zaterdag 30 april 2011

Saigon, 35 graden Celsius, de zon brandt hevig en het zweet gutst. De stad is vandaag uitzonderlijk maar verademend rustig. Nu ja, wat heet rustig? Het lijkt erop dat vele Saigoners (of moet het Saigonezen zijn?) andere oorden hebben opgezocht.
In de reusachtige en overdekte Ben Thanh Market was het nochtans koppen lopen, of leek dat enkel zo omdat de verkoopsstandjes zo dicht op elkaar gepropt waren? Ook hier word je overal aangeklampt: "What are you looking for sir? A new watch sir? Can I help you sir?..." Je wordt er warempel moe van. Het is onvoorstelbaar hoeveel waardeloze rommel op klanten ligt te wachten. Massa's energie moet dit vragen en alzo zwaar wegen op onze aarde. Een bespiegeling die ik me al eerder gemaakt heb want dit gegeven blijft me hoedanook pijn doen. Het was enkel uit curiositeit dat ik langs deze markt liep. Ze bevond zich tenslotte op mijn verkenningstocht naar het busstation waar ik morgenvroeg moet zijn.

Voor de rest hield ik me rustig vandaag want met een dergelijke hitte loop je niet ver. Dan maar weer verkoeling gezocht in het Frans cafe waar ik de enige klant bleek. Als ik morgen goed en wel in het Chua Hoang Phap Hoc Mon (hier moeten overal nog de juiste accenten op maar die kan ik niet typen op mijn Thai laptop) klooster terecht kan, zal het mogelijk enige tijd stil worden op deze blog. Waarschijnlijk tot wanneer ik vrijdagavond in Hue ben aangekomen. Ik heb de laatste tijd wel genoeg geschreven zeker? Ik krijg het gevoel dat het plezier in het schrijven begint te primeren op een zinvolle inhoud. Tijd zat, eigen laptop en gratis wifi-aansluiting... Ik begin zowaar met twee vingers -een aan elke hand- te typen. Dat oogt in ieder geval al iets minder ridicuul. Waar gaat dat eindigen?
Wie wel nog eens iets interessants wil zien of lezen kan ik een kijkje aanbevelen op  www.nicolumbus.ch, de blog die mijn zoon Ward samen met zijn Zwitserse reisgezel bijhoudt. Ik kreeg van hem daarstraks een mail vanuit Ulan Bator, hoofdstad van Mongolie. Na China van onder tot boven te hebben doorgetrokken met een oude terreinwagen, en door de desolate landschappen van de Mongoolse steppe te zijn gereden, inclusief ernstige motorproblemen die ze nu trachten op te lossen, zitten die jongens dus daar. Over echte avonturiers gesproken! Daarbij verdwijnt mijn verhaal als een zandkorreltje in die Mongoolse woestijn. Ik ben dan ook niet specifiek naar avontuur op zoek.
Maar wat een kerels!

Bij wijze van afscheid liep ik vanavond nog eens langs de 'Saigon Noodle Soup Bar', het vegetarisch restaurantje waar ik geregeld ging eten. Daar pleegde de jonge bediening (Saigon blijkt voornamelijk bevolkt te zijn met mensen die tijdens of na de jaren '80 van vorige eeuw geboren zijn) graag een babbeltje met mij. Waar ik dankbaar voor was want dit betekende veelal mijn enige echte aanspraak in de stad. Een mens heeft behoefte aan contact en in de stedelijke jungle kan je gemakkelijk vereenzamen. Al ondervind ik daar niet meer zo snel last van, ik ben ook maar een mens. Toegegeven, het jonge volkje in de bar oefende zich maar wat graag in de Engelse taal maar betoonde evenzo veel respect voor mijn boeddhistische belangstelling. Deze jongeren, opgegroeid in de socialistische volksrepubliek, bleken weinig kaas gegeten te hebben van het spirituele verleden van hun land. Maar als je iets van de dharma uitstraalt, raak je vaak een diepere snaar. Dat verheugt mij telkens opnieuw.  

Waar ik mij ook gelukkig om prijs is dat ik geen last meer ondervind van mijn 'Belgische' verkoudheid en andere vage klachten. Wat me wel verontrust is de tandpijn die telkens begint op te komen na een maaltijd. Het enige wat ik thuis veronachtzaamd heb, is naar de tandarts te gaan. Dom, heel dom.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten