donderdag 30 juni 2011

Na mijn diepe meditatie en alvorens aan mijn schilderwerk te kunnen beginnen, moest ik behoedzaam, uiterst traag en vergezeld van gebaren een jong Vietnamees koppeltje vragen de bamboehut te verlaten en een beetje verderop te gaan studeren. Jongeren verzamelen graag om diverse reden op deze gewijde plek en betonen daarbij niet altijd het gepaste respect en gedrag in de pagoda. Echter niet zo bij dit rustig, geneeskunde studerende koppel. Maar ik diende ze aan het verstand te brengen dat een pagoda in eerste instantie toebehoort aan zij die met spirituele activiteiten ten behoeve van universeel belang bezig zijn en, in tweede instantie, pas dan kan gebruikt worden voor hen die willen studeren om zichzelf te verrijken. Vaak ligt de hut, gebouwd als meditatieruimte half over de grote lotusvijver en omringd door prachtige vegetatie, vol met sigarettenpeuken of hangen jongeren er luidruchtig te 'chillen', muziek op de gsm luidopen. Deze aparte locatie is de enige geschikte in de hele pagoda om mijn spiritueel werk te ontplooien en mij om die redenen toegewezen. De monniken respecteren mijn lange meditaties daar en komen geruisloos voorbij tijdens hun wandelmeditaties. De enige rieten mat die er ter beschikking is en het lage bamboetafeltje heb ik nodig bij mijn schilderwerk en vaak moet ik mijn kostbaar materiaal er onbeheerd achterlaten om te gaan eten bv. Het koppeltje had zich mat en tafeltje toegeeigend. Ze respecteerde mijn vraag rustig en gingen verderop aan een stenen tafeltje zitten. Ik heb ze achteraf mijn waardering kenbaar gemaakt door op rituele wijze een exemplaar van mijn werk als geschenk aan te bieden. Ze waren er best blij mee.

Wat later kwam een slungel- met- een- pet in de hut en nam ongevraagd mijn kaft in de handen. Ik gebood hem ze terug te leggen en naar mijn voorbeeld te kijken. Ik verliet de hut, kwam al fluitend en ongeinteresseerd weer binnenwandelen, nam ongevraagd zijn pet van het hoofd en zette die op het mijne. Nog had hij het niet helemaal begrepen want er kon geen a.u.b. bij zijn hernieuwde vraag. Uiteindelijk vouwde hij de handpalmen samen en kreeg hij met respect mijn kaft, ter inzicht, aangeboden.
Het is Thay die mij vraagt de jongeren van zijn land iets bij te brengen. Bij zijn laatste bezoek aan Vietnam had hij zijn bekommernis en verdriet uitgesproken over het gedrag van de jeugd.

De bamboehut doet enigszins denken aan de drijvende hut uit 'Spring, Summer, Fall, Winter...and Spring'. Bij het meermaals herbekijken in het verleden van deze bijzondere, Koreaans boeddhistische film, kon ik niet vermoeden ooit in een vergelijkbare omstandigheid te mogen vertoeven. Een andere prachtprent, de Vietnamees-Amerikaanse film 'Three Seasons', drie verhalen over respectvolle liefde, komt ook vaak opnieuw in mijn geheugen bovendrijven. 'Heaven And Earth' van Oliver Stone ook trouwens. Deze drie films behandelen telkens een ander aspect dat me indertijd tot 'tranen toe' kon beroeren en elk van deze aspecten komt nu vergelijkbaar tot realiteit in mijn leven.

Cyril Papon, een innemende Fransman van midden de veertig en afkomstig uit de 'Perigord', op ongeveer 30 km verwijderd van Plum Village, had het hele tafereel vanop afstand gadegeslagen. We hadden de laatste dagen intense gesprekken gevoerd en hij wou afscheid van me komen nemen want vertrekt morgen verder op zijn zoektocht naar zichzelf. Hij vroeg naar mijn e-mail adres en bood me de frontpagina van zijn Thich Nath Hanh pocketboekje aan om het op te schrijven. Ik vroeg hem naar de reden hiervoor. "De meester en zijn opvolger op dezelfde pagina" was zijn antwoord. "Teveel eer voor mij, maar ik weet dat Thay zijn opvolging wil spreiden over meerdere mensen" was mijn antwoord. Cyril wil me graag helpen bij het opstarten van het Belgisch project. Ik geloof in de belofte van deze fijne mens, we zien mekaar ongetwijfeld weer. Hij zal zijn diensten in Walonie goed kunnen aanwenden.

's Avonds gebood de jonge monnik Man Thien mij met hem te wandelen alvorens te mogen gaan eten. De wijze waarop zinde me niet bijzonder maar ik besloot te gehoorzamen. De Vinayapitaka, een van de drie Tripitaka, de oudste, neergeschreven leringen van de Boeddha op palmbladeren, handelt over de kloosterregels en vraagt aan de leek dit respect voor elke monnik, ongeacht de verhouding tussen beider leeftijd. Geldig voor de tijd waarin die regels neergeschreven zijn maar daarom niet meer in de huidige omstandigheden, maar ik was benieuwd wat de 17-jarige Man Thien me te vertellen had.
Zijn verhaal was redelijk helder. Hij leeft onafgebroken in Tu Hieu vanaf zijn zevende en wil vertrekken. Ik vroeg hem naar waar hij heenwil, of hij nog monnik wil blijven en of hij de toestemming om te vertrekken zal krijgen van de abt. Hij wil als monnik naar China want beheerst de taal en zal hiervoor inderdaad de toestemming krijgen. Zijn vraag-tussen-de-lijnen was of ik dat kon goedkeuren. Hij wilde mijn reactie polsen. Ik voel Man Thien aan als een sterke, ietwat dominante persoonlijkheid die nog veel moet maar ook kan leren. Zijn keuze is moedig en terecht en hij heeft hoogstwaarschijnlijk een verleden dat hem roept naar China.
Tijden zijn veranderd. Het moment is rijp om in te zien dat een monnik zijn, een opdracht in het hart betekent en niet afhankelijk is van het dragen van het bijhorende gewaad, zelfs niet van het officieel afleggen van een eed. Ik voel me reeds geruime tijd een monnik, word ook zo aanzien door nogal wat mensen, maar dat zal me niet beletten om eventueel te hertrouwen. Indien een eed enkel maar wat uitgesproken woorden zijn, betekent hij niets. Je gedachten en daden zijn de enige erfenis die je nalaat.

Alvorens de refter binnen te stappen, blijf ik steeds onbeweeglijk buiten staan, de handen gevouwen en het hoofd gebogen. Ik wacht tot elke monnik of kloosterbewoner zijn voedsel heeft opgehaald en tot iemand onder hen mij uitnodigt om hetzelfde te doen. Op deze wijze ben ik de respectvolle bedelmonnik, welbekend in landen met een Theravada traditie (Sri Lanka, Thailand, Myanmar, Cambodja) maar blijkbaar niet meer daarbuiten. Vele jonge monniken laten mij daar onverschillig staan, ook zo de abt (die nog maar anderhalf jaar in dienst is).
Het is spreekwoordelijk dat het telkens dezelfde twee monniken zijn, Phap Chi en Phap Chung, die mij wel uitnodigen om te gaan eten. Zij zijn de echte, veelbelovende toekomst van dit klooster. Ik kwam in de gelegenheid om de eerste vandaag toe te vertrouwen dat Thay heel blij is met zijn ingesteldheid. Phap Chung zal ik dat later nog melden. Beide hebben een open en blije gelaatsuitdrukking, niet dat verkrampte wat ik al te vaak bemerk bij de anderen.
Thay is bedroefd over de heersende gang van zaken in zijn moederklooster. Vele monniken verlaten voortdurend het klooster tijdens de driemaandelijkse zomerretraite, daarbij zelfs de motorfiets, opgestart binnen de kloostermuren, gebruikend om iets kleins op te halen in de aanpalende 'Nunery'. En dit is nog maar een voorbeeld van de vele zaken die best anders mogen geschieden. De abt laat zich zelden zien, vermengt zich niet onder zijn kloosterlingen en dwingt weinig respect af. Mij gunt hij amper een blik, laat staan een woord, al heb ik reeds in het begin om een onderhoud gevraagd. Mogelijk wil hij zichzelf inwerken en neemt hij zijn tijd om de zaken te observeren. Ik hoop dat alvast. Mij tegenwerken doet hij alleszins ook niet. Ik blijf dankbaar voor de mij geboden kansen en luister naar de boodschappen die me doorgestuurd worden.

Het kan als een paradox overkomen wanneer ik tegelijkertijd beweer vanaf nu mijn eigen leraar te zijn en tevens mijn ware leermeesters te hebben gevonden. De meester verschijnt als de leerling daarvoor rijp is. Ik moest wachten totdat ik in mezelf het inzicht en de juiste vibratiegolflengte kon vinden en leren aanwenden. Dat moest en moet ik mezelf leren. De boodschappen van verder gevorderde leraren begrijpen en juist kunnen doorgeven. Ik ben en blijf nederig dankbaar dat ik mij vanaf nu kan verbinden met de 'universal mind' en alzo serieuze trappen heb mogen opschuiven. Er is echter nog veel werk te leveren en beheersing aan te leren, echter zonder weg terug. Ik voel dit aan mijn huidig niveau als Thu Phap schilder.

Gisterenavond kreeg ik een uiterst fijngevoelig bericht op mijn gsm van Chung. Ze begint mij zonder twijfel graag te zien. Ook zonder weg terug?  
 

dinsdag 28 juni 2011

Vandaag zijn de klimatologische omstandigheden bijzonder zwaar vanwege de hoge vochtigheidsgraad. Echt tropisch weer waarmee mijn zweetvocht geen blijf weet. Het liefst van al zou ik voortdurend onder een koude douche willen staan. Ik mag me gelukkig prijzen momenteel niet in het centrum van een stad te vertoeven want de combinatie met de luchtvervuiling daar maakt het alleen nog erger. Alhoewel, ik ben er toch ongeveer een uurtje naartoe gemoeten want moest een interessant item gaan ophalen. Met Vinh's motorfiets kriskras door het drukke verkeer, iets wat ik de laatste dagen voor mijn vertrek naar de Tu Hieu pagoda vaak heb moeten doen. Ik moest behoorlijk wat gerief aanschaffen om mijn toekomstplannen concreter vorm te geven en een en ander vroeg een stevige zoektocht. Motor op, motor af, winkeltje in en uit, voortdurend informatie opvragend over de geschikte leveranciers en het verkrijgbare materiaal. Ik wilde mij een zo volledig mogelijke en professionele uitrusting van een oosters kalligrafisch schilder aanschaffen en dat gerief heb ik niet zonder moeite weten te bemachtigen. Daarbij ben ik op een bepaald moment, in de loop van zondag jongstleden, zelfs mijn reguliere bril kwijt gespeeld want moest in de donkere winkeltjes voortdurend wisselen met mijn zonnebril. Dus opnieuw naar al de plaatsen waar we geweest waren en uiteindelijk beschaamd het uiterst belangrijk kleinood op mijn kamer teruggevonden. Daar was ik in de tussentijd enkele malen gerief gaan afleveren en een nieuwe, geschiktere tas gaan ophalen. Dit soort verstrooidheid kan de bestuurder zich in dit verkeer niet permiteren. Ik heb al eens eerder in gedachten de vergelijking gemaakt met een oosters gevecht waarbij het geringste concentratieverlies je de duimen doet leggen.

Maar goed, fier als een gieter, gebogen over het gekochte rijstpapier, langharige Chinese penselen, inktstaafjes, stempelkussen...enz., kon ik gisterenavond van start gaan met mijn eerste uitprobeersels. Aanvankelijk schuchter en onhandig enkele vellen kostbaar papier verknoeiend, -we zullen dat als leergeld moeten beschouwen-, later gaandeweg met meer durf en zwier. Het was reeds een eind voorbij middernacht toen ik mijn eerste, redelijk geslaagde pogingen op de vloer van mijn kamer kon uitstallen. Alleen de rode stempel, bewijs van echtheid en voornaamheid want enkel toebehorend aan de artiest zelf, ontbrak nog want de hardhouten stempelhouder moest nog uitgesneden worden door de 'sculpteur'. Die stempelhouder zijn we dus vandaag gaan ophalen en het resultaat van de, met deze stempel afgewerkte Thu Phap bladeren mag volgens de monniken gezien worden.
Ik dien me echter nog verder te bekwamen en dat ga ik vanaf morgen, telkens na een uur mediteren, op dezelfde plaats trachten te leren, mijn eigen leraar en criticus daarbij spelend. Geen enkele monnik in de pagoda kan me daarbij van dienst zijn want niemand beheerst de kunst.
"Welke stijlrichting volg je?" vroeg Phap Chi. "De mijne." antwoordde ik hem, daarbij mijn nederigheid trachten te bewaren. "Ik ben artiest voldoende om mijn eigen stijl te ontwikkelen. Trouwens bij echte Thu Phap kan dat moeilijk anders want het is een gevolg van mijn meditatie en dient volkomen beheerst en natuurlijk aan te voelen." Niemand dient een volgeling te zijn, het komt erop neer je eigen boeddhanatuur te ontdekken, je met je ware centrum te verbinden en te aanvaarden wie jij bent. Ik weet dat ik het potentieel in mij heb om me tot een ware meester in deze edele kunst te ontplooien. Ik beschik zo ook over een sterk medium om mijn inzichten kenbaar te maken en door te geven. Wat ik vanaf nu ook sterk besef is dat ik tot de opvolgingslijn (lineage) van Thich Nath Hanh en Wu Wei behoor en dat zij mijn directe leermeesters zijn die me woordenloze boodschappen kunnen doorgeven. Wu Wei, die een goede vriend van Thay is (beiden behoren tot het Pure Land Buddhism) had mij al op deze weg gezet door mij, via zijn assistent, enkele tuben zwarte olieverf en wat penselen door te spelen toen ik in Maleisie was. Thay zelf is een groot liefhebber van Thu Phap maar ik kan daarin verder groeien dan hem.

Mijn werk als grootmeester in deze kunst kan me voldoende geld gaan opleveren om met mijn projecten van start te gaan. Stap voor stap, beginnend bij de onderste treden. Op termijn zal er echter meer nodig zijn maar ik zal kunnen rekenen op invloedrijke steun. Alles ligt nu in mijn handen, ik heb de keuze om me op de verdere weg te begeven of in verslavingen ten onder te gaan. Voorlopig dien ik Chung de nodige tijd te geven maar kan ik haar aantonen dat het mij menens is en dat ik haar kan helpen (en andersom) om haar vrij te maken van tenminste een van haar twee jobs. Slechts dan kan die onmenselijk uitputtende toestand een halt toegeroepen worden en kan zij klaar beginnen zien in haar, onze toekomst.
Het is Thay's wens om als bodhisattva-beschermer van de aarde, een centrum op te richten in Belgie en nog andere Europese landen. Hij weet dat zijn tijd begint te korten en zoekt zijn opvolging te verdelen over meerdere mensen. Ook de Dalai Lama spreekt erover dat zijn opvolging wel eens uit een groep mensen zou kunnen bestaan. Onze bekommernis over de mensheid, ons gevoel voor universele verantwoordelijkheid vraagt om dergelijke indringende veranderingen. Te starre tradities blokkeren, of tenminste stagneren, teveel en dat is, gezien de ernst van de huidige omstandigheden, zeer ongunstig. Echter niets mag overhaast gebeuren. Wie te snel wil lopen, riskeert te zullen struikelen.

Dat te snel willen vooruitgaan, dat ongeduldige, heeft de Vietnamese jongeren stevig in de greep. Het stoorde mij de laatste tijd dat ze bijzonder slecht kunnen luisteren. Ik moet mijn zaken steevast tot driemaal toe opnieuw uitleggen, ze daarbij bijna dwingen om rustig te luisteren. Terwijl ze met je bezig zijn, worden ze voortdurend onderbroken door andere ongeduldige jongeren en lenen ze zich daar ook toe. Door dit tekort aan respect en geduld ontstaan er vaak misverstanden en mistoestanden. In de pagoda kreeg ik echter de kans van Phap Chi om hem te assisteren bij zijn onderricht aan enkele universiteitsstudenten. Ik heb hen daarbij duidelijk kunnen uitleggen dat bidden tot en gunsten vragen aan de Boeddha of QuanAm (Quanyin in China, Kannon in Japan, de vrouwelijke tegenhanger van de Boeddha) tot niets dient want dat beiden slechts symbolen voorstellen en dat de verantwoordelijkheden in hun leven bij henzelf liggen. Phap Chi betoonde zich zichtbaar tevreden, tevens omdat een dergelijk onderricht in de Engelse taal nog andere voordelen met zich meebrengt. Ook voor hemzelf trouwens. Ik zie hem nog uitgroeien tot een heel groot leraar, in en buiten zijn land. Daar zijn niet alle monniken toe in staat.

Ik ben deze voormiddag terug begonnen met yoga en ChiGong. Dat was geleden van in Nilambe te Sri Lanka waar ik echter wel uitzonderlijk goede leermeester moet gehad hebben want ik verbaasde mezelf door mij er nog verscheidene oefeningen van te kunnen herinneren. Het resultaat is echter dat ik mij deze avond behoorlijk stijf voel over het gehele lichaam. Ik was domweg vergeten mijn spieren eerst op te warmen. Dat zal waarschijnlijk geen tweede maal gebeuren.
Ik ga nog wat rode stempels, gemaakt naar een eenvoudig eigen ontwerp, onder mijn schrijfsels zetten, even naar het wereldnieuws op CNN kijken en op tijd trachten te gaan slapen. Reeds weken slaap ik weinig meer dan drie tot vier uurtjes per nacht, voorlopig voldoende al voel ik toch dat ik daar niet onbeperkt mee ga blijven toekomen.  

zaterdag 25 juni 2011

Ik hou intens van de vrouw, koester zelfs de vrouwelijke kant in mezelf. In Nepal vertelde een van hen: "Geef je geld aan een vrouw, dan geef je geld aan een gezin. Geef je geld aan een man, dan geef je geld aan die man."
Ik bewonder diep dat zachte, dat verzorgende. Overal in Azie zie ik vrouwen koken, wassen, kuisen, opdienen, afruimen, werken, hun kinderen dragen en hun echtgenoot verdragen...Europese vrouwen, voel je a.u.b. niet gekwest. Jullie doen dat ook nog steeds, al zie ik bij de jongeren onder jullie deze fijne kwaliteit alsmaar meer vervangen worden door mannelijke brutaliteit en opeising van persoonlijke rechten. Vanzelfsprekend hebben vrouwen hun rechten. Dezelfde universele rechten van elk menselijk wezen. Vrouwen zijn gelijkwaardig aan mannen maar beiden zijn niet gelijksoortig. Je wezenlijk goede geaardheid verspillen in de valse hoop op deze wijze gerespecteerd te worden, mondt steevast uit in een devaluatie. Blijf sterk, blijf vrouw! Niet het fijngevoelig vrouwelijke zijn dient te emanciperen, het rationeel-egocentrisch mannelijk zijn dient te 'evrouwciperen'.
Beter nog zouden we mekaar aanvullen tot het prachtige symbool van de yin-yang cirkel, compleet met zwarte 'foetusbel' en witte stip tegenover de witte met zwarte stip

Het is de seksuele gedrevenheid, -energie zo je wil-, die van de man een jager maakt. En jagen op groot wild doen we reeds sinds de oertijd. Dat deden we altijd in groepsverband. Samen waren we sterk. Mannen houden van kameraadschap en zijn blij als ze de trofee, de homp vlees op de tafel kunnen presenteren. Ze bouwen graag het huis rond hun gezin en beschermen wat graag hun vrouw en kinderen, dit alles vlotjes als hun eigendom beschouwend. Voor de rest: handen af van mijn bezit, al verliezen sommigen nooit de 'goesting' in dat jagen. Wezenlijk zijn we allemaal 'voyeurs', uitzonderingen niet te na gesproken.
We houden van samen brallen en drinken. Alcoholisme is een typisch mannelijke aandoening.

Vrouwen voelen zich graag het object van de mannelijke begeerte. Ze weten, al dan niet bewust, dat hun lichamelijke schoonheid hun sterkste aantrekkingskracht is en blijven zich daarom voortdurend ongerust maken over hoe ze eruitzien. Sommigen gaan daarin zover dat ze zich uithongeren. Anorexia is een uiterst pijnlijk voorbeeld van vrouwelijk waandenken.
Vrouwen zijn veel individueler ingesteld, twee vrouwen aan dezelfde kookpot geeft gegarandeerd problemen. Terwijl de mannen de gemeenschap trachten te organiseren, doen zij dat met hun gezin. Hun kinderen komen daarbij, overigens zeer terecht, op de eerste plaats. Het gekende verhaal van Socrates en Xantipe, maar ook van Sakhyamuni en zijn vrouw (wiens naam ik momenteel niet uit mijn geheugen kan opdiepen).
Vrouwen zijn wezenlijk 'exhibitionisten', ook uitzonderingen niet te na gesproken.

Het wiel van Samsara blijft altijd doordraaien, somtijds oprechte liefde, somtijds in haat uitmondende zelfliefde genererend. Hier tussenin bevindt zich een heel scala van emoties, vertwijfelingen, angsten, onzekerheden en andere bitter-zoete gewaarwordingen. Of ik hier nog in wil meedraaien, is de grootste vraag die ik mezelf momenteel moet stellen.

Mijn reisje van DaNang naar Hue verliep geenszins vlekkeloos. Loze beloftes, misbegrepen boodschappen, winstbejag en tekort aan respect maakten dat ik mijn busticket dubbel heb moeten betalen, een nachtje langer in DaNang heb moeten doorbrengen, en mij uiteindelijk de meest ongunstige plaats op de slaapbus werd aangeboden. In het midden, helemaal achteraan. De meest smalle, de korste en de laagste slaapplaats. Ik kon mijn benen niet strekken, niet rechtzitten en zelfs niet bewegen zonder de slapende mensen naast mij te storen. Geen fris airco-briesje op deze plek, drie volle uren onderweg. Waarschijnlijk daarom de enige plaats die nog vrij was. Nergens in dit land, buiten DaNang, heeft men mij zo slecht behandeld. Het verhaal is veel langer maar ik bespaar jullie de details.

Toen Chung me gisterenavond onverwacht terug in de bar zag binnenkomen, vroeg ze naar de reden hiervoor. Ik vertelde haar het hele trieste verhaal maar ze luisterde slecht en verstond ook te weinig Engels zodat ze mij uiteindelijk de schuld gaf van mijn onfortuinlijkheid. Ik was ditmaal bij de onderhandeling over het ticket, en de niet gehouden beloftes hierover, op mijn punt blijven staan en eiste een correcte behandeling. Daar ze zich, omwille van de heersende werkomstandigheden en een chronische oververmoeidheid, niet in de mogelijkheid bevond om goed naar mij te luisteren, besloot ik haar een zoveelste notabriefje te overhandigen.
"I can understand that you try to defend your people. But you are with 87000000 and I am alone in a strange country that's not my homeplace. I need to defend myself."
Ze keek begripvol en beschaamd in mijn richting. 's Nachts, omstreeks 1u, zond ze mij een wanhopig klinkend berichtje. Geboren in een arme plattelandsfamilie, kan en wil ze van mij niets materieels meer aannemen. Ze weet dat ik het nodig heb om enige tijd mezelf af te zonderen tussen de bomen, lotusbloemen in de vijver en rondfladderende reuzevlinders in de pagoda. De echte reden om me daar steeds opnieuw naartoe te begeven is de rust, niet het stenen boeddhabeeld.
Ik wacht nu geduldig op haar vraag om mij weer te zien. Zo niet, ook goed.

Terug op mijn vertrouwde plek in Hue, werd ik bijzonder hartelijk ontvangen.
De ervaren, keiharde maar steevast correct handelende, vrouwelijke manager keek mij langdurig en recht in de ogen met een blik die ik nog maar zelden van een vrouw heb gekregen. Moet ik opletten voor vrouwen of voor mezelf?
Morgen dompel ik me opnieuw onder in een zelfgestuurde meditatiecursus. Vanaf nu ben ik mijn eigen leraar.

De jonge Finse bioloog (reisgenoot naar Hue City) vertelde mij dat ecologie niet zijn domein van interesse is. Hij wil zich specialiseren in het lab omtrent het commercieel nut van fruitvliegen. Ik vertelde hem over de gevaren van de geopende doos van Pandora die wereldwijd de bijen aan het vernietigen is. Zijn interesse was gewekt. Hij wist niet dat het financieel belang van universiteiten, die steevast een sterk antibioticum aanprijzen ter onderdrukking van de natuurlijke vijanden der bijen, aan de basis kan liggen van de uitdroging van ons voedselketen.
Hij beschikt over een uiterst beperkt reisbudget en kan slecht slapen door het overal aanwezige lawaai in Vietnam. Ik bood hem mijn oordopjes van bijenwas aan. Als je die tussen je handen opwarmt en in je oren stopt, nemen die de vorm van jouw lichaamsomstandigheden aan. Op mijn informatie over de gratis verblijfsmogelijkheid in boeddhistische pagodas reageerde hij heel positief. Ik ben echter niet in de gelegenheid gekomen om hem over mijn 'wonderdruppels' propolis (een sterke, want 30% concentratie van een bijproduct van honing) te spreken. Mogelijk het belangrijkste medicijn voor innerlijke en uiterlijke verwondingen op wereldreis.
De Belgische, vrouwelijke, imker die deze druppels aan mij verkocht heeft, wist me te melden dat dit bijenprobleem volkomen natuurlijk kan opgelost worden. Namelijk met Eucalyptus, een boom die in zowat iedere extreme omstandigheid kan overleven.
'Begrijpe wie begrijpen kan.'

Ik vertelde de bioloog over mijn vraag, destijds meermaals gesteld aan mijn leerlingen: " Ik heb in mijn ene hand een laptop, een spiksplinter nieuw exemplaar en meest recente uitvoering, in het andere een minuscuul zaadje van een eikenboom, goed voor honderden jaren zuurstoflevering en luchtverversing. Wat kies je?" Telkenmale koos 95% onder hen voor het eerste.
Hij knikte meewarig met het hoofd.
Zelfs al heb je je computer zelf aangeschaft, met je eigen centen betaald, dan nog heb je dit apparaat uiteindelijk ter beschikking gekregen. Want je hebt dat geld kunnen verdienen dankzij de mogelijkheden die jou zijn aangeboden. Je hebt mogen studeren of op een andere wijze je talenten kunnen ontwikkelen. Anderen hebben hun technologische kennis aangewend om die computer te kunnen ontwikkelen. De computer zelf bestaat uit bestanddelen die door de aarde zijn aangeleverd. Steeds verder doorredenerend komen we uiteindelijk bij de ultieme realiteit der dingen terecht. Bij de quarks of nog kleinere, nog niet ontdekte elementen (kalapas in boeddhistische terminologie).
De relatieve realiteit is dat die computer je vele mogelijkheden tot goed gebruik of misbruik kan aanbieden maar uiteindelijk niet kan functioneren zonder elektrische voeding. Binnen luttele jaren is het toestel gedateerd en zal dan het milieu vervuilen als overbodige ballast. Ook de eikenboom zal ooit verdwijnen, dat staat vast, maar het behoeft geen verdere uitleg hoe de waardenverhouding zich relateert.
Wanneer we vanuit boeddhistisch standpunt spreken over de 'onwetendheid' dan spreken we over het niet beseffen van de voorgenoemde achtergrond der dingen. We doen al te gemakkelijk onze dagelijkse zaakjes, denkend dat dit heel normaal en vanzelfsprekend is omdat iedereen zo doet. 'Together we are one' maar kuddegeest laat al de andere schapen mee de gracht in tuimelen wanneer het eerste schaap erin valt.

Drie jaren geleden stond ik tijdens mijn bezoek aan Plum Village op een bepaald moment zeer dicht bij Thich Nhat Hanh (tiknjataan). Toen, terwijl hij mij stilzwijgend recht in de ogen keek, heeft hij mij de opdracht gegeven naar zijn moederklooster, Tu Hieu Pagoda in Hue City, te gaan voor verdere ontplooiing.
Thay is klein en tenger van gestalte maar een groot mens. Een groot leraar en een bijzonder Vietnamees. Hoe kan ik anders dan ook van zijn zo geliefde land te houden?

woensdag 22 juni 2011

Af en toe een time-out nemen kan geen kwaad. Het heeft mij alleszins enige waardevolle inzichten bijgebracht. Want inzicht krijgen in een cultuur waarin je niet bent opgegroeid is niet makkelijk. Eergisteren ben ik, voor het eerst tijdens mijn verblijf in Azie, stevig kwaad geworden. Een relatief snel opwellende storm, een colere die stevige schade kan aanrichten, wellicht nog goed bekend bij mijn familieleden, vrienden, leerlingen...Diegenen die ik graag kon zien maar waardoor ik me, juist daarom, soms heel onbegrepen of gekwest kon voelen. Daarbij was steevast een te grote alcoholconsumptie de trigger, de 'brandversneller' of hetgeen het vuur alleszins meer verwoestend zijn werk liet doen. Na de afkoeling, de ontnuchtering, kwam meestal de bewustwording, gepaard gaande met diepe gevoelens van spijt en schaamte. Zelfs al had ik zeker niet altijd ongelijk, ik had het recht niet om ze dat met kwaadheid duidelijk te maken. Regelmatig kon ik mezelf echter ook betrappen op een verkeerde of te snelle interpretatie van de feiten. Ieder heeft zo zijn redenen om te zijn wie hij of zij is en om comform daarnaar te handelen. Het meest spijtige is dat ik door mijn kwaadheid uiteindelijk niet bereikte wat ik beoogde: mensen te helpen inzicht te krijgen.
Diegenen die me echt graag konden zien, hebben vaak veel geduld en begrip voor mij betoond en daar blijf ik ze dankbaar voor. Als was ze niet de persoon waarop mijn uitbarsting gericht was, ook Chung was in staat dit op te brengen.

Eenieder is op deze aarde geboren om te leren en te groeien. Daarbij krijgen we allen, zonder uitzondering, de omstandigheden die we karmisch verdienen en behoren we te accepteren wat we kregen en krijgen. In eerste instantie het feit dat we dit menselijk leven gekregen hebben van onze ouders. Verder kent dit een gradueel verloop tot in de kleinste 'dingen des levens'. Dit betekent niet dat we het recht ontzegd worden om onze omstandigheden te verbeteren maar wel dat aanvaarding daarbij een sterk instrument is. De hebzucht, meer willen dan je gegeven is, verdient of nodig hebt, mondt steevast uit in een stagnatie of zelfs verlies op langere termijn. Geen dwaas hersenspinsel maar een natuurwet die we allen kunnen ervaren indien we instaat zijn onze 'boeddhanatuur', onze wijsheid en mogelijkheid tot inzicht weten aan te spreken.

Ik gaf Chung een sobere, mooie en waardevolle halsketting als geschenk, echter na haar gevraagd te hebben of een dergelijk geschenk wel gepast was. Daar haar antwoord positief was, kon ik enigszins 'pijlen' naar haar gevoelens. Het is de, voor ons ongebruikelijke, gewoonte in Vietnam dat de juwelier een certificaat met omschrijving van materiaal en geldelijke waarde mee inpakt in het geschenk. Zo kan de vrouw inschatten hoeveel jij haar waard vindt. Ik had een wit-gouden snoertje gekocht  met een fris-blauw Topaaz steentje, omdat ik wist dat ze daar beeldig mee zou staan. Wat achteraf waarheid bleek. Maar Chung dacht dat het zilver betrof en dus zou kunnen verkleuren of huiduitslag teweegbrengen. Ik kon haar van het tegendeel overtuigen. Ze bleek heel eenvoudig blij dat een man haar mooi kan bevinden en droeg het sieraad vanaf toen dagelijks.

Enige avonden later zit ik in de gelegenheid waar ze 's avonds werkt een Thu Phap tekening te maken voor een collega-dienster die mij dat gevraagd had. Die wilde echter dat ik dit op een groter formaat tekenpapier dan waarover ik beschikte, zou maken. De bar, waar steevast de muziek te luid staat en de buitenlandse 'expats' zich graag luidruchtig dronken voeren en veel geld spenderen, is niet bepaald de plaats waar Chung graag werkt en ik graag vertoef. Voor haar een noodzaak, voor mij een plek waar ik al-dan-niet voor kan kiezen. De jonge Vietnamezen kijken er met lede ogen op toe hoe er sloten geld doorgesluisd worden maar nemen datzelfde geld tevens wat graag aan.
Mijn werkstukje groeide uit tot een van de mooiste dat ik tot dan toe gemaakt had.
De hebzucht van het jonge dametje stoorde me echter. Waarom was mijn tekening niet groot genoeg? Het was me in het verleden ook reeds meermaals overkomen dat mijn gratis uitgedeelde geschenkjes niet met al teveel respect in ontvangst genomen werden. Soms rolde men ze op, liet ze tussen de bierglazen rondslingeren, eentje draaide het om om als notitieblaadje te gebruiken tijdens een telefoongesprek. Ik bedacht me en besloot het haar niet zomaar mee te geven. Als zij voor alles geld kunnen vragen, kan ik dat ook.

Iets later vroeg Chung mij of ze vooralsnog het kettinkje kon inruilen voor een ander, niet duurder, exemplaar. Toen ze bemerkte dat ik dat eigenlijk helemaal niet nodig vond, slikte ze haar vraag ogenblikkelijk terug in. "Als jij het mooi vindt dan is dat goed voor mij."

De Vietnamese dertiger naast mij aan de toog, de broer van de eigenares en werkend voor een groot bedrijf, vroeg me of ik een logo daarvoor kan ontwerpen. Ik knikte instemmend met de vraag hoeveel hem dat waard is. Zijn antwoord, vergezeld van een verwonderde blik dat ik zulks durfde vragen, was: "Ten dollar." Onderwijl was de storm in mij flink op gang getrokken. Ik antwoordde geagiteerd: "No way. At least 100 dollar, normaly 1000." Dat laatste stevig overdreven om een statement te maken.
Zijn interesse verdween als sneeuw onder de zon.

Toen ik omstreeks 11pm naar mijn hotel wilde keren en de jonge Phuong mij vrijpostig om 'haar' tekening vroeg, ontbond de tyfoon al haar duivelse krachten. Ik nam de tekening uit mijn rugzak, scheurde ze middendoor en liet ze, bij het overhandigen hiervan, ongewild op de grond vallen.
"Why?" vroeg ze me met een mengeling van verbaasdheid en verschrikking in de ogen. "Think about that, think!" schreeuwde ik haar toe. De hele entourage van de bar met verstomming achterlatend, verdween ik in de nacht. Ik wilde de jonge Vietnamezen een lesje leren maar dat liep helemaal verkeerd vanwege mijn tekort aan inzicht en beheersing. De grootste les was voor mezelf bedoeld. Met kwaadheid bereik je niets, al zeker niet in Azie.

Vandaag besefte ik dat mijn kwaadheid en teleurstelling eigenlijk, onterecht, op Chung gericht was maar dat ik Phuong als pispaal had gebruikt.

Uiteraard confronteerde Chung me de volgende dag met deze kwaadheid. De gehele staf van de bar begreep terecht een dergelijk gedrag niet van een boeddhist, bovendien iemand die ze tot dan graag mochten. Ze kon echter begrip opbrengen voor mijn argumentatie en spijt. Vooraleer ik vandaag pas besefte dat mijn werkelijke teleurstelling op haar gericht was, moet zij dat toen reeds beseft hebben. Ik herinner mij haar lichaamstaal, die ik kon opmerken maar nog niet dadelijk interpreteren. Wat ik wel kon beseffen tijdens dat gesprek is dat ze leeft en denkt als een boeddhiste. "De Boeddha vind je niet in een pagoda maar in je hart" zei ze me zachtjes. Heb ik mijn ware leermeester gevonden?
We leren voortdurend van mekaar en ik denk dat ik me gerust als een eindeloze beginner mag beschouwen.
Ik vertelde over mijn 26 jaren als leraar temidden moeilijke jongeren. Dat ik vaak geen andere uitweg zag dan het gebruik van deze kwaadheid om gehoord te kunnen worden. In Azie is dit ongekend en ze gaf warm toe dat ze dit kon begrijpen.Wat ze echter nog niet duidelijk ziet, is dat wanneer het op de diepe gevoelens van het hart aankomt, er weinig tot geen culturele verschillen tussen de continenten bestaan. Wat verschilt zijn de gebruiken, gewoontes, wijze van opvoeden, de mode, het voedsel... Liefde, mededogen en wijsheid zijn universeel en worden overal hetzelfde ervaren.

In de Aziatische cultuur betekent gezichtsverlies (de publieke vernedering of belediging) een afschuwelijk iets. Maar hier wordt zeker niet minder 'geroddeld', integendeel, daarvoor leeft men te dicht met en op mekaar. Privacy is praktisch onmogelijk. Ik denk dat Chung's gereserveerdheid en gekwestheid hiermee te maken heeft. Maar doe nooit een ander aan wat je zelf ook niet wil aangedaan worden. Tijdens mijn 15 maanden in dit continent zie ik (= niet gelijk aan ervaar ik) al te dikwijls dezelfde beledigingen tegenover westerlingen. Gisteren, tijdens mijn wat verdwaasde zoektocht naar een eetgelegenheid (ik wilde niet naar de plaatsen waar Chung werkt en het voedsel vegetarisch en zeer degelijk is), heb ik dit 'aan den lijve' mogen ondervinden. Na drie mislukte pogingen had ik uiteindelijk een restaurant gevonden waar ze nog eten opdienden. Maar in de chique gelegenheid kon ik enkel gebraden kip verkrijgen. Uiteindelijk bediend, bleken het enkele schaarse stukjes vel en bot uit de vuilnisemmer. Een regelrechte, oneetbare en hygienisch onverantwoorde ramp. Niet meer dan hondenvoer voor veel geld. Opnieuw werd ik zeer kwaad want vond dit een belediging aan mijn adres. Zijn westerlingen slechts honden met een dikke portefeuille? Ik kon mijn neiging om mijn bord op de grond te werpen nog net bedwingen.
Hoe we de dingen aanvoelen is hetzelfde, hoe we erop reageren kan verschillen.

Daar ikzelf liever geen voet meer binnenzet in de Bamboe2-bar heb ik Chung gevraagd mijn gevoelens van spijt over te maken aan Phuong, daarbij belovend een nieuwe tekening te zullen maken. Ik denk dat deze les een beter effect kan opleveren.

Ik heb gisteren en vandaag geleefd in mijn kleine hotelkamer en deze enkel verlaten om te gaan eten. Ik ben te weten gekomen dat Chung vandaag een uitzonderlijke vrije dag heeft weten te bekomen. Ik ben er niet kwaad over dat ze me, tot laat deze avond nog niets heeft laten horen. Ze zal daar haar goede redenen voor hebben, vermoedelijk is ze haar ouders, broers en zussen gaan opzoeken. Voor zover ik dit kan interpreteren, sukkelt haar 70-jarige moeder met een vergevorderde glaucoom en haar 80-jarige vader met zijn hart. Het siert haar dat ze in de eerste plaats aan hun en niet aan haar eigenbelang denkt. Maar voor de rest weet ik niet wat ik moet denken. Wil ze mij testen? Verdien ik haar liefde niet? Verdien ik uberhaupt niet om graag gezien en gemist te worden?
Het stemt me bijzonder ongerust en droevig dat ik reeds sinds geruime tijd nog iets van familie en vrienden heb gehoord, op het bericht van Gust na. Mijn mails naar ex-vrouw en kinderen blijven onbeantwoord. Wellicht hebben die het te druk met het stressvolle bestaan en heb ik allesbehalve recht op zelfmedelijden. Per slot van rekening ben ik degene die het thuisland heb verlaten maar dat betekent geenszins dat ik mijn dierbaren uit het hart heb gesloten. Ik hoop ook dat er geen afgunst in het spel is, het leven van een thuisloze reiziger is evenmin vrij van eenzaamheid en dagelijkse zorgen. Wanneer ik positief schrijf op deze blog is dat ook omdat ik niet wens dat men zich zorgen over mij maakt.
Het leven is voor iedereen, wanneer en waar ook op deze aarde, een afwisselend gebeuren tussen dukkha en sukha, tussen lijden en geluk.
Met een tablet zwarte chocolade van Duc d'O uit Kruibeke bij de hand schrijf ik dit artikel vanuit mijn bed. Daarin heb ik het grootste gedeelte van de dag doorgebracht want ik was dringend aan rust en bezinning toe. Een dergelijk intens leven, bovendien in het centrum van een bedrijvige stad, kan een mens langzaam slopen. Ik voel me ook enigszins verdrietig omdat Chung meer tijd aan mij vraagt om haar liefde te laten rijpen en ik die tijd daar eigenlijk niet lang meer voor heb. Binnen 24 dagen verloopt mijn visum en ik wil enige zekerheid vooraleer een verlenging aan te vragen. Ik begrijp echter haar vraag, vind ze zelfs wijs en van respect getuigen. Ze wil graag dat ik in Vietnam en dicht bij haar blijf maar ik voel me een beetje gekooid en verwijderd van een meer natuurlijke omgeving. De nodige beslissingen die we dienen te overwegen zijn complex en doorslaggevend. Voor geen van beide een eenvoudige zaak. Ik heb haar voorgesteld om enige tijd wat afstand te nemen en haar enkele dagen niet meer op te zoeken. Zij gunt me alles wat mij gelukkig stemt maar hoopt op niet langer dan een week verwijdering. Ze heeft me vandaag al tweemaal een bericht gestuurd en eenmaal opgebeld want is bezorgd dat ik me omwille van haar vraag ongelukkig zou voelen en verwaarlozen.
Ik ken de achterliggende reden van haar nog steeds gekwetste hart niet maar heb het vermoeden dat dit veel kan verduidelijken en begrijpbaar maken. Geduld is een mooie deugd die ik nog altijd dien te beoefenen.
Chung stelde voor dat ik vandaag naar het strand zou gaan, een plek waar zij graag eens gaat uitwaaien als ze zich beladen voelt. Maar dat zag ik niet zitten want daar heb ik tijdens mijn vorige bezoek teveel beladen geschiedenis gevoeld. Het is op deze plaats, in DaNang, dat de eerste Amerikaanse troepen bij de aanvang van de oorlog zijn ontscheept. Dit brengt de herinneringen aan mijn recente motortrip weer op gang.

De zesdaagse rondreis had vanaf het begin een groot 'Bende van Wim' gehalte. Maar gaandeweg kwam daar steeds meer een 'In de schaduw van het kruis' gehalte bovenop. We hebben verschillende plaatsen aangedaan waar een meer moderne versie van de westerse kruistochten soortgelijke wreedheden heeft aangericht. 'Hamburger Hill', de door de Amerikanen uiterst cynisch benoemde heuvel waar  B-52 bommenwerpers een waar bloedbad hebben veroorzaakt, is daar een goed voorbeeld van. We hebben een Kotu familie bezocht, een van de vele etnische minderheden in Centraal-Vietnam, waarvan de middelste dochter van 20 zwaar mentaal achtergesteld is vanwege een genetische afwijking, veroorzaakt door Agent Orange. Onze tocht bracht ons verder langs een militaire vlieghaven waar de Amerikanen zelf de grootste verliezen hebben geleden, de strategisch zeer belangrijke 'road number 9', 'Rock-Pie Hill' een helicopterbasis van de Vietcong die volledig platgebombardeerd is, het bijzonder indrukwekkende Thuong Son Semetery waar elke belangrijke stad van het Noorden zijn aparte begraafplaats heeft (ik maakte hier de vergelijking met Ieper)... De tunnels van Vinh Moc vormen op zichzelf een apart verhaal van moed, doorzettingsvermogen en groepsgeest. We zijn diep onder de grond afgedaald en bezochten o.a. de plek waar vrouwen bevielen. Er zijn 17 kinderen ondergronds geboren in dit met de handen uitgegraven complex van ongeveer 40km lang. En dat is nog maar een gedeelte van de meer dan 1000km in totaal. Meer dan een half miljoen ton bommen en artillerie munitie volstond niet om het terug naar het Stenen Tijdperk te brengen. Ik had de volgende dagen last van pijn in mijn beenspieren vanwege ongeveer een uur gebogen rond te sluipen maar wilde daar geenszins over klagen.

Maar uiteraard hebben we ook mooie, boeiende en aangename zaken gezien en beleefd. Tien was goed gezelschap en we hebben menig fijn gesprekje gevoerd.
De tocht door de bergen leverde adembenemende vergezichten op en de immense grotten van Phuong Nha behoren waarschijnlijk tot de mooiste ter wereld.
De hotels waren van een meer dan behoorlijke kwaliteit en ik blijf bijzondere herinneringen overhouden aan de volle maan boven de Zuid-Chinese zee, gezien vanop het terras van mijn hotelkamer aan Cua Tung Beach.
De laatste dag van de trip kocht Tien een sticker met de Vietnamese Vlag en kleefde die op mijn helm met de woorden "Vanaf nu ben jij ook een Vietnamees."

Ik wil dit beknopte verslag afsluiten met een merkwaardig en waargebeurd verhaal dat meer in zich houdt dan de woorden kunnen vertellen.
Een Vietcongcommando lag zo zwaar onder vijandelijk vuur dat het de aftocht moest blazen. Een soldaat was echter te ziek door malaria zodat ze hem noodgedwongen moesten achterlaten in een hangmat, inderhaast opgehangen tussen twee jonge bomen. Vele jaren na de oorlog kreeg een van zijn vrienden zoveel last van wroeging dat hij terug naar de bewuste plaats wilde om te achterhalen wat er met de man verder gebeurd was. Niemand uit de streek kon hem daar echter bij helpen. Bij zijn laatste, radeloze bezoek aan de exacte plaats van gebeuren richtte hij zijn blik naar de hemel en bemerkte plots een hangmat, hoog in de bomen. Het skelet lag er nog in. De bomen, ondertussen volwassen exemplaren geworden, hadden de dode man letterlijk maar zachtjesaan van de aarde weggevoerd.

zondag 19 juni 2011

Mogelijk zou ik er beter nog even het zwijgen toe houden maar, net als de Dalai Lama  openhartig bekent, ligt mijn hart op het puntje van mijn tong. Het zat er al lang aan te komen, -de kroniek van een aangekondigde geschiedenis-, maar een van de belangrijkste betekenissen van mijn lange Aziatische rondreis was mijn weg te vinden naar een vrouw. Dit wist ik niet noch zocht ik op voorhand op. Ik dacht eerder dat het mijn roeping was om een boeddhistisch monnik te worden en had het bijgevolg meermaals knap lastig met mijn gevoelsleven als romantisch artiest. Ik schreef eerder: "Van A naar B. Van artiest naar boeddhist." Het wordt allicht beter geformuleerd als "Van A en B. Van artiest en boeddhist." Dit betekent weinig meer dan twee etiketten maar het komt dicht bij wat ik wezenlijk ben of wil zijn.

Via enkele zijwegeltjes en na het ontdekken van mijn liefde voor Vietnam en zijn bevolking, bracht mijn pad me weer naar mijn vroegere 'Sqwaw', mijn zo geliefde American Native Woman. De laatste woorden van een voormalig wijze 'chief' waren geen loze fantazieen. Volgens hem was de hebzuchtige blanke man in staat zijn volk met de wapens uit te roeien maar zou onze oprechte geest steeds vredevol weerkeren. Tot uiteindelijk ieder menselijk wezen zich respectvol kan verbinden met de oerenergie. Omstreeks 600 jaar na Christus voorspelde de belangrijke
Tibetaanse monnik en leraar, Padmasambhava (Guru Rimpoche), dat wanneer de metalen vogel zal vliegen boven de aarde, de geest van de Boeddha zal weerkeren naar het land van de rode man. Een goed verstaander kan deze zaken connecteren.

Minh Chung is een goedhartige, wat verlegen en onzelfzekere vrouw van 30. Ze heeft een tweetal teleurstellende romantische ervaringen achter de rug, werkt zeven dagen op zeven 15 uren per dag om haar grote familie mee te onderhouden, voelt zich constant oververmoeid en eenzaam. Ze wordt bijzonder gewaardeerd in haar omgeving omwille van haar zachtmoedig en eenvoudig karakter maar ziet zichzelf als een treurige en onaantrekkelijke vrouw. Wat ze allesbehalve is. Toegegeven, het is niet de absoluut mooiste dame van het land maar voor mij alleszins, op elk denkbaar innerlijk en uiterlijk gebied, een grote en nobele vrouw.
Het hart van een Vietnamese verover je echter niet zomaar. De heersende cultuur is allesbehalve zo direct (of spontaan, -lees brutaal somtijds-) als in het Westen en  vraagt bijgevolg tijd, geduld en subtiele diplomatie. Mijn vriend Le Tien bleek andermaal de juiste persoon. Gedurende onze gezamenlijke trip heeft hij haar regelmatig 'gebriefd'. Somtijds moeilijk te aanvaarden voor een westers man die geen inmenging wenst in zijn romantische veroveringen, maar hier een doodgewone aangelegenheid.

Bij mijn terugkomst in DaNang, een dag vroeger dan gepland, liet ze mij fijn voelen dat ze me gemist had. Mijn..., ons pril en puur levensavontuur groeit sindsdien elke dag, elk moment. Ik zie haar zo graag dat ik het nodige respect en geduld kan opbrengen om haar vooralsnog niet echt aan te raken. Ze wordt er met de dag zichtbaar mooier en meer zelfzeker door. Enkele fijne attenties verrichtten wonderen. Haar vertrouwen in mij wordt groter en ik zie de lichtjes in haar ogen opspringen wanneer ik binnenkom.
Ik heb vandaag enkele uitvergrote foto's, die ik (na enig aandringen) van haar had genomen, laten inscannen, uitprinten en lamineren opdat ze zou kunnen zien welk een prachtvrouw ze in feite is. Spijtig maar ik kan jullie niet laten zien hoe blij ze daarmee was. Ze verloor zelfs haar schroom om openlijk uit te komen voor onze wederzijdse gevoelens en liet haar collega's met een guitige lach meedelen in haar vreugde.
Mogelijk kan je haar binnenkort ook bewonderen op deze blog, tenminste als het mij lukt om de juiste technologische assistentie te vinden. Echter alles wat de juiste waardes in zich draagt, kan bewaarheid worden.

Ik wil en zal geenszins mijn voorgenomen, toekomstige taak in mijn geboorteland uit het oog verliezen. Ik heb echter dikwijls aangevoeld dat ik daarbij de steun van een liefhebbende en loyale vrouw nodig zal hebben. Ze hoeft daarbij, zoals ik eerder dacht, geen beslagen 'boeddhiste' te zijn. De kracht van haar liefde voor mij en andersom is ruimschoots voldoende om de nodige energie te genereren. Vietnamese vrouwen staan bekend om hun bijzondere trouwhartigheid.
Ik weet ook wel dat ik het mezelf hiermee niet eenvoudiger maak. Maar als ik mij gelukkig voel, kan ik een berg uit de 'Himalayas' verzetten. Uiteindelijk zal ik tot mijn laatste adem moeten werken. Goed en normaal. Als uitvoerder van een betaalde job kan je op pensioen gaan, als artiest ben je geboren en sterf je. Auguste Renoir bleef schilderen, zelfs wanneer zijn handen en vingers totaal misvormd werden vanwege rheuma. Hij bond het penseel met een stuk touw eenvoudigweg rond zijn rechterpols. Je kan dit merken aan zijn latere schilderijen.
Het stemt mij bijzonder tevreden uiteindelijk in staat te worden gesteld om het nodige te verdienen met mijn gekregen talenten. Gisterenavond, toen ik in de Bamboe2-bar aan de toog stond te tekenen, kreeg ik vele complimenten. De Australische man naast mij vroeg me hoeveel het hem zou kunnen kosten om een ingekaderd werk van mij aan te schaffen. Ik heb hem daarop niet exact geantwoord maar besloot om vanaf dan inderdaad geld aan te nemen voor mijn artistieke prestaties.
Zowel Chung als ikzelf weten dat haar toekomst er enkel beter kan gaan uitzien indien ze een van haar beide jobs kan opgeven. Met het geld dat ik op deze wijze kan verdienen, wordt het mogelijk haar dit aan te bieden zonder haar af te snijden van de verantwoordelijkheid die zij altijd zal blijven voelen voor haar familie. Een terechte en waardevolle verantwoordelijkheid van een Vietnamese. In tegenstelling tot wat een andere Austalier beweerde, waarmee ik deze namiddag een gesprek voerde, heb ik daar geen enkel probleem mee.
Chung kan goed koken en droomt ervan om een eigen restaurantje te openen. Ik zou daar eventueel ook enkele Belgische specialiteiten kunnen aanbieden. Verre toekomstdromen maar niet onmogelijk. Uiteindelijk zouden we tijdens de zomermaanden in Belgie kunnen verblijven en tijdens de koude periode in Vietnam, mijn tweede thuis.
Op 10/7 kan zij haar contract verbreken in de Bamboe2-bar zonder verlies van salaris. Dan wil ze 's avonds terug gaan studeren aan de universiteit om beter Engels te leren spreken. Voorlopig deel ik mijn laptop met haar en zij haar vertaal-noteboekje met mij. Allemaal heel ongedwongen en soepel verlopend. Zij wil graag financieel zo onafhankelijk als mogelijk van mij blijven en ik heb geenszins de indruk dat ze van mij wil profiteren. Ik ben momenteel wel beter geplaatst om haar te helpen dan zij mij. 'So what?' Ik mag haar liefde verdienen.
   

                       LOVE IS A VERB.
                       NOT THE INSTANDLY
                       'FALLING IN LOVE'
                       THAT CAN FINISH AS QUICKLEY
                       AS IT CAME.
                       REAL LOVE MEANS
                       OPENING THE HEART SLOWLY
                       UNTIL IT CAN BLOOM
                       TOTALY.
                       LIKE A LOTUSFLOWER.
                                                                    Ivo'11  


                       AT THE END THERE IS ONLY
                       ONE ART VALUABLE.
                       THE ART OF LIVING.
                       OF BRINGING HAPPINESS.
                                                                     Ivo'11

Ik voel me heel gelukkig en wil dat gevoel delen met en toewensen aan eenieder, in het bijzonder met en aan mijn zoon Jerpe, wiens verjaardag het vandaag is.
Ik ben er mij wel van bewust somtijds te impulsief te reageren. Ik interfereer graag en vlot met de dingen zoals ze zich in het steeds veranderende leven moment per moment aandienen, daarbij vertrouwend op mijn intuitie die me zelden bedriegt. Ik zou echter wel mijn wijsheid moeten bewaren en de daden aan mijn inzichten moeten leren koppelen. Wei wu wei, handelen door het niet-handelen. Een basisgegeven dat ik goed kan begrijpen uit het Taoisme maar dat ik meer moet leren integreren in mijn leven. Leren stoppen, stilstaan en wachten. Shamatha-meditatie is specifiek gericht op het leren bewust ademen en tot stilstand brengen van het onrustige denken. De adem laat de levensenergie in ons door- en rondstromen en wordt daarom gezien als de drager van de geest. Als de adem stopt, eindigt het leven. Maar het roken maakt mijn ademhaling te oppervlakkig en verbrandt mijn energie.
Ik besluit om voor enige tijd weer naar de Tu Hieu Pagoda te trekken en mij onder te dompelen in een intensieve, zelfgestuurde meditatietraining. Zo kan ik tevens Chung wat ruimte en tijd geven want ik voel dat ik haar overweldig met mijn liefde. De gepassioneerde artiest in mij... Ik besef dat ze bang is mijn liefde niet op dezelfde wijze te kunnen beantwoorden en mij daardoor pijn te doen. Voor mij mag ze me gewoon graag zien zoals zij daartoe in staat is maar een Vietnamese, eenmaal het hart geopend, wil zich onverwijld geven. Ik wil deze prachtige lotusbloem de tijd geven om rustig open te bloeien tot haar volle schoonheid.
Ik dien geleerd te hebben uit de fouten, gemaakt in mijn verbroken huwelijk.
In het Nilambe Meditation Centre in Sri Lanka heb ik voldoende basistechnieken van yoga en ChiGong geleerd om ook die draad weer op te rapen.

zaterdag 18 juni 2011

Ik ben deze late namiddag terug aangekomen in DaNang na een zesdaagse tocht met een 'Easy Rider Motorbike' doorheen Centraal-en Noord-Vietnam. Ik voel me stevig moe en stijf (met behoorlijk pijnlijke billen) maar uiterst voldaan en zo vol van alle opgedane impressies en emoties dat ik daar momenteel weinig kan over schrijven.
Gelukkig heb ik dagelijks beknopte aanmerkingen gemaakt in mijn notaboekje want in de relatief tot zeer afgelegen streken waardoorheen we passeerden bestond er geen mogelijkheid om op internet te gaan. Ik zal dit later op deze blog proberen te verwerken, tesamen met de meer dan 100 foto's die ik kon maken met de camera die mijn bestuurder mij vrijgevig ter beschikking stelde. Wat ik je al kan verklappen, is dat een van de mooiste foto's genomen is in de houten barak van een etnische Paco-familie met 10 kinderen. Ze hadden nog nooit een fototoestel gezien. Nooit in dit leven zal ik het warme lijfje en guitige lach vergeten van een van de kindjes op mijn schoot.

Hetgeen ik gezien, beleefd en geleerd heb, is stof voldoende om een apart boek over te schrijven. Dit mooie land met zijn vriendelijke, gracieuze, nobele en elegante bevolking en cultuur heeft zoveel te bieden maar heeft tevens een tragische geschiedenis van immens bloedvergieten, burgeroorlog en bezettingen door buitenlandse grootmachten achter de rug. En dat verhaal is nog niet aan een eindpunt toe.
Het zal nog een lange tijd vragen om dit alles te boven te komen, er zand over te strooien en bijgevolg te leren vergeven en aanvaarden. Ik hoop en wens alleszins het beste want begin Vietnam steeds meer als mijn tweede thuis te beschouwen. Een wat vreemde samenloop van omstandigheden die enkele jaren geleden een aanvang nam in het Zuid-Franse 'Plum Village' van Thich Nhat Hanh.

Le Tien, die mij bijzonder professioneel en fijngevoelig 'gegidsd' heeft doorheen de slordige 1000 km die we hebben afgetufd -vaak in een temperatuur die gevaarlijk dicht tegen de 40 graden aanleunde- heeft me een zo veelzijdig als mogelijk beeld aangeboden en is een ware vriend geworden. We leefden noodgedwongen dicht op mekaars neus maar dat heeft nooit een probleem gevormd. Ik liet me door hem meedrijven, zonder verzet wanneer zijn machine heel schuin door de slingerende bergroutes scheurde. Ik leer steeds meer angsten te overwinnen en dat stelt me instaat om dromen waar te maken.
Angst is een heel slecht raadgever want bevoegd om ons te beletten het ware leven te lijden. Zij kan jonge mensen vroegtijdig oud maken en oudere mensen dood voordat ze sterven.
Ik wil het over de daken van de mensen hun huizen schreeuwen: "Leef mensen! Leef dit wonderlijke bestaan. Laat je niet ketenen door de aasgieren en haaien onder ons die zich enkel -tevens uit onwetendheid- willen verrijken op jouw kap. Ze hebben je weinig meer te bieden dan wat onbevredigende materie die je nooit kan meenemen over de grenzen van dit korte, tijdelijke bestaan. Deel de rijkdom van je warm hart met de anderen. Je krijgt er zoveel voor terug".

vrijdag 10 juni 2011

Tekeningen Westmalle

Zoals de aandachtige lezer zich kan herinneren, ben ik voor een korte periode naar Belgie weergekeerd. Geen gemakkelijke tijd. Ik behoef daar niet opnieuw over te schrijven. 

Graag wil ik echter beeldend getuigen van mijn bijzonder aangename tijd in het klooster van Westmalle, mijn tweede thuis in het vaderland geworden. 





Tekeningen Thailand, Laos en Maleisie

Tijd om mijn lange schrijfsels eens op te vrolijken met wat beeldmateriaal. Ward, mijn oudste zoon en nog steeds op pad, was zo vriendelijk om enkele van mijn illustraties op deze blog te zetten. Hij heeft ze netjes gegroepeerd. Ik ga ze, op zijn aanraden, niet allemaal meteen publiceren. Maar het is onmogelijk voor mij om bij deze tekeningen commentaar te schrijven. Woorden zijn slechts woorden en tekeningen vormen een ander verhaal. Let wel, het betreft hier foto's van copieen en er is dus aanzienlijk kwaliteitsverschil met de originelen. Wat maakt het uit?






Ik heb de gewoonte om na het opstaan 's morgens mijn mail na te kijken en was blij eentje van mijn goede vriend Gust aan te treffen. Het is de langste vriendschap in mijn leven (want ongeveer 34 jaren oud), kende zo zijn normale 'ups and downs' maar kan best mee tot het eind van onze dagen. Ik heb hem altijd beschouwd als de broer die ik niet als bloedverwant heb gekregen.
Het was een fijne mail maar het spijt me dat ik blijkbaar mijn aspiraties als boeddhist nog niet helder heb duidelijk gemaakt. Er zijn nog zoveel mensen, tevens in Azie, die denken dat boeddhisme een religie is. Het is een herhaling maar laat het duidelijk wezen dat wij niet in een God geloven en de Boeddha zichzelf als een mens beschouwde. Daar draait het hem juist om: indien hij dit niet was, zouden zijn leringen tot bevrijding van het lijden onbereikbaar blijven voor ons, de gewone stervelingen. Wedergeboorte (niet reincarnatie, een foute terminologie) heeft niets te maken met dezelfde persoon die zou wederkeren. An-atta of Anatman, een van de drie kenmerken waarmee het boeddhisme alle fenomenen omschrijft, betekent juist 'geen ziel of iets substantieels hebbend'. Dood is dood, alle verschijnselen kennen een begin en dus een eind.
Al beseft de doorsnee westerse wetenschapper dit niet ten volle, het boeddhisme heeft zoveel meer bindingen met de wetenschap dan met eender welke religie (cfr de quantum mechanica). In het Westen, met ons Grieks-Romeins denken als culturele achtergrond en het Christendom als aanbrenger van morele waardes, kunnen we ons bijzonder slecht een beeld vormen van de diep-filosofische denkwijze der oude Indiers. We leren op school enkel over onze eigen geschiedenis en denken dat die de belangrijkste ter wereld is. Spijtig want kortzichtig maar, wat heb ik te verwijten?
Overal in Azie weet het gewone volk ook niet beter. Voor hen is het eveneens 'Du Ut Des': vragen naar gunsten aan iets dat ze buiten zichzelf beschouwen en dus zoveel groter en machtiger dan henzelf aanzien. Afgoderij blijkt in onze voorouderlijke geaardheid ingebakken. Het is niet aan mij om hun duidelijk te maken dat dit geen boeddhisme is. Bovendien is het eigenlijk onmogelijk om met woorden uit te leggen hoe je de schijnbare tegenstellingen uit de Hart Suttra, een van de belangrijkste van de leer, moet begrijpen. Onze beperkte verstandsfuncties kunnen dit niet aan, daar heb je een veel dieper inzicht voor nodig.
Mogelijk heb ik een stommiteit begaan met over een van mijn niet-zintuiglijke waarnemingen te schrijven maar ik wil dat nog steeds niet 'delete-en'. Het is te belangrijk voor mij, ik schrijf ook om zogenaamd therapeutische redenen. Om aan mezelf te blijven werken. Het uiterst langzaam verlopend proces van innerlijke transformatie behoeft constante herhalingen en herlezingen. Zo leert een kind met vallen en opstaan, steeds opnieuw proberend tot het uiteindelijk lukt. Het best van al zou ik overal om me heen mijn en andere uitspraken hangen. Zo kunnen ze insijpelen als het zacht-harde water.

Af en toe ontmoet ik mensen die weinig woorden nodig hebben om te begrijpen. Het contact vandaag met Thanh Huong was weerom eentje om in te kaderen. Hem kan ik beschouwen als mijn grootste spirituele vriend. Hij beheerst de kunst om mij uiterst op mijn gemak te stellen, onmiddellijk te begrijpen en gevat te antwoorden. Zoals ik reeds kon veronderstellen, beschikt zijn relatief kleine klooster niet over de accomodatie om mij dagdagelijks te huisvesten. Geen erg. Thich Thanh Huong moet ik hem feitelijk noemen want hij heeft een veel hogere status dan hij mij ooit liet vermoeden. Hij is de derde in de kloosterrangorde, na de abt, en een gewaardeerd figuur in de Sangha.
Ik confronteerde hem openhartig met mijn recente, seksueel-energetische spanningen. "So have I, so has every monk." antwoordde hij gevat. "Je kan deze volkomen natuurlijke gegevenheid niet met de ogen gesloten onderdrukken. Wanneer je een stevige steen langdurig en hard op het gras drukt, zal dit toch blijven groeien. Het is deze energie die ons tevens in staat stelt om te mediteren en het is heel goed dat je daar bewust mee bezig bent."
Hij heeft mij danig geholpen. Ik zie hem heel graag en denk dat dat wederzijds is.

Met Le Tien groeit er weer een anderssoortige vriendschap. Hij had me vandaag belangeloos gebracht naar en opgehaald van het Bo De klooster. Mijn meerdaagse rondreis, achterop zijn motor, krijgt nu gelegenheid en vorm. Hij werkt zeer professioneel en bood mij een contract aan. Alles is netjes op voorhand geregeld en ik ben zelfs als passagier verzekerd. Tien maakt deel uit van de organisatie 'Asian Star Corporation Easyriders Vietnam'. Ook hij is een vader van vier kinderen en bijgevolg hebben we gespreksstof te over. Zondagochtend vertrekken we op avontuur.  

Twee Koreaanse mannen vroegen de toestemming om een foto te maken van mijn kalligrafische tekening. "You are a great artist sir. Where are you from?" Toen ik Belgie antwoordde, zeiden ze prompt "Oh, yes". We staan bekend voor ons tekentalent. Daar ben ik slechts een bescheiden voorbeeldje van. Hou liever Senne, mijn jongste zoon in het oog.
Laat deze avond kon ik de manager van dienst, een jonge Vietnamese die afstudeert als bachelor English, nog helpen bij het maken van haar scriptie. Het onderwerp was "The importance of teamwork". Hopla.

woensdag 8 juni 2011

Ik moet absoluut afleren van te snel en te emotioneel besluiten te trekken want mijn dag van vandaag in DaNang verliep al heel wat aangenamer. Niet dat ik speciale dingen ben gaan bezichtigen maar ik heb fijne contacten gehad met verscheidene (en tevens onderling verschillende) mensen uit mijn omgeving. Ik had een betere nachtrust achter de rug en dat scheelt.
Aanvankelijk had ik gepland om me naar het zogenaamde China Beach te laten voeren maar het was gedurende de dag bloedheet. Stralend blauwe hemel zonder een wolkje te bespeuren en bijgevolg vonden zelfs de Vietnamezen het nog warmer dan gisteren. Volgens hen kon ik beter met die uitstap wachten tot in de vooravond. Ik ben niet bepaald een strandtoerist maar wil toch eens vertoeven op een historische plek, want bekend om meerdere reden, uit de oorlogsperiode. Dat blijkt enigszins ook het geval met Christie's Coolspot te zijn, naar het schijnt kwamen er geregeld Amerikaanse veteranen over de vloer. Gisteren had het eten me daar goed gesmaakt en dus redenen genoeg om er terug naartoe te gaan.

De jonge vrouwen achter de toog begroetten mij vriendelijk. Deze zijn de weinigen die redelijk Engels hebben leren spreken en dat is een belangrijke voorwaarde om er te kunnen werken en, bovendien draait de gehele horecasector zowat uitsluitend op vrouwen. Je mag dus niet veronderstellen dat ik voortdurend en speciaal dit soort gezelschap opzoek, het is eerder onvermijdelijk wanneer je iets wil gaan drinken of eten.
Toen de dametjes mijn tekenbezigheden aan het afkijken waren kwam de onvermijdelijke vraag of ik een portret van hun wilde maken. Dat weiger ik steevast want aan die vraag komt geen eind en mondt meestal uit in het feit dat ik mensen moet teleurstellen. "Waarom ik niet en die anderen wel?" Verzin daar maar eens een gepast antwoord op. Wel wilde ik hun naam in de mij stilaan vertrouwde kalligrafische stijl (Thu Phap) op papier zetten. Dat werd danig geapprecieerd en ik ben bijgevolg vele uurtjes in de bar blijven hangen, het ene werkstukje achter het andere makend, onderwijl een stukje etend en genietend van het aangename gezelschap.
Het is een fijne plek om toeven. Enkel de twee Amerikaanse zakenmannen die om de 10 seconden 'fucking' in de mond namen, werkten ietwat op mijn systeem. Rond 9pm nam ik afscheid, vermoeid want tenslotte stevig gewerkt maar ook tevreden. De bar sluit trouwens om 10pm.

Vandaag (het is inmiddels woensdag 8/6) wilde ik toch graag in de voormiddag een kijkje gaan nemen op 'the beach'.  Op zoek naar een taxi werd het duidelijk dat geen van de chauffeurs mij verstond en werd ik prikkelbaar door de verzengende hitte en het drukke verkeer. Voetgangers, de zwakste weggebruikers, hebben hierin het minst te vertellen. Vervolgens de fietsers en zo klimt dat op tot de touringcar die de meeste rechten opeist. Het zou potverdorie juist omgekeerd moeten zijn! Ik word behoorlijk frank wanneer ik de straat oversteek. Blijven wachten en stilstaan in de volle zon is ondoenlijk.
Uiteindelijk sprak een oudere motorrijder me in goed Engels aan. Hij bezit een zware en comfortabele motor en bracht mij voor weinig geld naar waar ik zijn wilde. Op bestemming en bij de koffie werd mij duidelijk dat dit de juiste man op de juiste plaats en tijd zou kunnen zijn. Het is zijn beroep toeristen door gans Vietnam rond te rijden en te gidsen. Daarbij regelt en zorgt hij voor alles, tot en met de overnachtingen in de hotels naar keuze. De bezadigde Tien (tiejen) boezemde me vertrouwen in en is een aangenaam bestuurder. Op de douzit van zijn motor met breed zadel heb je een rugsteun en dat voelt goed, zeker bij langere afstanden. Op het bagagerek achteraan kan gemakkelijk mijn trolly.

Ik plan niet vaak en graag mijn toekomstig reisverloop want laat graag ruimte voor onvoorziene omstandigheden, maar na mijn telefoontje met Thanh Huong ben ik niet meer zo zeker of deze mij in zijn klooster wel kan laten overnachten. Indien dit niet het geval blijkt, wil ik graag met Tien een verre trip van meerdere dagen of weken maken doorheen centraal en Noord-Vietnam. Mijn visum is nog een dikke maand geldig en uiteindelijk hoef ik voor niets terug naar het Zuiden. DaNang beschikt over een internationale luchthaven en ik kan van daaruit op Singapore vliegen. Daar wilde ik tijdens het eerste deel van mijn Aziatische rondreis al heen want er bevindt zich een interessant klooster en bovendien ligt dat dicht bij Maleisie waar ik Ven Wei Wu terug wil opzoeken.
Uit de teksten die vroegere Belgische trekkers in Tien's grote notaboek schreven, blijkt een dergelijke trip met hem meer dan de moeite waard. Hij doet me trouwens in menig opzicht denken aan Toom, de couchsurfing host uit Bangkok. Hij kent Vietnam als zijn broekzak en is niet veeleisend in wat hij aanrekent. Dit wordt waarschijnlijk de eerste maal dat ik zo ga rondtrekken maar het dient zich aan en zodus.... De watervallen, grotten, bergpassen, de jungle, reuze Boeddhabeelden, afgelegen pagodas, Japanse bruggen enzovoort uit Tien's fotoboek doen me watertanden.

Mijn verblijf aan het exotisch strand van My Khe Beach, met zijn azuurblauw water, palmbomen en strooien parasols, vond ik niet bepaald spectaculair. Ik heb dit allemaal al eens elders gezien en bovendien was het te heet. Op het primitief terrasje waar ik een bord noedels at, lag de man languit te slapen voor de ventilator terwijl zijn vrouw voortdurend in de weer was. Ook dat is Vietnam.
Mijn benen zien er niet uit. Ik denk dat ik tevens in mijn slaap de vele beten tot bloedens toe open krab. Daar de enige lange broek in mijn bagage tot op de draad versleten en gescheurd is, heb ik een nieuwe jeans gekocht. Vietnamese mannen zie je nooit in kniebroek, ik weet nu waarom. Maar dat de vrouwen zich helemaal bedekken  -tot en met een volledig afgesloten kap die enkel de ogen vrijhoudt (jonge vrouwen dragen die op de motorfiets), truitjes en jasjes met lange mouwen en handschoenen toe-  om geen bruine tint te krijgen, begrijp ik niet.

In de namiddag terug naar Christie's want nog 4 namen te verwerken. Daar zag ik niet tegenop want het is er ook lekker koel. Als je de juiste mensen en plaatsen weet te vinden, valt DaNang nog best mee.

maandag 6 juni 2011

Ik ben nog maar goed een halve dag en avond in Danang en voel stevig het gemis aan de gehele atmosfeer van Hue City. Danang is de derde grootste stad van het land en niet toeristisch want nagenoeg enkel een druk commercieel centrum. Ik was zowat de enige reiziger die van de bus afstapte, de rest reed verder naar HoiAn. Het zal waarschijnlijk aan mij liggen maar ik ervaar de mensen in deze stad precies als zijnde minder vriendelijk. Ik werd op mijn verkenningsronde bovendien voor het eerst verplicht om zeer kordaat een bijzonder opdringerige zonderling van mij af te schudden. Ik weigerde hem de hand te schudden wat hem enigszins agressief maakte. Hij wilde mij nadien met zijn motorfiets klem rijden en veroorzaakte daarbij ei zo na een aanrijding met andere motorrijders. Gelukkig voor mij kreeg hij het met hen aan de stok. Hopelijk een alleenstaand verhaal. Is het toevallig dat ik vandaag wel redelijk wat mensen stevig op straat heb zien en horen spugen?

Mijn grote hotelkamer oogt voornaam en is ook comfortabel, daar betaal ik tenslotte het dubbele voor van wat ik gewend ben. Nochtans staat het Bao Ngoc in de Lonely Planet vermeld bij de budgethotels. De weinige buitenlanders zijn hier om zaken te doen en dat verklaart althans iets.
De rest van de dag liep ik wat doelloos verloren tussen de vele winkels in de straten die mij aan een goedkopere versie van de Antwerpse Meir doen denken.
In het vegetarisch restaurantje, mij aanbevolen in het hotel maar dat ik met moeite gevonden heb want de ongeinteresseerde buurtbewoners wisten of wilden het niet weten zijn, liet men mij gewoon zitten apegapen. Uiteindelijk ben ik tot in de keuken moeten gaan om geholpen te worden. Nadien kon er wel een fijn glimlachje af. Ik moet me sterk maken want voor ogen houden dat de waarlijke reden van mijn aanwezigheid in deze kille stad ligt bij mijn toekomstig verblijf in het klooster van mijn vriend Ven Thanh Huong. Die wil ik morgen opbellen op een moment dat ik hem niet stoor in zijn ceremoniele bezigheden. Ik weet ongeveer wanneer die gewoonlijk plaatsvinden.

Voor mijn avondmaal trok ik naar Christie's Coolspot, een bar-restaurantje dat ik eveneens uit de Lonely Planet geplukt heb. Een dergelijke reisgids bewijst zijn dienst in een stad waar de fijne gelegenheden niet voor het rapen zijn. De bar oogde ook niet bijster gezellig maar de dame achter de toog was een welgekomen, vriendelijk aanspreekpunt. De opgediende groentencurry smaakte voortreffelijk. Nadien nog een gesprek, dat ik vroegtijdig heb afgebroken, met een Nederlandse leeftijdgenoot gevoerd. De man sprak, weliswaar niet oninteressant, voortdurend over zichzelf  en zijn verleden en gaf me nauwelijks de mogelijkheid om iets te beantwoorden. Met hoofdpijn om U tegen te zeggen, de tv stond op hoog volume een geweldadige Amerikaanse film af te spelen op de achtergrond, ben ik omstreeks 8pm weer naar mijn kamer getrokken. Ik hoop te kunnen slapen want mijn kamer ligt aan de straatkant en het luid toeterend verkeer is druk. Deze dag betekende niet direct het hoogtepunt van mijn verblijf in Vietnam maar maakt me duidelijk dat alles relatief is en blijft. Uitsluitend in positieve bewoordingen schrijven over mijn belevingen in dit land zou weinig geloofwaardig overkomen.

Gelukkig had ik deze avond de gelegenheid om, alvorens aan dit artikel te
beginnen, mijn schrijfsels van gisteren te herlezen en stevige verbeteringen aan te brengen. Dat was nodig want door te snel te willen schrijven, had ik bepaalde zaken veel te hard of zelfs ronduit verkeerd geformuleerd. Dat gebeurt vaker en bijgevolg bracht ik reeds meermaals veranderingen aan in vroegere teksten. Ik betreur maar begrijp het volkomen dat de volgers van deze blog mijn oudere artikels waarschijnlijk niet opnieuw zullen lezen. De aangebrachte correcties  brengen het eindresultaat van mijn reisbeschrijving echter meer in evenwicht. Ik schrijf niet louter over koetjes en kalfjes en mijn stemmingen zijn niet steeds hetzelfde.

zondag 5 juni 2011

De dienster vroeg me of ik dan morgen definitief weerkeer naar mijn thuisland? Dat is ze gewend te vragen want toeristen komen en gaan. Ik antwoordde haar dat ik aan een lange-termijn rondreis bezig ben en daar graag nog een vervolg van ongeveer drie jaren wil aan breien. Ze trok grote ogen want, zoals gezegd, buitenlandse reizen zijn een onderneming waarover ze enkel kan dromen. Ze hoopt wel ooit haar vader te kunnen bezoeken in Canada maar heeft daar allesbehalve voldoende financiele middelen voor. Uit haar volgende woorden kon ik opmaken dat ze haar situatie tegenover die van mij afwoog. Een gegeven dat ik gedurende mijn loopbaan als leraar temidden jongeren meer ben tegengekomen. Ik moest haar bijgevolg duidelijk maken dat deze vergelijking niet opgaat want dat ik, ten eerste, veel ouder ben en jaren heb moeten werken om mij dit te kunnen veroorloven, ten tweede, dat ik allesbehalve een reguliere toerist ben en dus feitelijk eigenlijk op studiereis.
"Als je wil verder studeren om bv. dokter of verpleegster te worden ..."  voegde ik daar aan toe  "...moet je ook jaren studeren want zulks vraagt nu eenmaal zijn tijd."
Ik weet niet of ze het punt volledig kon snappen maar ze knikte instemmend.
Ze wenste mij een goede reis en ik haar -zoveel begrip als mogelijk in mijn intonatie leggend-  een goed leven toe.

Iets daarna kwam Phu (foe) aan mijn tafeltje postvatten. Zich aanvankelijk ietwat arrogant gedragend want als eigenaar en baas van Brown Eyes gewend van het grote woord te voeren. Hij is een succesvolle en knap ogende dertiger waarvoor vele meisjes vallen. Ons gesprek evolueerde echter in de gunstige richting waarachter ik zelfs enige boeddhistische wijsheden kon bespeuren. Ik kon hem later nog helpen met een betere Engelse formulering op zijn website. Waarvoor ik zijn waardering verdiende en fijne informatie kreeg toegeschoven over de positieve wijze waarop de plaatselijke jongeren over mij spraken. Deze conversatie betekende een degelijke afronder van een bepaalde periode.

Duc begon mij goedbedoeld aan te klampen. Daar er steeds nieuwe, oudere motorrijders mijn aandacht en centen willen opvragen, -de samenleving in Hue vormt een hechte gemeenschap en kent geen geheimen-, diende ik hem duidelijk te maken dat ik moet leren 'nee' zeggen. Ze gebruiken doorzichtig allemaal dezelfde trucjes maar daarachter schuilt steevast dezelfde noodzaak. Mijn schouders zijn niet breed genoeg daarvoor en bovendien heb ik regelmatig een 'time-out' nodig. Ik moet behoorlijk wat zaken op een rijtje krijgen en wil morgenvroeg fris vertrekken. Geen terrasje meer vanavond.

Afscheid nemen blijf ik moeilijk vinden. Voor de rest van de Vietnamezen maakt het blijkbaar minder uit. Wat me in eerste instantie teleurstelde. Ik dien me te realiseren dat dit deel uitmaakt van hun dagelijks leven. Toeristen komen en gaan en indien je jezelf te sterk gaat binden, wordt zulks een hel. Tenslotte komen voor hen de familiebanden op de eerste plaats. Thich Nhat Hanh weet waarover hij spreekt als hij het heeft over de belangrijke connectie tussen onze voorouders en onze nazaten. Daar kunnen wij in het Westen, waar we wat graag onze bejaarden in home's droppen en kinderen uitbesteden, veel van leren.
Ik heb gisteren een nieuw gezegde gevonden. In de Engelse taal want daar begin ik in te denken: "The one who is connected with the universal energy knows everything and nothing. All talents will be gifted, if used in the right way."

Hue, een vis van sterrenbeeld en alzo een vrouw waar ik het in het verleden wel eens moeilijk mee vond want soms te gevoelig, bewees mij dat ik van alle types kan houden. Zij heeft het er lastig mee om haar emoties te uiten en is een romantisch dromer over de ideale maar onbereikbare liefde. Het moeilijkste vindt ze van zichzelf graag te zien al zou ze nooit iemand willen kwetsen. Ze begrijpt zichzelf niet en vlucht, naar eigen zeggen, vaak van confrontaties die te pijnlijk kunnen worden. Ze toonde zich echter zeer bereid om aan zichzelf te werken, is heel loyaal, fijnzinnig en poetisch van natuur en een bijzonder goed luisteraar.
Dit is in feite westerse astrologie maar ze bewijst me dat mensen, overal ter wereld, eender zijn. Cultureel-historische verschillen vormen slechts een dun laagje vernis. Onze astrologische bepaling, een soort harnas dat de mentale bewegingsvrijheid  beperkt maar ons tevens verbindt met de kosmische grootsheid, kan worden overstegen. Dit vraagt moed (guts) en bijgevolg de keuze om je kwetsbaar op te stellen. We kunnen allemaal adelaars worden die vrij rondzweven binnen het zwerk, onszelf vrijmakend van al te grote bindingen. De grootste binding is de angst voor het zijn, het verlies, de eenzaamheid, de dood. Zodoende koesteren we onszelf in bekende zekerheden: de anderen of de vluchtige materie. Een zeer bekend verhaal. Rondreizen zonder te weten waar je morgen zal slapen of waar binnen 14 dagen je thuis zal zijn, voortdurend afscheid nemend van de mensen waarvan je bent gaan houden, kan daarbij behulpzaam zijn. Ik leer alleszins van heel onderling verschillende mensen te houden en verlies hopelijk steeds meer mijn voor- en afkeuren. Er passen vele dekseltjes op mijn potje, meer nog, het is alles een pot nat.

zaterdag 4 juni 2011

Het was gisteren de verjaardag van mijn dochter en dus een belangrijke dag voor haar en mij. Nochtans was ik in de ochtend niet geheel fris opgestaan. Het leven in Hue City verloopt me te intens en dat begint zijn sporen na te laten. Het wordt tijd om mijn busticket richting DaNang te bestellen. Maandag wil ik vertrekken.

Ik had een afspraak met Duc om 9.30u maar vertelde hem dat ik de plannen voor de dag wilde wijzigen. Het is te heet tussen 10 en 14u en ik vermoedde dat dit nog zwaarder overkomt op het platteland. Ik vroeg hem om mij in de plaats daarvan naar Tu Hieu Pagoda te brengen want wilde het graag ingetogen houden. Tevens een mooie gelegenheid om mijn vrienden daar terug te zien al besef ik dat monniken zich aan niets binden.
Duc reed via een heel andere weg dan Vinh, veel gerichter, aangenamer want rustiger. Zo zie je maar dat leeftijd en bijhorende wijsheid zijn voordelen heeft.

Bijna alle Vietnamese jongeren kunnen nooit hun land verlaten en worden nog vrij traditioneel opgevoed. Er zijn veel ervaringen, heel gewoon voor westerse jongeren, die hen daardoor onthouden worden. Vooral de vrouwen behoren zich goed te gedragen en zie je uiterst zelden roken of alcohol drinken. Openlijk intiem gedrag tussen koppeltjes, zoals mekaar kussen, is 'not done'. Er heerst nog een duidelijk ethische code die maakt dat gehuwde koppels zeer loyaal blijven en echtscheidingen komen zo goed als niet voor. Jongeren behouden het respect voor de ouders en zullen zelden iets ondernemen wat deze afkeuren. Ze flirten uitsluitend verbaal. Volgens mijn informatie is 90% van de bevolking in Hue City boeddhist.
Ik kan dit alles apprecieren en merk dat deze levenshouding de jongeren aangenaam  en vriendelijk maar tevens vrij naief houdt. Zo ook Hue, 26 maar ergens nog een kind. Puur en aantrekkelijk als een ontluikende lotusbloem die ik allesbehalve wil plukken en in een vaasje zetten. Ik zie die bloemen het liefst groeien in hun natuurlijke omgeving. Maar ook, ik mag dan al over een gezegende leeftijd en bijhorende ervaringen beschikken, op romantisch sentimenteel vlak ben ik ergens rond mijn 26 blijven steken. Hoogstwaarschijnlijk bevind ik me deze dagen hier om dit te leren inzien, te aanvaarden en te beheersen.

"Drishta Dharma sukha viharin."  Sanskriet voor "Gelukkig verblijven in de dingen zoals ze zijn". Jezelf begrijpen en aanvaarden zonder met geweld iets te willen forceren. Wat uiteraard niet betekent dat je niet aan jezelf kan werken want dan zou opgroeien en studeren ook geen zin hebben.
In haar laatste mail schreef Josefa, die meer volwassen en rijper is: "Het is geen zwakheid dat je wil eten wanneer je honger hebt, dat je wil slapen wanneer je moe bent. Het is geen zwakheid dat je naar vrouwelijke warmte verlangt wanneer je al zolang alleen op pad bent." Wijze woorden waar ik haar erkentelijk voor ben maar ook zij heeft nog veel te leren en te ervaren. Te beseffen dat de mogelijkheid bestaat om via meditatie, een uiterst langzaam verlopend en niet geforceerd proces om te leren afstand nemen van wereldse geneugten, jezelf te trainen. Om niet meer te verlangen naar teveel of lekker maar ongezond voedsel. Of om niet langer te slapen dan je nodig hebt. Om enkel de relaties aan te gaan waar je de volledige verantwoordelijkheid kan voor dragen.
Een dergelijk ethisch leven is uiteraard je vrije keuze maar de enige weg tot het definitief opheffen van je lijden. En dit is geenszins een egocentrische keuze want enkel een volleerd zwemmer kan de drenkeling veilig aan wal brengen. Bovendien breng je de gehele mensheid een trapje hoger wanneer je je eigen schakel hierin versterkt. Dit betekent voor mij de essentie van het boeddhisme. Of zoals de Joden zeggen: een 'Mensch' leren worden.

Ik ben er mij van bewust dat dit een hooggegrepen ideaal is, maar het is tevens deel van de door mij te aanvaarden geaardheid om steeds voor het diepste, het meest pure te willen gaan. Mijn talenten maken deel uit van wat de Chinese ouderen "een bevel van de hemel" noemde. Christus sprak over talenten die je niet in de grond behoorde te steken. Wat in de Middeleeuwen, toen hetzelfde woord in onze contreien voor geld werd gebruikt, helemaal anders werd geinterpreteerd. Mede door dit winstbejag voelde de kerk zich gemachtigd om, zonder enig gewetensbezwaar, de arme mensen verder uit te buiten. Wie rijk was bleek door God beloond, wie arm was, gestraft. Het boeddhisme kent geen 'creator', en dus al zeker niet een die straft of beloont. Daar zorgen we zelf voor via de natuurlijke wetmatigheden van het karma.
Perfectie is echter niet bestaand in de wereld der fenomenen. Je kan enkel proberen je beste mogelijkheden te ontwikkelen. Nirwana (Nibbana in Pali) zelf is niet bestaand noch onbestaand, niet perfect noch onperfect. Hetzelfde en dus even onnoemelijk dan Tao (Dao).

Het feest, gisterenavond bij Duc's familie op het platteland, was bedoeld als inauguratie van het nieuwe huis van zijn zuster en schoonbroer. Dat had ik aanvankelijk slecht begrepen maar ik was wel de eregenodigde. Een overweldigende belevenis. Eten en drinken 'a volonte' aan grote tafels buiten met ongeveer 50 familieleden en kennissen. We hebben uitstekend plezier gemaakt al verstond ik weinig tot niets van wat er gezegd of waarover er gelachen werd. Ik kon er niet onderuit om wat vlees te eten en regelmatig mee 'ad vundum' mijn glas te ledigen. De Vietnamezen kennen iets van feesten en het begon er met momenten uit te zien als een ware Vietnam-Belgie verbroedering. Ik vond het spijtig dat Duc het feest voortijdig moest verlaten om mij, op mijn vraag, tijdig terug naar mijn hotel te brengen. Het was nog een vol uur rijden over, omwille van de rijstoogst glad geworden wegen en ik wilde het risico niet nemen dat hij te dronken werd daarvoor. Con co chi (geen probleem) voor hem want hij voelde zich verantwoordelijk voor mijn welzijn. Een warm mens, een prachtige familie en een betoverend land. Het klinkt stupide maar Vietnam schuift op naar plaats 1 in mijn top-zeven van bezochte landen in Azie.

Oh ja, ik zou het haast vergeten. De, omstreeks 1750 gebouwde, Japanse brug is inderdaad een architecturaal pareltje. We hebben ze aangedaan op onze heenweg naar het feest. Omdat in dit land steevast alles later begint dan gepland, wilde Duc daar een uurtje pauzeren. Ik heb er geen schets van gemaakt want nog steeds veel te warm en nergens de directe gelegenheid om in de schaduw te zitten. Een stokoud (en wel rokend) vrouwtje sprak me daar in nagenoeg perfect Engels aan. Ze moet zeker de oorlog van dichtbij beleefd hebben maar dat heeft haar gevoel voor humor geenszins aangetast. Een donkerbruin en uiterst doorgroefd gelaat maar met een 'smile' van oor tot oor. Volgens haar ben ik een "very handsome boy" wat ik beantwoord heb met de vermelding dat zij "a very beautiful girl" is. Het woordje 'handsome' viel later nog vele malen op Duc's familiefeest. Of de Vietnamezen overdrijven graag of ze geven graag complimentjes.
En ook nog... enkele dagen geleden heb ik Patrik, een boomlange en zeer fijn besnaarde Duitser, en Sebastian, 'nickname' voor deze uiterst kwetsbare en homofiele Vietnamees, leren kennen. We voeren elke avond uiterst fijne gesprekken terwijl ik verder werk aan mijn kaligrafische tekeningen. Beiden zijn (toevallig?) 26 jaar oud. Ik wil een te supperlatief woordgebruik  (uiterst, zeer, buitengewoon) vermijden maar dat is moeilijk.
En verder... daar ik vandaag dringend een handwasje moest doen, bekloeg ik mij over de zwaar uit de muur hellende en lekkende lavabo op mijn kamer. Totaal ongevraagd is men die een uurtje later komen herstellen!
En nog.........Ik begin te denken dat dit hoofdstuk over Vietnam een boek op zichzelf kan worden. Moet ik terug naar de Himalayas om af te koelen?

donderdag 2 juni 2011

Het is veel makkelijker om als monnik in een klooster te leven dan met beide voeten in het wereldse leven te staan. Dat vertelde de Boeddha reeds en voegde daar nog aan toe dat de verdienste van een leek die een goed leven leidt, met veel verantwoordelijkheden en problemen die het hoofd moeten worden geboden, hoger ingeschat mag worden.

Terwijl alsmaar meer mensen me op straat de hand schudden of vanachter de openstaande deur toewuiven, sprak gisteren een oudere motorrijder mij aan. Hij wilde graag een praatje met een westerse leeftijdsgenoot maken. Daar ik op weg was naar de suppermarkt bood hij mij de rit daarnaartoe aan. Nadien, op het terras langs de verkoeling brengende Perfume River, begon hij zijn verhaal.
Duc (djoek) is er 58 maar ziet er met zijn doorgroefd gelaat veel ouder uit. Ook hij heeft 4 kinderen, weliswaar 3 dochters en een zoon. Niet dat men de vrouw minderwaardig beschouwt in Vietnam maar elk koppel wil minstens ook een zoon en dus blijft men proberen tot men die heeft. Zijn oudste dochter heeft eveneens 2 kindjes.
Hij was vroeger een leraar geschiedenis en beschikt over een universitair diploma (wat zijn uitstekend Engels taalgebruik verklaart). Na de oorlog verloor hij zijn job en moest gaan boeren. Om de onkosten van zijn twee nog studerende kinderen te kunnen betalen werkt hij bij als motortaxi. Duc zou het liefst ook regelmatig naar de pagoda willen gaan maar probeert als goed boeddhist tevreden te zijn met zijn bestaan.
Natuurlijk zat achter dit verhaal een vraag verborgen. Zulks heb ik doorgaans snel door en dus verbaasde noch stoorde het mij. Daar zijn jongste dochter aan de universiteit wil gaan studeren moet ze weldra een examen Engels passeren en daarvoor heeft ze een duur tweetalig studieboek nodig. Duc stelde mij voor om me een van de volgende dagen naar het platteland te voeren want het is volop rijstoogst en bovendien weet hij een prachtige Japanse brug om te tekenen. Met het geld dat ik hem hiervoor zou geven, kan hij dan naar de boekhandel. Ik vond dat geen slechte 'deal' en heb hem, weer aan het hotel, op voorhand het nodige gegeven. Een stevig bedrag voor een Vietnamees en daar was hij zichtbaar heel blij mee. Voor dit geld wil hij mij de rest van mijn tijd in Hue gratis rondvoeren. Ons gesprek was aangenaam verlopen en, al dan niet als 'trukje' gemaskeerd, ik zal daar zeker niet armer door worden.

Deze voormiddag liep ik Duc opnieuw tegen het lijf. Met een brede lach wenste hij me nogmaals te bedanken, tevens ook uit naam van zijn dochter. Daar ik naar het postkantoor wilde, voerde hij mij daar graag naartoe. Zonder een cent te vragen. Hij wilde mij nadien op een Vietnamese koffie trakteren en bracht mij bijgevolg naar wat zowat de meest chique gelegenheid van de stad moet wezen. Bijzonder rustig en mooi kader in oud-Chinese stijl. Wel schoof hij mij aan tafel een beduimelde foto door van twee van zijn kinderen toen die nog jong waren, met de vraag van zijn vrouw of ik daar een tekening van wil maken. Ik heb niet nee gezegd, mezelf het daar knap lastig mee makend. De foto is uiterst onduidelijk en bovendien moet ik nog vier, kaligrafisch verwerkte namen op papier zetten.

Het verder verloop van het gesprek, waarover ik om redenen niet kan uitweiden, was heel aangenaam en ik denk dat hier andermaal een warme vriendschap aan het groeien is. Duc heeft me uitgenodigd om, na onze uitstap van morgen, naar een feestje te komen dat zijn familie speciaal voor mij organiseert. Het kan maar niet ophouden. Ik besloot om toch voor de drankjes en de rit naar het postkantoor te betalen, het geld van gisteren als geschenkje beschouwend. Duc vertelde mij bij het afscheid dat hij en zijn gezin blij zijn een Belgisch boeddhist te leren kennen. Het klinkt mogelijk wat sentimenteel maar ik wil ook een beetje ambassadeur van mijn landje zijn. We hoeven niet overal als twistzieke apen over te komen.

Tijdens mijn avondlijke bezoekjes aan Brown Eyes Cafe krijg ik nu ook interessante contacten met buitenlandse 'backpackers'. Zij geven Hue en mij de gelegenheid om wat afstand te nemen van te lang durende intieme gesprekken. Al heeft ze het besluit genomen om dit weekend haar job op te zeggen, ze moet ook nog wel wat werken om zo geen problemen te krijgen met haar baas en collega diensters. Al moet gezegd dat deze zeer begripvol en soms vertederd reageren op onze vriendschap. Volgens Hue heb ik vele vrienden in de omgeving. Ik zie ze allemaal graag. Ik denk dat, moest ik het vragen, Hue me zou volgen maar heb haar eerlijk duidelijk gemaakt dat ik redenen heb om dit niet te doen. Een somtijds stevige, innerlijke strijd tussen wijsheid en gevoel teweeg brengend. Als ik haar echt graag zie moet ik niet in de eerste plaats aan mijn behoeften denken. Het zal weer andermaal een pijnlijk afscheid worden, al heb ik dat enigszins aan mezelf te danken. Om mijn trip naar DaNang te regelen en voor Vinh's feestje diende ik naar het stadscentrum terug te keren maar ik hoefde niet perse terug naar het cafe te gaan.
De begeerte is het moeilijkst te overwinnen, ook dit zijn de woorden van de Boeddha.

In een kraaknette, witte T-shirt verliet ik deze middag mijn kamer om te gaan lunchen. Beneden werd ik echter weer door de dame van het hotel uitgenodigd om met hun mee te eten. Opnieuw een belangrijke dag in de Vietnamese maankalender en dus vegetarisch voedsel op de tafel. Ik was bang dat men mij weeral veel te veel zou voorschotelen. Wat ondanks mijn beleefde verwittiging op voorhand trouwens andermaal het geval was. Ik vind het niet netjes om halfvolle schoteltjes en kommetje achter te laten. Con co chi: geen probleem! Ik ben erin geslaagd om mijn T-shirt blank te houden, echter niet om een onbedaarlijke hoestbui te vermijden. Bijzonder pikant gerecht.
In het hotel wordt er momenteel hard gewerkt want men is het vele houtwerk, gaande van tafels, stoelen en bedden tot en met de gehele trapleuning, aan het herspuiten met een soort veredelingsmiddel. Het resultaat oogt bijzonder mooi maar ik heb er stevige bedenkingen bij en bovendien ondervind ik er behoorlijk  last van. Het zich niet bewust zijn van (ignorance)... leidt vaak tot onverantwoord gedrag. Men spuit het giftige goedje wild in het rond met een soort airbrush-pistool, wolken fijne spritsen veroorzakend. Het hele, lang-smalle trappenhuis verspreidt zich de thinner-achtige geur. De werklui dragen geen masker of enig andere bescherming en vaak staan er toeschouwers rond, recht temidden die wolken met de handen in de broekzakken. Het helpt niet om daarover iets te zeggen. Azie staat aan het begin van een evolutie waarvan wij het hoogtepunt al voorbij zijn, ons zachtjesaan meer realiserend waar we in feite mee bezig zijn. Ik zag op CNN dat wetenschappers schoorvoetend beginnen toe te geven dat gsm-gebruik kankerverwekkend kan zijn. Nadat er, volgens het getoonde cijfermateriaal, wereldwijd ongeveer zo een slordige 3 miljard stuks in gebruik zijn. Onder de gebruikers bevinden zich veel kinderen die extra kwetsbaar zijn. Hun schedelpan is dunner en de hersenmassa nog in ontwikkeling. Alsof we dat allemaal al niet lang wisten!
Maar ja, de winsten zijn gemaakt en de verslaving is een feit. De batterij van mijn toestelletje is vaker plat dan geladen maar ik rook nog en heb dus weinig te vertellen. Mea culpa, maxima culpa... of iets in die aard.