vrijdag 24 februari 2012

Ben gisterenavond onverichterzake moeten terugkeren van de Truc Lam pagoda want het bleek nu, om de mij stilaan bekende redenen, onmogelijk om er te overnachten of enige dagen te verblijven. Nochtans mijn hoofdreden om een visa-verlenging aan te vragen. Ik kan niet anders dan dit te aanvaarden.

Terug naar Hue City waar ik niet te lang meer wil verblijven. De stad biedt voldoende voor een kortstondig, toeristisch verblijf maar te weinig voor een lang-verblijver. Denk erover om binnenkort terug naar Thailand te trekken, via Vientiane in Laos om daar in de ambassade een langere verblijfsvergunning te bekomen. In Thailand is het niet moeilijk om boeddhistische praktijkervaring op te doen in de kloosters.

Vietnam is en blijft voor mij een betoverend land maar tevens een gecompliceerde en controversiele samenleving. Niet moeilijk om daar regelmatig een dubbel gevoel bij te hebben. Ik blijf houden van volk en land maar zal tijd nodig hebben om daar mijn weg in te vinden.

donderdag 23 februari 2012

Daar ik mijn visa-verlenging (met een maand) in handen heb en het weer momenteel even behoorlijk is, vertrek ik deze middag op persoonlijke retraite naar de Tien Vien Truc Lam pagoda. Dit klooster ligt behoorlijk afgelegen en is slechts met de boot bereikbaar. Over internet zal ik niet kunnen beschikken, neem wel mijn gsm mee in de hoop die daar te kunnen opladen.

In dringende gevallen kan je mij bereiken via mijn nummer: 01665806541 of via mijn vriend Duc (djoek): 01649825195

zaterdag 18 februari 2012

Mijn dagen verlopen in afwachting. Slechts ten vroegste volgende maandag kan ik een visum-verlenging voor een maand aanvragen. Anders verlies ik verblijfsdagen. Moeilijk om uit te leggen, neem het dus maar voor waar aan. Dat betekent nu ook weer niet dat ik zinloos aan het leeglopen ben. Het weer blijft opvallend nat en koud, een zeer zeldzaam zonnige dag uitgezonderd. Zelfs komend van een 'regenlandje' zoals Belgie blijft dit moeilijk te hanteren want dit maken we bij ons zelden mee: onafgebroken regen, 24 op 24, dagenlang. Ook in dit werelddeel kent de klimatologische verandering zijn gevolgen. De Vietnamezen baart het weinig zorgen, ze zijn daar niet mee bezig. Normaal gezien zou het nu droger en zonniger moeten zijn en dus moet ik wachten vooraleer enkele weken naar de afgelegen pagoda te kunnen trekken. Daar ben ik aan toe maar aanvaard de huidige situatie zoals ze is.

Bijgevolg breng ik mijn dagen door met studeren. Het uit Laos meegebrachte boek, met stevig onderbouwde maar somtijds moeilijk te vatten historische beschrijvingen van Gotama's leven en betekenis ( in behoorlijk gesofisticeerd  Engels en zonder geschikt woordenboek) heb ik ondertussen achter de kiezen. Ook uit dit werk heb ik weerom nieuwe denkbeelden en verrassende inzichten kunnen distilleren. Mijn notities in verscheidene schriftjes ( o.a. die uit mijn verblijf in het Tibetaans klooster in Nepal en van tijdens mijn studies aan het 'International Buddhist College' in Thailand) heb ik samengebracht in 1 notaboek met lederen kaft. Dit heeft me behoorlijk wat tijd gekost maar nu beschik ik over een  overzichtelijk werkdocument dat bovendien minder gewicht en plaats inneemt in mijn bagage. Dagelijks probeer ik op mijn persoonlijke wijze de typisch Vietnamese kalligrafie te copieren om, zodoende, de stijl en de taal beter onder de knie te krijgen. Eigenlijk een bijna onmogelijke zaak voor iemand die hier niet geboren is.
Maar mijn actieradius blijft beperkt omdat ik afhankelijk ben van mijn huisvesting en de plaatsen waar ik verteerbaar voedsel kan vinden. Spijtig genoeg moet ik het leven in Hue City soms saai en voorspelbaar noemen.

Gisteren kwam ik echter tot een verhelderend inzicht. Al had ik reeds door dat Vietnam, voor mij om niet altijd duidelijk karmische redenen een noodzakelijke plek om te verblijven in Azie, me ook andere dingen kan leren. Ik wil er niet moeilijk of geheimzinnig over doen maar het moge duidelijk wezen dat ik de Vietnamese vrouwen tot de mooiste ter wereld beschouw. Opvallend is echter hoe snel ze deze schoonheid verliezen. Eenmaal de 35 voorbij, getrouwd en moeder, bemerk je nog weinig van deze betoverende aantrekkelijkheid. Ik wil niet uitweiden over de redenen hiervoor maar herken duidelijk de woorden van de Boeddha: "All conditioned things are of a nature to decay".
Mogelijk is dat mijn grootste les hier. Kunstenaar zijnde, altijd zintuiglijk gecharmeerd door de schoonheid der dingen, moet ik leren inzien dat: "...the real nature of woman in the world of the living is the inherent impurity and impermanence of the body..."
Ik breek er mijn hoofd zowat over, als adept van een Westers geemancipeerde cultuur, hoe ik dit moet implanteren in mijn visie over de Dharma. Een grondige meditatie hierover maakt me veel duidelijk maar hoe kan ik dit, zonder fouten te maken, verduidelijken in een cultuur die de wereld steeds meer veroverd? De Boeddha's houding tegenover vrouwen is makkelijk verkeerd te interpreteren. Alhoewel hij vrouwen evenveel recht op medeleven, en zelfs het realiseren van nirvana (het hoogste ideaal), toekende, aanvaardde hij slechts moeizaam het oprichten van de vrouwelijke sangha. Bovendien legde hij (en dat is nog steeds in voege) de nonnen (bhikkhuni) beduidend meer disciplinaire regels op. Ananda, neef van Gotama en gedurende zijn gehele leven de meest loyale en dichtbije vertrouweling, wierp zich op als de beschermheer van de vrouwelijke belangen. Alhoewel hij bij leven nooit de staat van verlichting zou bereikt hebben blijkt hij van onschatbare waarde voor de overlevering van de Boeddha's leringen. Is het vreemd te noemen dat ik bijzondere affiniteit voel voor deze zachtmoedige natuur?

Er zijn duidelijk aanwijsbare redenen waarom ik me momenteel 'ingemetseld' weet op deze plek in de wereld. Als ik ooit een degelijk boeddhistisch leraar wil of mag worden, moet ik wijze en aanvaardbare antwoorden kunnen vinden op terecht kritische vragen hieromtrent. De steeds dichter komende 'avances' van Oanh kunnen mij hier, al- dan- niet, bij helpen. Het word me ook steeds duidelijker in welk een moeilijke, familiale positie Chung zich bevindt. Ze heeft mijn steun en luisterend oor alsmaar meer nodig. Haar goede inborst wordt te vaak misbruikt, als enige niet gehuwde in haar familie. Ze is echter bevreesd mij daarmee teveel lastig te vallen. Wat ik zo niet ervaar. Vrouwen lijden, overal ter aarde, meer dan mannen en dat is voldoende om mijn extra aandacht te verdienen. Al wil ik mezelf daar nu ook weer niet in verdrinken.

Dharanimdhara wordt verondersteld de 'genderloze' behoeder van de aarde te zijn. Maar is de Aarde geen 'zij'...?

zondag 5 februari 2012

Het leven in Vietnam verloopt zijn dagdagelijkse gangetje, niet echt mijn ding maar dat weten jullie zo langzamerhand al wel. Ik verwacht ook geen constante opwinding, mijn reis doorheen het Oosten kent zo zijn hoogtes en laagtes. Het leven is hier, enkele culturele verschillen niet in aanmerking genomen, niet zo verschillend van elders. Somtijds brengt het pad ons vooruit, somtijds laat het ons ter plaatse trappelen. Daar hebben we zelf ook een hand in. Moe van het rondreizen, wil ik me wel eens tijdelijk 'settelen'. Gewoonweg leven met en in het ritme van de plaatselijke bevolking, ervaren wat het 'gewone' leven hier in zich houdt. De weersomstandigheden, nog altijd koud en nat, verplichten mij daar enigszins toe maar ook een onbestemd gevoel van 'verankering'. We zijn allen mensen, moeten soms even rusten. Al betekent dat ook wel eens 'roesten', sluimeren, rondhangen, wat brallen... Ik ken dit, heb het al meer meegemaakt tijdens mijn reis: het gevoel niet voor-of achteruit te gaan maar me bewegingsloos, -als door een onzichtbare magneet aangezogen-, ter plaatse te voelen aanmodderen. Is dit slecht? Ik denk het niet. Het geeft me een beeld van het leven dat vele mensen tussen hun geboorte en dood lijden. Sluimerlevens waarin niets beweegt, niet goed noch slecht, maar tevens geen enkel inzicht verder opleverend. Het soort leven dat ontzettend vele mensen zichzelf opleggen uit angst voor het onzekere.

Gelukkig genoeg heb ik mezelf verplicht in een levenswijze die me af en toe dwingt om te bewegen. Eenmaal het visum, de verblijfsvergunning, verlopen, heb ik geen andere keuze dan weer in beweging te komen. Inpakken en wegwezen. "Probeer minstens eenmaal per maand naar een plaats te gaan die je nog nooit bezocht hebt" is een wijze raadgeving van Tenzin Gyatsu, de 14de Dalai Lama. Het helpt je om niet te verdrinken in een 'mindless' bestaan van gewoontepatronen waardoor je nimmer in de staat van inzichtrijk bewustzijn geraakt. Je leeft dan niet, je wordt geleefd. Daar pas ik voor (op).

Zondag 5/2.
Daar het onstabiele weer me belet om voor enige dagen naar de Tien Vien Truc Lam pagoda te gaan (moet trouwens binnen 10 dagen mijn visumverlenging aanvragen in het centrum van de stad), tracht ik regelmatig dagtrips naar andere en beter bereikbare pagodas te maken ( voor de eerste dien ik zelfs een boottocht te ondernemen). Ben dus de afgelopen dagen naar de Thu Quan Tu Dam pagoda in het centrum en de Huyen Tran Cong Chua Temple buiten de stad geweest. Beiden zeer mooie en rustige plaatsen, een verademing. Vandaag ben ik met Duc naar de verder afgelegen Huyen Khong Son Thuong pagoda gereden want het regende een zeldzame keer niet. Deze pagoda in de bergen had ik reeds afgelopen zomer bezocht maar toen was het zo bloedheet dat ik er weinig van gezien heb. Je kan er echter een tekening van terugvinden, een heel eind terug op deze blog. Dit klooster is bijzonder mooi gelegen, de uitgestrekte tuinen staan vol kleur- en geurrijke bloemen en in de gebouwen hangen tientallen waardevolle Thu Phap werken en schilderijen (sommige daarvan deden zelfs denken aan mijn meer 'wilde' schildersperiode). Uit meerdere zaken kon ik opmaken dat dit creatieve werk vermoedelijk van de hand van een en dezelfde monnik is. Leerzaam!
Het Vietnamese Mahayana boeddhisme is veel toleranter dan het strenge Theravada boeddhisme in Thailand. Kunst en poezie krijgen een plaats in de kloosters en daar vind je dan ook het betere werk.