woensdag 30 januari 2013

Ik geef het niet graag toe -het is immers zoveel leuker om over positieve zaken te berichten- maar mijn verblijf in Vientiane maakt me niet vrolijker, intensifieert zelfs de spirituele crisis waarin ik me reeds enige tijd bevind.

De Laotiaanse hoofdstad is nog weinig te vergelijken met de rustige stad die ik samen met Ward twee-en-een-half jaar geleden voor het eerst aandeed. Niet enkel wordt de stad momenteel overspoeld door massa's toeristen (ditmaal ook opvallend veel Aziaten onder hen), het verkeer is sinds ik hier laatst verbleef ongelooflijk toegenomen. Niet eerder meegemaakt dat je zo lang moet wachten om de straten veilig te kunnen oversteken. Quasi overal zijn de voetpaden onbegaanbaar vanwege kriskras en lukraak gestationeerde dikke auto's. Er worden volop oude gebouwen gesloopt en nieuwe opgetrokken, met het bijhorende lawaai van sloophamers, klopboren en slijpschijven. Ik heb al zeker een 20-tal nieuwe hotels, bars en restaurants opgemerkt in mijn directe omgeving. De mij bekende gelegenheden zijn gerenoveerd en uitgebreid. Het is onbegrijpelijk hoe snel de expansie-drift hier toeslaat. Om diverse politieke en economische belangen investeren buitenlandse bedrijven gretig in dit land. De mensen die ik hier eerder heb leren kennen vinden het vrijwel unaniem een normale, of op zijn minst een onvermijdelijke evolutie. Gisteren maakte ik nog in gedachten (en las daar toevallig vandaag een krantenartikel over) de vergelijking met het koninkrijk Bhutan. Blijkbaar slaagt men er daar wel in om vooruitgang en welzijn om te zetten in een BNG, het bruto-nationaal-geluksgevoel. Recentelijk heeft de Bhutaanse regering nog beslist enkel ecologisch verantwoorde voedselproductie toe te staan. Over de enorme voordelen van de respectvolle wijze waarop het land met de zogenaamde onvermijdelijke evolutie omgaat, wil ik hier niet uitweiden. Het volstaat om te vermelden dat de waterlopen er nog zuiver water bevatten en de bevolking er zich gelukkig voelt. Dat je daar als buitenlands toerist harde dollars moet voor neertellen neem ik er voor lief bij. De bescherming van natuur en cultureel patrimonium heeft een prijs. Het houdt op zijn minst een soort platvloers toerisme, enkel op zoek naar goedkoop vertier, buiten de grenzen. Het mag daarbij vermeld worden dat de koninklijke familie van Bhutan steeds meer haar macht heeft overgedragen aan een democratisch verkozen regering.

Evolutie mag inderdaad onvermijdelijk zijn, het mag duidelijk wezen dat daar meedere wegen toe leiden. Economische wetmatigheden kunnen bekeken worden vanuit een menselijke hoek. Ik heb het al eens eerder vermeld, de Boeddha heeft concrete aanwijzingen gegeven over hoe dit te verwezenlijken met respect voor jezelf, de medemens en de ons omringende natuur. Daarvoor moeten we echter de onbegrensd egoistische belangen van onze hebzucht overwinnen. Onmogelijk? Het vraagt moed en inzicht, dat wel. En een mensheid die achter wereldleiders gaat staan die die moed hebben. Democratie betekent dat het volk de leiders krijgt die het wil, of verdient. Wij zijn sociale wezens, asociaal gedrag hoort daar niet bij.

Maar ja, die spirituele crisis...
Wederom wil ik Robert Hartzema citeren, in de hoop geen problemen te krijgen met zijn uitgeverij. Het is echter een bekende boeddhistische uitspraak dat 'het schenken van de dharma alle andere giften overstijgt'. Ik ben Robert zeer dankbaar voor zijn verhelderende woorden, maar uiteindelijk doet hij niets anders dan het doorgeven van oeroude wijsheden. Die kan niemand 'claimen'. Thich Nhat Hanh besloot indertijd, toen ik mocht verblijven in Plum Village, elke dharma-toespraak met de vermelding dat het niet ging om zijn woorden maar om de leringen van de Boeddha. Zulks siert de waarlijk grote leraars. Op dit ogenblik betekent R. Hartzema voor mij een geschikt leraar -zei het dan via zijn boeken- en ik denk dat ik op deze wijze een bescheiden promotie kan maken voor zijn schitterende inzichten.

..."Die spirituele crisis is meestal heel vruchtbaar, maar als je er middenin zit, kan de hopeloosheid je naar de rand van de afgrond brengen.
...Sommige inzichten zijn zo onthullend dat je ze moeilijk onder ogen durft te zien. Je kunt geen kant meer op. Je ziet dat alles waar je je vroeger aan vasthield -opvattingen, denkbeelden, emotionele drama's, seks, boeken over spiritualiteit- allemaal uitvluchten zijn en er niets wezenlijks is veranderd. Je ziet hoe je jezelf voortdurend voor de gek houdt uit angst om je eigen identiteit te verliezen. Je ziet de volstrekte zinloosheid van alle zaken die je vroeger zo belangrijk vond. Je voelt hoe het leven tussen je vingers doorglipt, elk moment verdwijnt en nooit terugkomt. Je voelt dat je ouder wordt, en je jeugdige overmoed verbleekt. Maar je ziet geen uitweg. Dat is wanhoop. Als je in die wanhoop blijft steken, dan zijn deze inzichten wel waar, maar worden ze een vorm van nihilisme. En als je je er helemaal aan overgeeft, raak je aan de drank, drugs of erger.

Het is belangrijk om een spirituele crisis als zodanig te onderkennen. Het is geen puberteitscrisis, geen midlife-crisis, geen jobcrisis, geen huwelijkscrisis, het is een existentieel gat waar je in valt, en op zich is dat positief. Geen enkel werkelijk inzicht kan ontstaan zonder dat je afdaalt tot de bodem van je ziel. Dit kun je lezen in alle levensverhalen van belangrijke leraren, en in de symbolische zoektochten uit de wereldliteratuur."....

Ik zou dit niet beter hebben kunnen verwoorden. Het is de nagel op de kop, exact waar ik doorheen moet momenteel. Vientiane, of andere drukke steden onderweg, zou ik mogelijk beter vermijden maar ik blijf afhankelijk van deze plaatsen voor mijn visum-formaliteiten. Maar moet ik zonodig terug naar Vietnam? Wat bindt me daar op dit ogenblik? En waarom was er geen plaats voor mij in Wat Pah Nanachat? Was mijn motivatie niet puur op de graat? Momenteel weet ik het niet meer zo goed. Mogelijk is Nepal een betere optie. Maar waarom? Omdat ik daar goede herinneringen aan heb? Of moet ik toch maar eens naar Bhutan? Of moet ik gewoon leren zwijgen en het leven nemen zoals het zich aandient? Sloof je vooral niet uit in het vinden van antwoorden op deze vragen. Die moet ik zelf vinden.

"Make an island unto yourself." waren een van de Boeddha's laatste woorden. Daar moet ik nog stevig over mediteren.  

woensdag 23 januari 2013

Vertrek morgen naar Vientiane (Laos). Zal daar 's avonds aankomen en hoogstwaarschijnlijk terug in het Sinnakhone hotel verblijven.

donderdag 17 januari 2013

Nog niet lang geleden heb ik een blogartikel geschreven met de mededeling dat ik eigenlijk liever helemaal geen woorden meer zou willen gebruiken, want dat ze nooit volledig uitdrukken wat je wil zeggen en makkelijker slaan dan zalven. Daar ik besefte dit toch niet te kunnen waarmaken en het artikel dus nogal tegenstrijdig zou overkomen, heb ik het verwijderd. Dat doe ik wel eens vaker. Of ik breng later veranderingen aan in reeds gepubliceerde teksten. Daar ik echter een sterke drang voel mezelf zowel verbaal als beeldend te uiten, vaak gevoed door lange periodes waarin ik spirituele vriendschappen mis, besloot ik verder te blijven doen met wat ik als 'gekregen' talenten beschouw. Of is het een 'lerarenroeping'? Een beetje pretentieloos in de voetsporen lopend van mijn grote voorbeeld Thich Nhat Hanh, die meer dan 100 boeken en talloze gedichten zou geschreven hebben naast zijn calligrafisch werk.
Ik zie mezelf nog altijd (en waarschijnlijk tot aan mijn laatste adem) als bezig aan een lange studieronde. Toch hoop ik ooit een stille zenboeddhist te kunnen worden. Of moet ik helemaal niets worden? Geen 'homeless buddhist traveller, noch een 'Thu Phap master' of een 'buddhist artist'. Allemaal etiketten die mijn ego op zichzelf kleeft?

In verband hiermee las ik in het schitterende boek 'Boeddhistische psychologie' van Robert Hartzema de volgende klare passage:
"Essentiele waarheden zijn niet in woorden te vatten. Bijzondere inzichten of ervaringen gaan elke vorm van expressie te boven. Dat wat je vertelt of uitdrukt, is altijd anders en vaak vlakker dan de eigenlijke ervaring. Of als je iets vertelt, heb je er later spijt van. Daarom kun je vaak beter je mond houden. Niet alleen kun je toch niet uitdrukken wat je ervaren hebt, maar het lijkt wel of de ervaring door erover te vertellen, vervlakt, de smaak vertroebelt, de geur verdwijnt. Ervaring wordt een gedachte en een verhaal, maar een gedachte is geen ervaring."

Ik heb nog veel te leren, heel veel.

maandag 14 januari 2013

Gisterenavond ben ik een gesprek begonnen met Micu, een jonge man uit Mongolie. Gedurende mijn bijna 3-jarige rondreis doorheen Centraal en Zuid-Oost Azie nog maar het tweede, en dus eerder zeldzame contact met een inwoner uit dit land. Tevens het eerste waar ik persoonlijk mee betrokken raakte. Tijdens een eerder verblijf in het Kopan klooster in Kathmandu ben ik de andere tegengekomen maar daar heb ik nooit mee gesproken. Blijkbaar zijn deze mensen te weinig bemiddeld om vlot te kunnen rondreizen.

Micu, kortstondig verblijvend in hetzelfde hotel, had me in de vooravond geholpen met mijn computerprobleem en kwam later spontaan aan mijn terrastafeltje bijzitten. Op het eerste gezicht kwam deze prille dertiger ietwat verward over en het koste mij enige tijd om zijn vreemd Engels accent te kunnen verstaan. Gaandeweg verliep dit vlotter en begon ons contact zich interessant te verdiepen. Alleszins waard genoeg er iets over te melden want het raakte meermaals mijn persoonlijke ervaringswereld. Zo kreeg ik regelmatig herinneringsbeelden uit de Nepalese film 'Samsara', een prachtprent die me destijds intens kon raken.

Micu vroeg me of ik geen bar kende in Ubon waar hij iets kon drinken en leuke Thaise meiden ontmoeten. Die ken ik niet en eigenlijk ben ik daar ook niet in geinteresseerd. Zijn daaropvolgende verhaal bleek echter niet zo simpel. Hij had jarenlang als een toegewijd monnik geleefd in een Tibetaans boeddhistisch klooster, niet zo heel ver weg van de hoofdstad Ulan Bator. Nadien heeft hij besloten zijn gewaden af te leggen ( to disrobe) en is hij gehuwd met een jonge Mongoolse. Ondanks het feit dat hij beweerde zijn vrouw nog altijd graag te zien, bevredigde ook dit leven hem niet volkomen. Eigenlijk voelde hij zich enigszins schuldig over zijn huidige levenswijze want diep in het hart nog altijd een monnik. Zijn verwarring bleek vooral te maken te hebben met zijn twijfels over een 'god-creator'. Van deze houvast kon hij nog steeds moeilijk loskomen. We zijn hierover blijven kletsen tot in de late uurtjes. Nuttig? Dat weet ik niet direct. Boeiend, dat wel.

Afstand nemen van die zogenaamd veilige basis -het zelfgeschapen ik-, van al je vastgeroeste denkbeelden en van al je opgestapelde herinneringen en geconditioneerde gedragspatronen, is allesbehalve een eenvoudige zaak. Het zit allemaal zo diep verankerd in onze begeerten. "Het leven is een reis, het komt erop aan je bagage zo licht mogelijk te houden" schreef ik ooit. Maar zelfs indien je alle materiele ballast overboord gekieperd hebt, blijven deze begeerten in het pakhuis van je bewustzijn aanwezig. En die sleur je overal met je mee. Loskomen van onze menselijke behoefte aan intimiteit en hechting is schier onmogelijk.

Ik kon Micu weinig steun verlenen. Het bleef dus bij het trachten te begrijpen en aanvaarden van elkaars verwarring. Dat was ruimschoots voldoende om een bijzonder gesprek te verantwoorden. Toen ik hem mijn laatste, afgewerkte tekening over de 'medicine (blue) boeddha' liet zien, een specifiek Tibetaans thema, boog hij zijn hoofd respectvol tegen het papier. Een waardering zoals ik ze nog niet gekregen heb. Mogelijk moet ik mijn uitspraak wat aanpassen: "Het leven is een reis, het komt erop aan je geest zo open mogelijk te houden." Jezelf te aanvaarden zoals je bent zonder een aangehouden streven tot loslaten op te geven.

Je kiest ergens voor in je leven en daar hou je je aan vast. Dit is wat wij meestal doen maar juist daardoor zetten we ons gevangen in het rad van gedachten, emoties en frustraties.
"Kennis is iets dat langzaam rijpt en daar kunnen andere beslissingen uit voortkomen. Kennis is niet star, niet de waarheid als een dogma, maar als een langzaam helder worden, een edelsteen waar je door eindeloos poetsen al het vuil van verwijdert." (Vrij naar R. Hartzema, Boeddhistische psychologie)
Dit soort kennis kan enkel rijpen in een open geest.

woensdag 9 januari 2013

Daar de situatie in het klooster na de vakantieperiode onveranderd gebleven is, met momenteel nog steeds 15 residerende gasten en zelfs nog aangekondigde nieuwkomers volgende week, heb ik vandaag na telefonisch overleg met de 'guestmonk' besloten mijn aanvraag tot verblijf op te geven. Indien ik daarop zou aangedrongen hebben, zou hij nog altijd een oplossing hebben willen forceren maar dat zie ik na mijn recent bezoek niet meer zitten. Spijtig, maar het is niet anders.

Het zal wellicht een typevoorbeeld van een vooroordeel zijn maar toen ik de laatste keer in de tuin van het klooster rondwandelde, en daarbij meerdere van deze gasten het pad kruiste, gunde geen enkele mij een blik. Laat staan dat ze mijn aangeboden glimlach beantwoordde. Anderen zaten ergens druk in gesprek. Eerlijkheidshalve moet ik me de vraag stellen of ik me niet eender gedragen heb tijdens mijn vorige verblijven.

Maar in een klooster ben ik op zoek naar rust en stilte, momenteel leek het mij te overbevolkt daarvoor. Ik weet dat de monniken het daar ook niet makkelijk mee hebben maar vanuit hun levensovertuiging moeilijk mensen kunnen afwijzen. Bovendien, en dat heb ik al eens eerder vermeld, trekken boeddhistische plaatsen  wel eens rare vogels aan. En het is er kosteloos...
Mogelijk behoort een verblijf op dit moment gewoonweg niet tot mijn af te leggen parcours. Ik wil dit aanvaarden zonder rancune. Daarnaast voel ik dat ik beter opnieuw overschakel op een ritme van 3 kinesitherapie behandelingen per week. Heb er nu reeds een 15-tal opzitten, de helft van wat de chirurg in Belgie had voorgeschreven. Met het vooruitzicht op een mogelijk verblijf in het klooster was ik, in samenspraak met de therapeute, voorlopig overgeschakeld op 1 behandeling per week. Zeker nog niet voldoende.

Een volgende en logische stap zou mijn terugkeer naar Vientiane in Laos inhouden.  Ik denk echter dat het wijzer en meer wenselijk is mijn verblijfsvergunning voor Thailand zo volledig mogelijk op te gebruiken. De medische faciliteiten in Laos zijn niet die van Thailand. Dit houdt in dat ik nog iets langer moet blijven 'rondhangen' in mijn hotel in Ubon. Mogelijk is het dit wat ik moet leren, mijn boeddhistische levensstijl te oefenen in alle omstandigheden. Volgens de gewezen oprichter van Wat Pah Nanachat, Ajhan Cha, gaat het er in een boeddhistische praktijk niet om wat je graag wil of niet wil. Je tracht mindful te leven waar je jezelf ook mag bevinden. Ik leef momenteel in deze stad en tussen deze mensen, heb geen andere thuis. Ik mag tevreden zijn over mijn tijd te kunnen beschikken om te doen wat ik nuttig vind zonder elke dag te moeten gaan werken. Verveling kan bijzonder nuttig zijn als stimulans tot creativiteit.      

En nu even iets anders: enkele dagen geleden heb ik me eens, gelukkig beheerst, kwaad gemaakt in mijn hotel. De sociale verhoudingen en gebruiken in Aziatische landen zijn nogal verschillend van de onze. Wie geld heeft laat zich hier bedienen en een vriendelijk 'dankjewel' is ongebruikelijk. Je eigen tafel afruimen en de rommel terug naar de bar brengen, wordt als volstrekt abnormaal beschouwd. Een vriendelijk 'tot ziens' in de winkel ontlokt blikken van verbazing. Zo vonden enkele leden van het bedienend personeel in het hotel het normaal om nogal openlijk met deze 'farang' te lachen. Indien men dit verdoken zou doen, geen probleem. Men dacht echter dat deze jongen, geen Thaise taal verstaand, tevens te lomp was om hun lichaamstaal te kunnen interpreteren. Je zou van hotelpersoneel mogen verwachten dat ze enige discretie aan de dag leggen, zeker voor een trouwe klant die weinig eisen stelt. Ik heb de boodschap begrepen en laat mijn tafel vanaf heden onafgeruimd. En wanneer ik nog een biertje wil drinken, koop ik het in de nabijgelegen winkel.

Het, in mijn ogen, volkomen ongerechtvaardigde respect voor wie meer geld en dus een zogenaamd hogere status heeft, vind ik weinig compatibel met de boeddhistische cultuur van het land. Ik heb het gevoel dat men sedertdien in mijn hotel, ondanks de beperkte kennis van het Engels, zich vanaf heden inderdaad discreter en vriendelijker opstelt. Sommige zaken moeten soms eens eenvoudigweg duidelijk gesteld worden.

zaterdag 5 januari 2013

Flexibiliteit mag dan al een modieus woord geworden zijn in onze westerse samenleving, ook vanuit een boeddhistische gezichtshoek heeft dit begrip zijn betekenis. Hier wordt het echter licht anders ingekleurd. Niets is sowieso vaststaand of immer blijvend en wanneer we ons te strak vastklampen aan onze wensen, verwachtingen en toekomstdromen, zal dit hoogstwaarschijnlijk op een teleurstelling uitlopen. Ik had plannen voor mijn eindejaar maar ze zijn anders verlopen. Achteraf bekeken niets om te betreuren.

De twee Franse kindjes, Timothy (6) en Lena (8), ontpopten zich als ware schatjes. Zelden heb ik zoveel oprechte attentie en kinderlijke warmte mogen ondervinden (buiten dan van mijn eigen kinderen wel te verstaan). Ze hadden zo'n vanzelfsprekend en beleefd 'naturel', een ongekunstelde openheid die nooit opdringerig overkwam. Maar ook de ouders -kan het anders?- zijn bijzonder fijne, gevoelige en vriendelijke mensen. Beide volwassenen, zowel als hun kinderen, waren opvallend mooie mensen, wat voor mij de bevestiging inhoudt dat ware schoonheid van binnenuit naar buiten toe straalt. Gemeende vriendelijkheid maakt mensen mooi. Met vader en moeder heb ik tezamen en apart waardevolle gesprekken kunnen voeren. Mijn momenteel beperkte kennis van de Franse taal stond dit nooit in de weg. Ik deed mijn best, dat deden deze mensen uit Lyon ook. Indien nodig schakelde we vlot over op het Engels. Met de kindjes ging dat uiteraard niet maar vooral Lena verstond goed dat het Frans mijn moedertaal niet is. Niettemin konden we vlot converseren. En eigenlijk verbaasde ik mezelf tevens met wat je, indien noodzakelijk, terug uit je latent geheugen kan opvissen. Het is vooral een kwestie van langzaam te spreken en weloverwogen je woorden te kiezen.

Timothy bleek een passie voor tekenen te hebben en kwam me regelmatig met een stukje papier vergezellen. Ik kon hem daarbij volledig vertrouwen, want zelfs al was mijn tafelruimte beperkt en is mijn werk nogal kwetsbaar, hij hield daar vanzelfsprekend rekening mee. Onderwijl drukte hij, in zijn kinderlijke eenvoud, voortdurend zijn appreciatie voor mijn werk uit. Het was geenszins mijn bedoeling hem te overdonderen maar, spijtig genoeg, vertelde hij me zichzelf nooit   tot zoveel geduld in staat te achten. Natuurlijk niet Timothy, geduld is iets wat een mens moet leren want niemand wordt ermee geboren. Toen ik hem diets maakte dat ik hem mijn speciale aquarelpotloden niet kon laten gebruiken, vond hij dat heel normaal.

De avond voor oudjaar besloot ik mijn tekening met extra inspanning af te werken en er een kwaliteitscopie van te laten maken. Dat leek me een gepast geschenkje voor beide kindjes. Samen met wat eenvoudig snoepgoed en twee setjes kleurpotloden uit de plaatselijke supermarkt, zou ik hen iets terug kunnen schenken van hetgeen zij mij geschonken hadden. Daar wilde ik hen op oudejaarsavond mee plezieren.

Maandagmiddag 31/12 was mijn tekening inderdaad af maar ik had er geen rekening mee gehouden dat de Thai eveneens ons westers nieuwjaar massaal vieren. De fotozaak was reeds om 15u gesloten en dus was mijn inderhaast ritje met de tuk-tuk een maat voor niets. Echter niet getreurd, ik had nog twee goede afdrukken van eerder tekenwerk, eveneens gemaakt in het hotel. Bij mijn terugkeer werd ik door het Frans koppel uitgenodigd om omstreeks middernacht op hun grote gezinskamer een goed glas Franse wijn te komen drinken. De ideale gelegenheid om mijn cadeautjes te overhandigen. Het werd een heel fijne gebeurtenis, afgesloten met een overdonderend vuurwerk in het park van Ubon. Heel indrukwekkend vanop het terras van ons hotel. De Amerikaanse kerstmuziek was een feit, de overdadige feestelijkheden en bijhorende consumptie bleven achterwege. Het bleef allemaal behoorlijk rustig en ingetogen. Na middernacht, omstreeks 1u, kreeg ik een deugddoend telefoontje van mijn schoonbroer vanuit Chang Mai.

Op nieuwjaarsdag hebben de ouders van Timothy en Lena me nog eens apart genomen en speciaal bedankt. Volgens hen had ik hun kinderen iets bijzonders gegeven, iets dat ze niet licht zullen vergeten. Heb hun geantwoord dat dit wederzijds was. De spontane kus van de jongen en de blik in de ogen van het meisje, toen ze bij ons afscheid extra achterom keek, waren sprekend. We hebben geen email-adressen uitgewisseld. Afscheid is afscheid, zo wil ik het houden.

Ondertussen heb ik ook een speciale vriendschapsband gesmeed met de 27-jarige Duitser Sven en zijn een jaar oudere Thaise vriendin Joy. Ook met hen heb ik  intense gesprekken kunnen voeren op het terras van het Sri Isan Hotel. Vandaag was ik uitgenodigd bij de familie van Joy op het platteland rond Ubon City, ongeveer een uur rijden vanuit het centrum van de stad. Ook hier had ik speciale geschenken mee naartoe genomen. Ik werd ontvangen als een Europese V.I.P. Een traditionele Thaise paalwoning in een natuurlijk kader dat je jezelf nauwelijks perfecter kan voorstellen. De tuin rondom het huis is, met zijn verscheidenheid aan bloemen, planten en bomen, een lust voor het oog. Familiewarmte en eenvoudig maar lekker Thais eten, zoals je het in geen enkel restaurant kan vinden. Thailand op zijn mooist en puurst. De stilte en vredige kalmte van de natuur deden me meermaals terugdenken aan Sri Lanka. Hier heersten tevredenheid en aanvaarding met het leven zoals het is. Zowel Sven als Joy (een Engels klinkende nickname zoals vele Thaise jongeren dat verkiezen) behandelden mij als hun vader. Het koppel blijkt erg gelukkig en heeft een dochtertje van 7. Sven gedroeg zich heel ontspannen en deelde zijn humor met de lokale bevolking. Een nonkel van Joy reed me 's avonds laat terug naar mijn hotel, hierbij een stevige omweg makend. Hij moest nog ongeveer 100km tot bij hem thuis. Wederom een ontwapenende ervaring.

Volgende maandag ga ik terug naar Wat Pah Nanachat. De Europese kerstvakantie zit er dan op en dat maakt mogelijk plaats vrij voor mij om er enkele weken te verblijven. We moeten voortdurend keuzes maken en ik denk er ditmaal zeker geen slechte te hebben gemaakt. Echter terug in mijn hotel kwam een zekere droefheid opzetten. Het recent stroever verlopen contact met mijn zoon blijft me parten spelen. Ik besef daar mijn aandeel in gehad te hebben. Het leven kent voortdurend hoogtes en laagtes die constant fluctueren. In verband hiermee, en omwille van het nieuwe jaar ( het jaar van de slang, mijn Chinees sterrenbeeld), wil ik graag nog twee citaten aanhalen. En ik weet het, hiermee val ik nog maar eens in herhaling. De herhaling die kinderen nodig hebben om iets te leren. De zogenaamde volwassenen daarom niet minder.

"Al ons waarnemen, ervaren, voelen, denken en manier van leven is doortrokken van verleden-heden-toekomst als een onzichtbare onderliggende matrix die het bewustzijn zich heeft eigengemaakt om met de onvoorspelbaarheid van tijd en de oneindige leegte van het Zijn om te kunnen gaan, en een ogenschijnlijk vaste basis -het ik- te creeren. Wat we ook ervaren, het is doortrokken van oorzaak en gevolg, en het voortdurend vergelijken met hoe het was en hoe het zou kunnen zijn. Van daaruit ontstaat een continue bezorgdheid: gaat het beter of gaat het slechter?
Ons hele leven wordt bepaald door angst en bezorgdheid over winst of verlies, beroemdheid of verguizing, rijkdom of armoede, succes of mislukking. Dat betekent dat je continu bezig bent met het verleden (dat volstrekt voorbij is en opgelost in ruimte) of de toekomst (die nergens te vinden is en altijd anders uitpakt dan je hoopt of denkt). Daardoor ben je zelden aanwezig in het heden. En op het moment dat je wel in het heden bent, maak je van het heden een denkbeeld, een gedachte, een oordeel, een mening. Zelfs het 'nu' is een denkbeeld..."

Uit 'Naakt Zien' door Padmasambhava. Bewerkt en vertaald door Robert Hartzema. Uitgeverij Karnak, Nederland.

"De begeerte spruit voort uit een instinctieve drang die het leven voortdurend wil herscheppen, beheersen en consolideren. Quasi onmogelijk ze te overwinnen, ze is slechts in toom te houden door gerichte mindfulness (het voelen opkomen en vervolgens weer verdwijnen van die gedachten en denkbeelden die de begeerte 'triggeren') en meditatie (o.a. op de 32 onzuiverheden van het lichaam).
Van de drie basisoorzaken van het lijden, de onwetendheid, de kwaadwilligheid en de begeerte, is de laatste het diepst verankerd in onze menselijke natuur.

Uit het basisconcept voor 'Perfume River', Ivo Claes, Ubon Ratchatani 6/1/'13.

Terwijl ik dit schrijf dropt een minibusje 12 gepensioneerde Franse toeristen af in het hotel. Ze nemen ogenblikkelijk en redelijk arrogant de hele lobby in beslag. Ach ja, dit is het leven. Mogelijk ontdek ik daar morgen ook enkele interessante mensen tussen.