dinsdag 1 juni 2010

Dit bericht is een vervolg van zondagavond. Diezelfe nacht ben ik ziek geworden en daardoor maandag bedlegerig geweest. Gezien de vreemde datering van deze computer kan dat verwarrend overkomen waarvoor mijn excuus.

Ik kom tot tweemaal toe per dag aan deze blog werken en vind dit schrijven heel aangenaam. Koren op de molen van diegenen die mij een veelprater vinden. Al vind ik schrijven en spreken toch wel iets anders, het is waar dat ik graag vertel omdat ik graag en veel observeer. Het leven in zijn duizelingwekkende veelheid, alles zo verschillend en toch allemaal bestaande uit of aangedreven door een ondeelbare energie. Die dwang tot scheppen ( in Nilambe was het tekenen omwille van de woordstilte ) is essentieel in mijn leven maar niet helemaal in overeenstemming met mijn boeddhistische idealen. Er moet volgens het zenboeddhisme helemaal niets meer gezegd, bewezen, verwoord of verwezenlijkt worden. Alles is al perfect zoals het is.
"We moeten alleen de ajuin afpellen totdat we aan de pure kern komen en alle poespas wegkieperen. Dit brengt je af en toe wel aan het wenen." Andrea, hier aan het woord, heeft het niet met westerlingen die met al hun boeddhistische parafernalia verdrinken in eigenwaan en zelfgenoegzaamheid. Gelukkig beschouwt ze mij niet als horende bij die categorie.

'Wei-wu-wei' zeggen de taoisten. Handelen door niet te handelen. Het boeddhisme kent hetzelfde gegeven en draait het westerse gezegde: 'Zit daar niet te zitten, doe iets' om in 'Stop met doen en ga zitten (mediteren)'. Met deze uitspraak kunnen mensen in het Westen het moeilijk hebben. Het behoort niet tot onze cultuur om zo te denken. Het duurde zijn tijd vooraleer ik de ware diepte hiervan kon ervaren. Maar iets beseffen is nog niet voldoende om een gewoonte om te keren. Ik zal mezelf maar aanvaarden zoals ik ben en dat ook met de anderen doen. Het boeddhisme geniet mijn interesse omwille van zijn menslievendheid, zijn middenweg en respect voor al wat is. Maar ik heb absoluut niet de ambitie om permanent 'verlicht' of een wereldvreemd soort heilige te worden.
Hoedanook zie ik mezelf liever zitten met mijn notaboekje i.p.v. met de gsm in het ene hand, het andere op de laptop, hoofdtelefoontje aan, het digitale fototoestel op de tafel. Het lijkt wel of westerlingen daar niet meer zonder kunnen. Pathetisch!

Toen ik vanavond op mijn terugweg naar het guest-house, omstreeks 19u want later loop ik niet meer graag op de straat, een bedelend en straatarm koppel vrouwen zag rondstrompelen, vroeg ik mij af met welk recht ik een absoluut propere hotelkamer durf op te eisen. In Nilambe was het echt het strikte minimum dat ik op dat gebied aankon maar zelfs dat was nog altijd veel meer dan met wat een deel van de bevolking hier 's nachts moet tevreden zijn. Er zijn veel hindu's in Nepal en die kennen dat afschuwelijke kastesysteem. In het licht hiervan versta ik al iets meer de beweegredenen van de Maoisten die hier, na een jarenlange burgeroorlog, nu de regerende dienst uitmaken. De geschiedenis heeft ons echter geleerd tot wat deze doctrine kan leiden. En met de introductie van de westerse technologie zullen de armsten ook niet gebaat zijn.
Ik ga stoppen mijn hoofd hierover te breken en gewoon trachten heel dankbaar te zijn voor het leven dat ik heb gekregen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten