maandag 30 mei 2011

Nadat Vinh mij deze ochtend teruggebracht had naar mijn vroegere hotel in het centrum van Hue City, hebben we een lang gesprek gevoerd. Ik was te snel in mijn eerdere conclusie want hij beschikt wel degelijk over een serieuze diepgang. Net als ik beschouwt hij loyale vriendschap en de mogelijkheid om je hart en geest open te stellen voor de medemens, veel belangrijker dan materieel gewin of een berekenende levenshouding. Hij ging volledig akkoord met mijn visie dat je zo een beter boeddhist bent -althans zonder dit etiket want al drink en rook je somtijds- dan vrome pilarenbijters met een versteend hart. Niet dat ik die al vaak tegengekomen ben maar ze bestaan. Vinh vindt mij jong van hart en heeft mij al meermaals voorgesteld om me definitief in Vietnam te vestigen. Een van de weinige zaken waarin ik hem niet kan volgen, al blijft hij een vriend voor het leven. Ik mag hem oprecht graag. Morgen brengt hij mij, voor hetzelfde geld, naar het plaatselijk postkantoor. Ik moet me dringend ontlichten van te zwaar wegende boeken en andere, interessante spullen.

Terug in het hotel en het tegenoverliggend Waterland restaurant-cafe, werd ik hartelijk begroet. Vinh had mijn kamer reeds gereserveerd. Ik moet nu wat bijrusten want heb de laatste dagen tot laat gewerkt aan deze blog en mijn schetsboek. Er is zoveel om te verwerken, te overdenken, na te genieten...Deze avond zie ik mogelijk  Hue even terug. In het kort want een nieuw, lang verblijf in deze stad wil ik mij niet permiteren. Nog een goede anderhalve maand kan ik verblijven in dit land met zijn zachtaardig 'Pure Land Buddhism'. Ik hoop op een lang en vruchtbaar verblijf in Thanh Huong's klooster te DaNang en een korte, toeristische periode in Halong Bay, helemaal in het Noorden. Deze plek heeft een bijzondere aantrekkingskracht want een foto daarvan sierde jarenlang de 'screenpage' op mijn computer thuis. Geen idee toen dat ik daar enkele jaren later in de buurt van zou komen.

Ik hoop tevens dat Hue mijn tijdelijke terugkomst ziet zitten want ik had eerder al definitief afscheid van haar genomen. Zij betoonde toen serieus veel interesse voor mijn artistieke probeersels en ik wil haar graag mijn laatste werkstukjes laten zien.
IJdelheid is 'des duivel's oor kussen', zo heeft men mij dat indertijd terecht geleerd. Als boeddhisten geloven wij echter enkel in de duivel binnenin onszelf. Mara, of de onheilzame intenties die we het hoofd moeten bieden, omringt ons dagdagelijks. Dit alles is me zoveel naderbij dan de veelal afschrikwekkende denkbeelden van het Katholicisme van weleer. God kan toch onmogelijk die verlicht en afschrikwekkende despoot zijn uit het Oude Testament?
Terwijl ik zat te tekenen in Tu Hieu Pagoda, enkele dagen geleden, verbaasde een toevallige passante zich over mijn (westerse) interesse voor hun historisch geloof. Mijn antwoord daarop luidde dat de Boeddha niet uitsluitend op deze aarde had geleefd en onderwezen voor Aziaten alleen, maar voor de gehele mensheid. Net zoals Christus er niet enkel was voor de Joden. Dat begreep de lieve dame meteen.

Ik blijf het alsmaar lezen en horen: indien je je wil verdiepen in de dharma moet je een enkele school volgen. Anders, zo wil men mij wijsmaken, kom je op een kruispunt en weet je niet meer waarheen. Ik krijg het ze in Azie maar niet aan het verstand gebracht dat er een nieuwsoortig, Westers boeddhisme aan het groeien is. Eentje dat niet beperkt wordt door traditionalisme en bijgevolg fris en puur kan putten uit alle bronnen. Zou het waar kunnen zijn dat de toekomst van de mensheid in handen ligt van deze, eengemaakte visie? Onze westerse traditie van gegronde, wetenschappelijke analyse kan, volgens mij, iets wezenlijks toevoegen aan een eigentijdse interpretatie van de leer. Ik wil me alleszins opwerpen als een voortrekker hiervan. Er bestaat niet zoiets als twee relatieve en ultieme werkelijkheden. Er zijn er ontelbare. Veelheid in eenheid of andersom.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten