vrijdag 5 augustus 2011

Het ziet er naar uit dat ik geen andere optie heb dan het land te verlaten binnen een tiental dagen. De relatief goede contacten met mensen die me vage beloftes maakten i.v.m. een mogelijke verlenging, blijken niet erg effectief want het blijft nog altijd bij veel gepraat zonder meer. Dagenlang zie of hoor ik dan niets meer van ze of dagen ze niet op tijdens de gemaakte afspraken. Soms, en dan mag ik al blij wezen, bellen ze me ruim later op met hun excuses.

Zo verliep het ook met Chi en haar vriend Thang, beiden afkomstig van Hanoi en momenteel op retraite in de Tu Hieu pagoda. Chi was de mysterieuze jonge vrouw die me via die vage kennis enkele dagen geleden contacteerde. Gisteren kwamen ze me bezoeken in de buurt van mijn guest house. Echter nadat ik erop had aangedrongen dat zij mij kwamen opzoeken en niet andersom want hun kunnen zich op vertrouwd domein veel makkelijker verplaatsen en ondervinden beduidend minder last van het loodzware zomerklimaat. Ik kende trouwens niet de afspraakplaats die ze eerst voorstelden en in de buurt verstaat zo goed als niemand Engels.
Het vele uren durende contact verliep echter heel aangenaam want beide twintigers bleken charmante mensen met een goede opleiding en een open geest. Mijn gepassioneerdheid werkte aanstekelijk en we besloten om samen te dineren en zo tevens Tan te betrekken in onze gedachtenwisselingen. Tan, zonder twijfel momenteel mijn beste en meest trouwe leerling, kon het meteen goed vinden met dit koppel. Met zijn gevieren fantaseerden we vrijelijk over het opstarten en uitbouwen van een boeddhistisch geinspireerd netwerk. Als mentor en meer ervaren persoon bekijk ik die zaken echter graag realistisch. Vandaag bleek duidelijk om welke redenen.
Ik had het koppel enkele van mijn werkstukken met gebalde spreuken als geschenk aangeboden (ze vroegen me of ze die via internet mogen verspreiden, waarop mijn affirmatief antwoord) en zij nodigden mij uit om vandaag naar Tu Hieu te komen voor verdere besprekingen. Momenteel kom ik niet graag meer op die trieste plek maar ik besloot hun ter wille te zijn. Vandaag moest ik redelijk dringende boodschappen doen in het centrum van de stad maar ik houd eraan op tijd op mijn afspraken te komen en was dus, met een motortaxi gebracht, om 3pm in het bamboehuisje in de pagoda. Ik heb een kwartier op hun gewacht, ondertussen pijnlijk vaststellend dat nu ook de 4 schalen, die ik gekocht had om mijn planten permanent van water te voorzien, verdwenen waren waardoor deze er meer dood dan levend uitzagen. Totaal verdroogd want niemand wil er zich over ontfermen. Ik kon er niet langer verblijven en ben onder de brandende zon weer huiswaarts gewandeld. Een uur later ontving ik een oproep van Chi met de vraag waar ik was. Ze waren ruim een uur te laat op de afspraakplaats maar ze vond het vreemd dat ik geen bericht gestuurd had.

Hoog tijd voor mijn eerste les in boeddhistische levenswijze. Wie te laat komt op de afspraak betoont te weinig respect en discipline en morst, heel arrogant, met de energie van anderen. Er zijn daarvoor bijzonder weinig geldende excuses want je dient je leven zo te organiseren dat je jezelf niet laat opslorpen door latere en egocentrische redenen. Indien er toch een geldig excuus voorradig is, moet jij, en niet diegene die wel op tijd is, verwittigen (tenzij je betrokken bent in een ongeval). Al te vaak schuiven we de redenen en oorzaken van ons eigen, onverantwoordelijk gedrag in de schoenen van de anderen, de buitenwereld.
Het koste me redelijk wat moeite om de welbespraakte Chi haar woordenstroom te onderbreken en duidelijk te maken dat ik een strenge maar rechtvaardige leraar ben. Altijd heb ik mijn leerlingen graag gezien, ze zelfs als mijn kinderen beschouwd, maar ik sta op mijn punt en tracht, binnen mijn huidige mogelijkheden, het voorbeeld te geven. Ik denk dat mijn gewezen collega's van Sint-Agnes me zelden hebben kunnen betrappen te laat voor mijn rij te hebben gestaan. Indien wel waren het meestal zij of de directeur die mij daarvan weerhielden. Dit heb ik van mijn moeder geleerd die overal eerder te vroeg dan te laat wilde zijn.
Ik heb in het verleden de vanzelfsprekendheid waarmee opvoedend personeel dit arrogant telaatkomen dagdagelijks zelf vlotjes toepast altijd als bijzonder storend ervaren. Tezamen met het brutaal onderbreken van twee mensen die met mekaar in gesprek zijn en het niet nakomen van gemaakte afspraken. Veel ergernis die kan vermeden worden want we spreken hier bijna altijd over een kettingreactie. Door jouw telaatkomen missen anderen op hun beurt hun gemaakte afspraken.
Ook Jurgen heeft me in Vietnam tot tweemaal toe stevig in de (warme) wind gezet. In een geval heb ik zelfs meer dan twee uren op hem zitten wachten. Het weze hem vergeven, ik was al heel blij voor de moeite die hij had opgebracht om mij te komen bezoeken. Wat ik wel spijtig vond is dat hij slechts enkele fragmenten uit mijn blog had gelezen en deze dus, zonder zicht op de gehele kontekst, niet altijd juist kon begrijpen. Dat gegeven heb ik echter nog in de reacties van andere mensen uit mijn thuisbasis ervaren. Niemand hoeft zich verplicht te voelen deze lange teksten allemaal te lezen maar hopelijk ziet men dan ook in dat men best voorzichtig is met het formuleren van oordelen.
Ik bemerk dat mensen zich vaak persoonlijk aangesproken voelen en dan snel in het verweer gaan. Oppervlakkig luisteren en lezen is een grote kwaal in tijden van overinformatie en overbevraging.

Bij mijn allereerste ontmoeting met Chung, enkele maanden geleden, had ik een mooi en goed gelijkend portret van haar getekend. Ze vond zichzelf hierop echter te dik afgebeeld en wilde dat ik dit veranderde, wat ik overigens geweigerd heb. Chung kon de haar voorgehouden spiegel niet in overeenstemming brengen met het beeld dat ze zichzelf voorliegt. We hebben allen de neiging om onszelf te zien zoals we dat het liefst willen en stellen onze goede voornemens vaak uit tot een latere datum. Maar uiteindelijk komen we allen, zonder uitzondering, voor het laatste oordeel te staan. Jezus Christus sprak reeds over dit gegeven maar de evangelisten, die lang na zijn leven hierover begonnen te schrijven, begrepen weinig tot niets meer van zijn oorspronkelijke leringen. Het 'laatste oordeel' betreft de, zich in razendsnel tempo afspelende, film over ons leven die we mentaal voorgeschoteld krijgen vlak voor ons heengaan. Alle impressies die gedurende ons leven, bewust of onbewust, objectief opgeslagen zijn in onze geest zullen dan de revue passeren en we zullen daar op dat moment onmogelijk nog iets aan kunnen veranderen want er rest ons geen toekomst in dit leven meer. Onze huichelarij en leugens, onze heilzame en onheilzame daden en gedachten, zullen we op dat ultieme moment moeten onder ogen zien en we zullen onszelf daarop afrekenen als een scherprechter. De algehele balans van dit haarscherp oordeel over onszelf zal onze laatste gedachten bepalen, de eerste waarmee we onze latere hergeboorte opstarten. Dit karmisch gegeven, deze volkomen natuurlijk verlopende wetmatigheid van oorzaak en gevolg, verklaart waarom sommige baby's een moeilijkere levenstart maken dan anderen, zelfs geboren binnen dezelfde omstandigheden want in dezelfde familie. De oude Tibetaanse boeddhisten hebben over dit onderwerp boeiende zaken verzameld in de 'Bardo Todol', het gekende boek dat handelt over het grensgebied tussen leven en dood (het bardo is het tussenstation tussen twee geboortes). De bekende, en binnen psychologische kringen nog vaak geciteerde, dieptepsycholoog Carl Gustaf Jung beweerde zonder meer dat de ontdekking van dit boek de belangrijkste wending aan zijn inzichten had gegeven. De andere, belangrijke boeddhistische studie over hetzelfde onderwerp, 'De zen van leven en dood' heb ik pas ontdekt na het overlijden van mijn moeder. Spijtig, want moest ik op het gepaste moment de kennis hierover gehad hebben, zou ik de zaken tijdens dat proces nog bewuster hebben kunnen aanpakken en beleven. Stervensbegeleiding is een wetenschap waar we vooralsnog bedroevend weinig mee bezig zijn.

Na de mislukte maar leerzame afspraak met Chi en Thang gisteren, is het vandaag wel gelukt om hen terug te ontmoeten. Ze waren ditmaal perfect op tijd op de afspraak en verontschuldigden zich nogmaals uitgebreid. Ze hadden Chang, een heerlijk verfrissend nieuw element meegebracht en het daaropvolgend gesprek verliep opbouwend en quasi vlekkeloos. Dit jong en energieke volk gaat mijn ideeen, geheel met mijn goedkeuring trouwens, verspreiden via YouTube. Ik ben eerstvolgend welkom in hun thuisbasis Hanoi en Chi vertelde me dat ze een echte ' Buddhist master' in mij ziet. Het gaat echter helemaal niet over mijn persoontje, wel over de werkelijke dharma.
Zowel Thang als Chang studeren economie op universitair niveau en dromen van een boeddhistisch geinspireerde wijze om in de toekomst handel te drijven. Ze wisten niet dat Sidhartha Gautama hierover duidelijk omschreven richtlijnen had onderwezen en ik wil hier graag een beknopte weerslag geven over zijn raadgevingen omtrent dat onderwerp. Later wil ik hier nog verder op ingaan want een eerlijk georganiseerde wereldhandel is essentieel om drama's, zoals de hongersnood in Afrika, effectief aan te pakken

"... the Buddha also realised that for laymen economic sufficiency was absolutely essential. He was not one to praise poverty for he himself has declared that poverty is the root of most of the evils of this world. In the Vyajjapajja Sutta (Sutra), he urges all laymen to practise four efforts. The first effort is to earn a honest living, the second is to carefully safeguard and protect one's lawful earnings, the third effort is to cultivate good friendship and lastly to establish a balanced livelihood and to see that one's expenditure does not exceed one's income. (De Boeddha zag hierbij een gezin als een afspiegeling van een bedrijf en gaf elke huisvader de raad zijn inkomen op te splitsen in 4 delen: 1/4 voor dagelijks gebruik zoals voeding en kledij, 1/4 als spaargeld in geval van rampspoed of ziekte, 1/4 als middel ter ondersteuning van behoeftige familieleden of als aalmoes voor de armsten, 1/4 in een 7 generaties lang vooruitzicht, waarover later meer).

All these are very homely teachings and they went right into the hearts of the laymen. It is not, therefore, surprising that in Buddhist lands long ago, at least when the Buddha's message was a living thing, Buddhist laymen practised their trades earnestly and acquired wealth. It is a well known fact that the merchants of India were for the most part Buddhists. This is true at least of those laymen who put up the wonderful structures at Sanchi and Amaravati and other places. There was, therefore, in the code of the Buddha, the highest praise for the honest layman who earns wealth, preserves his wealth and lawfully uses it. In these ways one realises that the Buddha insisted, on the one hand where laymen were concerned, the need to be economically self-dependent, and at the same time he insisted on the importance of safe-guarding one's moral being. If a layman does this, he no doubt secures happiness in this world. He will be a man of independent means and therefore one of self-respect...
(Fragment uit : 'The light of the dhamma. The Buddha Dhamma and the Layman' by S.F. De Silva, Esqr. Mijn excuses voor het gebrekkig gebruik van de Engelse taal. Het betreft hier een tekst die, door anderen, uit het Indisch vertaald is.)

Zowel Thang, Chang, Chi als Tan betoonden zich zeer enthousiast over deze boeddhistische ideeen omtrent economie. Het moge duidelijk wezen dat handel drijven een essentieel onderdeel vormt van de menselijke samenleving. Ik kon, ter verduidelijking, enkele concrete voorbeelden geven van de toepassing van dit gegeven. Mijn oorspronkelijk idee om ook naar Japan te reizen om dit verder te bestuderen, moest ik echter, omwille van recentelijke evoluties, bijsturen. Het blijft echter mijn bedoeling om afstuderende universitairen onderwerpen tot scriptie aan te bieden. Enkel wanneer er degelijk, wetenschappelijk opzoekingswerk gedaan wordt omtrent de raadgevingen van de Boeddha zal dit uiteindelijk leiden tot een aanvaarden in het Westen dat tussen de wijsheden van de dharma geen speld te steken valt.

Hierbij wil ik tevens Bram Bogaerts, de oudste van mijn zus, bedanken voor het doorsturen van de 'wereldmorgend.be'-tekst van de afgelaste, want verboden, toespraak van de Zwitserse socioloog en voormalig sociaal-democratisch politicus Jean Ziegler, bedoeld voor de opening van het theater- en muziekfestival Salzburger Festspiele.
In zijn, door de druk van de hoofdsponsors Nestle en Credit Suisse, verboden toespraak maakt deze gevoelige mens met het hart op de juiste plaats een bijzonder rake analyse over de wanverhoudingen op de wereldwijde financiele markten en de wijze waarop deze verantwoordelijk zijn voor het in stand houden van de hongersnood in de wereld. In het licht van voorgaande, boeddhistische ideeen over economie krijgt deze tekst nog een speciale meerwaarde. Maar des te pijnlijker ervaar ik de toegevoegde commentaren van enkele neo-liberale snotneuzen. Teveel denkgeruis, te weinig inzicht vanuit het hart. Mogelijk moeten we deze haviken maar eens, zonder valies en portefeuille, dringend naar de 'Hoorn van Afrika' sturen.
Ik blijf echter blij met de bewogenheid van mijn neef. Momenteel moet hij, geheel terecht, zijn gezin 'runnen'. Daar, en niet of ver buiten onszelf, begint het besef van universele verantwoordelijkheid.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten