Ik huur een kamer in Korat (Nakhon Ratchasima, 3u rijden van Bangkok) op geen 10 min. stappen van de campus. Mijn leef-en slaapruimte is 6x4m groot, de badkamer heeft een douche en wc en er hangt een lavabo buiten op het grote overdekte privebalkon. Dat maakt een hoek, die ik als keukentje ingericht heb en met een muskietennet afgesloten, want mijn kamer is de eerste op het eerste verdiep. De plaats is ruim, licht en proper maar was slechts primair bemeubeld. Daar de huurprijs naar Belgische norm bijzonder laag is, heb ik voor een 200 euro onkosten gemaakt om er een gezellige studio van te maken. Dat lijkt veel maar ik heb daar tafeltjes, stoelen, rieten matten, gordijnen, een kookstel, eetgerief, een wasrek, tafellampen en nog veel meer voor gekocht. Geen echte luxe maar ik wil zelf kunnen koken en rustig studeren en mijn verblijf zal hier lang genoeg duren om dit te verantwoorden. Momenteel heb ik al een bezoeker op logement (Henk Biesterbos) en mogelijk kan ik in de toekomst eens gastheer spelen voor Ward.
Ik mag gebruik maken van de gemeenschappelijke wasmachine maar moet nog een koelkastje aanschaffen. Alles op zijn tijd.
Nakhon Ratchasima is de tweede grootste stad van het land maar in het afgelegen Paktongchai District is het heel overzichtelijk en relatief rustig. De spelende kinderen onder mijn balkon neem ik er graag bij. De immer brommerende Aziatische tieners zijn een iets ander verhaal maar een goede training voor mijn verdraagzaamheid. Ik heb alle mogelijke winkels en suppermarkten binnen loopafstand, enkel communiceren met de locals is moeilijk want men verstaat hier geen woord Engels. Geen toeristenplek.
Ik had voor de goedkoopste en meest ecologische reisroute van Maleisie naar hier gekozen en heb daar dus twee vermoeiende dagen over gedaan. Het zwaarste werk, mijn toelatingsexamen voor de Master of Arts (Buddhist Studies), de richting waarvoor men mij eigenhandig ingeschreven had, was voor de volgende ochtend. Loodzware, drie uren durende proef met vele gespecialiseerde vragen over de uitgebreide boeddhistische geschiedenis en enkele essays, in het Engels te schrijven, over ingewikkelde filosofische standpunten. We zijn nu al bijna een week verder en ik weet het resultaat nog steeds niet maar ik denk het er niet al te slecht vanaf gebracht te hebben. Ik heb al een eerste lezing van enkele uren achter de rug en kon goed volgen. Mijn enige probleem was de erbarmelijk articulerende Sri Lankaanse prof maar dat was voor iedereen eender. Ik ben de enige leek en westerling aan de kleine universiteit, mijn collega studenten zijn allen Aziatische monniken uit verschillende landen en beheersen de Engelse taal slechter dan mij. Het kan asociaal klinken maar dit is mogelijk in mijn voordeel. De plaatselijke onderrector heeft mij gevraagd om op vrijwillige basis Engelse les te geven. Ik heb toegestemd om de Chinese non die deze taak officieel uitvoert te helpen bij de onderdelen conversatie en lezen. Voor de grammatica en de woordenschat vind ik mezelf te weinig onderlegd. Ik zie dit als dienstvaardigheid.
Iedereen is trouwens heel vriendelijk. Ik heb reeds een goede band met Ven Thanh Huong, een Vietnamees, die tevens mijn buur is. Hij wist mij vandaag te vertellen dat de masterstudie slechts twee jaar beslaat want eigenlijk een finaliteit is en dat na de tweede semester, die eindigt op 9/4/11, er een zomeronderbreking van drie maanden is (het wordt dan echt heet!). Hij trekt dan naar zijn familie en thuisklooster in Dan Nang (Vietnam) en heeft mij uitgenodigd om met hem mee te reizen. De afstand tussen beide steden zou betrekkelijk kort zijn. Ik ben met enthousiasme aan mijn studies begonnen maar het vooruitzicht een lange periode niet meer te kunnen rondreizen vond ik toch wat moeilijk. Dit ziet er nu wel goed uit want Thanh Huong is niet enkel een aimabel jonge man maar hij spreekt bij uitzondering goed verstaanbaar Engels en uiteraard Vietnamees. Bovendien is Dan Nang volgens hem een mooie en rustige stad vlak aan de kust.
Terwijl ik deze tekst voorbereidde aan mijn gezellige werktafeltje bedacht ik dat men in mijn koude thuisland reeds Sinterklaas achter de rug heeft. Moest het niet zijn dat men ook hier in het straatbeeld knipperlichtende kerstbomen geplaatst heeft, ik zou niet beseffen dat we al in de decembermaand vertoeven. Het is in dit deel van Thailand weliswaar minder warm dan in Maleisie en ik durf tijdens de ochtenden en avonden al regelmatig mijn fleece bij aan te trekken, Henk vindt dit verbazend want zweet wat af.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten