zondag 30 mei 2010

Ik had er al over gehoord en gelezen maar nooit gezien: lijm snuivende straatkinderen. Gisteren had ik de twijfelachtige eer er eentje tegen het lijf te lopen. Ik schatte het jongetje ongeveer vier jaar oud. De realiteit is erger dan de verbeelding.
Maar ik moet me ook voorzichtig leren uiten. In de 'Lonely Planet' vermeld men dat het niet ongewoon is dat mannen in Nepal hand-in-hand rondlopen en dat we daar verder niets moeten achter zoeken. Waarvan akte.
Het blijft echter vervelend maar begrijpelijk dat straatarme bedelaars ons, westerlingen,er uitpikken om zich elke keer opnieuw naar te richten met de open handpalm naar boven. Je durft ze na enige tijd niet meer aan te kijken.
Maar anderszijds word ik arrogant genoeg om mij boven de modale melkwitte dagjestoerist te stellen. Ze hebben ze hier precies vandaag met busladingen afgezet. Dit laatste woord mag je gerust dubbelzinnig opvatten want dat is beslist ook gebeurd. Met recht en rede, denk ik onvriendelijk. Hou die 'toeristenbusdeuren' maar wijd open en neem ze nog vandaag mee terug. Ze kunnen nog niet eens, uit respect, in de juiste richting rond de stoepa wandelen en dat toeristengeld komt toch niet in de meest behoeftige handen terecht. Armoede is niet compatibel met sightseeing.

In de vooravond zat ik gisteren weer geheel toevallig op de juiste plek. Vanop het dakterras kon ik andermaal dat gedeelte van de stoepa overzien waar de publiekelijke chanting van de, elke dag groter wordende groep, monniken doorgaat. Het is vanop deze plek dat ik reeds tweemaal een aparte waarneming ondervond. Alle geluiden en visuele indrukken versmelten zich dan tot een overkoepelend en samenhangend geheel en het is dan net alsof dit plein een ruimteschip is dat, alvorens op te stijgen, begint te zweven. Alle electro-magnetische energie wordt naar de torenspits gezogen en gaat van daaruit de ruimte in. Ik zal waarschijnlijk danig onder de indruk geraken van de kracht die uitgaat van deze chantings. Boudha is immers het heilige centrum van het sowiezo meer metafysisch boeddhisme van de Tibetanen en er gaat somtijds wel degelijk iets magisch uit van deze plek. Je moet daar natuurlijk ook gevoelig voor zijn.
Ondertussen werd mijn aandacht getrokken door een minzaam tafereel. Een groepje van zeven Nepalese vrouwen en mannen zat rustig, in kleermakerszit op enkele prosternatieplanken, offerschaaltjes af te drogen. De honderden zilver- en koperkleurige schaaltjes worden gebruikt in een soort zuiveringsritueel met water.Deze mensen van verschillende leeftijd, lieten alle drukte over zich heenglijden en waren gedempt aan het praten en lachen. Af en toe kwamen er enkele jonge meisjes helpen. Die mensen doen dit vrijwilligerswerk heel ongedwongen en het echte boeddhisme is heel waarschijnlijk tussen hen te vinden. Het stemde mij warm gelukkig terwijl ik dat eilandje uit het geheel focuste.

Het vegetarische gerecht dat ik andermaal wilde uitproberen viel mee. Ik vind de Nepalese keuken iets fijner dan de Sri Lankaanse en blijf ook hier met veel appetijt eten. Nu mijn huidproblemen stilaan verminderen begin ik er echt gezond uit te zien. Ik maak mezelf de bedenking dat ik begin juli een volledig jaar vegetarier zal zijn.
Volgens de uitleg in de 'Lonely Planet' ( die ik gemakshalve vanaf nu als de LP ga aanduiden ) zou ik in Sri Lanka 's nachts wel eens volop gebeten kunnen geweest zijn door 'bedbugs' of wandluizen. De beschrijving klopt met wat ik ervaren heb en waarmee voornamelijk mijn armen en benen geteisterd werden. Ik wil liefst niet meer terugdenken aan die enorme jeuk, niets is blijvend en waar je niet aan dood gaat, maakt je sterker.

Ook gelezen in de LP - je zou je kunnen afvragen hoe ik mijn plan heb kunnen trekken in Sri Lanka zonder -: wanneer een koppel een retourvlucht maakt tussen Europa en de US komt dat qua CO2-uitstoot overeen met de uitstoot van de gas- en electriciteitsconsumptie van een gemiddeld gezin gedurende een volledig jaar. Toch iets om stevig over na te denken.
Maar ja, indien de monsoon mijn toekomstig verblijf in Pokhara onmogelijk zou maken, wat gezien mijn informatie niet onmogelijk blijkt, werd mij via meerdere mensen een verblijf in Ladakh ( Noord-India ) aangeraden. Deze plaats ligt ook hoog in de bergen maar kent blijkbaar een aangenaam microklimaat en is tevens een bekende nederzetting van Tibetaanse boeddhisten. Maar de enige, fatsoenlijke manier om daar vanuit Nepal te geraken is met het vliegtuig. De met mijn vegetarisch menu opgespaarde bonus moet dit enigszins compenseren.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten