donderdag 1 november 2012

Een ex-collega, tevens goede vriend vanuit de tijd dat we nog samen Jommekes tekenden voor Jef Nys, reageerde verrassend op mijn uitdrukking "7 treden in het ijle" uit vorig artikel. In een poetische bewoording vergeleek hij die 7 treden met stappen naar een hoger doel. Zonder ijdel te willen zijn of me teveel aan navelstaren te bezondigen maar eerder vanuit een poging tot kwetsbare openheid, geef ik een beknopt overzicht van mijn antwoord aan hem:

"Beste vriend, het getal 7 is een van de belangrijke cijfers in vele culturen, psychologische, spirituele en religieuze denkpiste's. Zo ook bv in een mensenleven: 7, 14,21,49...het zijn de periodes van initiatie, puberteit, volwassenwording, midlife...enz. In het Tibetaans boeddhisme spreekt men over het Kalachakratantra, tijdscycli die zich in alle kosmische geledingen van groot naar klein en omgekeerd doorzetten. De oude Vedische leringen spreken over de 7 energiepunten op het menselijk lichaam, de Chakra...We moeten dit misschien niet al te letterlijk nemen, of schiet ons menselijk brein tekort om dit alles te begrijpen?
Maar toch is het inderdaad een gegeven dat er volgens de historische Sidhartha Gautama 7 trappen van meditatief inzicht bestaan, waarvan de laatste de zogenaamde 'verlichting' inluidt.

Mijn zus is de situatie in de kelder nog eens opnieuw gaan bestuderen. De eerste maal dacht ze dat het, gezien de plaatselijke situatie, niet anders kon dan dat ik gevallen ben met nog 7 treden te doen. Zelf heb ik die tijdens mijn val natuurlijk niet kunnen tellen. Ik herinner me enkel mezelf ongeveer in of iets voorbij het midden 'mistrapt' te hebben. Er is bovenaan nog een stukje muur vanwege de gelijkvloerse fundering, dat mijn val had moeten breken. Daar ben ik echter niet tegenaan gebotst want een zuivere vrije val gedaan. Volgens haar hertelling moet ik bijgevolg reeds 6 treden afgedaald zijn alvorens vanaf de 7de te vallen. Gevolg: 21 hechtingen, 7 bouten.
Dat gegeven laat ruimte voor interessante speculaties.

Intense meditatierondes kunnen onbewuste maar geconditioneerde gewoonten en gedragspatronen deprogrammeren. Het was mijn Vietnamese vrienden, bij mijn eerste terugkeer naar Hue, danig opgevallen hoezeer mijn algehele houding veranderd was t.o.v. mijn eerder verblijf. Na die eerste 4 moeilijke maanden was ik terug naar Thailand gekeerd om mij in Wat Pah Nanachat onder te dompelen in een 40-daagse persoonlijke retraite volgens de 8 strenge voorschriften. Dagelijks mediteerde ik vele uren, zittend zowel als wandelend. Veel introspectieve tijd om te beseffen welk mijn persoonlijk aandeel was in de moeilijkheden. Langzamerhand begon ik te voelen hoezeer het me makkelijker viel om de dingen te aanvaarden 'zoals ze zijn', met inzicht maar minder behoefte over alles de krampachtige controle te willen houden.
Daar deze houding, eenmaal terug in Vietnam, een meer ontvankelijke reactie ontlokte aan mijn omgeving, bleek de heilzame ontwikkeling in beide richtingen te functioneren. Het was alsof we makkelijker tot elkaars hart konden doordringen.
Tijdens mijn derde maandenlange verblijf in Hue kon die verdraagzame houding zich langs beide kanten verder verdiepen tot een heus samenleven en werken. Zij voelden zich niet langer gekwetst in hun fierheid omwille van een soort minderwaardigheidsgevoel, gerelateerd aan een inferieure economisch-technologische ontwikkeling. Via de media en de toeristenstroom komen ze in contact met de westerse weelde en het frustreert hen dat dit wellicht nooit hun deel wordt. Ik kon, naast een sobere levenswijze, mijn arrogant-kritische opmerkingen over al wat er misloopt beter temperen of inslikken. De kleuter van de buren begon me 'ong noi' (opa) te noemen. Wanneer ik de straatarme verkoopster van schilderwerkjes op zijde extra geld voor eten toestopte, bracht ze me later een potje yoghurt met een plastiek lepeltje. Je moet van die mensen ook iets kunnen aannemen anders veroordeel je ze tot de bedelstaf.

Bij mijn terugkeer naar Belgie heb ik ook hier die meer verdraagzame houding beter kunnen aanhouden met een identieke, zei het aan de lokale omstandigheden aangepaste reactie. Maar eenmaal opnieuw in de vertrouwde omgeving beginnen vastgeroeste patronen weer werkzaam te worden. Zo herviel ik in alvast 1 slechte gewoonte: soms eens al te graag en te diep in het glas te kijken. Dat dit mijn wankel evenwichtsgevoel niet ten goede komt, was me bekend. Maar dat dit fenomeen zich sneller manifesteert na lange periodes van soberheid, realiseerde ik me onvoldoende.
Eerder opgeklommen tot de 6de trede van inzicht ben ik er 7 teruggevallen. Of beter, ik ben 6 treden afgedaald en heb me dan stevig pijn gedaan. Een les die kan tellen. Dat is de verwittiging die ik heb gekregen. Met de bedenking dat mogelijk onherstelbare lever schade mijn humanitaire roeping in het geliefde Vietnam zwaarder zou hypothekeren dan een herstelbare schouderbreuk. Zelfs al zal ik de bewegingscapaciteit in linkerschouder en arm nooit 100% terugwinnen."

Vanuit een andere, bredere hoek bekeken heeft mijn domme ongeval mogelijk meerdere nuttige betekenissen. De boeddhistische leer is niet onbekend met het fenomeen van de zogenaamde 'terugval'. Ongeacht de zwaarte van de gemaakte fouten, herstel is altijd mogelijk. Maar de benodigde tijd daarvoor kan stevig verschillen. Voor hele zware misdaden zijn mogelijk meerdere wedergeboorten vereist.
We moeten echter de moed hebben ons aandeel in het eigen lijden onder ogen te durven zien. We zijn makkelijk geneigd met de vinger naar de anderen, de omstandigheden, te wijzen. Een tekort aan karmisch inzicht waarbij we onszelf voorliegen te zijn wie we denken te zijn. "Het was niet mijn fout maar die stomme keldertrap." "Het moet mij weeral eens overkomen! Is het mij niet gegund om opnieuw te vertrekken?"  Alsof we met een zonnebril ronddolen in een donkere kamer, begrijpen we dan van het zogenaamde 'wrede' of nutteloze leven niets meer. We maken nochtans een gekristalliseerd deeltje uit van het universeel leven, de aan mekaar verbonden energie die, in wisselende dichtheid, door iedereen en alles stroomt. Anders liepen we hier niet rond.
Ons beperkte, sterfelijke brein kan dit niet bevatten, we zien de grotere verbanden niet, hebben begrenzingen nodig. Dan ontstaat er een dualiteit, een ik en een jij. De grote, onbegrijpelijke, boze buitenwereld waarin we ons door een speling van het lot geworpen voelen. Dat er een begeerte tot leven aan onze geboorte vooraf ging, kunnen we niet bevatten want daar zien we geen tastbare of verstaanbare bewijzen voor.Uitgaande van de stelling dat leven lijden is, begint daar wel reeds onze eigen verantwoordelijkheid.
Voor de kritisch denkende westerse mens gaat dit al snel ruiken naar zweverige, religieuze, on-wetenschappelijke prietpraat. Wetenschap, het woord spreekt voor zichzelf, kan alleen geloven in wat het kan begrenzen en dus verstandelijk begrijpen. Al hebben we ook veel te danken aan die wetenschap, dat moge duidelijk wezen. Maar we maken er nog dikwijls een potje van, alles met mekaar verwarrend of van elkaar scheidend. We beginnen te hollen, draaien mee in de 'speedboat'-maatschappij (cfr Dirk De Wachter 'Borderline times') en beschuldigen vervolgens deze samenleving al te makkelijk als veroorzaker van onze stress. Wat overigens niet volledig onjuist is, er is een voortdurende wederzijdse beinvloeding van groep en individu.
Depressie wordt de mentale aandoening nummer een. Om uit die negatieve spiraal te geraken is een meditatieve connectie met ons innerlijk centrum vereist. Enkel daar zullen we de diepe rust en aanvaarding vinden om onze wonden te helen door onszelf te leren zien zoals we werkelijk zijn. Iedereen wil gelukkig worden maar vanuit egocentrische conditioneringen staan we dat dikwijls zelf in de weg. Hoe groter het afgescheiden 'ik', des te moeilijker de intropectieve bevraging die leidt tot een gefundeerde innerlijke rust. De uiterlijke stress-factoren, waarop we geen vat hebben, zullen ons dan blijven verstoren. Zo kunnen we nooit vooruit, integendeel, zinken we steeds verder weg in het moeras van begeerten, onwetendheid en boosaardigheid. Lobha, moha en dosa (trishna, avidya, dosa in het Sanskriet), de drie oorzaken van het lijden volgens Gautama.
Het boeddhisme wil de mens zijn vrijheid terugschenken. Door hem opnieuw zijn zelfredzaamheid en zelf -verantwoordelijkheid te helpen vinden. Het eerste maakt het voor totalitaire, communistische regimes die enkel een vrije-markt economie nastreven, zo verdacht. Die willen liever een stevige greep houden. Het tweede maakt het voor het neo-liberale egoisme, waarin het boeddhisme alsmaar aan populariteit wint, moeilijk volledig verteerbaar. Hier blijft het idee dat staat en samenleving voor alles verantwoordelijk zijn stevig verankerd. Wanneer mensen, met de bemiddeling van hun burgemeester een mooi huis willen bouwen in de bedding van een rivier, gaan ze straks die burgemeester van slecht beleid beschuldigen wanneer dat huis onder water komt te staan.


Ik blijf dromen van een project dat ik graag wil opzetten in Hue. Daar hoop ik met mijn veranderde instelling beter toe in staat te zijn. Eerst moet ik fysiek herstellen, volgens de chirurg een te verwachten periode van 6 maanden. Bij mijn zoon Ward, die leeft en werkt in Chantaburi (Thailand), ben ik alvast welkom vanaf volgende week vrijdag. Naar zijn zeggen bestaan er mogelijkheden voor kine en massage bij hem in de brede buurt. Het klimaat is er momenteel aangenaam en droog maar het zal vooral afhangen van de mentale discipline, waar het trouwens voornamelijk om te doen is in het boeddhisme. In Rayong, dicht bij Ward's woonplaats, bevindt zich het woudklooster Wat Marp Jan, gelieerd aan Wat Pah Nanachat. Een plaats waar ik al langer naartoe wilde. Ik besef steeds meer de waarde, zelfs noodzakelijkheid, van meditatie in mijn leven. Het maakt deel uit van het medicijn waarmee we ons en andermans lijden kunnen verlichten, of althans beter leren aanvaarden. Zo kunnen we ook nog vreugde en ingetogen geluk ervaren in dit 'moeilijke' leven.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten