woensdag 25 januari 2012

Het Vietnamese Tet-festival spreidt zich uit over vele dagen en ik bevind me er momenteel volop in. De laatste dagen ben ik meermaals uitgenodigd om aan de familiale feesttafel bij te schuiven. Ik mag dan niets trakteren of betalen, geld mag nu even geen rol van betekenis spelen, enkel vrijgevigheid. Vandaag heb ik zelfs twee (uiteraard rode) envelopjes met geld gekregen. Geen grote bedragen maar desalniettemin niet niets voor de veel minder bedeelde mensen. Ik vond het ietwat moeilijk dit zomaar aan te nemen maar zou onbeleefd overkomen indien ik dit zou weigeren. Ik heb een van die envelopjes gerecupereerd om met een wat groter bedrag aan Muoi, de jonge vrouw die mijn kamer elke dag proper houdt, over te maken. Het is een bijzonder schatje.

Vele restaurants, bars en winkels zijn omstreeks deze tijd gesloten en dat beperkt  mijn mogelijkheden om aan gevarieerd voedsel te geraken. De straten zijn uitzonderlijk leeg want de Vietnamezen, familiegericht zoals ze zijn, gaan nu op bezoek bij mekaar. De toeristen troepen samen in de weinige gelegenheden die open blijven. Daar wordt een toeslag van 20% aangerekend maar dat gaat rechtstreeks als bonus naar het personeel. Begrijpelijk als motivatie om ze deze dagen aan het werk te houden.
Echter geen getreur, Thuong, de eigenares van mijn guesthouse waakt moedergewijs nauwlettend over mijn welzijn. Ik kan de lobby niet voorbij of ze nodigt me uit met snoepjes, bier en groene thee. Twee avonden geleden klopte ze tot tweemaal toe aan aan mijn kamerdeur. De eerste keer met een warme kippenbil (heerlijk met wat zout, zwarte peper en limoen), de tweede keer met een soort rijst-kippensoep. Regelmatig steekt ze me wat lokaal fruit toe. Aan Oanh vertelde Thuong (een weduwe van 50 met twee volwassen zonen), dat ze mij zolang mogelijk in haar guesthouse wil houden. Desnoods gratis, in ruil voor mijn liefde. Vele oudere of jongere Vietnamese mannen, die graag bij haar over de vloer komen en haar tante noemen, willen mij aan haar koppelen. Thuong lacht daar eens vriendelijk om en ik hou me wijselijk op de achtergrond. Ze is een bijzonder goedhartige en zorgzame dame die wat graag pronkt met mijn ingekaderde Thu Hoa (Cam on ve quan su tam cua ban - Thank you for taking care of me) maar spreekt geen woord Engels. Bovendien zie ik mijn toekomst niet als medebeheerder van een guesthouse in de stad. Ben echter blij en dankbaar mij hier tijdelijk geborgen te kunnen voelen aan een vriendschappelijke prijs. Het vangt mijn onvermijdelijke eenzaamheid, want verblijvend in een mij vreemde cultuur, vrij goed op.  

Toch zal ik blij zijn wanneer het feestgedruis eindelijk ophoudt en het gewone leven zich opnieuw op gang kan trekken. Kerstmis, Nieuwjaar, het Tet-festival...het wordt me wat teveel. Al met al zegt het me weinig. Het gaat al te vaak gepaard met oppervlakkige sentimentaliteit en houdt weinig substantieel in zich. Teveel mensen denken dan dat ze verplicht luidruchtig en opgewekt moeten zijn. Ik kan me daar niet deelachtig aan maken, mis waarachtigheid, spirituele vriendschap die geen nonsens verkoopt maar fijngevoelig en oprecht is. Het sowiezo al luidruchtige Vietnam wordt er niet stiller om.
Ik voel me deze avond echter gelukkig want Chung heeft me opgebeld met een lang en fijn gesprek. Al kan en zal het hoogstwaarschijnlijk nooit iets worden met deze vrouw, het feit dat ze me contacteerde vanop haar familiefeest doet me iets. Voor het eerst heeft ze me bij haar thuis uitgenodigd. Niet haar ouderlijke thuis maar in Danang, waar ze samenwoont met haar zus. Voor een Vietnamese betekent dit serieus wat moed. Maar Chung klonk andermaal bijzonder vermoeid. Ze klopt veel teveel uren en heeft een ernstig tekort aan ijzer in het bloed.

Elke dag vele uren studerend in de Dhammapada, werkend aan mijn boek omtrent mijn persoonlijke visie over het boeddhisme, vraag ik me meermaals af of het wel opportuun is nog te trachten naar sentimentele liefde. "Attachment to worldly objects is far stronger than iron chains. That which is made of iron, wood or hemp, is not a strong bond, say the wise; the longing for jewels, ornaments, children and wives is a far greater attachment." en ook : "For as long as the slightest brushwood of the passions of man towards woman is not cut down, so long is his mind in bondage, like the milk calf to its mother-cow." Ik hoef Gotama Siddhatta niet blindelings te geloven, ik voel fundamenteel diep in mezelf dat hij overschot van gelijk heeft. In het boek 'Three greatest men in History' vernoemt H.G. Wells niet voor niets de Buddha als een van hen. De andere twee zijn Christus en Socrates.

Met een lief slaapwel-berichtje van Oanh, waarin ze beweert me stevig te missen, neem ik afscheid van deze dag. Ook ik mis haar. Ondanks alles blijven graag gezien worden en graag kunnen zien, heerlijke gevoelens. Zolang ze niet zelfzuchtig worden, schaden ze niemand. Het leven is een geschenk.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten