woensdag 6 juli 2011

Ben vandaag, tezamen met Vinh, drie nieuwe, burgerlijke outfits gaan kopen. Degelijke, katoenen kleding, gemaakt in Vietnam en volgens de heersende modelijn. Ik ga vanaf nu geen boeddhistisch aandoende kleding meer dragen. Men mag mijn aspiraties op- of bemerken, komende vanuit mijn hart en niet meer vanuit mijn uiterlijk voorkomen. Tweede fase van mijn missie. De eerste fase, betonen van mijn respect via het vermijden van onderscheid, is voorbij want werd toch niet begrepen zoals bedoeld. In Sri Lanka en Thailand eiste men in de kloosters dat ik de, door hun opgelegde kleding droeg. Zelfs in de Huong Phap Pagoda in Saigon diende ik het gepaste uniform te dragen. Echter in de verloederde atmosfeer van Thu Hieu, en bij uitbreiding in heel Centraal-Vietnam, begrijpt men dit signaal van respect niet meer.

Eenmaal wat dieper doordringend in de plaatselijke cultuur, bemerk ik steeds meer hoe weinig kaas men hier gegeten heeft van omgang met buitenlanders. Het is geenszins te vergelijken met de wijze waarop wij geconfronteerd en zelfs verplicht worden om met andere rassen samen te leven. Achter hun facade van vriendelijkheid schuilt een fier en gekwest volk dat al te vlotjes wil meedraaien in de materialistische wereldcultuur. Uiteindelijk laten vele jongeren hun waar gelaat van zelfzuchtige en onrustige weeldezoekers zien. Ook zo de jonge monniken, die zich graag laten respecteren maar naar verluidt zelfs geregeld opduiken in bars om te stoeien met de jonge meiden. Het kost mij bijzonder veel moeite om ze te laten luisteren naar mijn ware missie en dagelijks vernederen ze mij of trappen ze ongehoord op mijn hart. Ik zal me hierdoor niet laten ontmoedigen, ik ben een vastbijter, anders had ik het nooit zo lang volgehouden gedurende mijn onderwijsloopbaan.

Mijn twee projecten, het 'Basic English Education Program Via The Correct Application Of The Dharma' en 'The Restaurants Of The Heart' komen bijzonder moeilijk van de grond want krijgen meer tegen- dan meewerking. Maar anderzijds kom ik wel een enkele maal een correct persoon tegen die mij begrijpt en wil steunen. Zoals de jonge overste van het nonnenklooster die mij wil helpen bij mijn toespraak, volgende donderdag, tegenover de hele sangha. Of zoals Vinh en Duc, die steeds meer vrienden i.p.v. commerciele dienstverleners worden. Vandaag ontmoette ik Thanh, een dertigjarige ingenieur, die een bijzonder groot hart vertoonde en op een scherpe wijze het dagelijks gedrag van zijn landgenoten weet te observeren. Ik heb goede bondgenoten nodig om te slagen in mijn opzet. "Maar je zal het Vietnamese gedrag nooit kunnen veranderen" vertelde Tanh mij. "Dat weet ik" antwoordde ik hem, "Zulks is ook geenszins mijn bedoeling. Maar ik kan wel enkele goede zaadjes zaaien en die kunnen vervolgens beginnen groeien." Ik legde hem uit dat ook wij zijn ontstaan uit een enkele zaadcel die in contact diende te komen met een enkele eicel. Hij knikte instemmend en zei dat ik 'an exciting person' ben. Niet ik, maar het leven zelf is opwindend, of spannend zoals je wil.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten