zaterdag 26 maart 2011

Tegen de verwachtingen in verblijf ik nog steeds in Belgie. Het was al niet de bedoeling om mijn reis reeds na een jaar te onderbreken maar dat ik hier momenteel niet weg geraak omdat er administratieve verwikkelingen zijn, moet ik aanvaarden met of zonder zin. Mijn nieuwe, elektronische identiteitskaart, het banale kleinood waar het allemaal om gaat, wil er maar niet doorkomen omdat de bijhorende codes ergens onderweg zijn kwijtgeraakt. Ik zag mij genoodzaakt om de hele procedure weer te laten opstarten met een nieuwe wachttijd van enkele weken tot gevolg.
Ik heb gelukkig wel al geleerd om mij daarbij af te vragen wat de diepere,  achterliggende betekenissen hiervan kunnen zijn.
Zo werd ik aanvankelijk geconfronteerd met een moeilijke aanpassing en de bijhorende wrevel. Geleidelijk aan heb ik leren inzien dat een goed georganiseerde maatschappij ook veel voordelen kent maar zulks geen menselijke fouten of tekortkomingen uitsluit. En daar is raar of zelden moedwil bij gemoeid. Deze samenleving is zo doorgedreven geautomatiseerd en gespecialiseerd dat bijna geen enkele ambtenaar nog het volledige overzicht behoudt. Maar met moet ons natuurlijk niet bij hoog en bij laag voortdurend voorhouden dat de technologisering alles zoveel sneller en meer efficient maakt. Je merkt tevens het randeffect dat mensen  mede hierdoor steeds meer dingen 'op automatische piloot' beginnen te doen en daardoor hun 'mindful' handelen verder verwaarlozen. Aangevuld met een overaanbod aan informatieve en amusement prikkels en een overwaardering van alles wat met het verstand verband houdt, verliezen we steeds meer de voeling met de werkelijke waardes van ons leven. We zijn hierdoor steeds sneller beginnen leven want tijd wordt in geldwaarde omgerekend en we worden, onder het mom van economische vooruitgang, voortdurend aangezet om en-dit-en-dat te willen
doen of hebben. Maakt ons dit alles gelukkiger? Het gevaar schuilt in onze gewoonte om, wanneer de zaken fout lopen, steeds naar de anderen als schuldigen te wijzen. Wat ik aanvankelijk heel on-boeddhistisch ook weer begon te doen. Gelukkig groeit weer langzaam mijn besef dat individuele mensen eerder slachtoffer dan veroorzaker van de problemen zijn maar een meer algemeen verbreid inzicht in de holheid van een doorgedreven materialisme zou ons allen goede diensten kunnen bewijzen.
Met dank aan Jack Kornfield die mij door zijn warm-menselijk boek 'Na het feest komt de afwas' op het hart drukt dat niemand perfect is en dat nagenoeg iedereen, na een langdurig verblijf in boeddhistische kloosters en retraitecentra in Azie, een moeilijke periode doormaakt bij zijn terugkomst.

Mogelijk is er nog een andere en zeker niet onbelangrijke reden voor mijn gedwongen thuisblijven. Mijn geloof in de steun van de universele krachten wanneer mensen hun universele verantwoordelijkheid beginnen op te nemen, is onwrikbaar. Wil men mij voorlopig weghouden uit Azie en het westen van Canada? Tot de waarlijke omvang van de kernramp in Japan duidelijker wordt?
Japan staat samen met Korea en Vietnam op mijn lijstje van toekomstige bestemmingen. Trouwens, in die zin krijgt de titel van Jack Kornfield's boek nog een bijkomende waarde. Na het ongebreidelde feest, -heb je de foto's van Tokyo 'by night' van voor de ramp gezien in de krant?- komt inderdaad de ontnuchterende opruim. Maar leren we met zijn allen wel de juiste lessen? We verbruiken gewoonweg veel teveel luxe-elektriciteit en dat geeft de haviken onder ons alleen maar koren op de molen om het gebruik van kernenergie te blijven aanmoedigen.

Maar goed, ik moet mijn huidig verblijf in mijn thuisland maar leren aangrijpen om de waarde van het-hier-en-nu verder te beoefenen en te beseffen dat het 'loslaten' vooral door een reis naar binnen moet verlopen. Per slot van rekening kunnen we enkel onszelf veranderen en daar hebben we onze handen mee vol.
Ik wissel mijn verblijf bij mijn zus af met regelmatig een weekje in de abdij van Westmalle. Een zeer geschikte plek om mijn energie, zonder elektrische stroom want laptop en gsm af, op te laden en in de overal aanwezige stilte te mediteren. Bovendien heb ik daar steeds betere contacten met de gastenbroeder, Benedict, bewust geen pater maar 'slechts' een monnik. Een veelzijdig getalenteerd man, burgerlijk ingenieur, architect en gepassioneerd orgelspeler, die jaren geleden het zenboeddhisme in Japan is gaan bestuderen en niet afkerig is van meditatie. Doordat ik ook regelmatig naar hun hemels gezongen vieringen ga (zelfs naar de nachtwake's van 4 uur in de ochtend) en ook al eens in de tuin werk, krijg ik van de Trappisten de nodige waardering en blijf ik er welkom. In de prachtige tuin heb ik vriendschap gesloten met een bruinstaart eekhoorntje. Merkwaardig hoe het observeren van dieren je gedachten stil maken en je zo op hun golflengte kan brengen.

Dit alles met dank ook aan Chogyam Trungpa en Krishnamurti, grote leermeesters naar wiens klein-menselijke fouten ik niet met leedvermaak kijk, integendeel, die mij eerder geruststellen wanneer ik weeral eens verval in mijn kleine en grote fouten. Het gaat erom om elke dag opnieuw te beginnen, met een propere lei, en je niet meer te laten neerdrukken door wat gisteren fout ging. Niets is zo fout dat het niet kan gezuiverd worden. Wie dat wel beweert, legt de boeddhistische levenshouding niet goed uit en drukt zijn medemensen naar beneden met onheilzaam schuldgevoel. Iets dat al teveel gebeurd is door schijn-heilige waardes, verkondigd door verkeerd begrepen interpretaties van het Christendom en de Islam. Al met al proberen deze wereldgodsdiensten dezelfde ethische waardes naar voren te schuiven maar ze worden al te dikwijls misbruikt om politieke redenen. Het mag een voorbeeld wezen dat de Dalai Lama uiteindelijk al zijn wereldse machtstitels heeft afgelegd. Een goed werelds beleid kan niet zonder ethiek of spiritualiteit maar beiden moeten nooit 'manu militari' opgelegd worden. Volgens de Boeddha moet niemand zomaar iets aannemen zonder het zelf ervaren te hebben. Zelfs niet zijn eigen leer. Dit lijkt me meer dan redelijk.  

Ik zal wel zien wanneer ik terug mijn koffer kan maken, al zal dat zeker niet zonder enige tevredenheid gebeuren. Tot hiertoe twijfel ik er nog altijd aan om in de toekomst weer te keren als een sociaal bevlogen hervormer of mij, ingetogen, op te sluiten in een of ander Aziatisch klooster waar ik eraan kan werken om een sterkere schakel in de ketting van de mensheid te worden. Een moeilijke keuze want beide zijn gelijkwaardig.