woensdag 11 mei 2011

Ik schrijf de laatste tijd behoorlijk dikwijls op deze blog omdat er nogal wat zaken te vertellen zijn die ik zelf niet wil vergeten. Zoals mijn aangenaam gesprek gisteren met een jong Waals koppel. De tijd dat de Belgen, honkvast zoals ze waren, steevast niet verder kwamen dan Blankenberge of de Costa del Sol, blijkt definitief voorbij. Dat heb ik al eens ergens in mijn artikels over Nepal geschreven. Het gaat hem trouwens niet uitsluitend over beide twintigers die hun veilig bestaan in Belgie hebben opgegeven om voor onbepaalde tijd de wereld te verkennen maar ook over, zo vertelde mij een Vietnamese, een Belg die haar Engelse les geeft op het college. Ik vind dit geweldig fijn want zulks kan enkel maar onze horizont verruimen.
Een eerder vreemd en toch begrijpelijk fenomeen is dat ik, in confrontatie met medereizigers, dikwijls hetzelfde en meer negatieve verhaal over bedrieglijke praktijken hoor. Kom ik deze situaties niet tegen omdat ik anders ingesteld rondtrek? Over Vietnam was mij wel als eens een negatieve commentaar ter oren gekomen maar niet zo bij mij. Integendeel, de mensen in de Chu Van An Street beginnen mij steeds vriendelijker te bejegenen en begroeten mij meermaals met samengevouwen handpalmen en de uitdrukking: Na Mo A Ji Da Phat. Wat zoveel betekent als 'ere aan Amithaba, de Boeddha in jou.' Ze vinden het blijkbaar heerlijk dat een westerling deze uitspraak met de juiste articulatie beantwoordt. Meermaals geraak ik betrokken in goede gesprekken met de bediening op de terrasjes. Is het omdat ik alleen rondtrek en mij graag meerdere dagen verbroeder met de plaatselijke bevolking i.p.v. argwanend en met de camera op de tafel het menu te bestuderen? Mij mogen ze zelf iets voorstellen, zolang het maar opgewarmd en vegetarisch is. En als het eens een zeldzame keer tegenvalt, is het maar zo. In Azie kom je het verst met een glimlach.

Het helpt uiteraard als je de plaatselijke bevolking hun (klein) economisch gewin gunt. Niet altijd 'nee, dankjewel' zegt, regelmatig van winkeltje verandert en niet steevast elke 1000 Dong natelt. Vrouwelijke winkeliers vinden het bovendien charmant wanneer een 'single man' een minuskul pakje waspoeder komt kopen. Dan lach je toch even mee want de intonatie van het soms grappig klinkend Vietnamees zegt voldoende. Er loopt ongetwijfeld eens een gore kerel langs je maar ook daar blijf je voorkomend tegen. Dan is die meteen ontwapend.
Ik heb Vinh, de jonge motorrijder die me morgen naar een afgelegen pagoda in de bergen zal brengen en wie ik reeds een voorschot betaald heb, luchtig duidelijk gemaakt dat ik zijn nek zal omwringen wanneer hij mij bedriegt. "Dont worry sir. You can trust me." Toen ik hem later op de dag verscheidene malen tegenkwam, moest ik hem telkenmale de hand schudden, fier als hij was om aan de omstaanders te tonen dat hij mijn vriend is. Ik mag er donder op zeggen dat die mij eerlijk gaat behandelen.

Ondertussen oogst ik enig succes met mijn kaligrafische pogingen om de Vietnamese schrijfstijl met de mijne te combineren. De Vietnamezen gebruiken reeds historisch geruime tijd het Latijns letterschrift, door de Fransen beinvloed met veel accenten, voor ons dus leesbaar zonder het te kunnen begrijpen. Net als de Chinezen schilderen ze dat vlotjes met een penseel. Daarover beschik ik momenteel niet en bijgevolg gebruik ik een gelpen. Het is echter enigszins verrassend hoezeer deze inlandse stijl overeenkomt met wat ik vroeger graag pleegde te doen. Het begon eergisteren met het tekenen van mijn eigen naam en dreigt nu te eindigen met die van elke inwoner van de straat. Onmogelijk dus. Het brengt de communicatie wel dichterbij.

Nu moet ik gaan slapen, een onvermijdelijk iets waar ik het al een heel leven moeilijk mee heb. Een goed boeddhist moet leren stoppen. Dat kan ik dus nog niet goed. Maar morgen staat Vinh aan mijn deur te kloppen om mij enkele uren, achterop zijn brommer, mee op pad te nemen. Ik voel het nu al in mijn onderrug!
Even mijn recent aangeschafte, van 100% zijde gemaakte slaapzak uitproberen. Omdat je enkel kan slapen met de airco aan, en die maakt behoorlijk veel frisse wind, is het best jezelf toch ietwat te bedekken.

1 opmerking:

  1. Goed om horen dat Vietnam je helemaal meevalt, geniet er van!

    Groeten vanuit Mongolia,
    ward

    BeantwoordenVerwijderen