maandag 23 mei 2016

Kampot, Cambodja.

Recentelijk heb ik enkele emails ontvangen van het thuisfront waaruit ik kan opmaken dat, na de terroristische aanslagen in Brussel, de Belgische samenleving verder dreigt te polariseren en dus te verharden.
Evenwel in Zuidoost-Azië verblijvend, kon ik de gebeurtenissen van maart jongstleden op de voet volgen via de internationale journaals van CNN en BBC.

Het zal allicht niet abnormaal klinken dat, wanneer dergelijk onnoemelijk leed zich zo dicht bij huis voordoet, dit nog dieper -en dus persoonlijker- raakt. Alhoewel we daar niet hypocriet moeten over doen: lijden en onrecht worden door elk mens, waar ook in de wereld, hetzelfde ervaren. "Every person's blood is red. Every person's tears are salty." (Dharmapada). De Boeddha was daar zeer duidelijk over.

Het is begrijpelijk dat mensen zich vragen gaan stellen bij het hoe en waarom van dergelijk zinloos geweld en lijden. Want het lost niets op, integendeel het is als brandstof gieten op een reeds bestaande vuurhaard. Dat dit hoogstwaarschijnlijk ook de bedoeling was maakt het nog meer cynisch.
Inherent aan het leven zelf is er al zoveel onvermijdelijk lijden: geboren worden, opgroeien met vallen en opstaan, ziek en ouder worden, aftakelen en tenslotte sterven...het behoort allemaal tot eenieders lot in samsara. Het is al niet eenvoudig om dit soort lijden te verstaan en bijgevolg te kunnen aanvaarden.
Het is eveneens begrijpelijk dat we als 'gezond' denkend mens ons kunnen opwinden -zelfs verdomd kwaad worden- wanneer ontspoorde medemensen onmenselijke gruweldaden hier bovenop aan toevoegen.
'Als mens kunnen we niet vermijden dat er in ons gedachten en gevoelens opkomen die negatief zijn maar we kunnen wel beletten ons ermee te identificeren.' Herinner je je dit eerder gepubliceerde artikel dd 2/8/'10?
Het blijft echter nuttig jezelf de vraag te stellen: "Ben ik een deel van het probleem of een deel van de oplossing?" Al hebben we volgens de Boeddha de morele plicht om onrecht aan te klagen -er zeker niet lafhartig de ogen voor te sluiten- emotionele reacties van kwaadheid, en de zaken verder laten escaleren met verhitte discussies, lossen het probleem evenmin op.

De basisvraag is: "Kunnen mensen van verschillende overtuigingen samenleven?"

Wanneer men de verschillen in religieuze, spirituele, levensbeschouwelijke, economische of politieke opvattingen wil beslechten met geweld of het gebruik van wapens, zijn er enkel verliezers te vinden. Op de begraafplaatsen van de strijdende partijen zal je telkenmale weer de graven zien van iemands vader, moeder, dochter, zoon, broer, zus, nicht of neef...
Overigens zal de zogenaamde overwinnaar alsmaar opnieuw geconfronteerd worden met gevoelens van frustratie, wrok en vernedering bij de overwonnen partij. En dit zal zo zijn gevolgen blijven hebben over generaties heen. Bijgevolg is er geen overwinnaar want het conflict is geenszins opgelost. Kunnen we dit gegeven bevestigd zien in het feit dat nogal wat fanatieke moslims blijven spreken over hun strijd tegen de 'kruisvaarders'? Moeten we niet teruggaan naar de vroege middeleeuwen om dit begrip te kunnen duiden?

Volgens de (verondersteld) authentieke woorden van de Boeddha lezen we in de Dharmapada: "There is no true fellowship possible with the ignorant." Met onwetenden bedoelde hij diegene die (vooralsnog) geen inzicht hebben verworven in de Dharma of universele wetmatigheden van het bestaan. De overgrote meerderheid van de mensen is verblind, in de eerste instantie omdat hun ego-gerichte, zintuiglijke waarnemingen enkel op zoek zijn naar bevredigende sensaties. In tweede instantie omdat hun verstandelijke vermogens hen nooit kunnen doen inzien wat eenvoudigweg niet binnen de begrensde concepten van taal en denken valt. Met andere woorden : aan een kleuter kan je de relativiteitstheorie van Einstein niet uitleggen. Deze onwetendheid beperkt zich niet tot ras, gender of levensovertuiging.
Het gaat hier over ons op-los-zand-gebouwd ego, een verdwalende constructie die we uit zelfbehoud, en in onze zoektocht naar identiteit, in het leven roepen. Neem een kijkje in de menselijke geschiedenis :"According to the Buddha's analysis, all the troubles and strife in the world, from little personal quarrels in families to great wars between nations and countries, arise out of this selfish 'thirst'. From this point of view, all economic, political and social problems are rooted in this selfish 'thirst'. Great statesmen who try to settle international disputes and talk of war and peace only in economic and political terms touch the superficialities, and never go deep into the real root of the problem." ('What The Buddha Taught', Walpola Rahula).

De aldus gecreëerde, dualistische individualiteit 'ziet' de eenheid van alle fenomenen niet en zo ontstaat de tegenstelling tussen het 'ik' en de/het andere. Tussen 'mij' en 'zij'. Tussen mijn opvatting, mijn mening, mijn situatie, mijn conditie en die van de anderen. We denken over het grote gelijk te beschikken en wie in dat concept niet past, heeft ongelijk. Het maakt daarbij niets uit of je vertrekt vanuit een atheïstisch, christelijk, islamitisch, hindu of boeddhistisch standpunt. Het zijn allen slechts denkbeelden en structuren waaraan we ons vastklampen. Volgens de Boeddha heeft het geen zin het vlot dat je naar de andere oever kan brengen, verder mee te zeulen eenmaal je die andere oever bereikt heb. Een diepgaand inzicht in de natuurlijke wetmatigheden laat zich niet vertalen in fanatieke 'wellens-nietens' standpunten. Als anderen die zo nodig op deze manier willen opdringen, betekent dit niet dat wij ons moeten bezondigen aan dezelfde domheid.

Volgens de Boeddha is het onmogelijk een voedende relatie op te bouwen met anderen die zich volledig opsluiten in hun eigen gelijk. Tenzij je een bodhisattva bent geworden, blijft het als mens vrijwel onmogelijk om iedereen te vriend te zijn. In het gezelschap moeten vertoeven van mensen die je helemaal niet liggen, is één van de vele vormen van 'unsatisfactoriness' die hij aanhaalde als zijnde duhkha, of in dit geval als mentaal lijden.
Hij voegde daar aan toe dat, in het geval deze totaal tegenovergestelde partijen mekaar ontmoeten en het dus tot een confrontatie komt, agressie nooit een bevredigende oplossing kan bieden. Zulks zou enkel maar meer toekomstig, negatief karma tot gevolg hebben. Wat tot uiting komt wanneer daders en slachtoffers samenkomen, zoals bij terroristische aanslagen bv. Ja, ik besef het, dit is moeilijk te verteren materie. Daarover wil ik in een later artikel verder uitweiden.
Maar in het geval van een confrontatie is het geraadzamer dat ieder gewoonweg het eigen pad vervolgt, zonder geweldplegingen of overbodige discussies. Het is een kwestie van ruimte geven aan mekaar. "When you are not putting out any aggression; therefore you are not inviting any aggression."
Vreedzaam co-existeren wordt dit genoemd. En of dit kan? Hangt af van de mate van wijsheid en verdraagzaamheid van de opponenten en diegenen van wie verwacht wordt dat ze hen ethisch-morele bijstand verlenen.

Het blijft natuurlijk de vraag of een intolerante geloofsovertuiging, die berust op dogma's die je moet geloven zonder dat je ze inzichtelijk kan of mag onderzoeken, zich überhaupt kan integreren in een samenleving die vrijheid van meningsuiting hoog in het vaandel voert. Voortbordurend op het voorgaande kunnen we weinig anders dan deze vraag ontkennend te beantwoorden. Hoezeer progressief links-sociale en groene politieke stromingen ook hun (verdienstelijke) best doen: 1+1 zal nooit 3 worden. Een verwende peuter met afwijkend gedrag kalmeer je niet met een verse luier en een lekstokje.
Al mag het tijdelijk de wonden verzachten, het baat weinig om samen een kaarsje aan te steken, bloemen of knuffelbeertjes neer te leggen op de plek des onheils.

De Boeddha leert ons dat we enkel de onheilzame tendenzen in onze gedachten, woorden en daden kunnen overkomen door ze bij de wortel af te snijden. Dit is hoe we moeten leren omgaan met onze menselijke tekortkomingen. Een bescherming tegen het overtollige lijden dat we anderen en onszelf aandoen.
Profeten, van welke godsdienst ook, die de verdelging van andersdenkenden prediken, zullen de bron van dit lijden blijven voeden.
Een oorlog kan nooit heilig zijn. Dat is een contradictio-in-terminis.

Met deze woorden wil ik de zaken niet verder op scherp zetten, evenmin onder het tapijt vegen. Het boeddhisme vertegenwoordigt de middenweg. Niet de extremen van hedonisme of zelftuchtiging. Bevrijdend inzicht in de wetten die alles wat leeft zijn betekenis en bevrijding aanbiedt. Enkel wanneer we ons eigen aandeel in het probleem beseffen en aanpakken, kunnen we enige invloed uitoefenen ter verbetering van de wereld. Er is niets anders waar we enige vat op hebben. Niemand kan een ander tot inzicht brengen. Zelfs al laat ik je duizend foto's van een banaan zien, je zal ze moeten eten om te beseffen hoe ze smaakt.
Wijsheid is wat een mens nodig heeft om diep en eerlijk in zichzelf te kunnen kijken. Wanneer die wijsheid kan vergezeld worden van medeleven, kunnen we op zijn minst de problemen beter duiden, aanvaarden en naar een opening zoeken om er mee om te gaan. En die opening is er altijd. Onze ware, menselijke natuur -die energetische kern die uit de één-en-ondeelbare universele energie bestaat die alles doet leven, is van nature verdraagzaam, goedhartig, medelevend en liefdevol. En dat geldt voor ieder levend wezen, hoe vreemd dit ook mag klinken. We zijn te vergelijken met een ajuin, waarvan je vele lagen en geledingen kan afpellen tot je op de kern terechtkomt.

Dit alles betekent nu ook weer niet dat we onze langzaam verworven wijsheid zomaar te grabbel moeten gooien van onverdraagzame en domme individuen (want dom zijn onverdraagzame mensen zeker). Er is geen liefde en respect voor anderen mogelijk zonder respect en liefde voor zichzelf. Of zoals wetenschappelijk analist Brice De Ruyer dit toepasselijk verwoordde tijdens een tv-interview: "Harde criminelen, die het geweld tegen zichzelf niet schuwen, hebben geen enkel probleem met het plegen van gewelddaden tegen anderen." Vandaar dat terroristen, die vaak reeds een verleden hebben van ordinaire misdaden tegen gemeenrecht, alvorens ze zich laten radicaliseren en meeslepen door nog gemenere individuen, vervolgens zichzelf en hun slachtoffers meeslepen in de dood.

Domweg alle deuren en ramen in je woonst openzetten, zal er enkel voor zorgen dat de tochtwind de binnenkomende energie even snel weer naar buiten blaast. Daar wordt niemand beter van.
Je deur openen voor wie aanklopt met de vraag naar je steun, begrip, medeleven of medevreugde, maakt je hart groter.

Het vraagt enige levenskunst om het verschil tussen beiden te (h)erkennen.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten