donderdag 27 mei 2010

Het is dus vandaag wel degelijk donderdag 27/5, volle maan en dus Vesak of de geboorteverjaardag van de Bouddha, een van de vier grootste feesten in Nepal.

Maar ik ga even terug naar gisteren, toen ik door de Tibetaanse eigenaars van mijn guest-house uitgenodigd werd om te komen lunchen. Dit etentje, tesamen met nonnen en monniken die hier ook logeren, werd ons aangeboden in aanloop naar de feestelijkheden. Ik heb dit uit beleefdheid aanvaard maar heb weinig gegeten. Te kruidig en teveel rauwe groenten. Mijn darmen zijn nog niet helemaal hersteld, heb ik daarna mogen ondervinden. Nadien kreeg ik een kop typische boterthee. Na de wilde verhalen over de afschuwelijke smaak moet ik toegeven dat er smaakvollere thee te drinken valt.

Ondertussen werd het op de vooravond van Vesak steeds meer een heksenketel. Alle geluiden versmolten zich met en door elkaar: reciterende monniken, Tibetaanse cimbalen,trompetten en slagwerk, verschillende cd-muziek uit even zoveel shops, brommers en motoren die zich tussen de duizenden pelgrims wrongen, grommende honden die overdag willen slapen omdat ze 's nachts willen blaffen...
Groter kon het contrast met het 'overdonderend' stille Nilambe niet zijn. Ik werd meteen ingewijd in de uitersten van het Oosters boeddhisme.

Terwijl ik westerlingen prosternaties zag doen temidden de 'locals', vroeg ik me af wat ze daarmee willen bekomen. Een soort 'aflaat', een kwijtschelding van de gemaakte zonden zoals bij de vroegere Christenen? Ben ik niet enkel somtijds naief maar ook te nuchter? En kan dit wel samen?
Mijn droom van een fusieboeddhisme dat het beste van beide windrichtingen samenbrengt, werd door dit alles aangewakkerd. Ik zag zelfs de mogelijkheid van wit als gemeenschappelijke kleur!
Hoe kan zo'n niet-religieus boeddhisme, samenwerkend met een ecologisch gerichte wetenschap, verder groeien zonder enige promotie? Moet daar een wereldwijd aanvaard manifest voor gemaakt worden, en zo ja door wie? Kunnen daar personen zoals de Dalai Lama en Thich Nath Hanh bij betrokken zijn?
Vele vragen, weinig directe antwoorden. Ik voel intuitief dat er nog een lange weg te bewandelen valt. Eentje met hoge toppen en diepe dalen en dit niet enkel door mij als persoon maar door de hele mensheid, om het met hoge woorden te zeggen.
Als voorbereiding heb ik me weer ondergedompeld in de mensenzee. Soms denk ik dat je goed gek moet zijn om hiertussen te vertoeven maar ik wist geenszins dat dit mij in Nepal te wachten stond. Ik ben gewoon het pad blijven volgen zoals het zich aandiende en laat mij verder meedrijven met de levensstroom zonder tegenspartelen.
Dit zou geen enkele zin hebben.

Het is bedroevend te ervaren hoezeer de massa op spiritueel gebied nog in zijn kinderschoenen staat. Ik moet terugdenken aan het boek 'Lord of the flies', eens verplichte literatuur toen ik nog op de humaniorabanken zat. Ik vind die 'afgoderij' soms wel een tikkeltje benauwend. Even bedroevend is het feit dat mensen niet eens een minimum aan discipline kunnen opbrengen om hun gemaakte troep in de badkamer zelf op te kuisen.
Maar dit alles tempert mijn onbezonnen optimisme en voedt een gezonde vorm van scepticisme. Fusie dus!

Ik besloot extra vroeg naar mijn kamer te trekken en verder te lezen in 'Shantaram', het Engelstalige boek dat ik gekregen heb van de kok in Nilambe. Eyal, mijn Israelische vriend in Sri Lanka, had gelijk: dit is mogelijk de beste manier om mijn kennis van deze taal te verbeteren. Maar dit boek, naast mijn dagboek natuurlijk, zou gezien zijn exhuberant volume en meeslepend verhaal ook wel eens mijn trouwste reisgenoot kunnen worden.

Terug naar vandaag. De drukte rond de stoepa was vanmorgend om 8u al niet meer te harden. Dit is je reinste waanzin. Armoede en religie vormen blijkbaar een bijzonder geslaagd huwelijk. Hoe uitzichtlozer de situatie, des te meer behoefte aan een God. Ik wil en mag dit echter niemand verwijten. Iedereen loopt hier blijkbaar maar wat doelloos rond. Ik vraag mij af hoe ik deze dag moet doorkomen. Na de eerste, aangenaam verlopen maanden van mijn reis door het Oosten, word ik momenteel voor een soort beproeving geplaatst. Ik mocht natuurlijk niet verwachten dat het volgen van dit pad een rondje over-rozen-lopen zou worden.
Het meest vervelend vind ik dat ik voor elke kleine verplaatsing, kloksgewijs tussen een rochelende, spuwende, niezende en hoestende massa rond het plein moet meelopen. Niet dat ik uberhaupt veel verplaatsingen kan maken. Ik heb de keuze tussen een drietal cofeeshops en een internetcafe, alnaargelang wat ik wens te eten of waar ik kan schrijven of lezen. Nog even en ik kan door de grote poort van Kopan Gompa. Geduldig worden moet je overal maar vooral hier leren.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten