woensdag 22 juni 2011

Af en toe een time-out nemen kan geen kwaad. Het heeft mij alleszins enige waardevolle inzichten bijgebracht. Want inzicht krijgen in een cultuur waarin je niet bent opgegroeid is niet makkelijk. Eergisteren ben ik, voor het eerst tijdens mijn verblijf in Azie, stevig kwaad geworden. Een relatief snel opwellende storm, een colere die stevige schade kan aanrichten, wellicht nog goed bekend bij mijn familieleden, vrienden, leerlingen...Diegenen die ik graag kon zien maar waardoor ik me, juist daarom, soms heel onbegrepen of gekwest kon voelen. Daarbij was steevast een te grote alcoholconsumptie de trigger, de 'brandversneller' of hetgeen het vuur alleszins meer verwoestend zijn werk liet doen. Na de afkoeling, de ontnuchtering, kwam meestal de bewustwording, gepaard gaande met diepe gevoelens van spijt en schaamte. Zelfs al had ik zeker niet altijd ongelijk, ik had het recht niet om ze dat met kwaadheid duidelijk te maken. Regelmatig kon ik mezelf echter ook betrappen op een verkeerde of te snelle interpretatie van de feiten. Ieder heeft zo zijn redenen om te zijn wie hij of zij is en om comform daarnaar te handelen. Het meest spijtige is dat ik door mijn kwaadheid uiteindelijk niet bereikte wat ik beoogde: mensen te helpen inzicht te krijgen.
Diegenen die me echt graag konden zien, hebben vaak veel geduld en begrip voor mij betoond en daar blijf ik ze dankbaar voor. Als was ze niet de persoon waarop mijn uitbarsting gericht was, ook Chung was in staat dit op te brengen.

Eenieder is op deze aarde geboren om te leren en te groeien. Daarbij krijgen we allen, zonder uitzondering, de omstandigheden die we karmisch verdienen en behoren we te accepteren wat we kregen en krijgen. In eerste instantie het feit dat we dit menselijk leven gekregen hebben van onze ouders. Verder kent dit een gradueel verloop tot in de kleinste 'dingen des levens'. Dit betekent niet dat we het recht ontzegd worden om onze omstandigheden te verbeteren maar wel dat aanvaarding daarbij een sterk instrument is. De hebzucht, meer willen dan je gegeven is, verdient of nodig hebt, mondt steevast uit in een stagnatie of zelfs verlies op langere termijn. Geen dwaas hersenspinsel maar een natuurwet die we allen kunnen ervaren indien we instaat zijn onze 'boeddhanatuur', onze wijsheid en mogelijkheid tot inzicht weten aan te spreken.

Ik gaf Chung een sobere, mooie en waardevolle halsketting als geschenk, echter na haar gevraagd te hebben of een dergelijk geschenk wel gepast was. Daar haar antwoord positief was, kon ik enigszins 'pijlen' naar haar gevoelens. Het is de, voor ons ongebruikelijke, gewoonte in Vietnam dat de juwelier een certificaat met omschrijving van materiaal en geldelijke waarde mee inpakt in het geschenk. Zo kan de vrouw inschatten hoeveel jij haar waard vindt. Ik had een wit-gouden snoertje gekocht  met een fris-blauw Topaaz steentje, omdat ik wist dat ze daar beeldig mee zou staan. Wat achteraf waarheid bleek. Maar Chung dacht dat het zilver betrof en dus zou kunnen verkleuren of huiduitslag teweegbrengen. Ik kon haar van het tegendeel overtuigen. Ze bleek heel eenvoudig blij dat een man haar mooi kan bevinden en droeg het sieraad vanaf toen dagelijks.

Enige avonden later zit ik in de gelegenheid waar ze 's avonds werkt een Thu Phap tekening te maken voor een collega-dienster die mij dat gevraagd had. Die wilde echter dat ik dit op een groter formaat tekenpapier dan waarover ik beschikte, zou maken. De bar, waar steevast de muziek te luid staat en de buitenlandse 'expats' zich graag luidruchtig dronken voeren en veel geld spenderen, is niet bepaald de plaats waar Chung graag werkt en ik graag vertoef. Voor haar een noodzaak, voor mij een plek waar ik al-dan-niet voor kan kiezen. De jonge Vietnamezen kijken er met lede ogen op toe hoe er sloten geld doorgesluisd worden maar nemen datzelfde geld tevens wat graag aan.
Mijn werkstukje groeide uit tot een van de mooiste dat ik tot dan toe gemaakt had.
De hebzucht van het jonge dametje stoorde me echter. Waarom was mijn tekening niet groot genoeg? Het was me in het verleden ook reeds meermaals overkomen dat mijn gratis uitgedeelde geschenkjes niet met al teveel respect in ontvangst genomen werden. Soms rolde men ze op, liet ze tussen de bierglazen rondslingeren, eentje draaide het om om als notitieblaadje te gebruiken tijdens een telefoongesprek. Ik bedacht me en besloot het haar niet zomaar mee te geven. Als zij voor alles geld kunnen vragen, kan ik dat ook.

Iets later vroeg Chung mij of ze vooralsnog het kettinkje kon inruilen voor een ander, niet duurder, exemplaar. Toen ze bemerkte dat ik dat eigenlijk helemaal niet nodig vond, slikte ze haar vraag ogenblikkelijk terug in. "Als jij het mooi vindt dan is dat goed voor mij."

De Vietnamese dertiger naast mij aan de toog, de broer van de eigenares en werkend voor een groot bedrijf, vroeg me of ik een logo daarvoor kan ontwerpen. Ik knikte instemmend met de vraag hoeveel hem dat waard is. Zijn antwoord, vergezeld van een verwonderde blik dat ik zulks durfde vragen, was: "Ten dollar." Onderwijl was de storm in mij flink op gang getrokken. Ik antwoordde geagiteerd: "No way. At least 100 dollar, normaly 1000." Dat laatste stevig overdreven om een statement te maken.
Zijn interesse verdween als sneeuw onder de zon.

Toen ik omstreeks 11pm naar mijn hotel wilde keren en de jonge Phuong mij vrijpostig om 'haar' tekening vroeg, ontbond de tyfoon al haar duivelse krachten. Ik nam de tekening uit mijn rugzak, scheurde ze middendoor en liet ze, bij het overhandigen hiervan, ongewild op de grond vallen.
"Why?" vroeg ze me met een mengeling van verbaasdheid en verschrikking in de ogen. "Think about that, think!" schreeuwde ik haar toe. De hele entourage van de bar met verstomming achterlatend, verdween ik in de nacht. Ik wilde de jonge Vietnamezen een lesje leren maar dat liep helemaal verkeerd vanwege mijn tekort aan inzicht en beheersing. De grootste les was voor mezelf bedoeld. Met kwaadheid bereik je niets, al zeker niet in Azie.

Vandaag besefte ik dat mijn kwaadheid en teleurstelling eigenlijk, onterecht, op Chung gericht was maar dat ik Phuong als pispaal had gebruikt.

Uiteraard confronteerde Chung me de volgende dag met deze kwaadheid. De gehele staf van de bar begreep terecht een dergelijk gedrag niet van een boeddhist, bovendien iemand die ze tot dan graag mochten. Ze kon echter begrip opbrengen voor mijn argumentatie en spijt. Vooraleer ik vandaag pas besefte dat mijn werkelijke teleurstelling op haar gericht was, moet zij dat toen reeds beseft hebben. Ik herinner mij haar lichaamstaal, die ik kon opmerken maar nog niet dadelijk interpreteren. Wat ik wel kon beseffen tijdens dat gesprek is dat ze leeft en denkt als een boeddhiste. "De Boeddha vind je niet in een pagoda maar in je hart" zei ze me zachtjes. Heb ik mijn ware leermeester gevonden?
We leren voortdurend van mekaar en ik denk dat ik me gerust als een eindeloze beginner mag beschouwen.
Ik vertelde over mijn 26 jaren als leraar temidden moeilijke jongeren. Dat ik vaak geen andere uitweg zag dan het gebruik van deze kwaadheid om gehoord te kunnen worden. In Azie is dit ongekend en ze gaf warm toe dat ze dit kon begrijpen.Wat ze echter nog niet duidelijk ziet, is dat wanneer het op de diepe gevoelens van het hart aankomt, er weinig tot geen culturele verschillen tussen de continenten bestaan. Wat verschilt zijn de gebruiken, gewoontes, wijze van opvoeden, de mode, het voedsel... Liefde, mededogen en wijsheid zijn universeel en worden overal hetzelfde ervaren.

In de Aziatische cultuur betekent gezichtsverlies (de publieke vernedering of belediging) een afschuwelijk iets. Maar hier wordt zeker niet minder 'geroddeld', integendeel, daarvoor leeft men te dicht met en op mekaar. Privacy is praktisch onmogelijk. Ik denk dat Chung's gereserveerdheid en gekwestheid hiermee te maken heeft. Maar doe nooit een ander aan wat je zelf ook niet wil aangedaan worden. Tijdens mijn 15 maanden in dit continent zie ik (= niet gelijk aan ervaar ik) al te dikwijls dezelfde beledigingen tegenover westerlingen. Gisteren, tijdens mijn wat verdwaasde zoektocht naar een eetgelegenheid (ik wilde niet naar de plaatsen waar Chung werkt en het voedsel vegetarisch en zeer degelijk is), heb ik dit 'aan den lijve' mogen ondervinden. Na drie mislukte pogingen had ik uiteindelijk een restaurant gevonden waar ze nog eten opdienden. Maar in de chique gelegenheid kon ik enkel gebraden kip verkrijgen. Uiteindelijk bediend, bleken het enkele schaarse stukjes vel en bot uit de vuilnisemmer. Een regelrechte, oneetbare en hygienisch onverantwoorde ramp. Niet meer dan hondenvoer voor veel geld. Opnieuw werd ik zeer kwaad want vond dit een belediging aan mijn adres. Zijn westerlingen slechts honden met een dikke portefeuille? Ik kon mijn neiging om mijn bord op de grond te werpen nog net bedwingen.
Hoe we de dingen aanvoelen is hetzelfde, hoe we erop reageren kan verschillen.

Daar ikzelf liever geen voet meer binnenzet in de Bamboe2-bar heb ik Chung gevraagd mijn gevoelens van spijt over te maken aan Phuong, daarbij belovend een nieuwe tekening te zullen maken. Ik denk dat deze les een beter effect kan opleveren.

Ik heb gisteren en vandaag geleefd in mijn kleine hotelkamer en deze enkel verlaten om te gaan eten. Ik ben te weten gekomen dat Chung vandaag een uitzonderlijke vrije dag heeft weten te bekomen. Ik ben er niet kwaad over dat ze me, tot laat deze avond nog niets heeft laten horen. Ze zal daar haar goede redenen voor hebben, vermoedelijk is ze haar ouders, broers en zussen gaan opzoeken. Voor zover ik dit kan interpreteren, sukkelt haar 70-jarige moeder met een vergevorderde glaucoom en haar 80-jarige vader met zijn hart. Het siert haar dat ze in de eerste plaats aan hun en niet aan haar eigenbelang denkt. Maar voor de rest weet ik niet wat ik moet denken. Wil ze mij testen? Verdien ik haar liefde niet? Verdien ik uberhaupt niet om graag gezien en gemist te worden?
Het stemt me bijzonder ongerust en droevig dat ik reeds sinds geruime tijd nog iets van familie en vrienden heb gehoord, op het bericht van Gust na. Mijn mails naar ex-vrouw en kinderen blijven onbeantwoord. Wellicht hebben die het te druk met het stressvolle bestaan en heb ik allesbehalve recht op zelfmedelijden. Per slot van rekening ben ik degene die het thuisland heb verlaten maar dat betekent geenszins dat ik mijn dierbaren uit het hart heb gesloten. Ik hoop ook dat er geen afgunst in het spel is, het leven van een thuisloze reiziger is evenmin vrij van eenzaamheid en dagelijkse zorgen. Wanneer ik positief schrijf op deze blog is dat ook omdat ik niet wens dat men zich zorgen over mij maakt.
Het leven is voor iedereen, wanneer en waar ook op deze aarde, een afwisselend gebeuren tussen dukkha en sukha, tussen lijden en geluk.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten