maandag 24 mei 2010

Rondwandelend in de doolhof van smalle steegjes en overdekte gaanderijtjes rond de stoepa, met hun vele kleine winkeltjes en stalletjes, zie ik mannen met sobere en stokoude zwarte fietsen twee butaangasflessen vervoeren via de bagagedrager. Wat verder loopt een man helemaal gebukt onder het gewicht van een houten bed dat compleet met gevouwen matras op zijn rug gebonden is. Simpele stootkarretjes brengen dampende rijst met sate's op een stukje krantenpapier aan de man. Kinderen in kleren zo vuil als de straat hebben nog nooit een schoolgebouw van binnen gezien en blijven je bedelend achtervolgen. Ik moet meermaals terugdenken aan beelden uit enkele authentiek Chinese films die ik vroeger op video opnam. Nepal is in het verleden duidelijk veel meer beinvloed geweest door China dan door India, al zullen ze dat niet allemaal zo graag toegeven. Maar de burgeroorlog met de communistische guerilla is voorbij en de Maoisten zitten nu mee in de regering.

Die Chinese invloed geldt echter niet voor de architectuur. De Nepalese gebouwen hebben, samen met de Tibetaanse, een heel aparte en eigen stijl. Ik vind ze zeer mooi en degelijk. Statig en fier, enigszins robuust met prachtige houten raamkozijnen en heel typische, kleine dakpannetjes. Ook de kleuren van de gevels, met hier en daar smaakvol aangebracht decoratieve versieringen, getuigen van een verfijnde smaak.
De oorspronkelijke klederdracht is een 'patchwork' van vele motieven en gedempte kleuren, meestal in een wat wringende maar toch werkende combinatie.

De stoepa is niet bepaald een wereldwonder te noemen maar komt door zijn afmetingen en volume en vooral door zijn witte kleur toch majestueus over. Een aandachtige toeschouwer merkt dat dit bouwwerk, naar goede boeddhistische filosofie, voortdurend in verandering is. Massaal maar kunstig aangebrachte bloemenversieringen verdwijnen even snel dan ze verschijnen en dit gebeurt net zo met de ellenlange slingers van kleurige gebedsvlaggetjes. De stoepa wordt goed onderhouden: dagelijks zie je Nepalese vrouwen met typische handborstels in de weer en brengen jonge mannen een waterige plaasteremulsie ter bescherming op een andere plek aan. Mannen zonder hoogtevrees smijten vanaf een smal randje, aan de overgang van de reusachtige halve bol met de torenspits, opgerolde balen met vlaggenslingers naar beneden. Wanneer ik opkijk na het schrijven van deze regels zijn die balen weer verdwenen. Men werkt hier bijna onzichtbaar. Het is komende donderdag volle maan en dan vieren de boeddhisten 'Vesak', de geboorteverjaardag van de Boeddha.

Overal wordt er flink gerocheld en gespuugd. Een vieze gewoonte die ik ook in Sri Lanka tegenkwam. En denk vooral niet dat dit enkel door mannen gedaan wordt.
Maar ik kan nog altijd mijn ogen moeilijk afhouden van de vele bloedmooie en prachtig uitgedoste vrouwen met gitzwart, sluiks haar, meestal in of met een staart of een vlecht gedragen. Ik vind ze onweerstaanbaar aantrekkelijk en het blijkt dat mijn gerichtheid op vormschoonheid nog niets is afgenomen. Dit voedt de behoefte om mij een tijd te gaan afzonderen op een plek met minder afleiding.

Uiteindelijk heeft de diarhee mij te pakken gekregen, ik had mij gisteren gereserveerder moeten uitdrukken! Het wordt uitvissen wat hier de oorzaak van is maar ik heb vermoedens in de richting van de 'curd' ( buffelmelkyoghurt ) of de 'homemade lemonade' van gisteren. De electriciteit valt hier gedurende de dag voortdurend uit en de koelinstallaties -indien die er al zijn- doen het dan natuurlijk ook niet meer. Ik neem me voor nog enkel warme dranken met gekookt water te gebruiken en dronk daarstraks een masalathee. Vreemd lekker want die kruiden verwacht je eerder in het eten. Ondertussen is het opletten geblazen voor iets anders: ik zit hier weer tussen drie Nepalezen die verdacht tbc-achtig hoesten.

Ben daarstraks andermaal aangezogen geweest door de betoverende en meeslepende mantrachantings die weerklonken door het open portaal van het belangrijkste klooster. Ik blijf dan graag luisteren naar dat ritmisch gereciteer door nonnen en monniken tesamen en heb het niet moeilijk met deze vorm van rituele beoefening. Maar ik zie bijzonder weinig heilzaamheid in de vele andere rituelen en uiterlijke vertoningen. Dit alles heeft voor mij weinig te maken met wat ik als een consequente boeddhistische levensstijl ervaar, des te meer met het Tibetaans preboeddhistische Bon-Po.

Ondertussen zie je hier ook regelmatig homokoppels arm-in-arm ropndlopen en dus heel openlijk uitkomen voor hun geaardheid. Iets dat in het meer macho-achtige Sri Lanka ondenkbaar was. 's Avonds komen monniken ook nog rustig gebak of taart eten in de cofeeshops. Een vreemde wereld, dat Oosters boeddhisme.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten