Vinh Huy is nog kleiner van gestalte dan ik maar een energiek baasje van 29 jaar oud. Wat mij deugd doet is dat hij een man van zijn woord blijkt. Omstreeks 9.15u stond hij mij al op te wachten met een extra helm in de hand. Ik vroeg hem vriendelijk rekening te houden met mijn heugelijke leeftijd en dus niet te snel door het verkeer te laveren. Op weg naar de relatief afgelegen Huyen Khong Son Thuong Pagoda reed ook hij voorzichtig maar wel sneller dan Thanh Huong. Vietnamese jongeren worden geboren met een gemotoriseerde tweewieler onder hun achterste en dat is logisch. Zonder een motorfiets, zo bleek ook ditmaal, geraak je nergens en dus nam ik me voor om zo 'relaxed' mogelijk post te vatten op het brommertje langsheen de zanderige en van diepe putten voorziene weg naar boven. Het einddoel van onze 'voormiddagse' uitstap was de moeite waard. Niet enkel omwille van de tocht doorheen het rurale landschap maar tevens omwille van de fraai aangelegde tuinen omheen de pagoda. Overal passeerden we bomen waarin honderden krekels (of toch iets soortgelijks) luidruchtig hun aanwezigheid kenbaar maakten, een fenomeen dat zich uitsluitend beperkt tot deze periode van het jaar.
Vinh wilde niet mee naar binnen en dus spraken we af mekaar na een dik uur aan een lager gelegen, primitieve drankgelegenheid weer te ontmoeten. Achteraf bleek tijdens mijn voettocht naar beneden die afstand veel groter dan gedacht en bovendien waren er meerdere zijwegen die me deden twijfelen. Stel je dit alles voor in een brandende hitte en zonder een levende ziel tegen te komen. Gelukkig werd ik op de juiste wijze telegeleid.
De kronkelende paadjes die me langsheen mooie patio's, liefelijke vijvers met lotusbloemen, Japanse bruggetjes en historische gebouwtjes in Chinese stijl brachten, deden de ingeademde lucht frisser aanvoelen. Ik heb een overdekt plekje gevonden waar ik mijn 'foto' kon trekken: een snelle schets van al het heerlijks dat zich voor mijn ogen ontvouwde. Spijtig, al vlug stonden er enkele druk pratende jongeren rondom mij.
Na een koele watermeloenlimonade weer op het brommertje, richting het vegetarisch restaurant 'Bo De' voor de lunch. In de namiddag weerom naar de Tu Hieu Pagoda van Thich Nhat Hanh om een afspraak voor een toekomstig verblijf aldaar te maken. De enige monnik die ik tegenkwam en die bijzonder weinig Engels verstond, wist me te melden dat ik enkel welkom ben na 'Buddhaday'. Volgende zondag is het hier immers volle maan en dat vieren de Vietnamese boeddhisten massaal door in grote getallen naar de pagoda af te zakken. Ik ben wel welkom vanaf 17/5 maar ook om zondag de ganse dag te komen meevieren. Zo zie je het maar weer: in Azie heb je veel geduld en veel fijne humor nodig. Ondertussen wisten enkele vrouwen me nog wat van hun handeltje aan te smeren.
De grote rivier die door Hue stroomt noemt Perfume River. Een naam die mijn ervaring hier als een boektitel perfect zou weergeven.
Ik ga nu op zoek naar mijn avondmaal. Nadien nog een terrasje in het 'Brown Eyes Cafe' (inderdaad een soort bruine kroeg met jaren '60 muziek) waar de Vietnamese schoonheden je steevast komen gezelschap houden en je verblijden met een babbeltje. Ze zien de toeristen hier graag, zolang ze maar geld uitgeven maar er zijn ook meiden en gasten waar je een echt fijn gesprek kunt mee voeren. Vooral met fijngevoelige Hue (ze heeft dezelfde naam dan de stad) klikt het bijzonder. Ze zoekt me telkens op voor een lange babbel waarbij we steeds snel heel openhartige en eerlijke snaren aanraken. Ze heeft het, naar eigen zeggen, niet met Vietnamese mannen van haar leeftijd. Ik moet opletten want het stadse leven zit vol verleidingen en ik wil mijn doel niet uit het oog verliezen. Waardevolle contacten met prachtvrouwen zoals Mi-ae, Josefa en nu Hue maken het mij niet altijd makkelijk. Het blijft de vraag waarom ik op gevorderde leeftijd plots aantrekkelijker word voor jonge vrouwen, iets wat niet het geval was toen ik zelf nog een jonge kerel was. Wil men mijn standvastigheid soms testen?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten