Het Thais Theravadaboeddhisme kent, althans in Tapotaram (Wat Ram Poeng), maar een richting: die van de leraar (de abt)die zegt wat er dient gedaan te worden. Geen plaats voor een debat, vragen, laat staan kritische opmerkingen. Geen theorie maar harde praktijk. Voor zelfmedelijden is er geen ruimte, je wordt geacht je grenzen voortdurend te verleggen en tot het uiterste te gaan.
Dit systeem schijnt goed te werken voor Thailanders. Zij zijn redelijk tot zeer onderdanig en buigen diep voor al wat een okerkleurige pij draagt. Maar ook de monniken zelf moeten elke dag op hun knieen op rapport bij de abt. Net als in Sri Lanka lijken de mensen zeer devoot en absoluut religieus ingesteld. Theravada of 'het boeddhisme van de ouderen' is sterk individueel gericht op zelfontplooiing, discipline en concentratie. Je kon zichtbaar voelen hoe moeilijk de schaarse Westerlingen het met deze richting hadden maar enkele 'vastbijters' deden het gevraagde zonder morren en met verbeten volharding. Ikzelf vond dit niet iets om lang te doen maar wel vruchtbaar om op korte termijn mijn inzicht in het functioneren van ons 'gekke-apenbrein'te vergroten.
Het streven in het klooster is om de lekenboeddhisten tot 12 uren meditatie per dag te laten vol maken om dan na 23 dagen in 'determinatie' te gaan, wat betekent 3 dagen klokrond te mediteren zonder te slapen maar wel met 2 maaltijden die men dan naar je kamer brengt.Maar vanaf de start van de cursus, tijdens dewelke je geacht word volledig te zwijgen, leg je de gelofte van de 8 'precepts' af: niet doden, niets nemen wat je niet gegeven is, geen sexuele handelingen, niet liegen, geen alcohol of drugs, geen opsmuk, muziek, vertier of electronische communicatie, niet meer eten na 12u 's middags en normaal gezien niet meer slapen dan tussen 10u 's avonds en 4u in de ochtend, enkel op een laag, spijkerhard bed met een flinterdun matrasje. Kwestie van je focus op scherp te houden. Geen flauwe kul!
Ikzelf zat op mijn tandvlees, bloot bekken en aan mijn grens bij 11 uren dagelijkse meditatie na 15 dagen. Aangezien er voorlopig geen progressie in mijn meditatiekwaliteit meer mogelijk bleek, hield ik de eer aan mezelf en ben, na een ingetogen en serene slotceremonie vandaag opgestapt. Letterlijk van mijn meditatiekussen.
Ik heb er wel een goed gevoel en enkele rijke inzichten aan overgehouden. Nu wil ik het verder gaan uitproberen in Wat Pah Nanachat, het woudklooster in het Oosten en in Wat Suan Mokkh in het Zuiden. Naar verluid is het gebruikelijke regime in beiden niet milder. Van de ene uitdaging in de andere dan maar.
Voorlopig even op adem komen, wederom in het mooie SK-guesthouse in Chiang Mai (het staat en steekt hier vol van uiterst waardevolle antiek Thaise meubels en artefacten). Enkele noodzakelijke boodschappen doen, wat internetten, mijn toekomstplannen om naar Maleisie en Vietnam te reizen trachten te visualiseren (een voor mij steeds populairdere techniek sinds mijn verblijf bij de Tibetanen in Nepal), tijdelijk weer even terug aan de sigaret maar steeds ver weg van alcohol. Hardnekkige gewoonte!
Ik heb nog een goede maand visafaciliteit in Thailand, dus binnen een viertal dagen weer op langdurige bustrip. Mijn darmen houden het momenteel goed, gelukkig is er hier hout in overvloed. Maar van de mondelinge belofte dat er een toilet is in de VIP-bus geloof ik niet meer veel sinds ze Ward en mij daar in Laos mee 'afgeript' hebben (populaire term bij backpackers).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten