Wat een bijzondere dag weeral. Eigenlijk hoef ik mezelf niet te verbazen over de weinige uren slaap waarmee ik toekom. Ik slaag er hier zo goed als nooit in om voor middernacht in bed te kruipen maar was deze prille ochtend reeds om 5.30u klaar wakker. De doorsnee Vietnamees gaat trouwens vroeg slapen en omstreeks 6.30 is de straat al vol leven. Een reden des te meer om de notoire westerse feestvarkens, die er niet voor terugschrikken om diep in de nacht ladderzat en met veel lawaai doorheen die straten te brallen, met een scheef oog te bekijken. Op een ander kan blijkbaar wat thuis niet mag.
Vooral pijnlijk na de ingetogen vieringen op Buddha Day. Respect is iets wat men blijkbaar in het individualistisch Westen graag voor zichzelf opeist.
Persoonlijk heb ik gisteren mijn best trachten te doen om deze gedenkdag waardig in te vullen. Naar de dichtst bijgelegen pagoda dus. Niet moeilijk want in de straat om de hoek. De vriendelijke mensen van het Hong Thien hotel waar ik verblijf hebben mij zowel voor het middag- als het avondmaal uitgenodigd. 's Avonds kreeg ik echter niet veel meer binnen want tijdens de lunch bleef men mijn kom maar bijvullen en allerlei specialiteiten voorschotelen. De moeder des huize ontpopte zich als een heuse chef en genoot van mijn bewondering voor dat talent. Ik voelde me deel van de familie, gelukkig heb ik reeds met 'chopsticks' leren eten. Af en toe plonst er wel nog eens een stukje in het vocht, lekker vlekken makend op mijn recent en met de hand gewassen hemd. Blijven glimlachen en de vloek binnensmonds houden is dan aangewezen.
Een late avondmeditatie, lichten uit en balkondeur open, sloot mijn dag af.
Ik moest deze ochtend echter ook een belangrijke knoop doorhakken. Mijn fijne contacten met Hue en nog andere, wereldse verleidelijkheden mogen niet eeuwig blijven duren. Dus besloot ik voor een laatste maal mijn kans op een verblijf in de Tu Hieu Pagoda te gaan onderzoeken. Met enige moeite heb ik Vinh, ondertussen mijn vaste motorrijder geworden, weten te vinden. Het dreigde andermaal verkeerd te lopen want Phap To was weer nergens te bespeuren. Enkele jonge monniken hebben me dan wel, in gebroken Engels, kunnen duidelijk maken dat ik het best overnacht in een nabijgelegen hotel en dagelijks kom voor een volle dag praktijk. Het klooster ligt behoorlijk buiten de stad maar dat hotel, heel rustig (ik ben daar de enige klant), bevindt zich slechts op een halve km wandelafstand. Op naar een heel eenzame maar betekenisvolle periode dus. Daarvoor ben ik tenslotte hier, de 'brallers' aan het stadscentrum overlatend. Het afscheid van Hue was hartverwarmend emotioneel deze avond. Sing c'est la vie.
Morgen, na het ontbijt en afscheid van de vriendelijke bediening in het Waterland restaurant, pak ik mijn spullen bij mekaar en brengt Vinh, samen met een bevriend motorrijder die zich over mijn bagage zal ontfermen, mij naar mijn volgende bestemming. Ik weet niet of ik over een WiFi-aansluiting kan beschikken in het Thinh Vuong hotel, wel dat ik behoorlijk zal zweten temidden de mooie natuur binnen de kloosterpoort. Voor hoelang...wie kan het voorspellen? Alleszins wordt DaNang mijn volgend doel. Heerlijk Vietnam. Het zal wel een hoogst persoonlijke mening zijn maar ik denk dat dit land, met zijn eeuwenlange boeddhistische traditie, eerder met een sterke, open geest en een warmmenselijk hart het arrogante Amerika overwonnen heeft dan met de wapens. Zonder politieke voorkeur gezegd overigens.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten