donderdag 22 november 2012

Het leven in Bang Sra Kao, het gehucht op zo'n 25 km van Chanthaburi (district Laem Sing) waar ik bij mijn zoon verblijf, verloopt zijn gezapige gangetje. Er komt een zekere routine in mijn dagdagelijks leven. Niet dat ik dat negatief wil bedoelen. Het vraagt altijd weer enige gevoeligheid je in te passen in het leven van andere mensen, in een ander klimaat en tijdszone, je te adapteren aan verschillende gebruiken en gewoonten. Het moeilijkst vind ik de voeding. Als thuisloze reiziger ben ik nog maar net de twee maanden bij mijn zus in Belgie ontwend. Nochtans ook een gastvrije plek, daar niet van. Maar daar ik besef dat ik bij mijn zoon en Nana ook niet al te snel zal kunnen vertrekken, wil ik met mijn aanwezigheid zo weinig mogelijk op hun leven wegen. Al is het in het Westen oh-zo-heilige begrip 'pivacy' geen ingeburgerde gewoonte in Azie, ik wil hen niet teveel voor de voeten lopen. Tracht deel te nemen in de onkosten en Nana te helpen met kleine huishoudelijke taken.

Ward hecht veel belang aan mijn dagelijkse oefeningen. Daar heeft hij groot gelijk in en ik ben er hem erkentelijk voor. Als er een plek is waar ik deze oefeningen goed kan doen, dan wel hier. Onafgezien van dat feit blijft het (voorlopig?) een dagelijkse, zo'n uur en half durende, kleine marteling. Zaterdag 1/12 wil ik op de afspraak met de minzame fysiotherapeute vooruitgang laten zien. En bovendien weet ik maar al te goed dat ik, wil mijn linkerarm nog ooit quasi normaal functioneren, geen andere keuze heb. Soelaas vind ik in het lezen, schrijven op deze blog, de fijne gesprekjes die ik tussendoor met Nana kan voeren en bovenal, in het prachtige, omringende kader.

Zo dicht leven bij de tropische flora houdt vanzelfsprekend het gezelschap in van de locale fauna. Hoe graag ik ook de diertjes mag zien, ze zijn niet allen even mensvriendelijk. Zonder een veelvuldig herhaalde behandeling met een 'insect repellent' krab je jezelf het vlees van de botten. Door het waterbekken rondom het huis vliegt er hier wat rond! Maar er zijn nog andere lieverdjes, al houden die zich meer geschuild. Iedereen weet dat er hier slangen van diverse maten en formaten rondkruipen. Volgens Ward zijn er net iets buiten de toegangspoort al sporen van een cobra waargenomen. Buiten het kleine slangetje dat mijn zus in de badkamer goededag kwam zeggen, ben ik er nog geen anderen tegengekomen. Was het toeval dat uitgerekend mijn zus, die het meest bang blijkt van deze dieren, het eerst contact mocht maken? Trekt angst voor iets juist het voorwerp van deze angst aan? Feit is dat angst een slechte raadgever is. Een paniekreactie is zeker niet de meest wijze. Ik wil daar een verhaal rond vertellen. Mogelijk iets te fantasierijk voor de nuchtere geesten onder ons, maar toch...

Alle materiele bestaansvormen in het ons bekende universum, gaande van grofstoffelijk tot uiterst fijnstoffelijk, van dichtbij tot ontelbare lichtjaren veraf, van waarneembaar tot onzichtbaar voor het menselijke oog, zelfs met de meest verfijnde apparatuur, dragen in zich de tot materie gekristaliseerde, ondeelbare, eenzelfde energie. De oerenergie (in feite hebben we daar geen juist menselijk begrip, laat staan woord, voor) die nooit ontstaan is en nooit zal vergaan. Wie denkt dat alles ontstaan is bij de oerknal (Big Bang) moet zich afvragen welke energie deze heeft veroorzaakt. Gekristaliseerd moeten we verstaan als bestaande uit trillingen, golven met een grotere of fijnere trillingsdichtheid. Dit geldt zowel voor mens, dier, plant, steen, berg, aarde, planeet...enz.
Dit is uiteraard een uiterst beknopte en onvolledige beschrijving waarover wetenschappers met zwier een boompje zullen opsteken. Ik verwijs hier graag naar het boeiende boek dat monnik en microbioloog Mathieu Ricard samen met een Vietnamees astro-fysicus schreef:  "De Monnik en de Wetenschapper". Opvolger van de bestseller "De Monnik en de Filosoof".

Wanneer we een al-dan-niet aangenaam contact hebben met een dier, kunnen we dit gegeven in het achterhoofd houden. Er is immers geen verschil tussen de energie die dit wezen levende houdt en onze energie. In feite zijn we een en hetzelfde. Elk denkproces zendt ook trillingen uit. Onze angst wordt als dusdanig opgevangen door het dier en intinctmatig voelt het zich daardoor bedreigd. Een angstig dier volgt de impulsen van zijn 'reptielenbrein' en kent bijgevolg maar twee reacties: vluchten of aanvallen. Maar ook bij een mens die overmand wordt door een verlammende angst, kan dit oeroude mechanisme terug in werking treden.  De mens kan geneigd zijn het dier te doden. Het dier kan, al naargelang de situatie, vluchten of bijten. Geen 'win-win' situatie, eerder een 'lose-lose'. Beiden winnen er niets wezenlijk heilzaam bij de andere nutteloos te schaden. Indien het niet anders kan hebben we uiteraard wel het recht op zelfverdediging. Dit geldt echter ook voor het dier. We hebben er bij dit soort 'close encounters' dus alle belang bij het hoofd koel te houden. Onze bewegingen te bevriezen en geen onnodige adrenaline aan te maken. De gedachtentrillingen die we uitzenden zijn dan van het allergrootste belang. Zo kan er een soort communicatie ontstaan tussen mens en dier. Enigszins vergelijkbaar met de woordeloze communicatie tussen een moeder en haar pasgeboren kind. Zijn we deze gevoeligheden, gaandeweg doorheen de tijd, verloren geraakt? Ik pleit er niet voor om onnodig roekeloos te worden, enkel om mindful bij de situatie te blijven. Communicatie met dieren is niet onmogelijk, behoort zeer zeker niet tot het rijk der fabelen. Maar mensen die in een wereld van glas en beton opgroeien zijn vele overlevingsintuitie kwijt gespeeld. Komt daar bovenop dat de alsmaar toenemende satelietstralingen onze natuurlijke vermogens doorknippen. Fantasie of werkelijkheid? Aan jou de keuze om dit te geloven of niet.

Wat het echter moeilijker maakt zijn de karmische wetten van oorzaak en gevolg. Het mag hard klinken maar eenmaal een slang gedood, heb je het collectieve bewustzijn van deze diersoort geraakt. Aangezien elke energievorm met mekaar verbonden is en de meeste, meer primaire diersoorten niet over een individueel bewustzijn beschikken ( louter gebonden energie, cfr. professor-emeritus Ulrich Librecht), kwets je de hele ketting. Vroeg of laat speelt dit terug. Dat kan een verklaring zijn waarom sommige mensen een dodelijke confrontatie meemaken. Steeds met dien verstande dat de motivatie waarmee gedood werd uiterst belangrijk is.

En er is nog een andere uitleg, zo nodig nog meer fantasierijk klinkend. Een Tibetaans monnik in Nepal legde ons uit dat sommige dieren het karma hebben meegekregen om mensen af te schrikken. Slangen, spinnen, schorpioenen, krokodillen... Mogelijk behoort het tot hun lot om dermate afschrikwekkend over te komen. In de aanval gaan, en dus opnieuw doden, geeft hun weinig vooruitzicht op een betere toekomst en dus een nieuwe wedergeboorte als zelfbeschikkend mens. Waarvan acte...
Het kan ook een kwestie van perceptie zijn. Zeker niet alle spinnen zijn gevaarlijk. Arachnafobie wordt vaak doorgegeven van moeder op kind. Enkele dagen geleden kruiste een flink uit de kluiten gewassen exemplaar mijn doorgang naar de keuken. Ik wilde het diertje niet schaden maar durfde evenmin het risico op een beet uit te dagen. Dus liep ik er rustig in een boog omheen. De spin maakte zich snel uit de voeten. Later die avond kroop ze nog meermaals rond de tafel waar ik aanzat. Ik vond het best een schattig wezentje. Net zoals de slang waarmee ik plots oog in oog stond tijdens mijn verblijf in Tu Hieu Pagoda. Nadat het dier eerst angstig was weggevlucht, kwam het iets later nieuwsgierig terug. Beiden kregen we zo, onbeweeglijk, de kans mekaar rustig te observeren. In Sri Lanka heb ik een soortgelijke ervaring mogen beleven. Uiteraard blijf ik steeds op mijn hoede.

Dit alles mag vergezocht lijken voor een nuchtere Westerling. Desalniettemin zijn er interessante lessen uit te trekken. "What the bleep do we know?" Zijn we, onder de invloed van de wereldgodsdiensten die ons het recht gaven boven dier en natuur te staan, dermate arrogant geworden dat we onze dominantie schaamteloos mogen botvieren? Daarbij pretenderend alles met onze beperkte wetenschap te kunnen verklaren? Hoe ver reikt onze hersencapaciteit, onze suprematie? Voor zover ik daar momenteel kan en mag over oordelen, graven de psychologische inzichten van Gautama nog steeds het diepst in de duistere spelonken van de universele menselijke geaardheid. Carl Gustav Jung, grondlegger van onze huidige psychologische inzichten, zou daar eensluidend mee instemmen. Hij vond althans het Tibetaans boek over leven en dood, de 'Bardo Todol' (lees Teudol) het meest interessante en vergaande schrijfsel dat hij ooit was tegengekomen. Warm aanbevolen trouwens, indien niet te Westers kritisch...

Een en ander maakt dat ik me elke dag als in een droom voel wakker worden. Maar jonger voel ik me er niet door worden. De Thaise vrouwen en mannen uit de buurt complimenteren me nochtans wat graag met mijn 'jonge' look. Ik neem dat aan voor wat het waard is. Merk tevens dat ze ook mijn zoon jonger inschatten. Zelf heb ik het gevoel enkel een 'Da Vinci'-baard te missen. Voor de rest houdt deze vergelijking natuurlijk op. Het leven mag hier goed zijn, elke dag is niet eender. Vandaag ben ik quasi zonder energie opgestaan en het is nimmer goed gekomen. Niet enkel voel ik ieder moment de pijnlijke handicap van mijn onbruikbare linkerarm, ik mag voor het slapen gaan absoluut mijn oogdruppels niet vergeten. De recente consultatie bij mijn oogarts in Belgie wees mij op een ander, latent probleem. Reeds jaren is de druk  binnen mijn ogen te hoog. Ik zat vrijwel constant op de grens: de aderdruk van 21 microbar mocht niet overschreden worden. Anders riskeer ik glaucoom te krijgen en aan deze onomkeerbare evolutie valt, eenmaal zover, niets meer te doen. Je wordt langzaamaan blind, punt uit. Bij mijn laatste testen werden echter waardes van 24 in het rechteroog en 25 in het linker vastgesteld. Extra belasting door een langdurig verblijf in een tropisch klimaat. Na een gezichtsveldtest bleek de oogzenuw, gelukkig genoeg, nog niet aangetast. Vanaf heden moet ik echter elke avond oogdruppels indoen en dat voor de rest van mijn bestaan. Kun je jezelf dit voorstellen met een linkerarm die je amper tot op schouderhoogte krijgt? Klaag ik? Zeer zeker! Maar mijn echte punt is dat ouder worden, met bijhorende fysieke last, eenieders zekere lot is. Daar ontkomt niemand aan, evenmin de huidige schoonheidskoningin van Thailand. En reken maar dat ze knap is.

Gisteren observeerde ik heimelijk doch geamuseerd mijn zoon. Een hele kerel van 26 die wat voor mekaar gekregen heeft. Een mengeling van bewondering en bevraging. Hoe en wie was ik op zijn leeftijd? Alsof het van gisteren geleden was. Maar het gaat snel fiere vader. Uitermate hevig. Ik hou zielsveel van hem, zie de gelijkenissen en verschillen. Zie ook trekken van zijn moeder in hem. 'Same same but different'. Zo gaat het 'natuurlijk' in het leven. Een leven dat we aan onze moeder te danken hebben. Volgens de Boeddha is geen enkele dankbaarheid groot genoeg richting diegene die je gebaard en gezogen heeft. Wie denkt dat Sakyamuni (Gautama behoorde tot het geslacht der Sakya) vrouwonvriendelijk was ingesteld, kan ik aanbevelen dieper op zijn leringen hieromtrent te mediteren.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten