donderdag 21 april 2011

Het is mij tijdens mijn 'Belgische' periode steeds meer beginnen te dagen dat het boeddhistische principe, dat vrijwel niemand op zichzelf alleen volgens de dharma kan leven, een sterke grond van waarheid bevat. Het gemis aan steun en geestelijke voeding van spirituele vrienden werd me overduidelijk. Nu ben ik dit relatief gewoon geweest al de jaren voor mijn eerste Aziatische rondreis. Ik prijs me gelukkig dat ik toen, zowel als nu, veel steun vond in het lezen van goede boeken over boeddhisme en spiritualiteit in het algemeen. En er is wat dat betreft heel wat te vinden. Ik ben gaandeweg deze literatuur als een soort alternatief voor het leven in een sangha, een spirituele gemeenschap, ter compensatie gaan beschouwen. Het is natuurlijk niet hetzelfde maar het helpt jezelf te blijven focussen. Want het tegenovergestelde is ook waar, als je voortdurend leeft in een gemeenschap die enkel met de materiele kant van het leven bezig is, word je daar ook volledig in meegesleurd. Als je in een dergelijke wereld bent opgegroeid, heb je waarschijnlijk reeds van in je kinderjaren hersenverbindingen opgebouwd en opgeslagen die je gedachten en gedragingen in die richting blijven sturen. Als bv. iedereen rondom je gelooft en beweert dat een huis huren weggegooid geld is en dat je enkel vrij en onafhankelijk kan zijn wanneer je een eigendom bezit, dan is de kans groot dat je dat zomaar gaat geloven. In mijn gedichtje 'Vruchtgebruik' heb ik mijn standpunt daarover reeds toegelicht en ik denk niet dat het zinnig is hierover verder te argumenteren. Het is ook maar een voorbeeld, er zijn er zeker betere te vinden maar ik wil wel eens graag een knuppeltje gooien in het hoenderhok van de Belg met een baksteen in de maag. Ik vind het contrast met de uitspraak van de Boeddha dat 'de enige erfenis van belang die we nalaten onze daden en gedachten zijn' wel interessant.

Maar goed, het uitgangspunt was dus de wijze waarop de groepsdruk ons dagelijks leven kan beinvloeden. En het belang van een geweldloze, mededogende ondersteuning voor het blijvend werken aan een positieve levenshouding in een omgeving waar geweld en agressie een groot deel van onze amusementsfilms en games opvult.
Ik vind het pijnlijk om zien, jonge kinderen die oorlogje spelen op computer. Jong geleerd is oud gedaan? Mogelijk ziet onze minister van landsverdediging hierin toekomstige gevechtspiloten. Of blijft men argumenteren dat zulks goed is voor de verstandelijke ontwikkeling?
Ik verlang er naar weer in kloosters en centra te verblijven waar een weldadige sfeer van medemenselijkheid en innerlijke vrede heel normaal bevonden wordt. En ik zie, meer dan ooit, de noodzakelijkheid om met iets dergelijks in Belgie van start te gaan. Toch nog even geduld oefenen en niet op de zaken vooruitlopen.

Ondertussen sluit ik mij aan bij de Dalai Lama wanneer die in het boek 'De kunst van het geluk' beweert dat de mens van nature zachtaardig is maar dat de omstandigheden of aangeleerde gedragingen dat kunnen veranderen. Hedendaags wetenschappelijk onderzoek dienaangaande blijkt dat te bevestigen. Dit betekent evenwel dat wij ons kunnen trainen in mededogend en vredelievend gedrag en hoe meer we zo naar buiten komen, hoe meer we dat ook op ons pad tegenkomen. Het is alles een kwestie van goede wil, niet van economisch gewin. Maar ik val weer in herhaling zeker? Of moeten we dit zachtaardig blijven herhalen? Ook, maar allicht nog beter is hiervan het levende voorbeeld te worden. Er is nog werk aan mijne winkel.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten