donderdag 25 november 2010

Batu Ferringhi, in het Noorden van Penang, is tesamen met Hat TonSai in Thailand waarschijnlijk een van de interessanste bad- of strandplaatsen in Zuid-Oost Azie. Islamitisch 'on-mondain', met enkel sporadisch een blanke bikini en voor het overige zeer rustig. Tenminste als er zich geen luidruchtig Arabisch sprekende familie naast je postvat. Ietwat bevreemdend klinken de Korangezangen vanop de minaret van de nabijgelegen moskee door tot op het strand. Prachtig groen water, wit zandstrand met strooien parasols, palmbomen, cocosnootmelk recht vanuit de vrucht...je kent dit alles van op postkaarten. Ik heb hier al enkele aangename strandzichten kunnen tekenen en eindelijk rustig kunnen studeren in de vele boeddhistische literatuur die mij gratis werd toegestoken want niet voor commerciele doeleinden bedoeld.
Voor mij is dit een rustpunt, of misschien beter een vluchtpunt, weg vanuit de waanzinnig drukke backpackersstraat in hartje GeorgeTown waar ik voorlopig nog altijd verblijf. De uitstap betekent telkens een hele busrit doorheen de met flatgebouwen volgepropte en steeds uitdeinende stadskern maar dat heb ik er voor over. Op de bus is het welkom koel en het buitenzicht is somtijds grappig, bv. wanneer je dezer dagen, temidden  de overal opduikende kerstversieringen, sneeuwmannen ziet verschijnen op de uitstalramen. Dit in een stad waar het overdag vlotjes boven de dertig graden gaat! Ook vele Malay woordjes, uit het Engels overgenomen, klinken amusant: polis, teksi, kompeks, farmasi, insurans, restoran...
De verkeersdrukte is echter enorm maar wel goed georganiseerd. Voor het gemotoriseerd verkeer wel te verstaan. Als voetganger heb je hier geen rechten en riskeer je vrijwel overal je leven, vooral vanwege de 'mosquito-driving' brommers. Ze komen van alle kanten recht op je af en kennen geen genade.

Maar de problematische luchtvervuiling is de serieuze prijs die Maleisie betaald voor zijn economische voortvarendheid. Om de 2 a 3 dagen dien ik mijn schaarse hemden met de hand te wassen en dan kleurt het water telkens donkerbruin. Eergisteren nog ben ik noodgedwongen een dermatoloog gaan opzoeken in het Island Hospital. De eczema-uitbraak aan mijn rechterhand en voet begon er verschroeiend uit te zien en de oorzaak is waarschijnlijk te zoeken bij de zware polutie in combinatie met de hitte. Aan de terrasjes van de hoge flatgebouwen zie je overal was te drogen hangen maar het is zeer de vraag of dit wel effectief is.

In verband hiermee tracht ik bewust om te gaan met mijn water- en energieverbruik. Ik vond het bijzonder aangenaam hierover te lezen in de Lonely Planet, daar waar men de reiziger wijst op de kwestbaarheid van de natuurlijke omgeving in deze landen. Het exploderende toerisme weegt zwaar bovenop het al niet erg bewust ecologisch gedrag van de locale bevolking. Men gebruikt hier zeer graag en voor elke verplaatsing de auto en wie dit niet kan betalen de brommer, zelfs al kosten die dingen pakweg evenveel als bij ons en zijn de lonen veel lager. Bovendien heeft dit deel van de wereld een bijzondere aantrekkingskracht op lichtvoetig toerisme: fulmoonparty-zoekers en andere achteloze hedonisten, steevast uitgerust met camera's, laptops, gsm's, i-pods en mp3-spelers in alle maten en gewichten. Ze spenderen sloten geld aan consumptiegoederen en de plaatselijke middenstand ziet ze maar wat graag komen, al hun afval, grillen en kletspraatjes er met de glimlach bijnemend.
Een taxichauffeur op leeftijd vertelde mij met enige treurnis dat in een niet zo ver verleden het eiland nog bijna volledig groen was en vol stond met cocosnootbomen. Tegenwoordig heb je alleen al voor de lichtreclames een zonnebril nodig. Wat betreft de energievoorzieningen en in het bijzonder voor drinkbaar water gaat dat  in de toekomst nog voor problemen zorgen.
Anderszijds leven er in de half-open riolering bijna zoveel (zichtbare) ratten als er mensen lopen op straat.
Multiraciale stad!

Ondertussen begin ik reeds goed mijn weg te vinden doorheen het eiland en heb ik toch ook fijne bezoekjes kunnen brengen aan bezienswaardige plaatsen zoals de botanische tuin, de magistrale Chinese Kek Lok Si Temple bovenop Penang Hill -met wel 'Lourdesachtige' souveniersstalletjes langsheen de hele trappengang naar boven-, de Snake Temple, de prachtige Taoistische Yap Konghsi Tempel waar ik mij temidden de rode lantarens uit de gelijknamige film van Zhang Yimou waande...
Maar mijn zoektocht naar een geschikte plaats voor een langdurig verblijf in een boeddhistisch klooster of centrum heeft me tot hiertoe enigszins ontgoocheld. Het lijkt erop alsof men een westerse boeddhist een contradictie op zichzelf en dus verdacht vindt. Weinig luisterend oor, wel dikwijls een woordenvloed om mij duidelijk te maken hoe moeilijk het boeddhisme wel is. En of ik dat wel terdege besef?
Overal werd ik doorverwezen en ik ben daardoor zelfs enkele keren verdwaald geraakt. Op de een of andere wijze begon dit mij zelfs besluiteloos te maken en voelde ik mij een beetje vastgeroest op een plek die me niet bepaald kan bieden waar ik naar op zoek ben.

Uiteindelijk heb ik gisteren een minzaam man ontmoet in de persoon van Venerable Wei Wu, de hoofdmonnik van de  niet-sectarische Than Hsiang Temple. Zijn uitstraling, die het evenwichtige midden weet te houden tussen waardigheid en bescheidenheid, deed me denken aan Thich Nath Hanh. Was het toeval dat er een originele kaligrafie van deze in Wei Wu's bureel hing?
Na een relatief lang onderhoud waarbij ik ditmaal wel kon duidelijk maken waar het mij echt om te doen is, gaf  Venerable mij de raad om terug naar Thailand te gaan en mij in te schrijven in het International Buddhist College in Nakhon Ratchasima. Hij beloofde mij een brief te schrijven zodat ik in het Thais Consulaat een 'Long Emmigration Student Visa' van 6 maanden kan bekomen, telkens makkelijk te verlengen voor dezelfde periode. Ik kan op 6/12 eerstkomend reeds inhaken bij het begin van de 2de semester. De bedoeling is een 'Degree and Post Graduate Diploma for Systematic Study of Buddhism' te behalen. Dit levert mij een meer gefundeerde basis om later nog verder te studeren en uiteindelijk zelf te mogen lesgeven als 'Dharmateacher'. Mogelijk mag ik vertrouwen stellen in de woorden van een andere taxichauffeur, ditmaal een vrouw van Indische origine die beweerde over speciale gaven te beschikken. Volgens haar wijst (haar) God mij de weg en beschikt hij mij voor om een boeddhistisch leraar te worden. En verder...dat hierin de ware betekenis van het beeindigen van mijn huwelijksrelatie ligt. Interessante denkpiste. Ik mag hopen dat ze niet pochte over die gaves. Ook interessant is het feit dat in het IBC een Vlaamse prof sinologie lector is.
Voorlopig moet ik echter wachten tot ik een mailtje ontvang met de melding dat ik die brief kan gaan ophalen. Dan zal ik uit mijn pijp moeten komen om alles tijdig af te handelen (met medische attesten enz.) en eveneens de lange reis terug te boeken. Ik wil, als alles positief verloopt, dan ook een klein appartementje gaan zoeken in Nakhon zodat ik zelf kan koken en rustig studeren. Blijkt betaalbaarder dan op kamers in guest houses.
Afwachten dus.

Dit wonderlijke en kostbare leven is een grote leerschool om uiteindelijk een waardig, nobel mens te worden. Het heeft er alle schijn naar dat mijn leven mij graag in een schoolomgeving houdt. Ik ben dus nog altijd niet klaar met schoolborden, krijt, kapstokjes in de gang, die ergerlijke schoolbel... Hop dan maar!
 
Oh ja, voor wie het interesseert: binnenkort verschijnen er nieuwe (eigenlijk oude maar nog niet gepubliceerde) tekeningen van Sri Lanka op deze blog alsook nieuwe (dus ook oude) foto's uit mijn laatste periode met Ward op Phuket. De vorige staan er natuurlijk ook nog op (voor wie al lang geleden niet meer op deze blog geweest is).
               

1 opmerking:

  1. Hoi Ivo,

    met groot plezier ben ik je blog aan het doorspitten. Leuk, boeiend en interessant om te lezen, daarnaast heb je een al eerder geroemde prettige schrijfstijl, dus voila menig verloren uurtje is weer gevuld. Keep up the good work. Mooi ook om te lezen dat de ontmoetingen met verschillende zielen je niet van je pad af laten brengen maar eerder een aanvulling en ondersteuning zijn voor je tocht.
    Je weet "Toeval bestaat niet" ;)
    Hier is het leven nog steeds hetzelfde, als in de vorm van hard werken en een biertje op zijn tijd. Groet Pascal

    BeantwoordenVerwijderen