelens opkomen die negatief zijn maar we kunnen wel beletten ons ermee te identificeren.' Herinner je je dit eerder gepubliceerde artikel dd 2/8/'10?
Het blijft echter nuttig jezelf de vraag te stellen: "Ben ik een deel van het probleem of een deel van de oplossing?" Al hebben we volgens de Boeddha de morele plicht om onrecht aan te klagen -er zeker niet lafhartig de ogen voor te sluiten- emotionele reacties van kwaadheid, en de zaken verder laten escaleren met verhitte discussies, lossen het probleem evenmin op.

De basisvraag is: "Kunnen mensen van verschillende overtuigingen samenleven?"

Wanneer men de verschillen in religieuze, spirituele, levensbeschouwelijke, economische of politieke opvattingen wil beslechten met geweld of het gebruik van wapens, zijn er enkel verliezers te vinden. Op de begraafplaatsen van de strijdende partijen zal je telkenmale weer de graven zien van iemands vader, moeder, dochter, zoon, broer, zus, nicht of neef...
Overigens zal de zogenaamde overwinnaar alsmaar opnieuw geconfronteerd worden met gevoelens van frustratie, wrok en vernedering bij de overwonnen partij. En dit zal zo zijn gevolgen blijven hebben over generaties heen. Bijgevolg is er geen overwinnaar want het conflict is geenszins opgelost. Kunnen we dit gegeven bevestigd zien in het feit dat nogal wat fanatieke moslims blijven spreken over hun strijd tegen de 'kruisvaarders'? Moeten we niet teruggaan naar de vroege middeleeuwen om dit begrip te kunnen duiden?

Volgens de (verondersteld) authentieke woorden van de Boeddha lezen we in de Dharmapada: "There is no true fellowship possible with the ignorant." Met onwetenden bedoelde hij diegene die (vooralsnog) geen inzicht hebben verworven in de Dharma of universele wetmatigheden van het bestaan. De overgrote meerderheid van de mensen is verblind, in de eerste instantie omdat hun ego-gerichte, zintuiglijke waarnemingen enkel op zoek zijn naar bevredigende sensaties. In tweede instantie omdat hun verstandelijke vermogens hen nooit kunnen doen inzien wat eenvoudigweg niet binnen de begrensde concepten van taal en denken valt. Met andere woorden : aan een kleuter kan je de relativiteitstheorie van Einstein niet uitleggen. Deze onwetendheid beperkt zich niet tot ras, gender of levensovertuiging.
Het gaat hier over ons op-los-zand-gebouwd ego, een verdwalende constructie die we uit zelfbehoud, en in onze zoektocht naar identiteit, in het leven roepen. Neem een kijkje in de menselijke geschiedenis :"According to the Buddha's analysis, all the troubles and strife in the world, from little personal quarrels in families to great wars between nations and countries, arise out of this selfish 'thirst'. From this point of view, all economic, political and social problems are rooted in this selfish 'thirst'. Great statesmen who try to settle international disputes and talk of war and peace only in economic and political terms touch the superficialities, and never go deep into the real root of the problem." ('What The Buddha Taught', Walpola Rahula).

De aldus gecreëerde, dualistische individualiteit 'ziet' de eenheid van alle fenomenen niet en zo ontstaat de tegenstelling tussen het 'ik' en de/het andere. Tussen 'mij' en 'zij'. Tussen mijn opvatting, mijn mening, mijn situatie, mijn conditie en die van de anderen. We denken over het grote gelijk te beschikken en wie in dat concept niet past, heeft ongelijk. Het maakt daarbij niets uit of je vertrekt vanuit een atheïstisch, christelijk, islamitisch, hindu of boeddhistisch standpunt. Het zijn allen slechts denkbeelden en structuren waaraan we ons vastklampen. Volgens de Boeddha heeft het geen zin het vlot dat je naar de andere oever kan brengen, verder mee te zeulen eenmaal je die andere oever bereikt heb. Een diepgaand inzicht in de natuurlijke wetmatigheden laat zich niet vertalen in fanatieke 'wellens-nietens' standpunten. Als anderen die zo nodig op deze manier willen opdringen, betekent dit niet dat wij ons moeten bezondigen aan dezelfde domheid.

Volgens de Boeddha is het onmogelijk een voedende relatie op te bouwen met anderen die zich volledig opsluiten in hun eigen gelijk. Tenzij je een bodhisattva bent geworden, blijft het als mens vrijwel onmogelijk om iedereen te vriend te zijn. In het gezelschap moeten vertoeven van mensen die je helemaal niet liggen, is één van de vele vormen van 'unsatisfactoriness' die hij aanhaalde als zijnde duhkha, of in dit geval als mentaal lijden.
Hij voegde daar aan toe dat, in het geval deze totaal tegenovergestelde partijen mekaar ontmoeten en het dus tot een confrontatie komt, agressie nooit een bevredigende oplossing kan bieden. Zulks zou enkel maar meer toekomstig, negatief karma tot gevolg hebben. Wat tot uiting komt wanneer daders en slachtoffers samenkomen, zoals bij terroristische aanslagen bv. Ja, ik besef het, dit is moeilijk te verteren materie. Daarover wil ik in een later artikel verder uitweiden.
Maar in het geval van een confrontatie is het geraadzamer dat ieder gewoonweg het eigen pad vervolgt, zonder geweldplegingen of overbodige discussies. Het is een kwestie van ruimte geven aan mekaar. "When you are not putting out any aggression; therefore you are not inviting any aggression."
Vreedzaam co-existeren wordt dit genoemd. En of dit kan? Hangt af van de mate van wijsheid en verdraagzaamheid van de opponenten en diegenen van wie verwacht wordt dat ze hen ethisch-morele bijstand verlenen.

Het blijft natuurlijk de vraag of een intolerante geloofsovertuiging, die berust op dogma's die je moet geloven zonder dat je ze inzichtelijk kan of mag onderzoeken, zich überhaupt kan integreren in een samenleving die vrijheid van meningsuiting hoog in het vaandel voert. Voortbordurend op het voorgaande kunnen we weinig anders dan deze vraag ontkennend te beantwoorden. Hoezeer progressief links-sociale en groene politieke stromingen ook hun (verdienstelijke) best doen: 1+1 zal nooit 3 worden. Een verwende peuter met afwijkend gedrag kalmeer je niet met een verse luier en een lekstokje.
Al mag het tijdelijk de wonden verzachten, het baat weinig om samen een kaarsje aan te steken, bloemen of knuffelbeertjes neer te leggen op de plek des onheils.

De Boeddha leert ons dat we enkel de onheilzame tendenzen in onze gedachten, woorden en daden kunnen overkomen door ze bij de wortel af te snijden. Dit is hoe we moeten leren omgaan met onze menselijke tekortkomingen. Een bescherming tegen het overtollige lijden dat we anderen en onszelf aandoen.
Profeten, van welke godsdienst ook, die de verdelging van andersdenkenden prediken, zullen de bron van dit lijden blijven voeden.
Een oorlog kan nooit heilig zijn. Dat is een contradictio-in-terminis.

Met deze woorden wil ik de zaken niet verder op scherp zetten, evenmin onder het tapijt vegen. Het boeddhisme vertegenwoordigt de middenweg. Niet de extremen van hedonisme of zelftuchtiging. Bevrijdend inzicht in de wetten die alles wat leeft zijn betekenis en bevrijding aanbiedt. Enkel wanneer we ons eigen aandeel in het probleem beseffen en aanpakken, kunnen we enige invloed uitoefenen ter verbetering van de wereld. Er is niets anders waar we enige vat op hebben. Niemand kan een ander tot inzicht brengen. Zelfs al laat ik je duizend foto's van een banaan zien, je zal ze moeten eten om te beseffen hoe ze smaakt.
Wijsheid is wat een mens nodig heeft om diep en eerlijk in zichzelf te kunnen kijken. Wanneer die wijsheid kan vergezeld worden van medeleven, kunnen we op zijn minst de problemen beter duiden, aanvaarden en naar een opening zoeken om er mee om te gaan. En die opening is er altijd. Onze ware, menselijke natuur -die energetische kern die uit de één-en-ondeelbare universele energie bestaat die alles doet leven, is van nature verdraagzaam, goedhartig, medelevend en liefdevol. En dat geldt voor ieder levend wezen, hoe vreemd dit ook mag klinken. We zijn te vergelijken met een ajuin, waarvan je vele lagen en geledingen kan afpellen tot je op de kern terechtkomt.

Dit alles betekent nu ook weer niet dat we onze langzaam verworven wijsheid zomaar te grabbel moeten gooien van onverdraagzame en domme individuen (want dom zijn onverdraagzame mensen zeker). Er is geen liefde en respect voor anderen mogelijk zonder respect en liefde voor zichzelf. Of zoals wetenschappelijk analist Brice De Ruyer dit toepasselijk verwoordde tijdens een tv-interview: "Harde criminelen, die het geweld tegen zichzelf niet schuwen, hebben geen enkel probleem met het plegen van gewelddaden tegen anderen." Vandaar dat terroristen, die vaak reeds een verleden hebben van ordinaire misdaden tegen gemeenrecht, alvorens ze zich laten radicaliseren en meeslepen door nog gemenere individuen, vervolgens zichzelf en hun slachtoffers meeslepen in de dood.

Domweg alle deuren en ramen in je woonst openzetten, zal er enkel voor zorgen dat de tochtwind de binnenkomende energie even snel weer naar buiten blaast. Daar wordt niemand beter van.
Je deur openen voor wie aanklopt met de vraag naar je steun, begrip, medeleven of medevreugde, maakt je hart groter.

Het vraagt enige levenskunst om het verschil tussen beiden te (h)erkennen.


vrijdag 20 mei 2016

Ik heb reeds geruime tijd een behoorlijke fascinatie gecreëerd voor het 'Bhavacakra', de typische Tibetaanse muurschildering die ook wel 'The wheel of existence' wordt genoemd. In het pre-Chinese Tibet kon je deze grote muurschilderingen vrijwel vlak achter de ingang van elk boeddhistisch klooster vinden. Net zoals wij in onze westerse woningen gewend zijn een spiegel op te hangen in de inkomhal van onze woningen, om onszelf te keuren bij het binnenkomen, en vooral bij het verlaten van de woonst, was het hierbij de bedoeling de mensen die het gebouw betraden of verlieten, een soort spiegel aan te bieden. Echter niet meteen om hun ijdelheid te strelen, maar eerder om hen te wijzen op hun levenssituatie in het 'samsara' (the cycle of death and rebirth, wich propels people from one life to the next; the transience and restlessness of mundaine existence).

Ik wil echter niet belerend zijn, en daag de lezer van deze blog dus uit om verdere informatie op te zoeken via internet. Daar kan je een meer uitgebreide verklaring lezen over de 3 hoofdvergiften, de 6 psychologische zijnstoestanden en de 12 links van onderling afhankelijk ontstaan. Heel boeiende materie trouwens, althans voor wie niet angstig is om zichzelf te confronteren.

Ik heb onderstaande, nieuwe versie aangevat en uitgewerkt tijdens mijn huidig verblijf in Kampot, Zuid-Cambodja. Nochtans is ze niet helemaal uitgepakt zoals ik aanvankelijk gehoopt had. Daar ik dit soort werk maak met simpele waterverf-potloodjes, weliswaar van de sublieme Faber Castell kwaliteit (notabene enkel te vinden in Thailand), en mijn huidig doosje van 12 zo goed als opgebruikt was, werd de uitdaging er nog groter op. Het is geworden wat het is. Dat het me uiteindelijk gelukt is om met kleine stompjes potlood, nog amper vast te houden, het werk te voltooien, maakte het voor mij des te boeiender. Dat het werk tijdig afgeraakt is, en op de valreep nog kon gekopieerd, -en dus gemultiplieerd-, worden net voor Vesak (de verjaardag van Boeddha's geboorte, verlichting en heengaan) morgen (20/5), stemt me extra tevreden. Je houdt het niet voor mogelijk dat ik in een godvergeten uithoek als Kampot, een degelijke kopieerzaak kon vinden. Dit staat me echter toe morgen sommige mensen blij te maken met een persoonlijk geschenkje.
Zelf hou ik eraan, nooit eerder de persoonlijke transmissie gekregen hebbend om de Dharma officieel door te geven, met mijn bescheiden talent dit wel te kunnen verantwoorden. Er zijn monniken in het Thaise Wat Pah Nanachat die me al te eerbiedig 'venerable artist' noemen. Teveel eer voor deze simpele geest die enkel een bijdrage wil leveren aan het verspreiden van de Dharma, de Boeddha's wijsheden. Enkel voor wie daar in geïnteresseerd is. Je kan immers niemand een inzicht aanpraten.

Ter aanvulling: ik heb inmiddels setjes klaar met ongeveer 20 kwaliteitskoppies. Deze kunnen geleverd worden op 'postcard-format' (met een handgeschreven 'quote' van de Boeddha). Ik probeer uit of ik deze zaken in de toekomst kan opsturen, en dus ten gelde kan maken voor mijn humanitaire projecten in Vietnam. Zo ondersteun ik mijn persoonlijk project om studenten van onvermogende ouders te laten afstuderen, en de Boeddhistische 'nunnery' Duc Son Pagoda, die zich (zonder overheidssteun) ontfermt over ongeveer 150 wezen en zwaar misvormde kinderen, slachtoffer van het immer aanwezige 'agent orange' syndroom.
Al beschik ik momenteel nog niet over de efficiënte omkadering, het is allemaal nog in de 'opbouw-fase'.
In navolging van mijn hoofdleraar 'Thich Nhat Hanh', maar ook van mijn andere leraars 'Lama Khen Rinpoche Lhundrup Rigsel, en Tenkei Roshi, kan ik niet anders dan mezelf op te stellen als een geëngageerd adept van de grote psycholoog, Buddha genaamd. Al realiseer ik mezelf dat dit niet altijd de aanbevolen weg is, het is simpelweg de enige die ik kan en mag bewandelen. Het is gewoonweg mijn te volgen pad.
Met welgemeende dank voor jullie interesse.


vrijdag 29 april 2016

De tekeningen die ik gisteren op deze blog geplaatst heb dateren nog van mijn voorlaatste verblijf in Vietnam, net voordat ik voor mijn jaarlijks familiebezoek en winterretraite naar België en Nederland was weergekeerd. Mijn excuses voor de wat primitieve beeldkwaliteit van de afdrukken. Nog altijd een relatieve 'digibeet' zijnde, slaag ik er maar niet in me voldoende te interesseren (of er gewoonweg de tijd voor te nemen) om de vele mogelijkheden van dit IT- medium ten volle te benutten. Het maken van de tekeningen zelf vind ik des te boeiender. Hierbij had ik niet meteen meer echt artistieke ambities voor ogen. De tijd dat ik mezelf wilde bewijzen als artiest heb ik definitief achter me gelaten. Enig inzicht in de kunstgeschiedenis laat ons al te vaak kennis maken met bekende artiesten die er, -vanuit hun grote ego-gerichtheid en creatieve, passionele gedrevenheid-, geen graten in zagen hun omgeving en geliefden compleet leeg te zuigen. Elk kunstwerk, hoe geniaal ook, is en blijft 'in tijdsspanne' gezien, betrekkelijk onbelangrijk want ooit gedoemd om te verdwijnen. Kunst bedoeld om eeuwig te overleven, is een zoveelste uiting van de menselijke verdwaling. Van het onvermogen om zich de universele wetmatigheden, niet via verstandelijke vermogens maar via inzicht, te verwerven. Elk menselijk wezen is naakt geboren en zal niets tastbaars meenemen over de grenzen van zijn bestaan. Niet zozeer wat we gemaakt hebben, eerder de wijze waarop we dat gemaakt hebben en dus wie we geweest zijn, zal bepalen hoe we die grens oversteken.

Deze tekeningen zijn, net als de reeds eerder gepubliceerde op deze blog (waarbij ik nog kon genieten van de professionele ondersteuning van mijn zoon Ward), onmiddellijk met zwarte gelpennen op papier gezet. Ik maak hierbij geen gebruik van voorafgaande potloodschetsen die je nog kan corrigeren, een uitdaging die ik me telkens opnieuw opleg bij wijze van het trainen van intense concentratie. Hierdoor kan ik het me niet veroorloven al te grove, tekenkundige fouten te maken. Een procédé dat nog bemoeilijkt wordt door het feit dat ik zowel het detail als het geheel niet uit het oog wil verliezen. Voortdurend bepaalt de tekening zelf welke creatieve oplossingen zich in de loop van het proces aandienen. Waar begin je mee? Met de voorgrond of de achtergrond? Wat is je vertrekpunt en waar wil je uitkomen? Dit herken ik vanuit mijn 'vorig leven' als schilder, toen ik in België nog over een atelier kon beschikken en grote schilderijen maakte in olie- of acrylverf. Als kunstenaar vertrek je meestal vanuit een vooropgesteld idee, maar gedurende het werkproces gaat het schilderij enigszins zijn eigen leven leiden. Vanaf dat magische moment ontstaat er een speciale interactie. Als artiest heb je dan de keuze, of je blijft koppig je wil opdringen of je gaat de creatieve dans aan. Verder in dit bericht wil ik terugkomen op dit belangrijk gegeven. Dit alles kaderen in een veel groter geheel waarin het hele universum zelf het echte kunstwerk betekent, en wij de kleine -zei het eveneens waardevolle- pionnen zijn die de dans hiermee moeten leren aangaan.

Landschapsschetsen en stadsgezichten maak ik steeds naar directe waarneming, vaak gewoonweg zittend aan een terrastafeltje (in de schaduw!) dat me geen al te grote rugproblemen oplevert. Te laag, en dus gebukt zitten tekenen, zou een volgehouden concentratie onmogelijk maken. Niet zelden trekt dit de aandacht van aanwezige toeristen of bedienend personeel. Op zichzelf heb ik daar nooit een probleem mee gehad, maar om te vermijden dat dit zou uitmonden in een lang gesprek dat me het verder werken belet, zonder ik me meestal wat af in een uithoek. Dit kan mijn oorspronkelijke keuze van een boeiende invalshoek beperken, maar uiteindelijk is het onderwerp zowel als het eindresultaat, ondergeschikt aan de concentratieoefening. M.a.w. het werk zelf is een doel op zich, een goed resultaat is meegenomen. Letterlijk alles kan tot onderwerp dienen. Tot hiertoe heb ik nog maar een enkele maal een aandachtige bewonderaar mogen ontmoeten die meteen mijn bedoelingen inzag, en kon zien aan mijn afgewerkte tekeningen dat ze zonder voorafgaande potloodschets op papier waren gezet. Uit het fijne gesprek dat zich hieruit ontspon, bleek de jonge Fransman zelf niet onaardig te tekenen. Zijn schetsboeken vertoonden opvallend veel gelijkenissen met mijn werk, zei het dan dat hij grootmoedig toegaf niet zonder deze voorafgaande potloodschetsen te kunnen werken. Mijn jongste zoon Senne heeft recentelijk zijn 'Master in Arts' behaald. Ook hij beseft dat het niet louter om mooie plaatjes gaat  Hij heeft een duidelijke visie, daarom niet altijd strokend met de mijne, maar we begrijpen mekaar. Mooi! 

Voor portrettekeningen maak ik gebruik van fotomateriaal. De huidige conditie van mijn ogen -bril op, bril af bij zicht van kortbij of veraf- laat portrettekenen naar levend model niet meer toe. Nu ligt het ook vrij gevoelig om aan lokale mensen te vragen om, op zijn minst, een half uur stil te zitten. Al zeker niet wanneer ze de taal, of de bedoeling, helemaal niet begrijpen. Daar er weinig interessante fotoboeken met lokale figuren voorradig zijn, en mijn kleine fotoapparaatje zo zijn beperkingen kent, gebruik ik hiervoor vaak ansichtkaarten. Niet ideaal, maar het functioneert.
Al met al is het de bedoeling illustraties toe te voegen aan deze blog, waarvan ik later mogelijk de beste publicaties kan bundelen in bescheiden boekvorm. Aangezien ik mijn huidig tekenwerk niet ten gelde wil maken, kan dit later een bescheiden, financiële bron worden waarmee ik mijn toekomstige, persoonlijke projecten zoek te ondersteunen.

Waar het mij echter voornamelijk om gaat, is het doorgeven van de inzichten in de Dharma. Niet om belerend te willen zijn of vanuit een soort missionarisroeping. Dat zou sowieso tot niets leiden. Laat het niettemin duidelijk wezen dat in deze alsmaar polariserende wereld, het belangrijke inzicht van de eenheid van alle dingen, nooit mag onderschat worden. In dit totaalplaatje kunnen we geen onderscheid in belangrijkheid maken tussen detail én geheel. Tussen individu en maatschappij. Het geheel bestaat uit details, en in het detail leeft het geheel. Thich Nhat Hanh beschrijft dit magistraal wanneer hij stelt dat je in een eenvoudig dauwdruppeltje de gehele kosmos kan herkennen. Volgens de zen-interpretatie, kan je in het ene het vele ontdekken, en andersom. Het gaat hierbij nooit om hoe wij dit verstandelijk kunnen begrijpen. Het blijft een dwaal- en dwangidee om de dingen te zien in een onderscheid tussen 'wij' en 'zij'. Tussen onze zogenaamde innerlijke en uiterlijke wereld.  Tussen onze persoonlijke karma-verantwoordelijkheid en wat ons zogezegd toevallig, of als een straf van een denkbeeldige godheid, overkomt.
Ga even stil zitten -volkomen niets doen- en vergeet al je zorgen en gedachten aan gisteren en morgen. Sluit -al dan niet- je ogen maar ervaar dat je geest geen fysieke beperkingen of grenzen kent. Ervaar dat je geest één is met alles. Dat elke gedachte die in je opkomt enkel maar een lege luchtbel is, zo verschenen-zo verdwenen.
Eenmaal je dit persoonlijk ervaren hebt, ga je de wereld rondom je anders bekijken. Je aandacht en bewustzijn gaat zich voortdurend en op alles richten. Achteloosheid verdwijnt en maakt ruimte voor geconcentreerdheid. Het besef dat je moet meespelen, dansen als het ware met en rondom alles wat zich afspeelt, zonder het sowieso allemaal naar je eigen hand te willen zetten. Je begint creatief te worden door op allerhande situaties mee in te spelen. Je vindt je eigen creaties niet meer zo belangrijk, zo wereldschokkend, maar begint ze in te passen als een antwoord op het mooie dat je beroert. Je vult jezelf niet meer op door je omgeving leeg te zuigen.

Wij, en alleen wijzelf, zijn verantwoordelijk voor onze gedachten, woorden en daden. Hierdoor geven we de universele energie een bepaalde lading mee die zich, vroeg of laat maar vooral wanneer de juiste condities en omstandigheden samenvallen, zich weer naar ons keert. Letterlijk niets in het universum is onrechtvaardig, het streeft gewoonweg voortdurend naar evenwicht.
Ik ben maar een klein tekenaartje, misschien redelijk begaafd, maar samen met mij zullen al die grote talenten hetzelfde lot ondergaan. Mogelijk zal ik in een volgend leven nog eerder en nog beter kunnen tekenen. Maar bovenal wil ik nog meer een waardevolle mens worden. Daar wordt met vallen en opstaan aan gewerkt.

Tot slot wil ik hier nog iets aan toevoegen: ik voel me deze dagen behoorlijk opgewekt. Phuoc, de straatarme Vietnamese studente die ik vier jaren financieel heb ondersteund, en uiteindelijk tot een Batchelor-graad in de Engelse taal heb kunnen begeleiden, heeft recentelijk een interessante en goedbetaalde job kunnen bemachtigen. Niet eenvoudig in Vietnam waar veel gegadigden maar weinig uitverkorenen rondlopen. Via een informatie van een goede Vietnamese vriend en leeftijdsgenoot, heb ik haar kunnen verwijzen naar een recent opgestarte resort, vlakbij Phuoc's ouderlijke woonst. Deze joint-venture met gemengd Australisch-Vietnamese eigenaars, biedt haar uitzonderlijk goede werkcondities en een eerlijke verloning aan. Daarnaast krijgt ze gratis een hotelkamer -met aircon- en zonder kosten voor water en elektriciteit aangeboden. Het vervoer van en naar haar werkplaats is voor rekening van de werkgever, ze krijgt 8 vrije dagen per maand en de mogelijkheid om in te tekenen op een internationale cursus die haar vaardigheden verder kunnen helpen ontwikkelen. Begrijpelijkerwijze is ze momenteel in alle staten en zal ik er niet direct veel meer van horen. Hoeft ook niet. Mission accomplished.  

   

woensdag 27 april 2016

dinsdag 26 april 2016

Omstreeks half april jongstleden verbleef ik samen met Ward enkele dagen in Samons'village, een bescheiden maar aangename locatie aan de linkeroever van de Prek Kampot rivier. We konden er in een semi-authentieke Khmer bungalow op palen, 'a bamboo treehouse', overnachten. Voorzien van basisbenodigdheden zoals een ventilator, 'mosquito nets' en een 'en suite bathroom' met een primitieve, koud water douche en wc.  De receptie met bar-restaurant is deels over de rivier gebouwd en best een aangename, gezellige plek met bovendien een behoorlijke menukaart.
Ik schrijf dit niet als voetnoot voor de een of andere toeristische gids. Eerder als een achtergrondschets waarin ik een jonge Nederlandse schrijver kon ontmoeten. De man was intensief aan het schrijven  -nou ja, tussendoor lag hij ook graag languit in een hangmat- aan een non-fiction boek over hedendaagse, sterke Cambodjaanse vrouwen. Hij baseerde zijn schrijfsels op ettelijke interviews, die hij bij wijze van research voorafgaand had opgetekend. Via het doorgeven van mijn email adres, kon ik intekenen om later dit boek online te bestellen.

Tijdens ons gesprek kwam van het een het ander. Ik vertelde onze vriend, wiens naam ik ondertussen vergeten ben, dat ik ook altijd graag geschreven heb en zodoende jarenlang een blog onderhield. Om mezelf op voorhand in te dekken, voegde ik eraan toe dat ik er steeds een punt van gemaakt heb om heel openhartig, zelfs kwetsbaar, te getuigen over mijn ervaringen en overtuigingen. Dit was en blijft bewust zo bedoeld. Ik ben daar niet angstig of afkerig over.
Toen ik mezelf, inmiddels jaren geleden en in de nasleep van mijn echtscheiding, vrijwillig had opgegeven voor een alcohol-ontwenningsprogramma, stopte mijn toenmalig nog levende en bezorgde moeder me een interessant boek in de handen: 'In A Million Pieces' van de Amerikaanse auteur James Frey. Het boek is een heel openhartige autobiografie die het waargebeurde, schrijnende relaas vertelt over het 'detox-program' waardoor de schrijver zich moest worstelen na een ware 'doodssmak'. Hij spaart hierin de kool, noch de geit. De teneur van zijn verhaal, ondertussen veelvuldig geprezen omwille van de vernieuwende, literaire stijl waarin het geschreven is, is dat niemand anders dan jezelf verantwoordelijk is voor je daden. Hoezeer zijn jeugdjaren hem een excuus konden bieden voor zijn verslavingsgedrag, de auteur laat geen gelegenheid onbenut om te benadrukken dat hij, en alleen hijzelf, al die hoeveelheden alcohol door zijn keelgat gegoten heeft. Al die injectienaalden zelf in zijn aders gestoken heeft.

Als lezer word je hierin helemaal opgezogen, somtijds aan het vege lijf de pijn ervarend van het hoofdpersonage. Het hele boek is geschreven in korte zinnetjes, aan de linkerzijde van de pagina's. Bovendien beschrijft James Frey hierin zijn eerste -maar oh-zo-indringende- contact met de Tao Teh Tshing (ook bekend als de Dao De Djing). Eenmaal terug thuis ben ik indertijd het bekende, Chinese dichtbundeltje gaan zoeken in de gerenomeerde Antwerpse boekhandels. Ik kwam tijdens mijn zoektocht vaak verschillende, zelfs contrasterende vertalingen tegen. Bleek ook dat deze Tao Teh Tjing aan de basis ligt van het oorspronkelijk Chinees C'han boeddhisme. Beter bekend als Zen, heeft deze mix van Taoïsme en boeddhisme een lange weg ondernomen doorheen de noordelijke landen waar het mahayana-boeddhisme populair geworden is. Niet zozeer god's wegen zijn ondoorgrondelijk, eenmaal geroerd door de Dharma, kom je die vanzelf overal tegen. Ook waar je die absoluut niet verwacht.
Maar goed, James Frey's boek luidde sowieso een nieuwe literaire stijl in. Een stijl die nergens iets verhuld of verbloemd. Vele jaren later, eigenlijk nog niet eens zo lang geleden, zag ik op tv een interview met een Canadees schrijver. De man blijkt momenteel een 'bestseller author'. Vier jaren lang hield hij nauwgezet een dagboek bij. Alle dagdagelijkse problemen, ook die met zijn vrouw en kinderen, beschrijft hij in vier dikke volumes. Zonder ook maar iets te wille verbloemen. Blijkbaar kan menigeen daarvan iets leren, of zichzelf hierin herkennen

Charlotte Brontë's 'Jane Eyre' schijnt ook te getuigen van een nietsontziende zelfkennis. Weten wie je bent, wat je talenten maar ook tekortkomingen zijn, kan een bijzondere steun en toeverlaat betekenen voor al je medemensen, vrienden en geliefden. Dit was tevens een raadgeving van de Boeddha.
Tegenwoordig vallen er allerhande, wetenschappelijke studies te raadplegen die wijzen op het belang van onze intuïtieve reacties. Hieruit blijkt dat je jezelf en de anderen het best kan leren kennen door die ondoordachte, allereerste reacties die we vertonen in panieksituaties. Wie enkel en allereerst bekommerd is voor zichzelf, zal over de hoofden van anderen zichzelf willen redden. Wie grootmoedig van geest is, zal eerst de anderen willen redden. Dergelijke verhalen konden we reeds optekenen ten tijde van het ongeval met de 'Herald Of Free Enterprice', tegenwoordig in de marge van de gebeurtenissen in het metrostation Maalbeek of de terminal op de luchthaven van Zaventem. Wat is nu de verbintenis tussen dit alles?
Wie we zijn voordat we beginnen nadenken, is fundamenteel. Onszelf kwetsbaar opstellen, betekent vaak dat we het belang van de andere vooropstellen. We huldigen geenszins een houding van 'holding back', van de dingen primordiaal op onszelf te betrekken. We vinden onszelf niet belangrijker dan de anderen. Dat is de grootsheid van kwetsbaarheid.


Maar ook: deze dagen doorbrengend in het slaperige Kampot, ga ik graag ontbijten, lunchen of dineren in Maley restaurant. Ze serveren lekker en goed eten in deze plaats die gerund wordt door een gemengd Nederlands-Cambodjaans koppel. Al kunnen Robert en ikzelf het goed vinden met mekaar, vaak zie ik hem, heel belerend en met het opgestoken vingertje, commentaar leveren op die sukkeltjes. Dat stoort me. Maar ja, aan jezelf ken je de andere. Of was het net andersom? Het is een bekend gegeven dat je jezelf vooral stoort aan anderen die het meest op jezelf gelijken. Aan Robert heb ik reeds de buitengewoon interessante Nederlandse film: "Hoe duur was de suiker?" aangeraden. Moeten wij, Belgen en Nederlanders, niet voor eens en altijd komaf maken met dat belerende, koloniale vingertje? Ik heb alvast voldoende bewondering en respect voor de wijze waarop de jonge generatie van Cambodja met de dagdagelijkse zorgen omgaat.
Mogelijk heb ik Phuoc, mijn Vietnamese 'protegé', al teveel op dezelfde wijze benaderd. Ach ja, we mogen in onze westerse landjes al iets meer inzicht hebben in wat wij 'vooruitgang' noemen. Dat de dingen des levens steeds in beweging zijn, kan niemand ontkennen. Of ze een vooruitgang betekenen, is een andere vraag.

Tot slot wil ik hieraan nog toevoegen: waarom zouden we een Cobra-slang, een krokodil, een grote, witte haai, een dikke spin, schorpioen of kakkerlak als onze vijand zien? Zij leven en hebben bijgevolg ook een grondige reden om hier op aarde te zijn. Wij behoren niet meteen tot hun dagelijks menu, en indien wij hen niet storen, zullen zij dat ook niet meteen met ons doen. Waarom zouden we niet iedereen die leeft onder en door hetzelfde zonnelicht, in godsnaam, hetzelfde levenslicht gunnen?

maandag 25 april 2016

Ik ga terug op mijn blog na meer dan een verlengd sabbatjaar, en bespaar jullie de ellelange verantwoording hiervoor die ik wijselijk in concepten heb gezet. Veel woorden gebruiken om te verklaren waarom je niet graag meer veel woorden wilde gebruiken, heeft niet veel zin. De dingen zijn zoals ze zijn en ik voel nog altijd die drang om te schrijven, te tekenen, te schilderen, te zingen of te chanten.

Na verscheidene, nieuwe omzwervingen doorheen Vietnam, Thailand, Laos, België en Nederland, en inmiddels meerdere kloosterverblijven, bevind ik me momenteel in Kampot, het diepe zuiden van Cambodja.
Enkele dagen geleden heb ik opnieuw afscheid genomen van mijn oudste zoon Ward, met wie ik andermaal een fijne 11-daagse trip kon ondernemen. Vanuit Vietnam, waar ik sinds de recente visum-aanpassingen nog maar een één maand verblijfsvergunning kon verkrijgen, ben ik hem gaan opzoeken in de Cambodjaanse hoofdstad PhnomPenh. Vanwege het Theravada nieuwjaar kon hij zich enige tijd vrijmaken van zijn drukke job. Van daaruit hebben we bijgevolg samen een 10-daagse tocht ondernomen die ons via Kampot en Sihanoukville tot op het mooie eiland Koh Rong bracht. Cambodja pikt steeds meer een graantje mee van de enorme stroom toeristen die een 'all-in package tour' doorheen Thailand, Laos en Vietnam ondernemen. Maar het is alvast nog geen overrompeling (het tempelcomplex van Angkor Wat buiten beschouwing gelaten). Daar voel ik me best gelukkig bij.

Dat Thailand reeds decennia lang dé toeristische trekpleister bij uitstek is in het voormalige Indochine, verbaasde me al lang niet meer. De meer recente en massale instroom van 'entertainment searchers' in Loas en Vietnam echter wel. Ik blijf regelmatig op internet het nieuws uit mijn thuisland volgen, en mede via de internationale journaals op CNN en BBC, was ik vrij snel op de hoogte van de terroristische aanslagen in Parijs en Brussel. Zonder hypocriet de ogen en het hart te willen sluiten voor gelijkwaardig lijden en zinloos geweld elders in de wereld, raakte dit toch iets dieper. Ik vernam ook de trieste (en drieste) aanslagen op toeristische trekpleisters in Tunesië en elders in Afrika. Laat me duidelijk wezen: geweldplegingen op eender welk gevoelig wezen, mens of dier, en vermeend verantwoordt vanuit welke ideologische of religieuze achtergrond hoe dan ook, zijn en blijven verwerpelijk. Alsook de aanslagen die we als mens plegen op het natuurlijk evenwicht van onze habitat. Maar het begint me te dagen dat toeristen tegenwoordig liever hun strandvakanties doorbrengen in landen die vooralsnog deze terroristische dreiging niet kennen. Juist ja, de tropische vakantieverblijven in Zuidoost-Azië behoren nog altijd tot die plekken.

Spijtig genoeg moet ik vaststellen dat al dit, -uitbundig 'getattoeëerd-', flessen bier in de hand en met fastfood volgevreten toerisme, weinig stichtends bijbrengt aan de plaatselijke jeugd. Die is sowieso al totaal opgeslokt (om niet te zeggen verslaafd aan) door het hele internetgebeuren. Het behoeft geen tekeningetje om duidelijk te maken dat moderniteit en traditie hierdoor duidelijk in de clinch gaan. Vooruitgang is onvermijdelijk, jazeker, maar indien dit betekent dat de gehele mensheid verder opschuift naar een soort egocentrisch materialisme, heb ik daar zo mijn bedenkingen bij. Het blijft maar de vraag: wil ik daar aan meedoen of niet? Ben ik een deel van de oplossing of een deel van het probleem?
Feit blijft dat door dit soort toerisme de anders geörienteerde reiziger steeds opnieuw belemmerd wordt. Hij die met respect voor de lokale cultuur rondtrekt, wordt op dezelfde wijze als de modale toerist benaderd door de plaatselijke overheden. Die verkiezen, gevoed door een middeleeuws aandoend corruptiesysteem, het snelle 'handje-contantje'. Als er maar geld binnenkomt. Het behoeft geen verdere uitleg dat het merendeel van dit toeristengeld blijft kleven aan de handen van diegenen die al lang niet meer onvermogend zijn. Zij beheren de hotels, gastenverblijven en restaurants die op de bekende toeristenroutes gesitueerd zijn.

Ach ja, misschien moet ik het hernemen van deze blog maar even snel terug opgeven. Wie op de zelfgevoelige tenen trapt van de mensen, moet tegenwoordig opletten. Blogschrijvers kunnen voor minder opgepakt en opgesloten worden. Diep in het eigen hart kijken wordt nu eenmaal niet door iedereen geapprecieerd. Een kind zijn lekstokje afpakken, leidt gegarandeerd tot gejengel.

Ik zou echter mezelf en mijn boeddhistische levensovertuiging niet getrouw blijven zonder de volgende toevoeging:
Met al mijn diepgeworteld enthousiasme, en gevoed door een uiterst accuraat waarnemingsvermogen, voel ik me bijzonder gecharmeerd door de vriendelijkheid, openheid en eerlijkheid die ik tot hiertoe mocht ervaren bij het jonge Cambodjaanse volkje. Hoe is dit mogelijk? Het land heeft, in een nog niet zover verleden, één van de gruwelijkste behandelingen uit de recente geschiedenis van de mensheid moeten ondergaan. Je zou dan geneigd zijn te denken dat al het goede en pure -genetisch- gewijs- is uitgeroeid. Niets blijkt minder waar. Integendeel, zelden heb ik zulke fijne, gevoelige en verstandige jongeren tegengekomen als in Cambodja. Mogelijk hadden destijds de Noord-Amerikaanse native Indians gelijk wanneer ze beweerden dat men hen fysiek kon uitroeien maar niet hun 'geest' of 'mind'. "Altijd en opnieuw zal onze geest terugkomen, en tezamen daarmee al die natuurlijke waarden waarvoor we ons leven willen geven."
Vierhonderd jaren na het heengaan (parinirvana) van de Boeddha voorspelde Padmasambha ( in Tibet beter bekend als Guru Rimpoche) dat, wanneer de 'ijzeren vogel zou vliegen naar het land van de rode man, de geest van het boeddhisme weer zou opleven.'.
De ware en intrinsiek goede natuur van de mens kan niet uitgeroeid worden. Hebzucht, kwaadheid en onwetendheid mogen steeds weer de kop opsteken, onder de vorm van onze menselijke natuur, onze ware aard is goedaardig en onuitroeibaar. We zijn immers ontstaan uit de één en ondeelbare energie waaruit alles ontstaan is.
Ik hou van jou, jullie en mezelf. Ik hou van het leven, de bomen, de planten, de slangen, de mieren en die verdomde vliegen. Alles wat bestaat, heeft het recht er te zijn.