Nog even wil ik terugkomen op het interview met Brene Brown dat ik las in het mooie magazine 'happinez'. Ik hoop dat de Nederlandse vrienden achter deze publicatie het me niet kwalijk nemen dat ik hieruit citeer op deze blog. Mogelijk kan men het beschouwen als een soort 'reclame'.
Verderop in het bewuste interview las ik dat de schrijfster na haar eerste lezing plots veel positieve reacties ontving via kranten en websites. Er waren echter ook enkele bijtende commentaren die haar deden wankelen. Ze voelde zich ineens niet stoer genoeg meer om met haar werk de wereld in te trekken. Haar inzicht veranderde na het lezen van een uitspraak van Theodore Roosevelt. Hierin prijst deze de moed van mensen die hun 'nek' durven uitsteken, groot enthousiasme en toewijding kennen en zich zo geven voor een edele zaak. Zelfs indien ze falen, mogen deze, aldus Roosevelt, terugblikken op de moed die ze getoond hebben.
Schrijfster Brown stelt: " Als je jezelf laat zien en je harnas uitdoet, dan zijn er mensen die je kwetsen, dat is zo. Maar dat kan me niet meer schelen. Want moed is de waarde die ik belangrijk vind en ik wil een moedig mens zijn." (Uit het mei-nummer van het mindstyle magazine 'happinez', uitgever Lim Olsthoorn.)
Nu wil ik ook weer niet beweren dat ik dermate gekwest of geraakt ben door bijtende kritiek. Maar uit enkele persoonlijke mails, als reactie op mijn artikels, kon ik opmaken dat sommige mensen mijn uitlatingen erg persoonlijk opvatten. Regelmatig herlezend in het verhelderende boek 'Boeddhistische Psychologie' van Robert Hartzema, leer ik dat het uitermate belangrijk is westerse psychotherapie en boeddhistische psychologie niet onverantwoord met elkander te verwarren. Mensen met ernstige trauma's, meegebracht vanuit hun verleden, kan en mag je niet zomaar om de oren slaan met uit het boeddhisme overgenomen inzichten. Uit mijn beperkte ervaring weet ik dat er in Japan zoiets bestaat dat men 'zenpsychose' noemt. Uit onkunde of onwetendheid wil ik me niet wagen op domeinen waar ik mezelf te weinig 'geschoold' vind.
Ik besef terdege dat mijn stellingnames op deze blog somtijds gevaarlijk dicht het 'op eieren lopen- principe' benaderen. De waters tussen een oosters spirituele en een westers wetenschappelijke benadering blijven somtijds diep. Daar kan ik, langzamerhand, wel enige ervaringspapieren voor voorleggen.
Mag ik daarom de moed verliezen te blijven getuigen over mijn liefde en inzichten, gedreven door Sakhyamuni's levenslessen? Waar het in het Westen vooral 'pikt' is het aanvaarden van verantwoordelijkheid. Hier zijn we onmiddellijk geneigd steeds een verantwoordelijke aan te wijzen wanneer het mis gaat. We willen om diverse belangen steeds een schuldige kunnen vinden. Desnoods voor het aanhoudend slechte weer: "Nu zijn ze het toch aan het uithangen..."
Persoonlijk neig ik steeds meer naar het stokpaardje van de Dalai Lama: 'universal responsability'. Of om het met de onvolprezen woorden en dito humor van Hartzema te verduidelijken: is het steeds en onvoorwaardelijk de schuld van Ikea dat je de kast niet onmiddellijk in mekaar gezet krijgt? Mogelijk was je te ongedurig om eerst de handleiding door te nemen, het aantal vijzen en bouten te checken, of je 'mindful' bezig te houden met wat je bezig waart. Misschien komen we zo dermate tot het besef dat het geenszins ons geboorterecht is om morgenvroeg , geheel onschuldig want iedereen doet zo, de auto uit de stal te halen. Of het vliegtuig naar de zon te nemen omdat ze hier te weinig schijnt. Hier schijnen andere dingen dagelijks die aan de andere kant minder vanzelfsprekend zijn.
Maar ach, ik voel de eieren weerom onder mijn voetzolen kraken.
Het 'in leven ontstaan', vorm aannemen en bijgevolg ruimte innemen, betekent altijd ergens de ruimte verkleinen voor de anderen. De 'paticca samupada'. Moeilijk tot niet te bevatten met ons denkend vermogen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten