woensdag 22 juni 2011

Met een tablet zwarte chocolade van Duc d'O uit Kruibeke bij de hand schrijf ik dit artikel vanuit mijn bed. Daarin heb ik het grootste gedeelte van de dag doorgebracht want ik was dringend aan rust en bezinning toe. Een dergelijk intens leven, bovendien in het centrum van een bedrijvige stad, kan een mens langzaam slopen. Ik voel me ook enigszins verdrietig omdat Chung meer tijd aan mij vraagt om haar liefde te laten rijpen en ik die tijd daar eigenlijk niet lang meer voor heb. Binnen 24 dagen verloopt mijn visum en ik wil enige zekerheid vooraleer een verlenging aan te vragen. Ik begrijp echter haar vraag, vind ze zelfs wijs en van respect getuigen. Ze wil graag dat ik in Vietnam en dicht bij haar blijf maar ik voel me een beetje gekooid en verwijderd van een meer natuurlijke omgeving. De nodige beslissingen die we dienen te overwegen zijn complex en doorslaggevend. Voor geen van beide een eenvoudige zaak. Ik heb haar voorgesteld om enige tijd wat afstand te nemen en haar enkele dagen niet meer op te zoeken. Zij gunt me alles wat mij gelukkig stemt maar hoopt op niet langer dan een week verwijdering. Ze heeft me vandaag al tweemaal een bericht gestuurd en eenmaal opgebeld want is bezorgd dat ik me omwille van haar vraag ongelukkig zou voelen en verwaarlozen.
Ik ken de achterliggende reden van haar nog steeds gekwetste hart niet maar heb het vermoeden dat dit veel kan verduidelijken en begrijpbaar maken. Geduld is een mooie deugd die ik nog altijd dien te beoefenen.
Chung stelde voor dat ik vandaag naar het strand zou gaan, een plek waar zij graag eens gaat uitwaaien als ze zich beladen voelt. Maar dat zag ik niet zitten want daar heb ik tijdens mijn vorige bezoek teveel beladen geschiedenis gevoeld. Het is op deze plaats, in DaNang, dat de eerste Amerikaanse troepen bij de aanvang van de oorlog zijn ontscheept. Dit brengt de herinneringen aan mijn recente motortrip weer op gang.

De zesdaagse rondreis had vanaf het begin een groot 'Bende van Wim' gehalte. Maar gaandeweg kwam daar steeds meer een 'In de schaduw van het kruis' gehalte bovenop. We hebben verschillende plaatsen aangedaan waar een meer moderne versie van de westerse kruistochten soortgelijke wreedheden heeft aangericht. 'Hamburger Hill', de door de Amerikanen uiterst cynisch benoemde heuvel waar  B-52 bommenwerpers een waar bloedbad hebben veroorzaakt, is daar een goed voorbeeld van. We hebben een Kotu familie bezocht, een van de vele etnische minderheden in Centraal-Vietnam, waarvan de middelste dochter van 20 zwaar mentaal achtergesteld is vanwege een genetische afwijking, veroorzaakt door Agent Orange. Onze tocht bracht ons verder langs een militaire vlieghaven waar de Amerikanen zelf de grootste verliezen hebben geleden, de strategisch zeer belangrijke 'road number 9', 'Rock-Pie Hill' een helicopterbasis van de Vietcong die volledig platgebombardeerd is, het bijzonder indrukwekkende Thuong Son Semetery waar elke belangrijke stad van het Noorden zijn aparte begraafplaats heeft (ik maakte hier de vergelijking met Ieper)... De tunnels van Vinh Moc vormen op zichzelf een apart verhaal van moed, doorzettingsvermogen en groepsgeest. We zijn diep onder de grond afgedaald en bezochten o.a. de plek waar vrouwen bevielen. Er zijn 17 kinderen ondergronds geboren in dit met de handen uitgegraven complex van ongeveer 40km lang. En dat is nog maar een gedeelte van de meer dan 1000km in totaal. Meer dan een half miljoen ton bommen en artillerie munitie volstond niet om het terug naar het Stenen Tijdperk te brengen. Ik had de volgende dagen last van pijn in mijn beenspieren vanwege ongeveer een uur gebogen rond te sluipen maar wilde daar geenszins over klagen.

Maar uiteraard hebben we ook mooie, boeiende en aangename zaken gezien en beleefd. Tien was goed gezelschap en we hebben menig fijn gesprekje gevoerd.
De tocht door de bergen leverde adembenemende vergezichten op en de immense grotten van Phuong Nha behoren waarschijnlijk tot de mooiste ter wereld.
De hotels waren van een meer dan behoorlijke kwaliteit en ik blijf bijzondere herinneringen overhouden aan de volle maan boven de Zuid-Chinese zee, gezien vanop het terras van mijn hotelkamer aan Cua Tung Beach.
De laatste dag van de trip kocht Tien een sticker met de Vietnamese Vlag en kleefde die op mijn helm met de woorden "Vanaf nu ben jij ook een Vietnamees."

Ik wil dit beknopte verslag afsluiten met een merkwaardig en waargebeurd verhaal dat meer in zich houdt dan de woorden kunnen vertellen.
Een Vietcongcommando lag zo zwaar onder vijandelijk vuur dat het de aftocht moest blazen. Een soldaat was echter te ziek door malaria zodat ze hem noodgedwongen moesten achterlaten in een hangmat, inderhaast opgehangen tussen twee jonge bomen. Vele jaren na de oorlog kreeg een van zijn vrienden zoveel last van wroeging dat hij terug naar de bewuste plaats wilde om te achterhalen wat er met de man verder gebeurd was. Niemand uit de streek kon hem daar echter bij helpen. Bij zijn laatste, radeloze bezoek aan de exacte plaats van gebeuren richtte hij zijn blik naar de hemel en bemerkte plots een hangmat, hoog in de bomen. Het skelet lag er nog in. De bomen, ondertussen volwassen exemplaren geworden, hadden de dode man letterlijk maar zachtjesaan van de aarde weggevoerd.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten