vrijdag 27 april 2012

Heb gisteren een bijzonder effectieve zalf en anti-allergiepilletjes gevonden en de voorbije nacht een rust van 8 ononderbroken uren kunnen genieten. Nu ik de jeukende huiduitslag onder controle krijg, voel ik me een stuk beter.
Het werken aan mijn dharmatekeningen verloopt aangenamer zonder opdringerige insecten.
Deze namiddag werd het pikdonker en een pittig tropisch onweer heeft de drukkende atmosfeer weggewassen. Nodig want de lucht was zwaar en dik als erwtensoep. Mijn stevige hoop vuile was is ook in behandeling. Een en ander maakt me bewust hoe afhankelijk ik nog altijd ben van een redelijk comfortabel leven, ik ben duidelijk geen ascetisch woudkloostermonnik, al probeer ik dat soms wel eens graag uit. We moeten onszelf en onze begrenzingen leren kennen. Daar niet te flauw in zijn maar ook aanvaarden wat niet anders kan.

Vandaag op het internet informatie opgevraagd en gevonden over Plum Village Thailand in Nakhon Ratchasima. Tevens de stad waar Ward me binnenkort zoekt te ontmoeten. Het district Pak Chong waar Thich Nhat Hanh's ashram is gesitueerd ,is ook de thuisbasis van Ward's vriendin Nana. Dit lijkt op een puzzle waarvan de stukjes goed in mekaar beginnen te passen. De cirkel komt rond want dit alles startte voor mij in het Franse Plum Village. Ik behoor officeel, via het eerst toevlucht nemen tot de Boeddha- Dharma-Sangha aldaar, tot de lineage van Thay. Tot hiertoe (en zelfs na een hernieuwing van deze toevlucht in Kopan, Nepal) kon ik nergens elders in Azie een boeddhistische school of strekking vinden die op een dergelijke wijze een sociaal geengageerd en ecologisch bewustzijn incorporeerd.

Ajahn Sucitto, de nummer 2 in Wat Pah Nanachat (sorry maar het werkt daar zo) en voor wie ik meermaals een Chinees medicijn mocht prepareren, beschreef een beetje denigrerend Thay's boeddhisme als modieus 'designed', speciaal voor zijn westerse aanhang. Alhoewel niet akkoord heb ik daar niet op gerepliceerd. Het Theravada is mij teveel gericht op de individuele bevrijding. En ik hecht niet zoveel belang aan de zogenaamde 'offenses of the Vinaya (regels en voorschriften voor monniken en leken)' die je met een banbliksem telkens een neerval (downfall) bezorgen. Ik zie meer heil in de zachtmoedige en menselijke aanpak van Thich Nhat Hanh die ons, via vallen en opstaan of herhaalde inspanningen, via een gestage en geleidelijke deconditionering van de geest, telkens een stap dichter brengt in het ontdekken van onze diepere en zuivere boeddhanatuur. 'Vrede' in elke mogelijke vorm (Peace By Every Step) is zoveel sterker dan het harde "Cutting down the kilesas (onzuiverheden of negatieve ingesteldheden)" van Ajahn Chah.

Ik wil het Theravada niet veroordelen, -het boeddhisme heeft voor iedereen een aangepaste vorm-, maar zoek enkel wat het meest voor mij van toepassing is.

Terwijl ik dit schrijf in de lobby van mijn hotel hoor ik de monniken van het naburige klooster hun avondchantings reciteren. De teksten, in het Pali, beginnen me steeds vertrouwder te klinken. Enkele daarvan ken ik reeds uit het hoofd. De vraag, niet ontdaan van enige bewondering, hoe het mogelijk is dat relatief jonge mannen besluiten om alles achter zich te laten en een leven van onthechting te gaan lijden, dringt zich op. Ik heb meerdere Westerse monniken leren kennen die er een leven van meer dan 30 jaren volgens de 227 strenge 'precepts' op hebben zitten. Dat is niet niets. Maar tevens las ik in 'The Bangkok Post' dat er in de hoofdstad een invloedrijke sekte bestaat die zich de Dhammakaya noemt en die het bereiken van het nirwana afhankelijk maakt van het geschonken geld aan de eigen tempel. Er is weinig nieuw onder de zon.
Thailand is absoluut geen slecht land om in te vertoeven maar op dit ogenblik mis ik mijn geliefde Vietnam en mijn Vietnamese vrienden. Een vriendschap voor het leven?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten