vrijdag 28 mei 2010

Een mens zou nooit of te nimmer mogen paniekeren. Ondanks mijn wat radeloos gevoel gisteren heeft de dag toch nog een behoorlijk aangename afloop gekend.
Toen ik in de vooravond voor een kom soep naar Flavor's trok, kwam ik daar Dyane tegen. Nog terwijl we een vrij tafeltje zochten ( dat ook niet te nat was want het had iets daarvoor stevig binnen geregend...) sloten zich daar Debra, een jonge Amerikaanse die zich als een schrijfster voorstelde en een Engels koppeltje advokaten die voor een ngo werken, bij aan. Een interessant gesprek over 's lands armoede en wat je daar niet aan kan verhelpen en een korte introductie over de basisideeen van het boeddhisme, ontspon zich. Ik voelde me best op mijn gemak en durfde me in het Engels mee tussen het gesprek te mengen. Dit klinkt evident maar is het geenszins. Deze mensen spreken allemaal hun moedertaal, dikwijls snel en met hun eigen dialect, en dit vraagt veel concentratie van mij.
Later kwamen daar nog vier mannen bij. Eerst een jonge Amerikaanse IT-expert en een Nederlandse vijftiger, Ingo genaamd. Deze laatste heeft een professioneel reddingsbedrijf met heli's en Mechelse schepers, blijkbaar geen overbodige luxe in Himalayagebied. Hij voerde graag het hoge woord en al had ik het niet zo met zijn blageerderige stijl en uitlacherige humor, hij heeft me toch zinvolle tips meegegeven. Zo kan ik volgens hem maar best geen trekking meer aanvatten want het regenseizoen is volop begonnen en duurt zeker tot september. Tenzij ik graag door bloedzuigers leeggedronken word of vermist wil geraken zoals die jonge Amerikaanse waar men nu al een maand naar op zoek is. Het onderwerp binnen de groep ( en op de Amerikaanse televisie die videobeelden gebruikt van Ingo ). Maar hij vond het wel een goed idee mij onder te dompelen bij de monniken van Kopan Gompa en raadde me ook aan Pokhara te bezoeken. Vanuit deze plek zou ik tenminste een mooi zicht hebben op de Himalaya's zonder mij erop te moeten begeven en ik zou er ook meer rust en ruimte kunnen vinden. Dit is het soort info dat ik nodig heb en het is altijd leuk als het uit zichzelf naar jou toe komt.

Later kwamen er nog twee Nederlanders bij. Beiden zakenlui die zich hier gevestigd hadden en mij, die Belg met het boeddhistisch kale hoofd, een tikkeltje argwanend vermengd met nieuwsgierige aftasting benaderden. We besloten wel Engels te blijven praten om niemand uit te sluiten. Ik voelde mij alsof beland in een of andere Humphry Bogaertfilm. Oh ja, en de schrijver van 'Lord of the flies' was William Burroughs, als ik dit juist schrijf tenminste...

Ondertussen is het vrijdag 28/5 en iets rustiger rond de stoepa geworden. Na het ontwaken en opstaan vind ik het bijzonder belangrijk mij degelijk te wassen, dagelijks onberispelijk te scheren en propere kleren met vooral een smetteloos wit hemd ( ik heb er enkele hele mooie en volgens de oosterse mode laten maken in Sri Lanka ) aan te trekken. Het is net alsof ik die zuiverheidsbehoefte hier meer dan op een ander ervaar. Niet als reactie op de vuile omgeving maar om het enige waar ik wel invloed kan op hebben in de hand te houden. Ik wil mij niet boven deze wereld plaatsen maar er ook niet door naar beneden getrokken worden en tracht zo het vertrouwen te bewaren dat dit pad voor mij wordt ontvouwen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten