donderdag 8 november 2012

Het guesthouse in Bangkok waar ik samen met mijn zus en schoonbroer verblijf, ligt net iets buiten het drukke toeristische centrum (met de beruchte Khao San Road) in een uitzonderlijk wat rustigere omgeving. In de Lonely Planet wordt deze buurt rond de nationale bibliotheek omschreven als geschikt voor reizigers met kinderen en 30- plussers. Spek voor onze bek dus. Het establishment heeft mooie kamers met een basis aan comfort aan een schappelijke prijs. In de knusse gelijkvloerse gelagzaal met traditioneel houten wanden, ademt de typisch Thaise sfeer. Gelegen op je bed waan je jezelf in een bamboe paalwoning uit vervlogen tijden. Meegenomen is dat ook de keuken meer dan behoorlijk voedsel opdient.

We zijn maar wat blij deze relatief rustige plek gevonden te hebben want Bangkok, met zijn 7,7 miljoen inwoners en immense drukte, is niet direct de plaats waar een westerling lang wil toeven. Al is het momenteel niet de warmste periode van het jaar, het is nog steeds behoorlijk drukkend in deze metropool van beton en pollutie. Gehandicapt zoals ik me voel, met een absoluut onbruikbare en voortdurend pijnlijke linkerarm in steunverband, kon ik mijn familie toch nog een halve dag gidsen naar het koninklijk paleis en Wat Phra Kaew. Indrukwekkend mooi allemaal maar voor mij blijft het een tikkeltje overdadig. Ik vraag me telkens weer af of de Boeddha zich zou gediend hebben gevoeld met zoveel gouden tierlantijntjes. Het behoort natuurlijk tot het rijke Thaise culturele patrimonium maar staat tevens haaks op de soberheid en het afstand nemen van al te grote zintuiglijke geneugten, eigen aan de leer. Mijn familie wil graag wat zien en dat is hun gegund. Eenmaal door de hoofdpoort van de omwalde site werden we sito presto aangemaand extra bedekking voor al te blote schouders en knieen op te halen. Daar hebben ze een goed georganiseerde dienst voor, je betaald een waarborg en mag de kledingstukken over de jouwe aantrekken. Dat dit niet  comfortabel aanvoelde bij een temperatuur van 32 graden Celsius, behoeft geen tekeningetje.

Met de tuk-tuk dan naar Khao San Road want indertijd vond Ward ook dat ik dat eens moest gezien hebben. Weinig aan gemist nochtans maar ach... je bent in Bangkok. Na een drankje, met de tuk-tuk opnieuw de fris vervuilde lucht opgesnoven en 's avonds wat gaan verbroederen met andere reizigers in de bar van het naburige guesthouse. Zowaar aan de praat geraakt met 4 (!) andere Belgen. We zijn hier stevig in de meerderheid, blijkbaar niet uitzonderlijk in deze hoek van de Thaise hoofdstad. Toch opvallend is dat andere westerlingen steeds weer vragen stellen bij onze moeilijke politieke situatie. Canadees, Oostenrijker of Spanjaard, ze willen weten of Walen en Vlamingen met getrokken messen tegenover mekaar staan. Moeilijk om onze situatie ten gronde uit te leggen. We kunnen hun gelukkig laten zien dat Waal, Brusselaar of Vlaming best met mekaar kunnen praten. Wisselend in het Frans, Engels en een weinig Nederlands. Voelen we ons meer verbonden buiten Belgie dan onder de kerktoren?

Morgen, na de check-out, vertrekken we vroeg richting Chantaburi. Dat kondigt zich aan als een moeilijke reis want bij het begin van het weekend is er een drukke trafiek tussen de hoofdstad en de naburige steden. Men durft de locale autobussen bovendien vol te stouwen met cargo allerhande. Zo moet je naar je zitje kruipen en het valt te bezien hoe mijn pijnlijke linkerarm dat zal verteren. Ben ik aan het zagen? Feit is dat ik mij sinds mijn ongeval maar half de man voel die ik daarvoor was. Ben allicht niet meer in staat de Himalayas te verzetten, hooguit de Ardennen.  Met mijn stevige verkoudheid er bovenop mogelijk enkel een 'zand-duintje' in Oostende. Het vooruitzicht Ward en Nana te ontmoeten, stemt me dan weer vrolijk.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten