zondag 10 juli 2011

In de Sutapitaka (niet de Sutrapitaka, die langere tijd na de Buddha's intrede in het Paranirwana geschreven is en veel minder originele leringen want meer latere interpretaties bevat en bovendien in het Sanskriet geschreven is, een latere vorm van het Maghadi, de heersende taal tijdens Sakhyamuni's leven, dan het Pali) leert de Buddha ons dat wanneer iemand niet naar je luisteren wil, je best deze persoon de rug toekeert en weg wandelt. Je kan enkel jezelf transformeren en bent in de eerste plaats verantwoordelijk voor jezelf. "Vertrouw enkel op jezelf (rely on), op niemand anders" aldus zijn laatste woorden vooraleer deze aarde voorgoed te verlaten.

Mijn bijzonder teleurstellende ervaringen met de uiterst slecht luisterende Vietnamese bevolking, met name vooral in de Tu Hieu Pagoda en bij de meerderheid der jongeren en niet in het minst bij Chung, dwingen mij tot drastische maatregelen. Ik ga haar niet meer opzoeken, noch telefoneren of berichten sturen. Wanneer ze wel bereid is om te luisteren moet ze daar tijd voor vrijmaken en mij komen bezoeken. Ze hield zich niet aan haar belofte om bij het begin van deze maand een van haar twee jobs op te geven en richt zo zichzelf stilletjes ten gronde. Ze is, zonder het te willen beseffen, een zware maagzweer aan het creeeren en begint er steeds slechter uit te zien. Ze koestert zich in haar slachtofferrol, het hart overlopend van zelfcompassie, en laat zich willens nillens misbruiken door haar egoistische familieleden. De totaal ongepaste Vietnamese tradities eisen dat de zonen, wanneer die huwen, enkel steun verlenen aan de eigen familie en niet aan die van hun vrouw. Maar haar twee oudere en gehuwde broers weigeren zelfs die verantwoordelijkheid en laten hun ongehuwde zus daar voor opdraaien. Haar twee oudere zussen voelen zich enkel verantwoordelijk voor de familie van hun echtgenoten. Het is niet omdat het 's lands traditie is dat dit goed te praten valt.
Ik kan enkel met haar praten tijdens haar werkuren maar het volkomen getolereerde, onbeschofte gedrag van de Vietnamezen laat geen ruimte voor privacy en dringt zichzelf zonder respect steeds op de voorgrond. Je kan de wijze waarop het verkeer zich organiseert als de wet van de sterkste, de brutaalste, best als voorbeeld nemen voor het gehele sociaal-communicatieve gedrag.
Bovendien heeft Chung, een volbloed steenbok als zonneteken (in de oude Perzische astrologie zijn er duidelijke onderscheiden tussen de vrouwelijke en mannelijke elementen binnen eenzelfde teken), veel last van menselijk opzicht en een sterk koppig karakter. Zo is ze in de eerste plaats beducht voor de wijze waarop haar stevig roddelende omgevig over haar denkt en spreekt. Ze wil niet dat de anderen op haar werk zien of horen wat er tussen ons omgaat maar gunt mij ook geen ogenblik van haar schaarse vrije momenten. Ze wil dat ik er ben maar eenmaal daar negeert ze mij totaal of behandeld ze mij als een doodgewone klant. De grofste belediging die je iemand kan aandoen, is hem of haar te negeren.
Ze vindt zichzelf een arme sukkel maar draagt elke dag een nieuw modieus bloesje en een andere lange broek. Ze eet driemaal dagelijks een degelijke maaltijd. Nog nooit heeft ze een echt arme familie, zoals ik die ben tegengekomen op mijn motortocht doorheen de afgelegen gebieden, bezocht. In de bars waar ze werkt staat de godganse dag de tv aan, afgestemd op westerse zenders die met hun voortdurende commerciele boodschappen de Vietnamese jongeren afgunstig maakt.
Ze denkt mij een lesje in boeddhistische ethiek te moeten leren maar kent enkel de bijgelovige kant van de leer. Een enkele maal geeft ze mij een duidelijk signaal mij graag te zien maar feitelijk gunt ze het zichzelf niet van graag gezien te worden. Ze is, zoals vele jongeren, niet vies van een leugentje maar zelf roddelt ze niet over de anderen. Ze beschikt over een zeer goede inborst maar geeft dat zaadje te weinig water. Vanaf nu is het initiatief aan haar.

Een bijna identiek verhaal in de Tu Hieu Pagoda. De jonge monniken weigeren naar mij te luisteren en beledigen mij voortdurend door hun afspraken met mij niet te na te komen of ongevraagd mijn materiaal weg te nemen. Ze voelen zich oh zoveel belangrijker in hun boeddhistische gewaden maar kunnen niet leven volgens de Vinayapitaka (die ze trouwens amper kennen). Ze weigeren categoriek om de door mij opgehangen bordjes, met de vraag om niet meer met hun motoren in de tuin van de pagoda rond te rijden, op te volgen. En net zoals Chung en vele andere jongeren kunnen ze de waarheid niet onder ogen zien, laat staan verdragen wanneer uitgesproken door een 'buitenlander'.

Ik besluit vanaf nu hen allemaal de rug toe te keren en weg te wandelen. Ik blijf echter bereid opnieuw naar hen te luisteren wanneer ze daar met het nodige respect om vragen. Ik verblijf momenteel in DaNang omdat ik dringend aan wat rust en opladen van mijn batterijen toe was maar ik vind geen van beiden in deze stad. Maandag eerstkomend ga ik de rest van mijn bagage oppikken in Hue City en vertrek ik naar HoiAn. Daar ben ik nog nooit geweest en naar verluid zijn er daar vele pagoda's waar ik rustig verder aan mezelf kan werken en mijn 'Restaurants of the Heart' project kan voorbereiden. In tussentijd dien ik mijn visum te verlengen. Ik heb vernomen dat de mogelijkheid bestaat om een 'multiple entry visa' voor vijf jaren te bekomen.
Ik ben geen opgever maar ook geen snul.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten