zondag 13 juni 2010

Gisteren, 12 juni, eindigde mijn eerste 10-daagse cursus in Kopan Monastery. De deelnemers waren gaandeweg zo intens met mekaar verbonden geraakt dat er sprake was van hechte vriendschapsbanden die spontaan ontstonden.Dankzij deze samenhorigheidsenergie werd ik in staat gesteld de ganse groep ( ongeveer 50 mensen, bijna even veel verschillende nationaliteiten ) heel snel het liedje 'Dear friend'in canon aan te leren zodat we dat konden zingen bij wijze van dank aan onze hoofdleraar, de Tibetaans boeddhistische non van Zweedse afkomst, Ani Karen. Toegegeven, ik heb zelden een vrouwelijke leraar tegengekomen die in dergelijke mate over de gave van het lesgeven beschikte. Haar mooie stem wist ze, tesamen met een heldere en bevattelijke uiteenzetting, heel accuraat en met een warme intonatie zo aan te wenden dat ze onze aandacht meermaals enkele uren kon vasthouden. Zijzelf bleef ondertussen bijna onbeweeglijk in halve lotushouding op haar kussen zitten terwijl wij voortdurend onze pijnlijke knieen en gewrichten moesten tretchen. Onze zangprestatie was meer dan behoorlijk, er waren veel mensen die graag en goed konden zingen, en Ani was zichtbaar ontroerd. Dit had ze in haar lange loopbaan als 'teacher' nog nooit meegemaakt en ze beschouwde onze groep dan ook als een van haar beste. Dat ik hier 'toevallig' mocht deel van uitmaken...
De laatste drie dagen van de cursus waren retraitedagen met vele uren medetatie en absolute stilte, iets wat voor sommige groepen absoluut onmogelijk bleek.

Hoedanook, mijn verblijf in Kopan Monastery is tot hiertoe het beste wat mij op boeddhistisch gebied kon overkomen. Ik zoek nog een ruime tijd in het klooster door te brengen en heb mij al direct ingeschreven voor de twee volgende cursussen. Daarna ga ik er waarschijnlijk nog volgen. Ze behandelen allemaal andere aspecten van het rijke dharmagamma. De eerste zou de meest intense geweest zijn want we werden letterlijk ondergedompeld in de Thibetaanse interpretatie en alhoewel ik niets nieuws gehoord heb, heb ik veel geleerd en vooral ondervonden.

Het enige vermeldenswaardige probleem is dat ik stevig last ondervind van de luchtverontreiniging in Kathmandu.Verslijming van de luchtwegen, een constant droge en geprikkelde keel, een kurkdroge hoest en geirriteerde ogen. De polutie zou hier even erg zijn als in pakweg Mexico City. Al ligt het klooster ietwat buiten de stad en bovenop een berg met prachtige vergezichten, ik kan de verontreiniging meestal ruiken en er hangt dikwijls een dikke grijze smog. De luchthaven ligt aan de rand van de stad en vliegtuigen vliegen constant en zeer laag af en aan over klooster en stad. Over het lawaai gaan we het hier nu even niet hebben.
Mentaal voel ik mij dik in orde maar fysiek eerder mijn reeele leeftijd. Mijn linkerknie is er het ergst aan toe en de vele uren in meditatiehouding maken dit pijnlijk. De diarree is volledig overwonnen maar vanwege het veelvuldige gebruik van ajuin in de vegetarische voeding ondervinden we nogal wat winderige spanning in de buikstreek. Vervelend als het muistil is om je heen. Soms komt zo'n laag overvliegend vliegtuig dan toch wel eens van pas.
Het zwijgen blijf ik prima vinden en het tekenen gaat hier beter dan ooit en brengt mij ongewild enig succes.

Interessant om op te merken is dat er in dit klooster helemaal geen spanningsvelden tussen vrouwen en mannen vallen waar te nemen. Wat zo belangrijk en dominant bleek in Nilambe is hier,-nochthans leven beide sexen nog dichter naast en door elkaar-, zo goed als afwezig. We dienen ons wel te houden aan de vijfregelige shila en dat houdt ook onthouding van elke seksuele activiteit in. Begrijpelijk in een klooster maar niet zo eenvoudig vanwege de open houding dat dit klooster t.a.v. leken aanneemt.Zo zie je dat er duidelijk een soort groepsdynamiek bestaat en dat je als individu hier ongewild in meegaat. De seksuele energie wordt hier alleszins gesublimeerd en leidt dus ook niet af. Ik vind dit voor mijn persoonlijke ontwikkeling hoogst welkom.
Wel vreemd maar aangenaam: eergisteren kwam ik de cafetaria binnen en vloog Hazel mij rond de hals. Ik had deze Hong Kong Chinese leren kennen in Sri Lanka en we waren beiden zeer verbaasd mekaar hier weer terug te zien. Ik wilde echter mijn belofte tot zwijgen niet verbreken, iets wat zij maar al te goed verstond, en zo werd dit een rondje gebarentaal.

Binnen een uurtje start de nieuwe cursus. Vandaag ben ik volledig vrij maar even vroeg dan anders opgestaan. Ik werd toegelaten de ochtendchantings van de monniken in de hoofdgompa bij te wonen. Een uur en half zitten in opperste vervoering. Als enige westerling. En zelfs warme thee aangeboden gekregen... Ik hoop dat ik dit niet gedroomd heb. Bij het onbijt op het overdekte terras kan je de kindmonnikjes horen zingen. Deze laatsten huppelen, lopen en spelen overal op het relatief grote kloosterdomein met prachtige tuin ( compleet met Chenrezigfontein en weelderig versierde stoepa). Steeds hebben zij dat gelukzalig lachje rond de lippen en spleetoogjes. Kopan is een warme en vriendelijke plek om te vertoeven. Het dagelijkse leven kent een strikt regime maar mensen voelen zich hier heel gelukkig. Er wordt flink veel gelachen. Mogelijk dat mijn keel daardoor ook geirriteerd is want ik doe daar flink aan mee.
Tibetaanse monniken hebben veel gevoel voor humor en een typisch aanstekelijk lachje. Vooral de grote baas, de abt, verstaat de kunst hierdoor anderen aan te steken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten