vrijdag 12 oktober 2012

Heb ze tijdens mijn twee-en-half jaar lange rondreis doorheen Centraal en Zuid-Oost Azie meermaals tegengekomen: vluchtige toeristen die menen een land ten gronde te kennen na een 'consumerend' bezoekje van amper drie weken. Dat komt lastig over. Tijdens mijn eerste drie maanden in Vietnam ergerde ik me constant aan alles en nog wat. Contacten met dergelijke toeristen bevestigden mijn waarnemingen. Echter na mijn tweede en derde bezoek, alles bij mekaar toch nog eens zo'n 7 maanden verder, kreeg ik een ietwat duidelijker beeld van het land en zijn bevolking. Vanaf dan begon de plaatselijke bevolking mij te zien als een mens waarmee ze konden leven en praten, niet louter meer als een westerling die hen geld kon opbrengen.

Dat is het moment waarop mensen hun hart beginnen te openen. Niet zelden omdat de vreemdeling dan, omwille van zijn inspanningen om iets van de taal te leren of van de cultuur te vatten, zichzelf begint te openen. De arrogantie van meegebrachte zelfvoldaanheid begint af te brokkelen. De reiziger begint in te zien dat mensen in wezen overal eender zijn, hij begint het flinterdun laagje culturele verschillen af te pellen. Bovenal begint hij te ervaren dat de mensen willen gelukkig zijn zoals hij, dat ze willen overleven. En daarbij dikwijls gedreven worden door gedragspatronen die ze zijn ingelepeld door hun voorouders, ouders, familie, vrienden en omgeving. Daaruit ontsnappen, indien al nodig, is bijzonder moeilijk.

Bovenop deze eeuwenoude tradities worden politieke systemen en economische dominanties geent die hun vreemd zijn maar waar ze moeilijk onderuit geraken. En dan spreken we nog niet over een begrijpelijke jaloezie, aangewakkerd door een niet aflatende stroom toeristen die gewoon komt genieten van de goedkope levenstandaard. Al vlug komt de rekening voor een avondje consumeren dicht bij het maandsalaris van degene die de tafel moet bedienen. Meermaals voelde ik hierbij een diepe schaamte.

Natuurlijk zijn mensen in Azie anders. Familiebanden zijn dikwijls verstikkend maar gegroeid uit overlevingsstrategie. Er kan veel beter maar bejaarde ouders of mindervaliede kinderen worden niet gedumpt. Er is geen georganiseerd sociaal netwerk dat individuen opvangt maar de kinderen van de buren lopen zo bij je binnen. De internetcafees beginnen onafgebroken vol te stromen met snotneuzen die uren vullen met geweldspelletjes maar jongeren blijven beleefd knikken naar ouders en leraren. Ik weet het zo langzamerhand niet meer duidelijk. Een westers systeem enten op Vietnam, geheel met 'verbeterde' omstandigheden, kan evenzogoed een hele samenleving ontwrichten.

Wat ik heb geleerd is om naar een land te kijken, te voelen en vervolgens te zwijgen. Je leeft mee en helpt daar waar je kan en het nodig vind. Ik denk dat dit samenleven betekent, niet het vermanende vingertje. Wie zijn wij trouwens? Gaat het bij ons, het georganiseerde model, zoveel beter? Is 'Happy Slapping', waarbij een jongerenbende lukraak en zonder reden, een onschuldig slachtoffer in mekaar ramt, wat we als voorbeeld willen stellen? Gaan we dat straks geamuseerd op Facebook bekijken met een glimlach?

Vietnam mag dan al bij een eerste indruk een luidruchtig en chaotisch land zijn, van dergelijke brutaliteiten blijft het vooralsnog gespaard. Nooit heb ik er me onveilig gevoeld, het gevaarlijke brommerverkeer uitgezonderd. De vele, innemende kinderoogjes en immens vriendelijke 'hellootjes' blijven onvergetelijk. In Vietnam luisteren kinderen nog naar hun ouders, zelfs al zijn ze 25. Jongeren zijn blij wanneer ze de mogelijkheid krijgen om te studeren of simpelweg Engels te praten.
Begaafde jongeren kunnen slechts dromen van het buitenland. En op het platteland is er niets meer dan rijstvelden en dromerige bergen.

Mijn God (in mijn geval Boeddha), wat hou ik van dit land!

En Vlaanderen dan? Mijn biotoop. Ook daar hou ik van. Momenteel loop ik er in rond als een verwonderde vreemdeling. Mijn geboortestad Antwerpen is een echte metropool aan't worden, met veel autovrije en open ruimtes. In Europa betekent een stad nog iets: zij heeft meerdere kernen. Aziatische grootsteden kennen uitsluitend commerciele sites. Geen historische kern, geen woonkern, geen culturele kern...
Maar mijn buurt in Deurne is een legoland. Blokjesdozen. Zo maakte ik ze op tafel en in mijn kinderlijke fantasie. Het verkeer is geordend en vriendelijk. Maar op tram 10 was ik getuige van een drieste en intrieste ruzie tussen een jonge Marokkaan en enkele zwart-Afrikaanse vrouwen. Vietnamezen kennen dit probleem vooralsnog niet. Waar moeten ze om rouwen?
Ik kan nog net de gemeenteraadsverkiezingen meemaken. Goed om mijn aanwezigheid in 't land te bevestigen.
Voor de rest wil ik graag terug naar Azie. Ben ik een wereldburger? Neen, een Vlaming in de wereld.
Mijn vliegtuigticket voor een nieuwe afreis op 5/11 ligt klaar.

2 opmerkingen:

  1. Beste Ivo, ik ben blij te kunnen lezen in je inhoudelijk en vormelijk prachtig geschreven teksten en verslagen dat je terug gaat naar de plak waar je je thuis voelt ondanks dat je roots hier liggen. Maar wat is dat, "roots"?...Onze roots als mens liggen simpel op deze aardbol, so...
    Ik volg je in gedachten en lees je verslagen met veel aandacht. Als we elkaar niet ontmoeten voor je afreis, het allerbeste gewenst, beste vriend. Indien je akkoord bent om mij je emailadres te bezorgen kunnen we directer contact houden, wat ik zeer op prijs zou stellen. Tot later, phidel

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Beste Philippe, ik had je reeds eerder persoonlijk willen contacteren maar heb je emailadres of telefoon niet. Het mijne: claesivo5@gmail.com. Tot spoedig hoors?...

      Verwijderen