Ongeacht de datum die hierboven vermeld staat: het is nu wel degelijk donderdag 5/5. Even een kort bericht om familie en vrienden duidelijk te maken waar ik nu ben. Ik ben juist terug van een vierdaags verblijf in een klooster op ongeveer 60 km buiten HCMC. Het was een bijzonder aangenaam verblijf waarover ik later meer wil vertellen. Deze morgend met een lijnbus terug naar het centrum van de stad waar ik nu moet wachten op de nachtbus die mij in etappes naar Hue zal brengen. Tijdens de eerstvolgende 2 dagen zal ik bijgevolg onbereikbaar zijn. Ik verwacht tegen zaterdag, in de loop van de namiddag, in Hue aan te komen. Pas wanneer ik daar een onderkomen heb gevonden, kan ik terug op het net. Tot dan.
Namiddag, 15.30u.
Omdat ik deze voormiddag omstreeks 9.30u terug in de wijk Pham Ngu Lao ben aangekomen, waar ik vanavond de nachtbus moet nemen, dien ik een wachttijd van ongeveer 10 uren te overbruggen. Aangezien dit een lange reis wordt, met andermaal een lange wachttijd tussenin te Nhatrang (de gehele trip naar Hue beslaagt zo'n 1210 km), vond ik het geen weggegooid geld om voor deze resterende tijd een hotelkamertje te huren. Ik ben dringend aan wat bijrusten toe. Deze ochtend -je kan beter over nacht spreken- immers naar gewoonte in het klooster om 3.30am opgestaan om naar de zogenaamde gebedsdienst te gaan. Daarna om 6am naar het ontbijt en vervolgens inpakken en afscheid nemen van de vriendelijke monniken en begeleiders. Naar het schijnt kan je op de nachtbus je zetel flink plat leggen om te slapen maar ik ben daar meestal geen held in. Mijn afgelopen vier dagen in de pagoda hebben me niets gekost, vandaar.
Ik weet niet of ik nu de tijd moet besteden aan een verslag van mijn verblijf in de Hoang Phap Pagoda, dus hou ik het bij enkele algemeenheden. Zo'n verblijf is telkenmale heel verschillend maar ditmaal was het wel zeer uitzonderlijk omdat ik in dit grote en bekende klooster een speciale VIP-behandeling genoot. Aangezien ze daar zelden tot nooit een westerling over de vloer krijgen, al zeker niet eentje die meerdere dagen verblijft en met alles meedoet, werd mij zelfs constant een persoonlijke begeleider ter beschikking gesteld. Het mocht mij aan niets ontbreken en men wilde ook dat ik een en ander conform de regels deed. Daar zorgde Trung, een jonge novice, nauwlettend voor. Het enige wat ik wel moest betalen was een lange, lichtblauwe pij. Die diende ik te dragen bij elke ceremoniele gelegenheid alsook bij het eten. Naar het schijnt zag ik er zo, met mijn kaal geschoren kop, uit als een echte monnik. Wat ik, omwille van de diepe buigingen die de aanwezige leken voor mij maakten, soms ietwat genant vond.
Overal, zelfs tijdens het eten en in meditatie, werd ik uitvoerig gefotografeerd met professionele apparatuur. Een heus interview met weer een speciale fotosessie werd georganiseerd voor de hoofdtempel. En dan moet je weten hoe onwennig ik me daarbij voelde. Maar voor de rest was dit allemaal heel leerrijk en overweldigend. Opgaan in een massa, allemaal op dezelfde wijze gekleed, meezingend en in processie rondwandelend, samen de rituelen uitvoeren, ook bij het eten in de grote open refter...Heel speciaal. De Vietnamezen houden het graag formeel maar ook en overal met een vriendelijke of gulle lach.
Het eten vond ik sober maar smakelijk, al kreeg je driemaal daags exact dezelfde kost met rijst als hoofdbestanddeel. Slapen moest ik, naar goede boeddhistische gewoonte, op een kale houten bak met enkel een rieten matje en een klein hoofdkussen. Geen erg want men had voor mij alleen een soort slaapzaaltje voorzien, trouwens het enige in het klooster met airco. De zwerm muggen nam ik er, dankbaar voor de mij geboden luxe, verdraagzaam bij. De primaire mogelijkheden tot hygienisch comfort ook.
Ik werd overladen met geschenken: boeken, dvd's, cd's... Teveel om in mijn bagage te steken. Ik heb er maar een deel van kunnen aannemen en hoop dat mijn twee gekleurde Boeddha-tekeningen, gemaakt in Maleisie, dit enigszins konden compenseren.
Al met al een onvergetelijke ervaring want zelden heb ik zo uitgesproken in de belangstelling gestaan, echter zonder daar om te vragen. Ik heb twee afgedrukte foto's gekregen die ik zorgvuldig zal bijhouden.
Mekaar verstaanbaar maken was echter wel moeilijk want buiten Trung sprak bijna niemand een mondje Engels. En indien wel, moest ik mijn uiterste best doen om goed te luisteren want de Vietnamezen gebruiken heel andere klanken, bovendien met een aparte mondstand. Dikwijls leidde dit tot vrij grappige misverstanden. Men wilde mij graag daar houden om mij hun taal te leren en om daar eventueel monnik te worden. Mijn beperkte visumgeldigheid laat dat echter (nog) niet toe. Bovendien wil ik graag terug naar mijn echte leermeester, Ven Wei Wu in Penang.
Het blijft mijn gevoel dat ik daar kan bereiken wat ik waarlijk nastreef. Mijn avontuurlijke leerschool kent vooralsnog zijn einde niet. Dus op weg naar een volgend stadium.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten