woensdag 27 april 2011

Vandaag op pad geweest in de binnenstad. Gebruikmakend van taxi en riksha want te voet is het te riskant. De straat oversteken moet je met ware doodsverachting doen. Iedereen dwingt brutaal zijn voorrang af. Merkwaardig voorvalletje: ik zag een oude man gehurkt zitten in het midden van de straat. Terwijl hij bij wijze van protest voortdurend 'neen' schudde met het hoofd kon de verkeersstroom hem maar nipt ontwijken. Uiterst moedige (of dwaze?) eenmansactie, het is te hopen dat hij de avond heeft gehaald.
De rikshabestuurder liet me naar Vietnamese norm teveel betalen. Maar je moet het maar doen, rondrijden met iemand in de bak vooraan je fietsstuur in deze bloedhete heksenketel. Het blijft zuurverdiend geld.

In de voormiddag heb ik een bezoek gebracht aan het befaamde 'War Remnants Museum'. In de Lonely Planet waarschuwt men de lezer dat die daar stevig met de neus op de gruwelen van de oorlog gedrukt wordt. Dat bleek nog zacht geformuleerd. Al is het museum niet helemaal wars van een eenzijdige visie, het is hartverscheurend te zien hoe de burgerbevolking steeds het zwaarste gelag betaalt. Zo moet je nog over geen al te gevoelige natuur beschikken om helemaal ontdaan en met tranen in de ogen de zaal te verlaten waar de gevolgen van het gebruik van 'Agent Orange' via grote foto's tentoongesteld worden. Gruwelijk verminkte mensen, kinderen en baby's die bovendien nog steeds zo geboren worden want dat spul werkt generaties door via genetische overdracht. Foto's van tropisch regenwoud en velden voor en na de massale besproeiingen... ik ga erover ophouden.
Positief is dat het museum zich inspant om oorlog overal ter wereld te ontraden. Geen prettig bezoek maar toch een aanrader voor eenieder die de stad aandoet.

In de namiddag ben ik dan naar 'Reunification Palace' geweest. Beroemd vanwege de Vietcong-tank die er bij de inname van de stad op de ijzeren poort inreed. Prachtige architectuur en oosterse grandeur binnenin, echter ook niet vrij van een beladen oorlogsverleden. De ondergrondse, gebunkerde tunnels met verouderd telecommunicatie centrum brengen dit akelig realistisch tot leven. Ach ja, ik wil hier geen toeristische gids van maken maar Saigon heeft nu eenmaal zijn verleden en daar kan je niet omheen. Terwijl ik hier toch ben en omdat mijn visum lang genoeg geldig is, wil ik van de gelegenheid gebruik maken om de meest interessante sites te bezoeken. Morgen naar de wijk Cholon waar naar het schijnt uiterst mooie Chinese pagodes te vinden zijn.
Het stadsleven doet evenwel het geld sneller rollen en dat zal ik later moeten compenseren. Ik ga trachten Ven Wei Wu's raad, om me niet te laten neerhalen door de zwaartekracht van het mondaine leven, indachtig te blijven.

Oh ja, dit wil ik zeker niet vergeten te melden: er wordt hier zo goed als niet op de grond gespuugd! En ook: er zijn geen straathonden te zien of te horen... en er zijn parken en groene ruimtes met heel wat bomen... en relatief brede voetpaden, weliswaar niet altijd in goede staat of vol geparkeerd met brommertjes... Ware het niet omwille van het waanzinnige verkeer, ik zou warempel nog van deze stad en zijn vriendelijke bewoners kunnen gaan houden!

Terug in mijn hotel werd ik aangenaam verrast door een volledig opgekuiste kamer terug te vinden, compleet met proper beddengoed en verse handdoeken. Ik had nochtans enkel om een nieuw rolletje wc-papier gevraagd. En dat was er natuurlijk ook.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten