woensdag 23 mei 2012

Vertrek deze avond met de nachtbus terug naar Hue (Vietnam) en zal daar morgen, indien alles vlot verloopt, omstreeks 19u (7pm) aankomen. Het is de bedoeling om opnieuw in het vriendelijke Minh Tam guesthouse te verblijven. Mijn Vietnamees telefoonnummer blijft hoogstwaarschijnlijk hetzelfde: 01665806541.

zondag 13 mei 2012

Ben inmiddels weer in de Laotiaanse hoofdstad in afwachting van mijn terugkeer naar Vietnam.
Na mijn verblijf in Ubon en het woudklooster ben ik doorgereisd naar Pak Chong, op nog ongeveer een uur busrijden voorbij Khorat. Men had mij beloofd me te droppen in het centrum van dit kleine stadje maar niets was minder waar. De chauffeur en zijn begeleider dwongen mij af te stappen ergens 'in the middle of  nowhere', langsheen de drukke snelweg naar Bangkok. In de plaatselijke eettent verstond men geen woord Engels en ik was niet beschermd tegen het dreigende onweer. Bovendien was het nog steeds snikheet en begon het reeds te donkeren want voorbij 18u in de vooravond.

Voor het eerst gedurende mijn lange rondreis in Azie voelde ik me ietwat verdwaald want het werd me duidelijk dat Pak Chong, en dus de mogelijkheid tot een veilige overnachting, zich niet onmiddellijk in deze buurt situeerde. Vermoeid, zoals steeds van het vele uren zitten op een weinig comfortabele zetel, besloot ik mijn zware trolley de brug over de snelweg te tillen, afgaande op een wegwijzer die de richting naar het centrum aangaf. Aan de andere kant van de snelweg was een Thaise dame van ongeveer mijn leeftijd, vriendelijk gewillig me te helpen. Al was haar kennis van de Engelse taal zeer beperkt, ze was slim genoeg om het guesthouse, vermeld in de Lonely Planet, te bellen en wist het zo te regelen dat de eigenaar me op mijn onfortuinlijke plaats kwam ophalen.

De jonge Thai die me naar het Greenleaf guesthouse bracht, sprak uitstekend Engels en verbaasde er zich over dat de bus me op die plek gedropt had. Ongebruikelijk volgens hem. Ook Ward vindt dat ik blijkbaar niet al teveel positieve 'busreiservaringen' heb. Feit is dat ik het altijd goed overleef, weliswaar met een acute en pijnlijke hernia tot gevolg ditmaal. Maar alle geconditioneerde dingen kennen een begin en een eind, dus dit probleem zal ook wel tijdelijk zijn.
Mijn verblijf van enkele dagen in het guesthouse, een aangenaam chaotische bedoening aan de rand van het uitgestrekte Khao Yai natuurpark, was echter geen slechte ervaring. Al richt deze uitspanning zich veeleer op tijdelijke passanten die een dagexcursie in het park voor ogen hebben en begrepen de mensen niet goed wat ik daar juist kwam uitspoken. Het kostte me enige moeite om uit te leggen dat ik deze plaats met Ward had afgesproken als mogelijke ontmoetingsplek.
Na enkele telefoongesprekjes met mijn zoon bleek echter dat mekaar hier ontmoeten niet gemakkelijk zou worden. Er waren problemen met de Toyota-pickup van Nana en hem en het zou mogelijk dagen hebben kunnen kosten om dit op te lossen. Vooral de beperkte mogelijkheid om aan geschikt voedsel te geraken op deze afgelegen plek, heeft me doen besluiten om er niet langer te verblijven. Een gemiste kans? Ik zie het eerder als een niet direct geschikte kans en denk dat er zich mogelijk later betere zullen aandienen.

Inmiddels had ik in het guesthouse de jonge Nederlander Willem, een dag later op de plek verzeild, leren kennen. Deze sympathieke kerel was nog maar een week daarvoor uit Nederland vertrokken en voelde zich nog bepaald ongemakkelijk in de onzekere omstandigheden die dit soort reizen onvermijdelijk vergezellen. Willem, opgegroeid in een veilig protestants milieu, vond het een goed idee om samen richting Vientiane te trekken. Zo zijn we, vroeg in de ochtend van dinsdag 8 mei en via enige overstappen, van Pak Chong naar de grens met Lao vertrokken. Daar aangekomen, -en dit was zeer zeker niet mijn eerste keer dat ik deze Friendship Bridge aandeed-, heb ik me toch nog eens laten misleiden door de gebruikelijke verwarringen aan grensovergangen. Zo moesten we onszelf een lange terugweg opleggen, te voet door de grasberm langsheen de brug over de Mekong. De loodzware trolley ( tekenpapier en boeken wegen!) op wieltjes voorttrekkend over takken en boomwortels, gaf mij een verrassende ontmoeting met een middelgrote slang, die ik later kon identificeren als een giftige 'Viper'. Uiteindelijk moesten we ons een weg opwaarts banen, wadend doorheen een met water gevulde beek. Verhalen voor het nageslacht!

Eind- goed- al- goed, verblijf ik nu alweer enige dagen in het mij vertrouwde Vientiane. Niet direct mijn meest geliefde plek maar ik ken hier mensen. Op de muur van het Chokdee-cafee kan je een schilderwerk bewonderen van een waterdruppels zwetend Kuifje en kapitein Haddock,  verdwaald ergens in een godvergeten woestijn.