maandag 30 januari 2012

Een bar in Hue betekent zoveel als een cafe waar je eten kan bestellen in Belgie. Het verschil ligt in de wijze waarop men muziek aanwendt. Al beschikken de Vietnamezen over behoorlijk wat talenten, muzikale gevoeligheid is daar zeer zeker geen van. Deze samenleving moet zowat een van de luidruchtigste van de wereld zijn. Of je gaat naar een meer Westers georienteerde plek en daar zet men de 'jaren '70-'80 muziek loeihard als louter behangpapier, of je gaat naar een locale plek en daar maakt men je horendul met de melige, hedendaagse Vietnamese muziek. Ze hebben er gewoonweg geen oren naar.

Als het al eens een zeldzame keer rustig is, -binnen uiteraard-, en men ziet een Westerling de zaak betreden, vindt men het logisch de volumeknop stevig naar rechts te draaien. Het gevolg is dat iedereen luider begint te spreken. Vermengd met het zwaar toeterend verkeer op straat, -want koud of warm, de ramen staan steevast open-, is dit voor een geluidsgevoelige mens somstijds niet te harden. Jonge vrouwen kressen en gillen hun plezier en ongenoegen uit, mannen roepen en brullen hun eigenbelang, met deuren wordt steevast gesmeten. Rochelen, hoesten en niezen klinkt als vulkaanuitbarstingen. Ondertussen passeert er een soort fietswinkeltje met een schril, electronisch muziekje...,kloppen de straatkeerders op blokjes hout...
Ik moet er mee leren omgaan maar heb het gevoel hier nooit aan te kunnen wennen.
Soundpollution. Wie maalt erom? Materialisme kuist grondig alle gevoeligheid op.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten