donderdag 30 juni 2011

Na mijn diepe meditatie en alvorens aan mijn schilderwerk te kunnen beginnen, moest ik behoedzaam, uiterst traag en vergezeld van gebaren een jong Vietnamees koppeltje vragen de bamboehut te verlaten en een beetje verderop te gaan studeren. Jongeren verzamelen graag om diverse reden op deze gewijde plek en betonen daarbij niet altijd het gepaste respect en gedrag in de pagoda. Echter niet zo bij dit rustig, geneeskunde studerende koppel. Maar ik diende ze aan het verstand te brengen dat een pagoda in eerste instantie toebehoort aan zij die met spirituele activiteiten ten behoeve van universeel belang bezig zijn en, in tweede instantie, pas dan kan gebruikt worden voor hen die willen studeren om zichzelf te verrijken. Vaak ligt de hut, gebouwd als meditatieruimte half over de grote lotusvijver en omringd door prachtige vegetatie, vol met sigarettenpeuken of hangen jongeren er luidruchtig te 'chillen', muziek op de gsm luidopen. Deze aparte locatie is de enige geschikte in de hele pagoda om mijn spiritueel werk te ontplooien en mij om die redenen toegewezen. De monniken respecteren mijn lange meditaties daar en komen geruisloos voorbij tijdens hun wandelmeditaties. De enige rieten mat die er ter beschikking is en het lage bamboetafeltje heb ik nodig bij mijn schilderwerk en vaak moet ik mijn kostbaar materiaal er onbeheerd achterlaten om te gaan eten bv. Het koppeltje had zich mat en tafeltje toegeeigend. Ze respecteerde mijn vraag rustig en gingen verderop aan een stenen tafeltje zitten. Ik heb ze achteraf mijn waardering kenbaar gemaakt door op rituele wijze een exemplaar van mijn werk als geschenk aan te bieden. Ze waren er best blij mee.

Wat later kwam een slungel- met- een- pet in de hut en nam ongevraagd mijn kaft in de handen. Ik gebood hem ze terug te leggen en naar mijn voorbeeld te kijken. Ik verliet de hut, kwam al fluitend en ongeinteresseerd weer binnenwandelen, nam ongevraagd zijn pet van het hoofd en zette die op het mijne. Nog had hij het niet helemaal begrepen want er kon geen a.u.b. bij zijn hernieuwde vraag. Uiteindelijk vouwde hij de handpalmen samen en kreeg hij met respect mijn kaft, ter inzicht, aangeboden.
Het is Thay die mij vraagt de jongeren van zijn land iets bij te brengen. Bij zijn laatste bezoek aan Vietnam had hij zijn bekommernis en verdriet uitgesproken over het gedrag van de jeugd.

De bamboehut doet enigszins denken aan de drijvende hut uit 'Spring, Summer, Fall, Winter...and Spring'. Bij het meermaals herbekijken in het verleden van deze bijzondere, Koreaans boeddhistische film, kon ik niet vermoeden ooit in een vergelijkbare omstandigheid te mogen vertoeven. Een andere prachtprent, de Vietnamees-Amerikaanse film 'Three Seasons', drie verhalen over respectvolle liefde, komt ook vaak opnieuw in mijn geheugen bovendrijven. 'Heaven And Earth' van Oliver Stone ook trouwens. Deze drie films behandelen telkens een ander aspect dat me indertijd tot 'tranen toe' kon beroeren en elk van deze aspecten komt nu vergelijkbaar tot realiteit in mijn leven.

Cyril Papon, een innemende Fransman van midden de veertig en afkomstig uit de 'Perigord', op ongeveer 30 km verwijderd van Plum Village, had het hele tafereel vanop afstand gadegeslagen. We hadden de laatste dagen intense gesprekken gevoerd en hij wou afscheid van me komen nemen want vertrekt morgen verder op zijn zoektocht naar zichzelf. Hij vroeg naar mijn e-mail adres en bood me de frontpagina van zijn Thich Nath Hanh pocketboekje aan om het op te schrijven. Ik vroeg hem naar de reden hiervoor. "De meester en zijn opvolger op dezelfde pagina" was zijn antwoord. "Teveel eer voor mij, maar ik weet dat Thay zijn opvolging wil spreiden over meerdere mensen" was mijn antwoord. Cyril wil me graag helpen bij het opstarten van het Belgisch project. Ik geloof in de belofte van deze fijne mens, we zien mekaar ongetwijfeld weer. Hij zal zijn diensten in Walonie goed kunnen aanwenden.

's Avonds gebood de jonge monnik Man Thien mij met hem te wandelen alvorens te mogen gaan eten. De wijze waarop zinde me niet bijzonder maar ik besloot te gehoorzamen. De Vinayapitaka, een van de drie Tripitaka, de oudste, neergeschreven leringen van de Boeddha op palmbladeren, handelt over de kloosterregels en vraagt aan de leek dit respect voor elke monnik, ongeacht de verhouding tussen beider leeftijd. Geldig voor de tijd waarin die regels neergeschreven zijn maar daarom niet meer in de huidige omstandigheden, maar ik was benieuwd wat de 17-jarige Man Thien me te vertellen had.
Zijn verhaal was redelijk helder. Hij leeft onafgebroken in Tu Hieu vanaf zijn zevende en wil vertrekken. Ik vroeg hem naar waar hij heenwil, of hij nog monnik wil blijven en of hij de toestemming om te vertrekken zal krijgen van de abt. Hij wil als monnik naar China want beheerst de taal en zal hiervoor inderdaad de toestemming krijgen. Zijn vraag-tussen-de-lijnen was of ik dat kon goedkeuren. Hij wilde mijn reactie polsen. Ik voel Man Thien aan als een sterke, ietwat dominante persoonlijkheid die nog veel moet maar ook kan leren. Zijn keuze is moedig en terecht en hij heeft hoogstwaarschijnlijk een verleden dat hem roept naar China.
Tijden zijn veranderd. Het moment is rijp om in te zien dat een monnik zijn, een opdracht in het hart betekent en niet afhankelijk is van het dragen van het bijhorende gewaad, zelfs niet van het officieel afleggen van een eed. Ik voel me reeds geruime tijd een monnik, word ook zo aanzien door nogal wat mensen, maar dat zal me niet beletten om eventueel te hertrouwen. Indien een eed enkel maar wat uitgesproken woorden zijn, betekent hij niets. Je gedachten en daden zijn de enige erfenis die je nalaat.

Alvorens de refter binnen te stappen, blijf ik steeds onbeweeglijk buiten staan, de handen gevouwen en het hoofd gebogen. Ik wacht tot elke monnik of kloosterbewoner zijn voedsel heeft opgehaald en tot iemand onder hen mij uitnodigt om hetzelfde te doen. Op deze wijze ben ik de respectvolle bedelmonnik, welbekend in landen met een Theravada traditie (Sri Lanka, Thailand, Myanmar, Cambodja) maar blijkbaar niet meer daarbuiten. Vele jonge monniken laten mij daar onverschillig staan, ook zo de abt (die nog maar anderhalf jaar in dienst is).
Het is spreekwoordelijk dat het telkens dezelfde twee monniken zijn, Phap Chi en Phap Chung, die mij wel uitnodigen om te gaan eten. Zij zijn de echte, veelbelovende toekomst van dit klooster. Ik kwam in de gelegenheid om de eerste vandaag toe te vertrouwen dat Thay heel blij is met zijn ingesteldheid. Phap Chung zal ik dat later nog melden. Beide hebben een open en blije gelaatsuitdrukking, niet dat verkrampte wat ik al te vaak bemerk bij de anderen.
Thay is bedroefd over de heersende gang van zaken in zijn moederklooster. Vele monniken verlaten voortdurend het klooster tijdens de driemaandelijkse zomerretraite, daarbij zelfs de motorfiets, opgestart binnen de kloostermuren, gebruikend om iets kleins op te halen in de aanpalende 'Nunery'. En dit is nog maar een voorbeeld van de vele zaken die best anders mogen geschieden. De abt laat zich zelden zien, vermengt zich niet onder zijn kloosterlingen en dwingt weinig respect af. Mij gunt hij amper een blik, laat staan een woord, al heb ik reeds in het begin om een onderhoud gevraagd. Mogelijk wil hij zichzelf inwerken en neemt hij zijn tijd om de zaken te observeren. Ik hoop dat alvast. Mij tegenwerken doet hij alleszins ook niet. Ik blijf dankbaar voor de mij geboden kansen en luister naar de boodschappen die me doorgestuurd worden.

Het kan als een paradox overkomen wanneer ik tegelijkertijd beweer vanaf nu mijn eigen leraar te zijn en tevens mijn ware leermeesters te hebben gevonden. De meester verschijnt als de leerling daarvoor rijp is. Ik moest wachten totdat ik in mezelf het inzicht en de juiste vibratiegolflengte kon vinden en leren aanwenden. Dat moest en moet ik mezelf leren. De boodschappen van verder gevorderde leraren begrijpen en juist kunnen doorgeven. Ik ben en blijf nederig dankbaar dat ik mij vanaf nu kan verbinden met de 'universal mind' en alzo serieuze trappen heb mogen opschuiven. Er is echter nog veel werk te leveren en beheersing aan te leren, echter zonder weg terug. Ik voel dit aan mijn huidig niveau als Thu Phap schilder.

Gisterenavond kreeg ik een uiterst fijngevoelig bericht op mijn gsm van Chung. Ze begint mij zonder twijfel graag te zien. Ook zonder weg terug?  
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten